Bovenstaande vraag stellen we naar aanleiding van het woord uit Judas 7, waar we het volgende lazen:
"Sodom en Gomorra….die daar liggen als voorbeeld onder een straf van eeuwig vuur"
"Eeuwig vuur", dat al zo lang niet meer brandt. Toen vader Abraham na de nacht van het oordeel over Sodom uitzag in de richting van de stad, zag hij al geen vuur meer, maar rook, die van de aarde opsteeg. (Genesis 19:29) En uit ons onderzoek van de woorden van de profeet Ezechiël bleek, dat eeuwig vuur ooit zal doven.
Vroeger werd ons, kinderen, geleerd enigszins te begrijpen, hoe lang de eeuwigheid wel duurde.
We moesten ons voorstellen een kolossaal bos van enorme bomen; echte woudreuzen. Er is dan een heel klein insect, dat van een planeet uit een zeer ver verwijderd melkwegstelsel naar de aarde komt en uit een van de bladeren van dat bos één atoom bijt. Dat insect brengt dat atoom naar de planeet, waar het vandaan komt: een reis van duizenden jaren.
Die reis heen en weer maakte het beestje steeds maar weer. Tenslotte zou dan dat hele boomblad zijn verdwenen.
Dan moesten wij ons indenken, hoe lang het wel zou duren tot de hele boom en tenslotte het hele bos er niet meer zijn zou.
Ja, het is een onzinnig verhaal, maar het duizelde ons wel.
En dan werd er gezegd, dat dan de eeuwigheid nog maar net begonnen was!
Je kunt het nog gekker maken en bijvoorbeeld de reis van de aarde naar die planeet miljoenen jaren laten duren. Het maakt allemaal niets uit. Eeuwig betekent een eindeloze tijd.
En, zo werd ons verteld, eindeloos zou God mensen martelen, die in dit aardse leven ongelovig waren gebleven.
Het zal je als kind maar onderwezen worden. En je zult je hele leven met dat idee moeten rondlopen.
Toch is dat de leer, waarvan miljoenen christenen menen, dat het de waarheid is, die we in de bijbel vinden. We willen in de volgende hoofdstukken eens nagaan, of het inderdaad zo is, dat de eeuwigheid geen begin en einde kent. We gaan daarbij uit van het getuigenis van het Woord alleen.
Je moet wel over sterke papieren beschikken en wel zeer vaste grond onder de voeten hebben om waar te maken, dat onze God, die wij mogen kennen als genadig, barmhartig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en berouw hebbende over het kwaad (Jona 4:2), zovele mensen oneindige martelingen zal doen ondergaan.
Zijn die zeer sterke papieren er? Is er die vaste grond?
Na jaren van Schriftonderzoek is het mij meer dan duidelijk geworden, dat het begrip eeuwigheid niet dienen kan om de leer van de eindeloze folteringen in de hel te onderbouwen. Eeuwig /eeuwigheid heeft namelijk bijna nooit de betekenis van oneindigheid.
Dat zal ons misschien verbazen en toch vinden we al in de z.g. Korte Verklaring (dat was in de vorige eeuw een gezaghebbende, zeer orthodoxe bijbeluitleg) bij Prediker 1:4 de volgende woorden van prof. Aalders:
"Bovendien bedenke men dat het woord "eeuwig" in het Hebreeuws in de regel niet de zin heeft, die wij eraan plegen te hechten. Het drukt slechts uit een lange tijd, die alleen in een bepaald geval kan naderen tot ons begrip van eeuwigheid."
De Winkler Prins encyclopedie zegt:
"Aioon, aeoon betekent niet eindeloze duur, maar tijdperk".
Aioon/aeoon is het Griekse woord, dat vaak vertaald wordt met "eeuwig".
De Bijbelse Encyclopedie schrijft over "eeuwigheid":
"Behalve, wanneer het van God wordt gezegd, is het meestal tijdelijk bedoeld, een zeer lange tijd"
Zoeken we nu in de Schriften, of het begrip eeuwigheid inderdaad een tijdperk aanduidt, dat eenmaal is begonnen en ooit voorbij zal zijn.
Het is de bedoeling om in de volgende hoofdstukken aan de hand van nogal wat bijbelteksten aan te tonen, dat het woord "eeuwig" heel vaak niet de betekenis heeft van altijddurend.
Nu kan het zijn, dat zo’n opsomming van teksten de aandacht doet verslappen.
Mocht dat zo zijn, blader dan die hoofdstukken wat door tot het hoofdstuk "Heel Israel behouden of toch niet?"
Naar hoofdstuk 17
Naar de indexpagina