(Ga met de muis op een tekstverwijzing staan, dan ziet u de tekst)

1 Zodat, mijn broeders, geliefd en naar wie verlangd wordt, mijn blijdschap en erekrans, staat zo krachtig in de Heer, geliefden. [1Thess. 2:19,20]
2 Ik moedig Euodia aan en ik moedig Syntyche aan eensgezind te zijn in de Heer.
3 Ja, ik vraag ook jou, mijn echte kameraad, wees hen behulpzaam die in de evangelisatie samen met mij strijden^*, ook met Clemens, en met de rest van mijn ^°medewerkers, van wie de namen staan in het boek van het leven. [Ex. 32:32,33]
4 Verheugt je in de Heer, altijd! Opnieuw zal ik zeggen: verheugt je! [Filip. 3:1]
5 Laat jullie ^°mildheid bekend^* zijn aan alle mensen. De Heer is nabij! [Hebr. 10:37]
6 Weest in niets bezorgd, maar laat in alle dingen door het gebed en het verzoek met dankzegging jullie ^°wensen bekend gemaakt worden bij ^°God, [Kol. 4:2] - [Matt. 6:25]
7 en de vrede van ^°God, die superieur is boven alle denken, zal jullie ^°harten en begrip bewaken in Christus Jezus. [Jes. 26:3]
8 Voor het overige, broeders, al wat waar, al wat eerwaardig, al wat rechtvaardig, al wat zuiver, al wat aangenaam, al wat vermaard is, als er enige deugd is, als er enig applaus is, neemt deze in overweging!
9 Wat jullie ook leerden^* en jullie aanvaardden^* en jullie horen^* en jullie waarnamen^* in mij, beoefen dat! En de God van de vrede zal met jullie zijn. [Rom. 15:33]
10 Maar ik verheugde^* mij in hoge mate in de Heer, dat nu eindelijk jullie ^°verlangen naar mij opbloeide^*, waarnaar jullie verlangden, maar jullie ontbrak de gelegendheid.
11 Niet dat ik dit zeg vanwege gebrek, want ik leerde^* met de omstandigheden waarin ik ben tevreden te zijn. [1Tim. 6:6]
12 En ik heb waargenomen wat het is vernederd te zijn. En ik heb waargenomen wat het is overvloed te hebben. In elk ding en in alles ben ik ingewijd: én in verzadigd zijn én in honger lijden én in overvloed hebben én in gebrek hebben.
13 Ik ben sterk in alle dingen in Die mij kracht geeft. [2Tim. 4:17]
14 Bovendien doen^* jullie het ideale door het gezamenlijk deelhebben^* in mijn ^°verdrukking.
15 Maar jullie, Filippensen, hebben ook waargenomen dat in het begin van het evangelie, toen ik kwam^* uit Macedonië, niet één ecclesia met mij deelneemt^* in de zaak van geven en ontvangen dan alleen jullie, [2Kor. 11:9]
16 want ook in Thessalonica zenden^* jullie mij eenmaal en tweemaal voor mijn tekort.
17 Niet dat ik zoek naar de gift, maar ik zoek de vrucht, de toename op jullie rekening. [1Kor. 9:11]
18 Nu heb ik alles ten volle betaald en ik heb overvloed. Ik heb ten volle aangevuld, ontvangend van Epaphroditus wat door jullie gezonden werd, een heerlijke geur, een aanvaardbaar, welgevallig offer voor ^°God. [Gen. 8:21]
19 Mijn ^°God nu zal al jullie nood vullen naar Zijn ^°rijkdom, in heerlijkheid in Christus Jezus.
20 Nu: onze ^°God en Vader zij de heerlijkheid in de aionen van de aionen. Amen.
21 Groet^* iedere heilige in Christus Jezus! Jullie groeten de broeders die samen met mij zijn.
22 Jullie groeten al de heiligen, in het bijzonder die uit het huis van de keizer. [Filip. 1:13]
23 De genade van de Heer, Jezus Christus, zij met jullie ^°geest.



Terug naar de index.