"DE DRIE-EENHEID van de Godheid" is het meest mysterieuze raadsel in de christelijke theologie. Nee, niet in de Schriften of in het Woord van God, of in het Origineel, want daarin wordt het niet eens genoemd, hoewel de waarheid in verband met dit thema er wel in wordt uiteengezet. Zelfs de populaire KJAV zinspeelt nooit op een "Drie-eenheid". Ze gebruikt drie maal de term "Godheid", telkens voor een ander woord. Toch wordt een geloof dat deze onSchriftuurlijke term niet bevat als hoogst ketters en uiterst onchristelijk beschouwd! We hebben het bevel gekregen een patroon van gezonde woorden te hebben(2Tim. 1:13), maar toch zijn de belijdenissen van het Christendom deels samengesteld uit ongezonde woorden en zinsdelen, die tegengesteld zijn aan de waarheid die te vinden is in de geïnspireerde Originelen.
Er zijn echter zoveel drievoudige dingen in de Schriften, dat we zeer wel het gebruik van een beknopte en handige op hen zinspelende uitdrukking kunnen vergoelijken. We wensen niet de drie-eenheid te ontkennen, maar ze te illustreren en definiëren. Na het aanwijzen van de onjuiste kenmerken van de theologische Drie-eenheid van "Vader, Zoon en Heilige Geest, en "Een God voor wat betreft substantie, maar drie Personen"(Webster's woordenboek), hopen we aan te tonen dat de drie-eenheid die wordt aangeven met de titel Alueïm door vele stellige verklaringen wordt bevestigd en verder onderbouwd door een scala van voorbeelden in zowel de natuur als onthulling, die ons gegeven zijn om ons te helpen Gods middelen en methoden om het voortijdse doel van Zijn liefhebbend hart te begrijpen en op prijs stellen.
Dit artikel is grotendeels gebaseerd op de voorafgaande uiteenzettingen over de Naam en titel van de Godheid, waardoor veel noodzakelijkerwijs een herhaling zal zijn. We mogen van de lezer niet verlangen voortdurend terug te moeten zien op voorgaande verhandelingen, daarom zijn de daarin gestelde punten hier kort herhaald, waarbij de nadruk niet op bewijzen ligt, daar we er van uitgaan dat de student heeft begrepen wat hieraan vooraf ging. Maar we hopen dat deze inspanning zal helpen verder de feiten in onze gedachten vast te zetten, door het ware te vergelijken met het foute.
De traditionele Drie-eenheid wordt op verschillende manieren uitgelegd, daarom moeten we deze ook bezien en hun onjuistheid aantonen. Daar de Hebreeuwse geschriften in deze ook onbetrouwbaar zijn, zijn we gedwongen terug te gaan naar het Origineel en de geïnspireerde titel zelf en de eigenlijke betekenis, en niet naar de populaire vervangingen; anders zou het onmogelijk zijn ons doel te bereiken.
In het Engels translitereren we de titels van de heidense godheden, zoals Jupiter, Zeus, Apollo en, uit het Hebreeuws, Moloch, Baäl etc... Niemand maakt hiertegen bezwaar. Ook zou niemand bezwaar moeten aantekenen tegen de Bijbel die de eigenlijke titel van de Onderschikkers met de drie verdelingen weergeeft, daar we in het Engels niets hebben dat ze beknopt kan uitdrukken. Het is van oneindig veel groter belang deze te kennen dan alle anderen tezamen.
Het mag misschien vreemd lijken dat de grote waarheden die samengaan met de Onderschikkers, AL, Alue en Alueïm, in de vroege dagen van de huidige bediening niet bekend waren en onderwezen werden. Maar ze werden wel degelijk begrepen en verwrongen sporen van de leer werden opgetekend in de geschriften uit de eerste twee eeuwen. Hieruit verstaan we dat sommigen leerden dat de Allerhoogste de wereld schiep door middel van de bedienende boodschappers en ze ook aan hen onderschikte. Aan het hoofd hiervan stelde Hij Zijn hoogste Vertegenwoordiger, de dichtst bij Hem zijnde, die Heer is van de Joodse natie. We kunnen in deze ruwe verklaringen nog flauwe afspiegelingen zien van de waarheden, maar ze werden spoedig ondergedompeld in valse filosofieën die geheel onafhankelijk van en tegengesteld aan de Schriften zijn en ook vandaag nog heersen.
