(Alle Bijbelcitaten zijn, tenzij anders aangegeven, uit de Statenvertaling.)
- GOD IS GEEST
- GOD IS LICHT
- GOD IS LIEFDE
Zijn kracht, Zijn straling en Zijn aanhankelijkheid worden onthuld in taalgebruik dat past bij de lippen van een kind, maar de betekenis er van is toch zo diep dat alle wijzen het niet kunnen bevatten. Alleen aan hen van wie de harten en hoofden buigen voor Zijn verlichte liefde, onthult Hij de eenvoudige geheimen van Zijn wezen. Alleen zij die Zijn Woord en de microscopische perfecties er van eren zijn ingewijd in de mysteriën van de Godheid. Liefde verheugt, licht verlicht, geest doet leven. Leven, verlichting en liefde zijn het lotdeel van allen die levend gemaakt zijn door Zijn heilige Geest.
De volgende accurate vertalingen laten een verschil zien tussen schitterende uitspraken over God die onmogelijk in hedendaags Engels zijn te reproduceren. Wanneer wij zeggen dat God Licht is, is het duidelijk dat we figuurlijk spreken. Het licht door middel waarvan u deze woorden kunt lezen, is niet God, maar het is als God. Het is een figuur van God. God is niet de een of andere heldere zonnester, die zijn stralen door het universum laat schijnen. Het licht van de zon en de sterren samen illustreren de grote waarheid dat Hij Licht is.
Op gelijke wijze mogen we niet de waarheid dat God Liefde is letterlijk nemen, want Hij is meer dan een abstract kwaliteit, hoewel het de meest kostbare van alle is. De figuurlijke kracht van deze twee waarheden wordt effectief getoond in de oorspronkelijke tekst door de aanwezigheid van het werkwoord "zijn". In het Grieks is het werkwoord "zijn", in al zijn vormen, gewoonlijk niet nodig om een feit te stellen, maar het moet gebruikt worden om een figuur kracht te geven. De weglating er van vertelt ons dat we de bewering letterlijk moeten nemen.
In de oorspronkelijke tekst verschijnen deze uitspraken als volgt:
1 Joh. 1:5 |
DE GOD LICHT IS |
1 Joh. 4:16 |
DE GOD LIEFDE IS |
Joh. 4:24 |
GEEST DE GOD |
De laatste uitspraak verschilt van de andere door de weglating van "IS". Het legt een feit vast, niet een figuur. Daarom komen we tot de stellige conclusie dat God letterlijk GEEST is. Hij is niet slechts als GEEST, maar Hij is GEEST. Wanneer we ons indenken dat dit mogelijk de enige feitelijke definitie is van de Godheid in de onthulling, begint de gewichtige aard van deze uitspraak duidelijk te worden. Het is onze hoogste inspanning en meest ernstige streven waard om enig begrip van het belang er van te verkrijgen.
We herhalen, om de uitspraak kracht bij te zetten: God is Geest. Dit is de enig echte bewering over Zijn aard die we hebben. Licht en liefde zijn figuren; dit is een feit. In het oorspronkelijke Grieks wordt dit onderscheid aangegeven door de afwezigheid van het werkwoord zijn. Indien het een figuur zou zijn, zou het Grieks het lezen als in de figuurlijke beweringen dat "God is licht" (1Joh. 1:5) en "God is liefde" (1Joh. 4:8). Dat is niet zo met geest. Dit is geen figuur. Het Grieks heeft hier: "God Geest". Het is niet een van Zijn "attributen", het is niet iets wat men over Hem denkt. Hij is Geest.
De afwezigheid van het werkwoord "zijn" kan in een vertaling niet worden uitgedrukt. Dit is een beklagenswaardige zwakte in de Engelse taal [en ook in het Nederlands; vertaler], want het leidt tot schijnbare tegenstellingen in een paar van de meest fundamentele waarheden. Één voorbeeld zal volstaan. Ons wordt nadrukkelijk verteld dat alles uit God is (Rom. 11:36). Er is hier echter geen werkwoord. Toch wordt ons zeer zeker verteld dat iedereen die geen rechtvaardigheid doet en die niet zijn broeder liefheeft (1Joh. 3:10) en zij die niet luisteren naar Gods uitspraken, zijn niet uit God (Joh. 8:47). Hij die zonde doet is uit de Lasteraar (1Joh. 3:8). In de laatste passages komt het werkwoord wel voor. Het is puur menselijke speculatie voorbij te gaan aan de feiten van het Origineel en zeggen dat de eerste geen feit is, maar een . Het is verstandig geloof te bevestigen dat de eerste een absolute waarheid is en de andere uitspraken figuurlijk zijn. Ze zijn alleen waar in een onderschikte zin, die op geen enkele wijze inbreuk maakt op het enige rationele en onthulde fundament van het universum: alles uit God.
