Het heerlijk evangelie van Gods genade
deel 10
Gekruisigd met Christus

door A.E.Knoch.

Wij zijn met Christus gestorven. Dit is niet toepasbaar op Gods aardse volk. U zult het niet vinden in de brieven aan de Besnijdenis, voor de simpele reden dat God met hen nog niet klaar is, maar nog steeds met hen bezig is in het vlees, en dat ook zal doen in de aionen die nog moeten komen. Zij die met Paulus zijn slaan dat alles over en hebben al de voleindingen van de aionen bereikt (1 Kor. 10:11). We lopen, in geest, ver voor op de Besnijdenis. O, konden onze religieuze leiders dit maar zien! Soms, tijdens het bestuderen van het Hebreeuws, ik heb gedacht dat het goed zou zijn te overdenken wat anderen onderwijzen en zo heb ik gelezen wat zij te zeggen hadden. Onder andere is het voor hen moeilijk te zien dat Israel in de duizend jaren offers en een priesterschap zal hebben. Waarom? Dat alles is toch weggedaan, zo denken ze. Hoe kan het dan opnieuw ontvangen worden? Ze maken geen onderscheid tussen Gods handelen met de Besnijdenis en de Onbesnedenheid. Zij zien niet dat, in geest, wij al voorbij het millennium zijn, zodat onze zegeningen nog niet passend zijn, zelfs niet in die aion van lichamelijke wonderen.

Wij zijn voorbij deze dingen gegaan, maar wanneer Christus komt, zal er, in een bepaalde zin, terugtrekking zijn en zal het vlees opnieuw een plaats hebben. De dood met Christus verwijst alleen naar ons. Ik wil in het bijzonder benadrukken dat het niet dood is in Christus. Een weinig verderop hebben die prachtige spraakfiguur over wat wij in Hem zijn. Onze dood is niet dezelfde als Zijn dood. Hij stierf voor ons en wij stierven in Hem. Wanneer we naar Hem gekruisigd opzien, kunnen we onszelf niet afbeelden als zijnde in Hem, omdat Hij daar ten behoeve van ons was. Veeleer kunnen we onze plaats zien in hen die letterlijk met Hem werden gekruisigd. Het is opmerkelijk dat de Schrift ons enig verslag zou geven over deze geëxecuteerde criminelen. Hun kruisiging bewerkt onze redding niet, maar toch wordt er veel over hen gezegd, zodat wij onszelf kunnen herkennen in deze verdoemde mannen.

Een schitterende passage in Galaten zet deze grote verdelende waarheden uiteen. Het leest als volgt: "Ik werd samen met Christus gekruisigd, toch leef ik. Niet langer leef ik, maar Christus in mij; en wat ik nu leef in het vlees, leef ik in geloof van de Zoon van God, Die mij liefheeft en Zichzelf voor mij overgeeft"(Gal. 2:20;SW). Let er op dat dit ietwat anders leest dan de King James vertaling. Het is een prachtig voorbeeld van nadruk. Het begint met Christus en eindigt met Christus. Ons wordt de minst krachtige plaats gegeven, samen met een negatieve. Alleen al de vorm van deze passage leert ons de waarheid die het naar voren brengt.

We zijn niet overdadig bezorgd over de persoonlijkheden van de twee dieven en de twee misdadigers. Het hele punt zit 'm in het feit dat we gekruisigd werden met Christus, in de dezelfde tijd en op dezelfde plaats met Hem. Dat is grote punt dat we vandaag behoren te benadrukken - kruisiging met Hem. Daarin zien we wat we in Gods ogen waren. Hij zou ons daar plaatsen als we onze verdiensten zouden krijgen. Het punt hier is dat we ook niet gewoon de dood, maar een schaamtevolle dood verdienen, en dat schandelijke einde wordt voor ons afgebeeld door deze vier die samen met Hem werden gekruisigd.