Eén reden waarom de waarheid al zo vroeg verloren ging ligt in de taktieken van de Tegenstander, die probeert allen aan zichzelf te onderschikken. Zo gaat het vandaag nog. Het wordt gezien als het toppunt van ketterij als men de orthodoxe drie-eenheid afwijst, hoewel ze niet voorkomt in de goddelijke onthulling en tegenstellingen bevat die geen enkel gezond denkend mens mogelijk kan begrijpen of uitleggen. Ondanks dit alles zal de Tegenstander er op toezien dat ieder herstel van de waarheid met kracht zal worden bestreden, want men veronderstelt gewoonlijk dat een leer waar zo vele grote en goede mannen aan vasthouden eenvoudig niet fout kán zijn. Toen vroege gelovigen zich tegen Paulus' onderwijs keerden(2Tim. 1:15), werd de weg geopend voor een vloedgolf van valse filosofie, die duistere middeleeuwen bracht en slechts ten dele door de Reformatie uit de weg werd geruimd.
Historici vertellen ons dat de drie-eenheid, zoals die nu wordt verkondigd, in de eerste eeuw onbekend was, maar dat daarna heidense filosofie geleidelijk zich mengde in de Christelijke theologie, wat resulteerde in een berg geredetwist. Zulke vragen werden door bisschoppen beslist, die in concilies samen kwamen en belijdenissen samenstelden, buiten de Schrift om en daaraan tegengesteld. Het was gevaarlijk het daarmee oneens te zijn en vele ketters, die de Schriften geloofden, betaalden ervoor met hun leven. Rond de vijfde eeuw werd een poging gedaan de Drie-eenheid met deze woorden te introduceren in de Schriften: "Want drie zijn er, die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord, en de Heilige Geest; en deze drie zijn een."(1Joh.5:17;NBG) Maar het bewijsmateriaal in de manuscripten is zo minimaal, dat we het uit de Concordante Vertaling hebben weggelaten.
De eonische titel van de Godheid, AL, de Onderschikker, wordt in de schrift niet vaak gebruikt. Hij heeft veelal een toevoeging, -ue or de meervoudsvorm -ueïm. Hoewel de betekenis van deze vormen verloren ging, bleef het feit bestaan dat er drie waren. In de Griekse Schriften namen Vader en Zoon de plaats in van de eerste twee vormen. Daar de Vader en de Zoon "Personen" zijn en de leer van de "persoonlijkheid van de Heilige Geest" opkwam, ontstond geleidelijk een drie-eenheid van "Personen", zoals we die vandaag nog steeds kennen. Van hieruit lijkt het duidelijk dat de heilige geest een "Persoon" is, want hij is figuurlijk verpersoonlijkt. Dit is de voornaamste steun voor de drie-eenheid van drie "Personen" in één Godheid. We zullen dit later nog eens goed bekijken.
Laat het goed begrepen zijn dat we van harte dat deel van de belijdenis ondersteunen dat wordt uitgedrukt in de geïnspireerde taal van de Schrift. We geloven in "Eén God de Vader, uit Wie alles is"(1Kor. 8:6). Maar we kunnen geen geïnspireerde gronden vinden voor nóg twee "Goden". Deze passage ontkent in feite dit deel van de belijdenis. De verwarring kan slechts worden opgehelderd als we de titel "God" vertalen en er Onderschikker voor in de plaats zetten, of Plaatser zoals in de geïnspireerde handschriften. Dan is het mogelijk slechts Eén Onderschikker te hebben, de Vader, uit Wie alles is, en een Ander, maar een Naartoe-Onderschikker, de Heer, Jezus Christus, door Wie alles is, tezamen met vele Naartoe-Onderschikkers, doorheen wie anderen ook worden onderschikt.
De drie-delige titels, AL, Alue en Alueïm, Onderschikker, Naartoe-Onderschikker en Naartoe-Onderschikkers, vormen samen de sleutel tot de ware drie-eenheid. Dit zeer opmerkzame feit is vrijwel geheel ontsnapt aan de aandacht van het Christendom. Maar wat is het toepasselijk!! Titels worden gegeven om het karakter, de positie en activiteit aan te geven van hen op wie ze slaan. Deze trinitarische titel, in één woord van drie lettergrepen, omsluit de drie partijen die zich bezig houden met de kolossale taak van eonische onderschikking. Het verdeelt ze niet in Vader, Zoon en zonen, zoals in de overeenkomstige frase, maar herhaalt in ieder het leidende element, AL, waardoor we zien dat één enkele geest de werkzame kracht in allen is. Hier hebben we de ware drie-eenheid die de foutieve formules van het Christendom perfectioneerd. Ze is gebaseerd op de drie-voudige eenheid die wordt voortgebracht door het bezit en de werkzaamheid van een enkele geest, die van AL, in Alue en Alueïm.