Laat niemand deze beweringen verkeerd beoordelen. Deze uitspraken zijn gebaseerd op het bewijs van de Griekse tekst, niet op een persoonlijke mening. Wanneer we zeggen dat "God is Licht" niet letterlijk is, willen we niet de gevoelige geest shockeren, maar uitdrukking geven aan wat iedereen echt gelooft. Ze bevestigen het telkens wanneer zij aandacht schenken aan de zaak. Wanneer we een donkere kamer binnengaan en op de knop van het elektrisch licht drukken, wordt de duisternis vervangen door licht. Dit is niet God, maar het is als Hem. Wanneer de zon 's morgens opgaat en zijn welkome stralen naar de Aarde stuurt, zouden we niet neer moeten vallen en aanbidden. Maar we zouden wel Hem moeten liefhebben Die is als het licht en Die, door de vrijmoedige figuur van , Zichzelf Licht noemt.
Zo is het ook met die helderste en meest gezegende bevestiging die door de menselijke tong gesproken kan worden of geschreven door de sterfelijke pen. God is niet letterlijk liefde, een gevoel, een emotie, hoewel het het meest blije is in de menselijke ervaring. Net zoals licht Zijn hele schepping doordringt. zo verlicht liefde al Zijn schepselen in verschillende mate. Wij genieten er van en zijn er blij mee, maar we vergoddelijken het niet. We aanbidden geen eigenschap. We hebben niet een abstract, onpersoonlijk ding lief. Maar we hebben Hem lief Die het onthult, Die er zo op lijkt dat, in een krachtige figuur, Hij Zichzelf noemt met de verrukkelijke naam: Liefde.
Terwijl de uitspraak "God [is] Geest" een feit is, is er een afgezwakte figuur in het woord "geest". In zowel het Hebreeuws als in het Grieks wordt het letterlijk gebruikt voor een luchtstoot, maar ook voor de onzichtbare, ontastbare levenskracht, actie en verstand, die allemaal worden aangegeven door het woord "geest". Het Hebreeuwse ruch wordt vaak gebruikt voor de wind. Toch wordt het honderden malen vertaald met "geest" en zo af en toe verkeerd vertaald met "adem." Dit vertelt ons dat lucht in beweging de beste illustratie is, in de materiële sfeer, van onstoffelijke geest.
Een van de grootste hinderpalen voor vooruitgang in goddelijke zaken is het gebruik van on-Schriftuurlijk of buiten-Schrifts taalgebruik. Een woord dat in deze discussie binnendringt is niet terug te vinden in Gods onthulling, maar schijnt noodzakelijk te zijn voor de theologie. Het is de term "persoonlijkheid." Een orthodoxe belijdenis moet de "persoonlijkheid van de heilige Geest" bevestigen. De uitspraak op zich is zeer juist, maar, zoals gebruikelijk in het geval van menselijke aanpassingen aan de geïnspireerde woorden, de gevolgen zijn vals. De heilige Geest is een persoon, maar heeft niet een onderscheiden persoonlijkheid buiten God Zelf. Geen andere geest heeft twee persoonlijkheden. God is Geest. Hij wordt zo genoemd met deze benaming wanneer de aandacht wordt afgeleid van Zijn Godheid naar Zijn werken in de schepping en redding. Maar Hij is niet twee geesten.
Er zijn vele gelegenheden waarbij de Geest van God wordt geïdentificeerd met de Godheid in Zijn werken. Deze zullen niet altijd hun identiteit bewijzen, want een tussenpersoon kan samengevoegd zijn in de Ene voor Wie Hij werkt. Er is echter één voorbeeld dat niet misverstaan kan worden, dat duidelijk laat zien dat de Vader en de heilige Geest één en dezelfde "persoonlijkheid" moeten zijn. We verwijzen naar de verwekking van onze Heer, Jezus Christus.
De echt vitale vraag, "Wie zeggen de mensen dat de Zoon van de mens is?", behoort een helder en accuraat antwoord te vinden bij iedereen die in Hem gelooft. Maar het Christendom is in een moeilijk parket waar het dit belangrijke punt betreft. Indien we met Petrus zeggen: "U bent de Christus, de Zoon van de levende God!" (Matt. 16:16;SW) of spreken, met Johannes, van de Enig ontvangen van de Vader, schijnen we de uitdrukkelijke verslagen te ontkennen over Zijn geboorte door heilige Geest. Dit gelovend schijnen we het voortdurend oneens te zijn met een veelheid aan passages die Hem in waarheid verkondigen als de enige Zoon van de Vader.