Welk soort mensen waren zij? De meesten van ons zouden geen omgang met hen willen hebben. Maar, Gode zij dank, dat hebben we wel! Omdat, tenzij wij onszelf in een andere plaats kunnen zien, dezelfde schaamtevolle dood lijdend die Hij leed, tot we dat kunnen zien, wij nooit volledig kunnen binnengaan in de grote waarheden die er voor de Onbesnedenheid zijn. Zoals ik al eerder zei, voordat God zelfs maar met ons begint is er geen noodzaak voor verdere demonstraties. Hij had al bewezen wat wij zijn, en dat kan niet lager zinken. Later toont de apostel de praktische kant. "Want die van Christus Jezus zijn kruisigen het vlees, samen met de hartstochten en de lusten"(Gal. 5:24;SW). Let daar op! God is aan het demonstreren waaraan mensen in vlees gelijk staan. Daarom toont Paulus bij het prille begin van de waarheid van de Onbesnedenheid het fundament er van: de kruisiging van het vlees. Dan weer in Galaten 6:12 - "Zovelen als zich goed willen voordoen in het vlees, dezen dwingen jullie besneden te worden, alleen opdat zij niet vervolgd zouden worden vanwege het kruis van Christus"(SW). O zo velen van het volk van de Heer zijn inbesloten in deze categorie. Waar zijn zij die niet proberen in het vlees een mooi gezicht op te zetten? Het Christendom is grotendeels een poging om van het vlees nog iets te maken. Maar Paulus zegt: "Maar moge het niet zo zijn dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heer, Jezus Christus, door Wie de wereld voor mij werd gekruisigd, en ik voor de wereld"(Gal. 6:14;SW). Weet u, het is niet alleen de dood van Christus voor redding, maar het kruis van Christus voor vernedering. Zo weinigen maken dit onderscheid, maar er is een geweldig verschil. Het is de schaamtevolle dood. Het einde van het vlees is hier in beeld. Alle pogingen om geestelijk Israel te zijn, om onszelf te verbinden met de lichamelijke kenmerken van het evangelie van het Christendom, dat alles is in verband met het vlees en is in ons geval voltooid. Helaas, hoe weinigen zien de waarheid dat wij gekruisigd zijn met Christus.

Kruisiging is niet alleen op ons toepasbaar, maar ook op de hele wereld. Indien die waarheid vandaag in bezit zou zijn, zou dit het hele oppervlak van deze aarde veranderen. Indien de zogeheten Christelijke natiën zouden erkennen dat de wereld gekruisigd is geworden, dan zou praktisch alles wat ze doen vandaag gestopt worden en zouden ze het tegendeel doen. Indien wij ons bewust zouden zijn wat hier over de wereld staat geschreven, zou het alles voor ons veranderen en ons vrede geven.

Als ik deze waarheden niet zou hebben en naar de wereld van vandaag zou kijken, dan zou ik wel ernstig verhard moeten zijn om te verdagen wat ik zie. Er zijn allerlei bewegingen gaande om de mens beter te maken. Ze zijn er al vier of vijf duizend jaar mee bezig en kijk waar we zijn! En sommige mensen schijnen te denken dat ze echt iets gaan bereiken! Zij van ons die door de eerste wereldoorlog zijn gegaan zijn een beetje skeptisch, geheel en al buiten wat de Schrift te zeggen heeft. En zij van ons die de mens en het vlees kennen, zoals we dat in de Schrift hebben, verwachten nu niets meer van menselijke inspanningen dan in het verleden, om de simpele reden dat God de wereld al gekruisigd heeft.

Zelfs in de verslagen over het leven van onze Heer kunnen we, als we onder het oppervlak kijken, aanwijzingen vinden voor deze waarheid. Daar hebben we deze vier die met Hem gekruisigd werden. Er is een hele berg waarheid in verband met nummers in de Schrift, en het kan zijn dat het getal vier ons het wereldgetal voor ogen brengt. Jaren geleden, toen ons werd geleerd dat er slechts twee met Hem gekruisigd werden, kon ik niet begrijpen waarom er slechts twee waren. Maar later ontdekte ik dat er vier waren, twee rovers en twee misdadigers. Zij geven ons een beeld van wat we vandaag in de wereld hebben. Er zijn allerlei soorten voorwendselen, maar als je het tot de kern terug brengt, is dit waar het op uit komt. Je kunt kiezen of je een dief bent of een misdadiger, maar we zijn allen waard gekruisigd te worden. Ja, we zijn beide, want we doen niet alleen God onrecht aan, maar we beroven Hem iedere dag. Het kan moeilijk zijn het te geloven, toch is het precies waar de vrede ligt. We praten over vrede, maar er zal geen echte vrede zijn, totdat wij en heel het universum tot de conclusie komen dat niet Christus gekruisigd had moeten worden, maar wij. Wanneer we op dat punt uitkomen, zal de rest relatief gemakkelijk zijn.