Mensen zijn meer begenadigd met goddelijke ontboezemingen dan welk ander van Gods schepselen dan ook. Niet alleen hebben we een speciaal geschreven onthulling, maar ook de schepping zelf is ontworpen om licht te doen schijnen op Zijn wegen. Vele generaties, en in het bijzonder het vaderschap, zijn bedoeld om ons de ware drie-eenheid van Vader, Zoon en zonen te leren. Dit is van dusdanig belang dat het in de menselijke ervaring keer op keer wordt herhaald. Hiervoor is de theologie volkomen blind en vervangt een Zoon van gelijke rang door een Geest die geen tegenhanger heeft in de natuur of onthulling. In de Schriften hebben we twee bijzondere voorbeelden: Adam, de vader van ons vlees, uit wie we allemaal zijn voortgekomen, en Abraham, de vader van de gelovigen. Om het geestelijk karakter van het goddelijk vaderschap te laten zien, had hij twee zonen, Ishmaël en Isaäk. De eerste staat voor onze relatie met Adam, de tweede staat voor het goddelijke zoonschap, speciaal de Zoon en Zijn offer.
God heeft ons genadig ontelbare voorbeelden gegeven van deze relatie binnen de mensheid en het wordt vaak uiteengezet en bediscussieerd in Zijn Woord. De traditionele Drie-eenheid ontkent het meest hiervan door de Zoon gelijk te maken aan de Vader, terwijl Hij Zelf zei: "De Vader is groter dan Ik"(Joh. 14.28). Alles is uit AL, de Vader, niet uit de Zoon, Die ook uit AL was, zoals Hij getuigde tot de Joden: "Want uit God ben ik voortgekomen en tot u gekomen"(Joh. 8:42;Proeve van Concordant vertalen). In plaats van dat het bewees dat Hij op gelijke hoogte stond met de Allerhoogste, is Zijn Zoonschap onweerlegbaar bewijs van het tegendeel. Voor ons is Hij het enig middel om de Vader waar te nemen. Maar een Beeld, hoewel gelijk aan het Origineel, is per definitie anders. Absoluut bewijs van Zijn ondergeschiktheid wordt ons gegeven bij de voleinding, wanneer, na het onderschikken van alle anderen aan de Onderschikker, Hij Zelf zal worden onderschikt(1Kor. 15:28). De Onderschikker zal dan Alles in allen zijn, de Zoon niet uitgezonderd.
Dit is een puur menselijke uitvinding. Ze heeft nergens ook maar een enkele tegenhanger in de geïnspireerde tekst, nog in welke vertaling waarmee we bekend zijn dan ook. Het is een primitieve poging een grote en heerlijke waarheid te stellen, die een uitdrukking vindt in een veelvoud van wegen in het Woord, want de Zoon is het enig middel dat de mensheid heeft om de Vader te zien, te horen en waar te nemen. Hij is het Beeld en Uitdrukking of Woord, de Schittering van Zijn heerlijkheid; de Ene aan Wie AL, de Allerhoogste Onderschikker, de taak van het onderschikken van allen heeft opgedragen, waardoor Hij Naartoe-Onderschikker is. De term "God" is veel te wazig om een helder idee over te brengen van Zijn aandeel in het uitvoeren van de goddelijke doelstelling tijdens de eonen.
"God is geest"(Joh. 4:24). De Schrift ondersteunt dit deel van de belijdenis volledig, maar alleen als ze op zichzelf staat. Toegevoegd aan God de Vader geeft het een verkeerde indruk, alsof de Vader niet ook geest zou zijn. Bij de verwekking van Christus vertelde de boodschapper aan Maria, Zijn moeder:
"Heilige Geest zal over u komen ...... daarom zal ook De heilige Die verwekt wordt, Zoon van God genoemd worden."
