(Alle Bijbelcitaten zijn, tenzij anders aangegeven, uit de Statenvertaling.)
De "persoonlijkheid" van de heilige Geest van God wordt gewoonlijk gebaseerd op het geslacht van het originele Grieks, of dat nu hij, zij of het is. Maar dit wordt door theologen op een wel heel vreemde manier gedaan, zodat het gewone volk het erg moeilijk vindt hen te volgen, of de knopen te ontwarren die zij voortbrengen. Sommige punten zullen vreemd lijken voor hen die alleen Engels [of Nederlands; vert] kennen, maar we zullen door middel van voorbeelden proberen aan te geven hoe weinig vertrouwen geplaatst kan worden op de gebruikelijke argumenten voor het bewijzen dat de heilige Geest van God een aparte en onderscheiden "persoonlijkheid" heeft van God Zelf.
vanuit het standpunt van het Engels zou de zaak erg eenvoudig moeten zijn. Alle zij's en hij's zijn "persoonlijkheden" en de het's zouden dat niet moeten zijn. Volgens deze regel zijn God en Christus, beide mannelijk, "persoonlijkheden," maar de heilige Geest, die onzijdig is in het Grieks, is dat niet. De King James vertaling, gemaakt door mannen die toegewijd waren aan het steunen van de leer van de kerk, slaagden er gewoonlijk in dit feit in hun weergaven te omzeilen, maar zelfs zij vertalen Romeinen 8:26 met "the Spirit itself maketh intercession," ondanks het feit dat de geest in feite verpersoonlijkt wordt als een bemiddelaar, voor ons pleitend met onuitspreekbare kreunen, iets wat alleen van een persoon gezegd kan worden. Het woord geest - pneuma - is niet mannelijk in het Grieks, maar onzijdig. Indien het geslacht persoonlijkheid bewijst, dan kan de Geest van God geen persoon zijn, want in het Grieks wordt de geest altijd een het genoemd, nooit een hij of een zij.
Maar, zo wordt ons verteld, de heilige Geest wordt een "trooster" genoemd, en dit is in het Grieks mannelijk, en daarom moeten we naar de Geest verwijzen als Hij. Er worden voor de geest verschillende figuren gebruikt, maar nergens anders zien we het geslacht zo veranderen als hier. De geest daalde af op onze Heer als een duif (Marc. 1:10). Het nam in feite de lichamelijke verschijning van een duif aan (Luc. 3:22). Maar het woord duif is vrouwelijk! Dus zou, volgens deze redenering, de geest op deze plaats Zij genoemd moeten worden! Andere figuren ondersteunen dit. In Romeinen 8:10 lezen we dat de geest leven is, wat vrouwelijk is, en in 1 Johannes 5:6 wordt ons verteld dat de geest waarheid is, en dat is ook vrouwelijk. Dus nu hebben we drie maal zoveel bewijs dat de geest Zij moet zijn en niet Hij, indien we tenminste voorbij gaan aan het feit dat het Griekse woord voor geest geen van beide is. Als trooster en duif voldoende zijn om "persoonlijkheid" te bewijzen, dan kunnen we ook leven en waarheid nemen om het tegendeel aan te tonen.
Indien het geslacht "persoonlijkheid" bewijst, dan zullen allerlei soorten dingen in het Grieks er mee behept zijn. We zullen eerst een paar vrouwelijke zelfstandige naamwoorden opgeven, willekeurig genomen uit de eerste pagina's van onze concordantie: Achaje, werking, lucht, bewering, aloë, Antiochië, praal, manifestatie, voorwendsel, etc, zijn vrouwelijke persoonlijkheden! Hier zijn een paar mannelijke persoonlijkheden: Christen (geen vrouwen!), rug, stenen wal, strand, balk, etc. Hier zijn een paar dingen zonder persoonlijkheid: verwerving, beest, roeping, alabast, anemoon, enkel, fantoom, etc. Uit deze paar voorbeelden zou het duidelijk moeten zijn dat het Griekse geslacht niets bewijst waar het persoonlijkheid betreft. Veel dingen zijn vrouwelijk of mannelijk. Zelfs indien het woord geest mannelijk zou zijn, zou dat niet bewijzen dat het alleen naar personen verwijst. Een houten balk is geen persoon, ook al is het in het Grieks mannelijk van geslacht.