De twee misdadigers werden al in het begin met Hem gekruisigd (Luk. 23:32). Daarna, toen de soldaten al loten hadden geworpen voor Christus' kleding en de inscriptie boven Zijn hoofd hadden geplaatst, werden de twee rovers gekruisigd (Matt. 27:38). Lijkt het niet opmerkelijk dat er hier vier mannen zijn en één van hen, ook al is hij een misdadiger, gered wordt? Hij geloofde. Lijkt het er niet op dat hij een plaatje is van hen die geloven, die hun plaats innemen door geloof? Wij kunnen "Amen" zeggen op wat hij te zeggen heeft: "... wij krijgen terug wat wij deden, maar deze man beging niets verkeerds"(Luk. 23:41;SW).

Deze man werd gekruisigd, niet in Christus, maar met Hem. De anderen werden ook met Hem gekruisigd. Op Golgotha zien we de wereld en onszelf gekruisigd, en aan de andere kant zien we Christus onrechtvaardig gekruisigd. En wanneer we dat eenmaal zien, dan schijnt het mij dat het helder is dat de demonstratie, waaraan God begon toen Hij Abraham en Israel bij de hand nam, niet langer nodig is in verband met de natiën. Als zij met Christus gekruisigd werden, dan zijn ze klaar met het vlees. Wij, die met Christus gekruisigd zijn, hebben het antwoord op de demonstratie gevonden. Er is voor God absoluut niets in het vlees. Zij die in het vlees zijn kunnen God geen genoegen doen (Rom. 8:8). Het enige dat wij er mee kunnen doen is het kruisigen. Geen nette dood, maar een vreselijke executie. Alleen zo kunnen we het schandelijke karakter er van herkennen, de totale schande er van. We bevestigen dat we niet alleen de dood waard zijn, maar de schaamtevolle dood van een crimineel. Dit raakt de wortel van de zaak.

God is geleidelijk doorheen de geschiedenis van Israel bezig geweest met het uitwerken van een demonstratie dat er in het vlees niets goeds is. De ene beproeving volgt de andere op, en zo zal het in de toekomst gaan, want het zal doorgaan nodig te zijn zolang het vlees nog een plaats heeft. Maar voor ons is het niet langer nodig. God gebruikt Israel om zo aan te tonen wat het vlees is, niet alleen voor hen, maar voor heel de schepping. Maar voor ons heeft het een ander doel, daarom wordt de les ingekort. Hier hebben we een van de grote onderscheiden tussen de Besnijdenis en de Onbesnedenheid. Een belangrijke reden waarom het zogeheten Christendom en de zogeheten kerk, ja zelfs gelovigen, er niet in slagen Gods doelstelling te verstaan, is dat zij nog steeds de oude lijn volgen. Ze geven het vlees nog steeds een plaats. Zij zijn zich niet de plaats bewust die God er aan heeft gegeven: kruisiging. Noch zijn zij zich de plaats bewust die God aan de wereld heeft gegeven: kruisiging.

Soms komen heiligen bij mij en zijn ontmoedigd over de manier waarop dingen gaan in de wereld. Dingen gaan goed omdat ze helemaal verkeerd gaan. Gods bedoeling, Zijn ultieme doelstelling, wordt door juist dat feit vervuld. Ik verwacht niet dat dingen goed gaan, omdat dit de wereld is die in verband met ons gekruisigd is. We zouden er niets goeds van moeten verwachten. We zouden roverijen van rovers moeten verwachten. En dat is wat de wereld is in relatie tot God, een bende van rovers en misdadigers. Het is hierdoor dat God in staat zal zijn Zijn genade te verheerlijken. Zo ziet u dat deze grote waarheid eerst als een fundament neergelegd moet worden, voordat u deze gunst kunt begrijpen.

Veel goed onderwijs over genade is er niet in geslaagd vruchtbaar te zijn, omdat zij die luisterden zich hun behoefte er aan niet bewust waren. Ze kunnen zichzelf niet zo volkomen ontaard beschouwen, en daarom is genade aan hen verspeeld. Mijn gebed is dat God op de een of andere manier de lezers van deze zinnen bewust kan maken van de dood waaraan God hen door kruisiging heeft doen sterven. Dan zal het niet moeilijk zijn Zijn genade aan hen te onthullen. In feite is de reden waarom wij met Christus zijn gekruisigd dat God Zijn genade kan onthullen, niet alleen aan ons, maar doorheen ons aan anderen. Genade wordt door veel van Gods schepselen niet gemakkelijk begrepen. Het is niet Zijn bedoeling om ze allen door de molen te halen waardoor de Besnijdenis gaat. God gaat ons gebruiken om Zijn wijsheid en kracht ten toon te spreiden, maar in het bijzonder en speciaal Zijn genade. Om dat te doen moet Hij ons anders behandelen dan de Besnijdenis. Zij hadden bepaalde voorrechten. Zij waren dichtbij God en zou, logisch sprekend, God hen de hoogste plaats geven. Maar God zal iets veel groter dan dat doen. Indien Hij hen de hoogste plaats in het universum zou geven, dan zou Hij niet in staat zijn die grotere genade te tonen die ons de hoogste maakt.