(Luc. 1:35;proeve van concordant vertalen)
God, de Heilige Geest en God, de Vader zijn één! In het ene geval wordt de geest geïdentificeerd door Zijn activiteit, als de Plaatser of Onderschikker, in het andere geval door Zijn vaderlijke verbindtenis met hen die Zijn geest hebben ontvangen.
God heeft de mensheid een geest gegeven, zodat we vertrouwd kunnen worden met wat menselijk is. Op die manier heeft Hij ook een speciale maat van Zijn eigen geest gegeven aan hen die geloven, opdat zij de dingen van God mogen waarnemen(1Kor.2:10-13). Dit zijn parallellen op verschillende niveaus, maar ze functioneren op vrijwel dezelfde manier. Dit zou ons zeer moeten helpen in het verstaan van de relatie van de heilige geest tot de Vader, de Zoon en de heiligen. De eerste mens werd tot leven gebracht door hem de adem des levens in zijn neusgaten te blazen. Dit wordt in praktische termen uitgedrukt, waardoor we het kunnen begrijpen. Maar alle leven is gebaseerd op geest, en dat is meervoud om aan te tonen dat het toepasbaar is op alle menselijk leven. Sindsdien hebben vele mensen dit leven en de geest van de mensheid ontvangen. Zo is het ook met de heilige geest die aan de Zoon werd gegeven. Ook Hij ademde op Zijn discipelen en zei: "Ontvangt heilige geest"(Joh. 21:22). Dit is een inwonende kracht ten behoeve van leven in-, dienst aan- en kennis van God.
Net zoals het bezit van dezelfde geest mensen dichter naar elkaar trekt in banden van wederzijdse achting, zo is het bezit van dezelfde heilige geest de liefdesband die de Vader met de Zoon verbindt en hen beide met de heiligen. De geest is niet een andere persoonlijkheid die met de anderen in competitie is om onze gunst, maar het kanaal waardoor Zijn genegenheid vloeit. Zonder deze kunnen we Hem niet kennen, en daarom niet op prijs stellen, en nog minder: liefhebben, Die zo veel liefde over ons uitstort. Mensen zijn zo hulpeloos dat zelfs wanneer zij de Vader en Diens eniggeboren Zoon met hun eigen ogen zouden zien en Zijn woorden met hun natuurlijke oren zouden horen, ze Hem niet zouden kennen. Er was een onthulling van de Vader aan Petrus nodig, doorheen heilige geest, om hem Christus te doen belijden als de Zoon van de levende God.
Hoe komt het dat zelfs zij die er op staan geen woorden te gebruiken die 's-mensens wijsheid leren, maar die door de Heilige Geest worden geleerd in andere thema's(1Kor. 4:13), ons proberen te dwingen juist het omgekeerde te doen als het over de "Heilige Drie-eenheid" gaat? Is dit niet de hoogste van alle waarheden, waar menselijke wijsheid buitengewoon hulpeloos en gevaarlijk is en deze geïnspireerde vermaning absoluut noodzakelijk is als we de waarheid wensen?
Het woord "persoon" is in de KJAV de taalkundige weergave van zeven verschillende Hebreeuwse woorden. Dientengevolge heeft het alle onderscheiden definitie in de Bijbel verloren. Het wordt gebruikt voor mens(adm), voor man, niet voor een vrouw(aish), voor sterveling, voor bezitter(bol), voor ten dode gedoemd(mthim), voor ziel(npsh) en voor ziel van een mens(npsh adm). In de Griekse Schriften wordt het gebruikt voor gezicht(prosopon) en veronderstelling(Hebr 1:3). Deze laatste is de enige plaats waar het voor de Godheid wordt gebruikt. De Concordante Vertaling gebruikt het taalkundig voor mens, maar nooit voor de Godheid. Geen bij ons bekende vertaling gebruikt het ooit voor de goddelijke geest. Een mens kan een persoon zijn, maar als zodanig is hij gebonden aan één lichaam in één plaats, terwijl de goddelijke geest in ontelbare lichamen aanwezig is, overal en ten allen tijde. Het woord persoon is hier volkomen ontoereikend, ook al is God de meest intense Persoonlijkheid in het universum.