Maar bewijst het feit dat geest onzijdig is, of beter: onbepaald, dat geest geen "persoonlijkheid" kan hebben? Zeer zeker niet! Een beest is nauwelijks een ding genoemd worden, maar toch is het woord onzijdig. En de Schrift stelt ons vele geesten voor ogen die "persoonlijkheid" hebben, of beter: individualiteit, wat een meer correcte uitdrukking is voor wat in modern Engels bedoeld wordt, want we kunnen zeggen dat een zeker individu geen "persoonlijkheid" heeft, wat wil zeggen: niets heeft om het te onderscheiden van andere van zijn klasse. "Persoonlijkheid" is een niet-Schriftuurlijke, ongezonde, misleidende uitdrukking, en zou nooit gebruikt moeten worden door iemand die verlangt naar Gods waarheid. Ja, het geeft altijd aan dat er een afwijken is van Gods onthulling en een afhankelijk zijn van een menselijke verkeerde weergave van Hem. Wanneer mensen anderen afwijzen vanwege het niet "geloven in" de "persoonlijkheid" van de heilige Geest, waar God de term al helemaal niet gebruikt in Zijn Boek, mogen we er zeker van zijn dat zij die staan op de term zich vergissen en deze uitdrukking nodig hebben om hun afvalligheid op te leggen aan anderen. We zouden altijd moeten eisen dat waarheid gekleed moet zijn in de woorden van de inspiratie.
Zoals te zien is in onze Keyword Concordance, pagina 282, heeft het woord geest een nogal breed gebruik. Het wordt toegepast op onstoffelijke wezens, gewoonlijk onrein of kwaad (1Tim. 4:11), inclusief demonen (Luc. 4:33) en op boodschappers (Openb. 4:5). Aan de andere kant wordt het gebruikt voor wat een principe of actie genoemd kan worden, speciaal wanneer het wordt gevolgd door de tweede naamval van iets, zoals de geest van liefde, van genade, van waarheid (1Joh. 4:6), in tegenstelling tot de geest van misleiding (Joh. 14:17; 15:26; 16:13), van zachtmoedigheid, of zoonschap (Rom. 8:15), van gezond verstand (2Tim. 1:7), enz. De geest van een ding kan geen "persoonlijkheid" of individualiteit hebben. Iedereen die een zoon van God is, heeft de geest van zoonschap, maar toch hebben zij geen persoon in zich die verbonden is met zoonschap. Zoonschap is bij ons niet slechts een theorie of een leer, het is een vitale kracht in onze levens. Dit noemt de Schrift de geest van zoonschap, want het stelt ons in staat te spreken en handelen als zonen van God.
Naast deze twee gebruiken van het woord geest zijn er andere die er gewoonlijk mee worden verward. Alle levende dingen, in het bijzonder dieren en mensen, hebben een geest, die is samengevoegd met het individu. Er kan van gezegd worden dat het in de mensheid een "persoonlijkheid" heeft, aangezien het de geest van een persoon is, maar het heeft geen individualiteit buiten de persoon. De lezer van deze zinnen heeft een geest, maar deze heeft geen afzonderlijk leven of ervaring die niet wordt gedeeld. Een mens kan iets van zijn geest aan anderen geven; dat doen ook Christus en de Godheid. Er is in het geheel geen "persoonlijkheid" bij betrokken. Laten we deze zaak overdenken in andere relationele verbanden, waar geen theologische vooringenomenheid is om ons denken door elkaar te mengen.