O, dat we onszelf als gekruisigd konden zien! Dan zou God aan ons onze heerlijke plaats in Christus onthullen, en zouden wij ons wentelen in de genade die ons de hoogste trofeeën van Zijn liefde maakt.

Rechtvaardiging aan het kruis

Misschien is de beste manier om greep te krijgen op deze dingen, om naar het kruis te gaan en precies te zien hoe zij die met deze tragedie verbonden waren handelden, en wat ze zeiden. Wanneer we rechtvaardiging feitelijk zien in de ervaring van een individu, dan is het veel eenvoudiger te begrijpen. We zullen, indien mogelijk, proberen een voorbeeld te geven van hoe het werkt. In Duitsland ging ik naar Wittenberg, waar Luther een groot deel van zijn leven doorbracht. Het was een interessante plaats en bevatte veel aantrekkelijke voorwerpen. Niet alleen dat, maar toen ik daar was en een conferentie bezocht, ontmoette ik ongeveer twee honderd uitgevers van religieuze bladen, en ik was er altijd op uit om te zien of iemand van hen wist van rechtvaardiging. Maar zij konden geen enkel verschil zien tussen dat en vergeving of pardon. Het was allemaal in één pot gestopt. Maar voor mij is het onderscheid tussen de twee dingen geweldig groot. Indien de schepping van God aan het einde alleen opgepoetst zal worden, wat voor prestatie zal dat dan zijn? Het zou zeer beproevend zijn, niet alleen voor mij, maar voor God. Maar indien we een greep krijgen op rechtvaardiging zal er geen oppoetsen zijn, maar, in tegendeel, een uitgebreid vertoon van de wijsheid en genade van God. Kwaad zal niet alleen afwezig zijn, maar het zal omgevormd worden in goed, en alleen God kan dat doen. En vergis u niet in mijn bedoeling. Iemand zei dat ik leer dat we kwaad moeten doen opdat er goed uit voort kan komen. God kan goed doen voortkomen uit kwaad, maar wij zijn in het geheel niet gelijk aan God. Hij kan het doen, wij niet.

Dit kan ons helpen onderscheid te maken tussen de twee evangeliën.

Laten we het geval overwegen van de soldaat die Christus' zijde doorboorde. In hem geeft de Schrift ons een lichtbrengend voorbeeld van de mogelijkheid van rechtvaardiging, en, als een terzijde, hoe God kwaad kan gebruiken. De passage leest als volgt: "De Joden dan, omdat het voorbereiding was, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven tijdens de sabbat, want de dag van die sabbat was groot, vroegen zij Pilatus dat zij hen de benen zouden breken en zij weggenomen zouden worden. De soldaten dan kwamen en braken inderdaad de benen van de eerste en van de andere, die met Hem gekruisigd zijn"(Joh. 19:31,32;SW). Laten we er, in het voorbij gaan, op letten dat zij bij de ene, dan bij de andere en daarna bij de Heer kwamen, Die in het midden hing. Dit is het enige bewijs dat de plaatjes die u van de kruisiging ziet niet compleet zijn. Er werden twee rovers met Hem gekruisigd, en daarbij twee misdadigers, vijf in het geheel. Niet slechts drie. "Maar bij Jezus komend, namen zij waar dat Hij al gestorven was, en braken zij Zijn benen niet. Maar een van de soldaten doorboorde Zijn zijde met de lans en direct kwam er bloed en water uit. En die gezien heeft, heeft getuigd en Zijn getuigenis is waar. En deze heeft waargenomen dat hij de waarheid spreekt, opdat ook jullie zullen geloven. Want deze dingen gebeurden opdat de Schrift vervuld zou worden: 'Zijn bot zal niet verbrijzeld worden.' En opnieuw, een ander Schriftwoord zegt: 'Zij zullen Hem zien Die zij steken'" (Joh. 19:33-37;SW).