Hoeveel vaders had Christus? We lezen dat Maria zwanger werd bevonden van heilige Geest(Matt. 1:18). Jozef werd verzekerd dat wat in haar werd voortgebracht van heilige Geest was(Matt. 1:20). De boodschapper van de aankondiging zei: "Heilige geest zal over jou komen en kracht van de Allerhoogste zal jou overschaduwen. Daarom ook zal de Heilige Die voortgebracht wordt, Zoon van God genoemd worden" (Luc. 1:35;SW). Is het niet duidelijk dat, indien verwekking door heilige Geest Hem de Zoon van God maakte, God en deze heilige Geest een en dezelfde "persoonlijkheid" moeten zijn?
Het probleem wordt nog ingewikkelder wanneer we de formele uitspraak over Zijn verwekking nauwkeuriger bekijken. Het is in de vorm van een Hebreeuwse parallel. Zijn verwekking was niet alleen door geest, maar door kracht. De kracht van de Allerhoogste overschaduwde haar. Het werd zo gesteld:
"Heilige geest zal over jou komen
en kracht van de Allerhoogste zal jou overschaduwen"
Aangezien de Allerhoogste geïdentificeerd moet worden met de Vader, en niet met de Geest, vinden we dat de meest expliciete aankondiging die we hebben over het vaderschap van Christus, ons te verstaan geeft (als we de leer van de Drie-eenheid willen vasthouden) dat Hij twee Vaders had! Maar de goddelijke conclusie is anders, want we lezen:
"Daarom ook zal de Heilige
Die voortgebracht wordt,
Zoon van God genoemd worden"
Hij is niet de Zoon van Goden, maar van God. Hij is niet het product van drie personen, maar van twee. Hij had één Vader, God, en één moeder, Maria.
Hebreeuwse parallellismen zijn een schitterend literair middel voor het bewaren van Gods onthulling aan de mensheid. De betekenis van vele woorden is vastgelegd door het synoniem er van in een couplet. De betekenis van vele passages werd gered door de aanwezigheid van een parallelle zin. In de herhaling die voor ons ligt is "over komen" duidelijk het equivalent van "overschaduwen". Op gelijke wijze is "heilige Geest" die van "de kracht van de Allerhoogste". Hier hebben we een definitie van heilige Geest, door God Zelf gegeven. Het is de meest nauwkeurige overdenking waard. De heilige Geest is niet de Allerhoogste, maar de kracht van de Allerhoogste. De relatie tussen God en Zijn Geest is niet die van twee onderscheiden persoonlijkheden, maar die van kracht voor degene van wie hij is. Christus werd door kracht verwekt. Die kracht was de heilige Geest van de Allerhoogste.
De ontdekking van een "tegenstrijdigheid" in de heilige tekst is een grote verleiding om het goddelijk verslag in diskrediet te brengen en het zodanig uit te leggen dat het niet schijnt te passen bij onze foute en ongeïnspireerde denkbeelden. Maar wanneer we het bewijs uit het manuscript onderzoeken voor deze passages, dan vinden we dat er niet de minste grond is voor discriminatie. Niet alleen zijn alle handschriften in overeenstemming met het vasthouden aan deze uitspraken zoals ze zijn gegeven, maar de vroege vaders leveren het volle bewijs van hun authenticiteit. Indien we de plaats van de Geest in Zijn verwekking zouden willen wegsnijden, dan zouden we ook die van de Vader moeten schrappen.
Hoe vaak lezen we dat God Zijn Vader was! Hij was de eniggeborene van de Vader, vol van genade en waarheid (Joh. 1:14). De Joden probeerden des te meer Hem te doden omdat Hij zei dat Zijn eigen Vader God is (Joh. 5:18). Niets is duidelijker bewezen dan dat de Godheid de God en Vader is van onze Heer, Jezus Christus. Ja, voor hen die deze uiteenzetting lezen is het niet nodig enig bewijs te leveren, want het doordringt niet alleen het Heilig Woord, maar het is geschreven in hun harten. God en de heilige Geest zijn Zijn Vader, en daarom zijn zij één "Persoon", en niet twee. De Schrift kent geen duale godheid zoals die bestaat in de gedachten van velen die Hem aanbidden.
Dit ontkent niet "de persoonlijkheid van de heilige Geest." Het vestigt ze. Maar waarom houden we toch zo vast aan zulke mens-gemaakte zinnen, gemaakt om zachte geesten zo bang te maken dat ze een gedwongen instemming geven aan theologische speculatie? Wat in feite gewoonlijk wordt beweerd is dat de heilige Geest een aparte persoonlijkheid heeft. De verstandige gelovige kan zien dat dit in regelrechte tegenstelling is met de feiten van de Schrift en er is geen enkele solide uitspraak om het te ondersteunen. Slechts enkele onwetende beweringen zijn er te vinden die schijnen te veronderstellen dat God en Zijn Geest onderscheiden "Personen" zijn.