"Eén God in drie personen", samengesteld uit "God de Vader en God de Zoon en God de Heilige Geest", is een formule die allen kunnen herhalen, maar niemand kan begrijpen, want God Zelf IS geest, en een andere Geest naast Hem zorgt tenminste voor twee Goden. Maar de ene allerhoogste geest is zowel inwonend in de Zoon als in de zonen, of op een andere manier uitgedrukt: één Onderschikker, AL, manifesteert Zich doorheen Alue en al de Alueïm, de Naartoe-Onderschikkers; dit zou ons altijd moeten aanspreken, want we weten dat Hij in de Zoon is(Joh. 14.10) en wij ervaren Zijn inwoning in onszelf.
Drie Personen zouden niet een drie-eenheid vormen, maar een troika, een driemanschap, wat gewoonlijk leidt tot oneinigheid en twist, een zeer instabiele vorm van autoriteit of soevereiniteit. Voor ons is er Eén Onderschikker of Plaatser, uit Wie alles is, en Eén Heer, door Wie alles is(1Kor. 8:6), en vele Naartoe-Onderschikkers, doorheen wie Zij opereren.
De reden waarom AL en Alue en Alueïm allen één stam hebben (AL) en één betekenis, Onderschikker, is dat de geest in hen allen dezelfde is. Hij kan in allen "de geest van AL" genoemd worden. Bij iedere handeling zouden zij gecontroleerd moeten worden door dezelfde geest. Hij zorgde ervoor dat de Zoon de wil deed van Zijn Vader en beïnvloedt de handelingen van de zonen. Dít is de eenheid van de geest. Zo is dat ook bij de leden van Christus' geestelijk lichaam, zodat alle leden onderschikt zijn aan het Hoofd. Daar het nu een bedeling van geest is en we in één lichaam verenigd zijn door een geestelijke band, zouden we meer in staat moeten zijn dit te vatten dan anderen.
Deze geest zal tijdens de eonen der eonen in Israel opereren en ook in de volkeren en zal allen verenigen bij de voleinding.
Daar we zelf een geest hebben, hoewel we zelf geen geest zijn, zou het ons moeten helpen een weinig te zien van wat het betekent geest te zijn. Paulus was, hoewel in zijn lichaam elders, was in geest in Korinthe (1Kor. 5:3). Maar hij was er niet persoonlijk, want dit vereist de aanwezigheid van zijn lichaam. Maar zijn geestelijke persoonlijkheid was zonder twijfel in Korinthe aanwezig en beïnvloedde de Korinthiërs in hun gedrag. Maar dit zijn slechts vage afspiegelingen van de goddelijke geest, die tegelijkertijd zowel in Paulus als in de Korinthiërs aanwezig kon zijn, en ook in alle anderen die deelgenoot zijn van deze geest.
Misschien is wel de beste test die ons is gegeven om vast te stellen of de geest, net als de Zoon, een Persoon is, te vinden in de belofte die Hij aan Zijn discipelen gaf, dat Hij een andere Trooster zou zenden die Zijn plaats zou waarnemen gedurende de tijd dat Hij niet langer Zelf in hun midden zou zijn. Dit, zei Hij, zou de geest der waarheid zijn(Joh. 14:16). Hij vernieuwde Zijn belofte nadat Hij uit de dood was opgestaan en vertelde hen dat deze heilige geest hen zou dopen en hen kracht zou geven. Het feit dat Hij deze geest een "Trooster" noemde wordt gewoonlijk aangewend om zijn "persoonlijkheid" te bewijzen. Maar kwam er een "Persoon"? Kwam er een verheven persoon de kamer binnen om de plaats in te nemen van Jezus en hen door Zijn aanwezigheid kracht te geven voor hun dienstbetoon? In het geheel niet! De enige materiële gewaarwording was een geluid en een windstoot en vurige tongen. Toen werden ze gevuld met heilige geest. Geen enkel "Persoon" kan dit doen. Wat een heldere en overtuigende demonstratie was dit dat het hier niet gaat om een Persoon, maar om een kracht!(Hand. 1:7,8; 2:1-4). Daarom kan hij ook in ons inwonen.
Het gebruik van het woord "Persoon" voor de Onderschikker, of voor Zijn heilige geest, is verwarrend, tegenstrijdig en misleidend. Zijn geest werd aan Zijn Zoon gegeven, Jezus Christus, Eén Persoon, en doorgegeven aan alle heiligen, die vele personen zijn. Zijn geest is verdeeld over velen en verenigt een menigte van personen. Hij is de onmisbare band die hen verbindt met de andere leden van Christus' geestelijk lichaam. Op den duur zal hij allen in één familie tezamen brengen, als allen onderschikt zijn en God Alles wordt in hen.