"De mond van JAHWEH spreekt"(Jes. 1:20)! Zouden we vanuit deze uitspraak redeneren zoals gewoonlijk wordt gedaan in verband met de Geest van God, dan zouden we er op moeten staan dat er een andere persoon is in de Godheid, want dan moet JAHWEH's mond een persoon zijn! Alleen een persoon kan immers spreken! Zo is het ook met Zijn arm en Zijn oor. Alleen een persoon kan redden en horen. Jesaja vertelt ons:
"Ziet, de hand des HEEREN is niet verkort, dat zij niet zou kunnen verlossen; en Zijn oor is niet zwaar geworden, dat het niet zou kunnen horen."
(Jes. 59:1;SV)
Doorheen de Schrift vinden we deze figuurlijke taal. Gewoonlijk wordt die begrepen, wanneer er geen valse traditie of theologie is die de student hindert. De mond van JAHWEH, of Zijn hand of oor, kan geen onderscheiden persoonlijkheid zijn, dus lezen we ze als schilderachtige en krachtige figuren. Bovendien zijn dit samengestelde figuren, want God heeft geen letterlijke mond of arm of oor. God is Geest, daarom is het veel eenvoudiger Zijn daden toe te schrijven aan Zijn Geest, als we tenminste niet gehinderd worden door de belijdenissen, die aan deze figuur voorbij gaan om zo de Ene God van de Schrift op te splitsen in de Drie-eenheid van het Christendom.
Net zoals in het geval van Zijn mond en Zijn arm en Zijn oor, wordt alles wat in figuur door de Geest van God wordt gedaan, in feite door God gedaan. In sommige gevallen is het absoluut onmogelijk van hen twee individuen te maken. God werkt door Zijn Geest, net zoals Hij spreekt door Zijn mond. Christus werd verwekt door heilige Geest, maar Hij stelde dat God Zijn vader was. Had Hij twee Vaders, of één? Zo kunnen alle werkingen van de Godheid toegeschreven worden aan Zijn heilige Geest.
[We hebben hier een vertaalprobleem. In het Engels staat hier "comforter". Dat kan zowel met "Trooster" als met "dekbed" worden vertaald. In de "Het Beste Nieuws" vertaling is het vertaald met "Bemoediger"; vert.]
Een "Trooster" kan in het Engels een hij, zij of een het zijn. In het Grieks wordt alleen hij en zij gebruikt. Zowel een persoon als een ding kan ons troosten. Er is is sommige delen van de Engels sprekende wereld een lappendeken aan betekenissen gegeven aan het woord "trooster". Zo willen we in het Engels weten wie of wat troost, voordat we in staat zijn te zeggen dat hij of zij troost, of dat het troost. In het Grieks zouden we dit niet kunnen doen. We zouden gedwongen zijn te zeggen dat de trooster, hij of zij, warm is, omdat alle troosters, ook al zijn ze samengesteld uit dingen, mannelijk of vrouwelijk zijn. Bij het vertalen, als we bij een passage terecht komen die zegt: "Het wollen dekbed, hij is warm," zouden we gedwongen worden het te veranderen in "het is warm". Niemand zou hier bezwaar tegen hebben, want het raakt geen zere plek aan in de theologie. Was dat wel zo, dan zouden we gedwongen worden te zeggen "hij is warm" (hoewel van wol), of anders de anathemas van de kerk over ons krijgen.
Er is een geval, als dit in Johannes 14:16 en 17, dat in een concordante vertaling zo luidt:
"En Ik zal de Vader vragen en een andere Bemoediger zal Hij aan jullie geven, opdat deze met jullie in de aion zal zijn, de geest van waarheid, die de wereld niet in staat is te krijgen, want ze ziet hem niet, noch kent ze hem. Jullie kennen hem, want hij blijft bij jullie en zal in jullie zijn."