Hoe vreemd het ook mag lijken, juist deze afwezigheid van bewijs wordt gezien als de sterkste pilaar om het te ondersteunen. Ons wordt verteld dat het een van die waarheden is die gevreesd moeten worden, want ze kan niet ten volle begrepen worden. Het kan vanuit de Schrift zelfs niet aangegeven worden. Al wat we kunnen doen is de uitspraken van Gods Woord geven en op deze ons geloof te baseren. Maar wanneer deze uitspraken naar voren worden gebracht, ondervinden we dat ons geloof niet gebaseerd mag worden op eerlijke feiten, maar op nietige beweringen. Vrijwel alle gebruikte passages bewijzen de godheid van de heilige Geest, of ze bewijzen zijn "persoonlijkheid", maar niet één er van laat zien dat het een andere godheid is dan die van de Vader.
Vanuit het menselijke, filosofische standpunt is absolute godheid moeilijk te definiëren. Alleen de Geest van God kent God. Wij zijn voor onze informatie geheel afhankelijk van onthulling. De populaire veronderstelling dat het bezit van goddelijke "attributen" de godheid doet onderscheiden, is zeer misleidend. Al Gods schepselen hebben een kleine mate van Zijn kwaliteiten. Deze markeren hen als de Zijnen, niet Hem. Neem nu het enkele attribuut van kracht. Welk levend ding heeft die niet in een bepaalde mate? Hij verschilt van hen in de grootheid van Zijn kracht; de hunne is beperkt, de Zijne is oneindig. Zo zijn al Zijn attributen. Zijn kennis is onbeschreven, Zijn wijsheid kent geen grenzen, Zijn liefde geen limieten.
Ons wordt verteld dat de heilige Geest eeuwig is (Hebr. 9:14). Hier dient men natuurlijk aionisch te lezen, maar laten we toestaan dat het een filosofische betekenis heeft van "zonder begin of einde". Dit is zeker waar van Gods eigen Geest. Toch is het geen bewijs dat deze een onderscheiden persoonlijkheid heeft- Christus offerde Zichzelf smetteloos aan God door deze Geest. Wij weten dat dit de wil van God is.
De "alom aanwezigheid" van de Geest is een ander argument. Psalm 139:7 leest: "Waar zou ik heengaan voor Uw Geest en waar zou ik heenvlieden voor Uw aangezicht?"(SV). Maar er is veel meer reden te geloven dat er slechts Één is Die in alle plaatsen is, door Zijn Geest, dan zelfs maar te denken dat er overal twee verschillende Personen zijn. Er is niets in de Schrift dat ons dit wil doen geloven. Het is allemaal niets anders dan lichtgelovigheid.
De "almachtigheid" van de Geest wordt gegeven als reden voor een onderscheiden persoonlijkheid. De passage die wordt aangegeven is Lucas 1:35, waarin "de heilige Geest" parallel wordt gesteld aan "de kracht van de Allerhoogste". Waarom zouden we niet doorgaan en het verdere feit afleiden dat, onder de omstandigheden, deze identiek moeten zijn? De heilige Geest is de kracht van de Allerhoogste. Zoals we al aangetoond hebben, indien deze onderscheiden "personen" zijn, dan moeten we de absurde conclusie onder ogen zien dat Christus verwekt werd door twee onderscheiden persoonlijkheden.
Ons wordt verteld dat de Geest "alwetend" is: "Doch wanneer deze zal komen, de geest van waarheid, zal hij jullie leiden in alle waarheid. Want hij zal niet uit zichzelf spreken, maar wat hij zal horen zal hij spreken en over het komende zal hij jullie informeren"(HBN). Indien we werkelijk de onderscheiden persoonlijkheid van de heilige Geest willen beredeneren vanuit deze passage, moeten we bewijzen dat God niet "alwetend" is. Dán moeten er inderdaad twee personen zijn. Maar, indien zij Één zijn, zoals ze inderdaad zijn, dan is dit een argument ten faveure van hun identiteit.
Op dezelfde wijze bewijst iedere passage die de godheid van de heilige Geest bewijst, ook de identiteit er van met God. Ananias loog, in een enkele daad, tegen de heilige Geest en tegen God (Hand. 5:3,4). De heilige Geest was de actieve factor in de schepping (Job. 33:4): Psalm 104:30). Hij alleen deelt leven toe (Joh. 6:63; Gen. 2:7); Rom. 8:11). Hij is de Auteur van de geïnspireerde Schrift (2Petr. 1:21). Dit alles bewijst inderdaad godheid, maar in geen enkel geval is er een roep om een dubbele godheid.
Naar deel 6: De geestenwereld