Omdat Christus Jezus, onze Heer, een zichtbaar lichaam heeft en daarom een "Persoon" is, kan Hij, net als Paulus, nu alleen in geest bij ons zijn. Dit echter kan ons niet geheel bevredigen, daarom verlangen we naar Zijn persoonlijke aanwezigheid in de lucht, en zien we er naar uit daar bij Hem te zijn. We zullen de Vader alleen in de Zoon zien. Hij zei tegen Filippus: ""Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien"(Joh. 14:9;NBG). De heilige geest die Hij zond, de geest der waarheid(Joh. 14.17; 15:26; 16:13), heeft zich nooit "persoonlijk" laten zien.
Eenheid is gemaakt door geest. Een vader geeft iets van zijn leven, zijn geest, door aan zijn zonen, in het bijzonder aan zijn eerstgeborene. Dit is het fysieke feit dat zit achter de stijlfiguur van de ware drie-eenheid.: Vader, Zoon en zonen. Onze Heer gaf hieraan uiting toen Hij zei: "Ik en de Vader zijn één"(Joh. 10:30). Dit is een eenheid die niet te danken is aan Zijn fysieke afstamming van David via Maria, Zijn moeder, maar door Zijn verwekking door heilige geest, de kracht van de Allerhoogste(Luc. 1.35). Dit toont duidelijk de spirituele basis aan van deze eenheid met God. Hij nam deel aan Zijn Vaders geest, dus hadden ze dezelfde geest, op een manier en hoeveelheid zoals geen mens die ooit heeft gehad. Maar dit maakte hen zeker geen gelijken! De grootste heerlijkheid van de Zoon is Zijn volledige onderschikking aan de Vader, bij de voleinding.
De geïnspireerde Schriften bevatten vele types van de ware drie-eenheid, maar zelfs geen spoor van de traditionele leer. Zelfs de natuur heeft voorbeelden die het drievoudig karakter van het goddelijk handelen laten zien. Daar alle schepping en onthulling primair betrokken is op het onthullen van de Allerhoogste, zou dit afdoende moeten zijn. Een blik op een paar van deze types zou onze bevindingen volledig moeten bevestigen. Het is duidelijk dat ieder mens drie-delig is in zijn samenstelling. Het volk Israël, dat het middel is om andere volken te onderschikken, begon met een dramatische presentatie van deze waarheid. De symbolen van goddelijke verering in Israël zijn voornamelijk drievoudig. Het koninkrijk had drie soorten onderschikkers. Zelfs de onderschikking van de hemelingen zal door Al worden volbracht, doorheen Alue en Zijn medewerkers, dat wil zeggen: door God, doorheen Christus en de leden van Zijn lichaam. Het geestelijk oog ziet overal types van de ware drie-eenheid.
De relatie van AL tot Alue en Alueïm kan men vergelijken met levende aardse vormen zoals planten, die een wortel, stam en takken hebben. Deze hebben allen hetzelfde leven, net zoals alle Onderschikkers slechts één geest hebben. Alle leven komt uit de Wortel, die staat voor AL, de verborgen bron van alle goddelijke vitaliteit. Dit is onzichtbaar, totdat het in de Stam tevoorschijn komt. De Stam staat voor Alue, de Zoon, door Wie alle leven naar de takken vloeit.
Takken | Ontvangers van leven (zichtbaar) |
Stam | Doorgever van leven (zichtbaar) |
Wortel | Bron van leven(onzichtbaar) |
Takken zijn er vele, maar ze zijn absoluut afhankelijk van de Wortel en de Stam voor alle levenskracht die ze bezitten. Dit is uiteraard een gelijkenis en is alleen maar illustratief. Maar ook de Schrift gebruikt een deel hiervan in de gelijkenis van de wijnrank(Joh. 2:8). Wij hebben ze slechts uitvergroot door de Wortel erbij te betrekken en hebben het toegepast op allen die het leven van God hebben ontvangen.