(Joh. 14:16,17;SW)
Nu denken we gewoonlijk bij een trooster/bemoediger aan een persoon, maar hier wordt ons verteld wat (niet wie) deze trooster/bemoediger is. Het is de geest van waarheid. Dit is de onzijdige geest van een ding, de waarheid. Zeker, waarheid is in het Grieks vrouwelijk, maar dat maakt het nog niet tot een persoon. En zelfs als dit wel zo zou zijn, zelfs de geest van een persoon is een ding. Overdenk de volgende lijst van dingen, die allemaal een geest hebben. Is het niet boven alle twijfel verheven dat de geest van een ding (wat ook het geslacht mag zijn in het Grieks) een ding moet zijn? De geest van waarheid is de levende kracht die woont in waarheid, de energie die het uitdeelt, waarheid die leeft en werkt in ons. Dit is nauw verbonden met de Geest van God, maar is zeker niet identiek er mee.
Hieronder is een lijst met zinsneden die in de Schrift te vinden zijn, waarin geest gevolgd wordt door de tweede naamval van een ding. Zo is er...
- de geest van waarheid - Joh. 14:17; 15:26; 16:13; 1Joh. 5:6
- de geest van ziekte - Luc. 13.11
- de geest van heiligheid - Rom. 1:4
- de geest van zoonschap - Rom. 8:15
- de geest van bedwelming - Rom. 11:8
- de geest van de mensheid - 1Kor. 2:11
- de geest van zachtmoedigheid - 1Kor. 4:21; Gal. 6:21
- de geest van wijsheid - Efe. 1:17
- de geest van vrees - 2Tim. 1:7
- de geest van genade - Hebr. 10:29
- de geest van heerlijkheid - 1Petr. 4:14
- de geest van misleiding - 1Joh. 4:6
- de geest van leven - Openb. 11:11
- de geest van profetie - Openb. 19:10
Ondanks de heldere uitspraak dat de Trooster, of Bemoediger, duidelijk een ding van een ding is, de geest van waarheid, staan geleerden en vertalers tegen ons op wanneer we dit omzetten in Engels en er naar verwijzen als een het of zelfs een dat, een voornaamwoord dat zowel voor mensen als dingen gebruikt kan worden. Bovendien: snappen we eenmaal het feit dat Christus de heilige geest van waarheid zond om Zijn plaats in te nemen in de wereld, speciaal voor de Besnijdenisheiligen, dan zal alles wat over deze geest wordt gesproken veel duidelijker worden. Het is de waarheid die de heiligen troost (of bemoedigt). Het is een geest die de wereld niet kan ontvangen, zo lang ze nog onder de invloed staat van de misleider. Het is de waarheid die de wereld blootlegt (Joh. 16:7-11). En het is de kracht van deze geest die de heiligen leidt naar alle waarheid. Ze informeert hen over wat komt, en verheerlijkt Christus.
In de oude profeten handelde de Geest van Christus als een "persoon". Hij getuigde tevoren over het lijden dat hoorde bij Christus en de heerlijkheden die er na zouden komen (1Pet. 1:11). Ik veronderstel dat niemand de Geest van Christus zal scheiden van Christus Zelf, zoals zo vaak wordt gedaan met de Geest van God. Ja, onmiddellijk nadat de apostel zegt: "Maar indien iemand niet Christus' geest heeft, dan is die niet van Hem"(Rom. 8;9;SW), voegt hij toe: "Maar indien Christus in jullie is"(Rom. 8:10;SW) en identificeert daarmee Christus met Zijn Geest. Het is Christus' geestelijke aanwezigheid. We erkennen allen het feit dat Christus Zelf niet aanwezig is in het vlees. Dat is weggelegd voor de toekomst. Dat zal ons vlees levendmaken. Aangezien de Geest van christus niet een aparte "persoonlijkheid" van Christus is, en werkt in de meest nauwe overeenstemming met de Geest van God, is er geen echte grond voor het opsplitsen van God en Zijn Geest in twee onderscheiden godheden.
We zijn ons bewust van de kracht en aanwezigheid van Gods Geest (woning makend in ons) in alles wat we doen. Het hebben van Christus' Geest betekent dat Christus in ons is (Rom. 8:9,10). Gods Geest geeft ons macht over onze dode lichamen en Christus' Geest geeft ons eenheid met Hem.
Naar deel 8: De suprematie van Geest - deel 1