Laten we zien of we een van de soldaten, degene die Hem doorstak, kunnen rechtvaardigen. Ik denk dat we dit erg gemakkelijk kunnen doen. Hij heeft iets gedaan waaraan u en ik nooit zouden denken het te doen. We zouden denken dat het een zeer, zeer vreselijk iets is. Maar toch, hoe zit het met hem? Het schijnt me toe dat God bedoelde dat hij min of meer een vertegenwoordiger van de Onbesnedenheid zou moeten zijn, daar bij het kruis. Nu is het eerste dat we zouden moeten toestaan is dat deze man daar was om zijn taak uit te voeren. Hij was daar niet alleen, maar er stond een centurion bij om te zien of hij zijn rol vervulde. Dus u ziet het, vanuit menselijk standpunt kunnen we de man niet veroordelen voor wat hij deed. Maar toch beging deze man een pijnlijke zonde, want hij dreef in feite een lans in de zijde van de Heer. Maar ook hier: het was zijn taak! Had hij die niet uitgevoerd dan zou hij voor een krijgsraad gebracht zijn geworden. De centurion was er om er op toe te zien dat hij het deed.

Nu lezen we in Mattheüs 27:54 - "En de centurion en die met hem Jezus bewaken, nemen de aardbeving en wat gebeurde waar. Zij waren zeer bevreesd, zeggend: 'Waarlijk, deze was de Zoon van God!'"

Stel deze mannen nu eens tegenover de Besnijdenis. Zeiden zij dat? De Joden, omdat zij zo heilig waren of dachten dat zij dat waren, wilden niet dat de lichamen tijdens die grote sabbat achterbleven op het kruis. Daarom vroegen zij Pilatus dat Zijn benen gebroken zouden worden. Pilatus en de soldaten wisten het niet, maar de Besnijdenis wist dat, volgens de Schrift, de beenderen van een offer niet gebroken mochten worden. Maar toch zien we ze hier, feitelijk eisend dat de benen van het grootste Offer van alle gebroken zouden worden! Dat was het soort heiligheid dat ze hadden! Het was allemaal oppervlakkig en hypocriet.

Hier hebben een blootlegging van de harten van deze Farizeeën en van de Joodse natie. Hen werd niet toegestaan Zijn benen te breken of Hem te kruisigen. Maar u zal doorheen heel het woord van God vinden dat zij degenen waren die dat deden. Het was de houding van het hart dat telde. Daarom hebben we een groot contrast tussen hen die bij het kruis aanwezig waren. Het was Israel waarop een beroep werd gedaan zich te bekeren, en niet de centurion of de soldaten. Bekering is een verwijzing naar het hart. Het was niet in verband met het feit dat zij Hem met hun handen kruisigden, maar met hun harten. En zo was het ook in verband met de lanspunt die in Zijn zijde ging. Een weinig verder citeert Johannes: "En zij kijken naar Mij Die zij doorstaken"(Zach. 12:10;SW). Zij, Israel, en niet de soldaat. En in de Openbaring zegt dezelfde apostel: "... ieder oog zal Hem zien, ook die Hem staken en al de stammen van het land zullen over Hem rouwen" (Openb. 1:7;SW).

Johannes neemt het die centurion niet kwalijk. Hij neemt het zijn eigen volk kwalijk. En hij heeft gelijk. Zij deden hun best om te voorkomen dat Gods woord vervuld zou worden. God had gezegd dat de benen van het offer niet gebroken zouden worden en zij wilden dat de Romeinen het deden.

Zo waren de Joden. Een rijke Jood in Denver wilde niet een vuur aansteken op de sabbat, maar hij wilde dat een vriend van mij het deed. Maar de Schrift had gezegd dat het verkeerd was om een andere persoon het te laten doen. Dus braken ze toch nog de wet.

Maar de soldaat met de lans vervulde het woord van God, aangezien het voorkwam dat de benen van Christus gebroken werden. Dat herinnert ons aan wat we hebben in Romeinen, dat de natiën in staat zijn iets van de wet te vervullen, ook al zijn ze er niet onder. En niet alleen hield zijn daad de wet omhoog, hij vervulde ook een van de profetieën door de lans in Christus' zijde te stoten. We zullen het hem zeker niet kwalijk nemen dat hij de profetie vervulde. Het schijnt me toe dat, als wij de rechters zouden zijn, wij hem vrij zouden spreken. We gaan niet erkennen dat hij iets fout deed. Het deed het juiste. De dingen die hij deed waren tot vervulling van Gods woord. Het moest vervuld worden. We zijn het er allen over eens dat hij gerechtvaardigd werd door te handelen zoals hij deed. Dat is nu rechtvaardiging. Het kwaad dat daar plaatsvond is verbonden met het grootste goed voor Gods schepping, en ik ben er zeker van dat wij allen zeer, zeer blij zijn dat deze man zijn daad uitvoerde, ook al zouden wij zelf er liever niets mee van doen zouden willen hebben.