De mensheid, de onderschikker op aarde, is gemaakt naar zijn Onderschikker, met drie onderscheiden delen: geest, ziel en stof. De Allerhoogste Onderschikker in ieder mens is de geest, die geen zichtbare of tastbare vorm of substantie heeft. Ons leven en onze gedachten hangen af van een nooit geziene, nooit gehoorde kracht. Dit komt overeen met AL.
Ons bewustzijn en waarnemen echter, roepen om een ander tussenliggend element: het bloed, dat is samengesteld uit zowel lucht als voedsel. Dit lijkt op Alue, met de geest van AL, maar een stoffelijk lichaam. Net zoals wij AL niet kunnen zien of horen zonder Alue, zo kunnen wij ons niet van iets bewust zijn zonder het bloed.
Het derde element is stof van de grond, waaruit het lichaam van vlees is gevormd en dat wordt overheerst door zowel de geest als de ziel. Het bestaat uit vele delen en komt overeen met de Alueïm.
Deze gelijkenis met de Onderschikker is bedoeld om ons te helpen de goddelijke drie-eenheid te verstaan, in het bijzonder de hoge positie van de geest op het gebied van onderschikking.
Niet alleen zien we dit plaatje in ieder persoon, het kan ook worden gezien in het heersen van de mensheid over de lagere vormen. Het uitoefenen van onderschikking in dit lagere terrein zou ons zeer moeten helpen in het verstaan van het hogere. De Allerhoogste Onderschikker maakte het menselijk ras de onderschikker van alle zielse leven op aarde, net zoals Hij allen ondergeschikt maakte aan Zijn Zoon(Kol. 1:14-16). Zo wordt Adam stilzwijgend de zoon van God genoemd, net zoals Jezus de zoon van Jozef was(Luc. 3:23,28), dus komt hij overeen met de Naartoe-Onderschikker. Later werd dit onderschikken doorgegeven aan Adam's zonen, zodat de dierenschepping nu ondergeschikt is aan de gehele mensheid. Op deze manier hebben we voortdurend een ander type van de drie-eenheid voor ons op een terrein dat we kunnen zien en begrijpen.
De heerlijkheden van Gods Zoon in relatie tot het Hebreeuwse volk worden volledig uiteen gezet in het begin van de brief aan de Hebreeën. Hij wordt vergeleken met boodschappers, door wie God tot hun voorvaderen had gesproken. Hij is beter dan zij, omdat Hij Zijn Zoon is, Zijn Eerstgeborene(Hebr. 1:5,6). God, Zijn God, zalfde Hem met de olie van jubelende vreugde te midden van zijn deelgenoten(9). Maar we lezen hier ook dat God Hem aansprak als "God"(8). God kan niet Zelf Zijn Zoon zijn. Als we nu naar het Hebreeuws gaan(Psalm 45:6), zou er letterlijk staan: "Uw troon van Alueïm[Naartoe-Onderschikkers]". Dit klopt met de feiten. Zijn regering zal berusten op Zijn "deelgenoten"(9), de apostelen en anderen die Hij kiest. En dit zal ook na het Millennium doorgaan, tijdens de laatste aion, tot aan de voleinding! Citaten uit Hebreeën maken geen onderscheid tussen de vormen van AL. In vers negen staat er: "Gij zijt gezegend door Alueïm, Uw Alueï."
De heiligdommen in Israël voorafschaduwden drie niveaus van nabijheid tot de Godheid. Er waren drie plaatsen: het Heilige der Heiligen, het Heilige en de voorhof. Deze hadden drie doorgangen: de brede poort naar de voorhof, de smallere maar hogere poort naar het Heilige, en het binnenste gordijn voor het Heilige der Heiligen. Daar dit gaat over aanbidding, en niet over onderschikking, is de parallel niet perfect, maar het is weer een voorbeeld van drievoud.
AL--
Onderschikker | Heilige der Heiligen | Hogepriester |
--UE
Naartoe-
Onderschikker | Het Heilige | Priester |
-IM
Onderschikker | Altaar
Wasbekken
Voorhof | Levieten |
De overeenkomst tussen de Aanwezigheid boven de Ark van het Verbond in het Heilige der Heiligen en AL, de onwaarneembare Onderschikker, is eenvoudig waar te nemen. Zo stellen ook alle voorwerpen in het Heilige het Licht der Wereld voor, het Brood des Levens en Degene Die alleen de aanvaardbare wierook aandraagt voor de aanbidding. Daar alle diensten opgedragen worden aan AL, achter het gordijn, mag dit ons weer doen denken aan Alue, de Naartoe-Onderschikker. Buiten de Tabernakel, in de voorhof, komen de zonde-offers en het wasbekken, sprekend van de noodzaak van een offer en een voortdurende reiniging, overeen met de zondaren die in Zijn dienst zijn en die Naartoe-Onderschikkers zijn, de Alueïm, want van hen waren er heel veel.
Israël is het gekozen instrument om de volkeren te onderschikken. Op den duur zullen, onder de Messias, ze allen onderschikt worden. De eerste natie die werd gedwongen hen te gehoorzamen was Egypte, bij hun prille begin. Dit geeft ons ook een goed beeld van hoe het later zal gebeuren. Mozes en Aäron werden onderschikkers genoemd (alueïm; AV heeft hier "een god"-Ex.7.1). Zoals Ieue niet direct tot de volkeren sprak, zo sprak ook Mozes niet tot Farao, maar sprak hij via Aäron, zijn profeet. Op deze manier vormen hij, Aäron en het volk een drie-eenheid door wie Egypte werd gedwongen het volk te laten gaan. Zo zal het ook in de eonen der eonen zijn. Door middel van hun Messias zal Israël de volkeren onderschikken aan Ieue, volkomen overeenkomstig de drievoudige titel van de Godheid.
In het komende koninkrijk, wanneer Christus Zijn afsluitende taak als Naartoe-Onderschikker van de volkeren zal beginnen, zal de drievoudige verdeling van onderschikking duidelijk aanwezig zijn. De heerlijkheid van de AL van Israel zal het zichtbare teken zijn van de goddelijke aanwezigheid. Christus, de Naartoe-Onderschikker, zal op de troon zitten en Hij zal tijdens de eon heersen door middel van Zijn apostelen en andere Naartoe-Onderschikkers. Zij die Hem trouw zijn regeren met Hem(Openb. 20:4), niet alleen tijdens de duizend jaren, maar tijdens de eonen der eonen(Openb. 22:5), totdat allen bij de voleinding aan AL onderschikt zijn.
Ook de onderschikking van de hemelingen wordt bereikt door een drie-eenheid, samengesteld door AL, Christus en de leden van Zijn geestelijk lichaam. De heiligen zullen de engelen(of: boodschappers) oordelen(1Kor. 6:1-3). Zelfs Satan, de leider van de oppositie, zal onder onze voeten vertreden worden(Rom. 16:20). Ons gebied ligt onlosmakelijk in de hemelen(Filip.3:20), niet op aarde. Door hen die het dichtst aan Hem zijn verbonden, Zijn lichaam en Zijn bruid, zal Christus zowel de hemel als de aarde onder volledige controle van de Allerhoogste Onderschikker brengen, opdat het één omvangrijke familie van zonen zal worden, beheerst door zoonse aanhankelijkheid aan de Vader.
Het belangrijke punt dat we in al deze drie-eenheden van onderschikkers moeten waarnemen is dit: dat ze in volkomen harmonie zijn met de ware drie-eenheid, aangegeven door Al-u-e-ïm, en dat geen van deze overeenkomt met de theologische "drie Personen van gelijke macht en heerlijkheid." In alle Schriftuurlijke voorbeelden van goddelijke heerschappij is er altijd maar één aan het hoofd.
Het beslissende verschil tussen de ware en de foutieve drie-eenheid is dat God ons vele illustraties in Zijn Woord en in Zijn wereld heeft gegeven over de ware, om ons zo te helpen het te begrijpen, maar nergens vinden we een voorbeeld van de foutieve. Onderschikking is altijd verdeeld onder drie ongelijke onderschikkers, nooit in een troika van gelijke rang.
Bij de voleinding heeft de traditionele drie-eenheid van drie Personen van gelijke rang in het geheel geen plaats. Daar heeft de Zoon allen onderschikt door hen de geest toe te delen en Hij Zelf is onderschikt aan God, opdat de Allerhoogste alleen Alles in allen moge zijn(1Kor. 15:24-28). Allen zijn uit Hem voortgekomen. Hij besluit allen onder ongehoorzaamheid, opdat Hij over allen genadevol kan zijn(Rom. 11:19-36). Dan zullen allen voor Hem zijn.
Hem zij de glorie voor de eonen en verder! Amen!
A.E.Knoch.