Het feit is dat, aan het kruis, we God zien die feitelijk de natiën gebruikt om Zijn wil te vervullen. Israel ging dwars in tegen Zijn wil, ook al vervulde men wel Zijn bedoeling. En de natie van Israel, Zijn eigen volk, vinden we terug bij het doen van hun uiterste best om de natiën te weerhouden van het vervullen van Zijn wil. Daar hebben we min of meer een grondwerk voor het zien waarom het is dat God met de natiën anders handelt dan met Israel.

De overtreding van Israel was hier buitengewoon groot. Ik zie niet in hoe het, in die tijd, nog groter had kunnen zijn. Er kan geen slechter gedrag ingedacht worden dan het gedrag van Israel bij de kruisiging.

De natiën waren niet geheel vrij van schuld. Ze maakten Christus belachelijk en vlochten de doornenkroon, maar dit was iets kleins vergeleken bij wat Israel deed. We moeten naar het hart kijken. Maar Israel deed niet iets noemenswaardig. Ze deden niets, maar ze spraken, en het is door hun woorden dat we vinden waar hun hart was. "uit de overvloed van het hart spreekt de mond" (Matt. 12:34;SW). Maar de natiën? Maar heel weinig van wat zij deden kan een overtreding genoemd worden. Zij waren niet bitter tegen de Zoon van God. Ik veronderstel dat zij iedere gevangene op dezelfde wijze behandeld zouden hebben als zij Hem deden. Maar er was toch een kleine overtreding van hun kant. Vandaag heeft God die verwijderd. Nu is er verzoening. Als die soldaat het evangelie gehoord en aanvaard had, dan zou hij gerechtvaardigd zijn geworden. God komt de hele mensheid tegemoet op grond van wat zij deden bij het kruis.

Ik hoop dat u deze gedachte helder kunt houden - het verschil tussen zonde en overtreding. Wij allen zondigen meestal. Sommige mensen denken dat ze niet zondigen, maar ik twijfel er aan of we veel stappen kunnen zetten zonder een van Gods schepselen te vernietigen, iets wat een zeer ernstige misdaad gevonden kan worden. We nemen, zelfs als gelovigen, regelmatig verkeerde stappen, maar ik hoop dat niemand van ons die dat doet echt de gevoelens van God pijn zou willen doen. Een kind kan iets doen waar je oog op valt en je kan het een fikse schrobbering geven, maar als het kind niet beter weet, zou je er niet echt pijn van kunnen hebben.

En zo is het vandaag. God is verzoend met de hele wereld, net alsof zij als deze soldaat zouden zijn naar wie we gekeken hebben. Wat hij ook deed, het was in lijn met Gods geopenbaarde wil. Israel was niet in lijn met Zijn wil, maar met Zijn bedoeling, en daarom zullen ook zij bij de voleinding gerechtvaardigd worden. Ik ben er van overtuigd dat deze soldaat geen idee had van het goede dat hij aan het doen was, maar, zoals ik al eerder zei, ik zou hem niet aanraden het opnieuw te doen. God kan alle daden nemen, zelfs die zo erg zijn als deze, en ze omvormen in goed. Dat is de basiswaarheid die we in Romeinen hebben, in de huidige bedeling van Gods genade. Geen vergeving, geen pardon, dat is tijdelijk voor Israel in de aionen. Wat wij hebben is oneindig veel beter: vrijspreking, niet schuldig, rechtvaardiging.

Denk nu geen moment dat ik mijzelf rechtvaardig. Ik kan dat niet doen. Dat is allemaal aan God. De dag komt wanneer wij allen een van de meest heerlijke dingen zullen zien waarvan het mogelijk is ze te zien: de wijsheid van God bij het omgaan met kwaad en zonde.

Door naar deel 11


Dit artikel werd hier geplaatst met toestemming van
©Concordant Publishing Concern
en mag niet zonder toestemming van deze worden overgenomen
in druk of op het internet.