De ecclesia en het koninkrijk
-
De oorsprong, ontwikkeling en doelstelling van de ecclesia en het koninkrijk in Gods plan


Deel 14
De pré-aionische genadegeschenken

door
M.Jaegle


De gebeurtenissen van de pré-aionische periode hebben ons bekend gemaakt met het grootse doel van God, dat, als een machtige rivier, stroomt doorheen al Zijn voorbereidende activiteiten, Gods onherroepelijke, onlosmakelijke vastberadenheid met zich mee dragend om uiteindelijk al Zijn schepselen door Christus te zegenen, zodat niemand een grotere zegen zal wensen. We mogen hieruit afleiden dat God zelf Zijn hoogste vreugde en bevrediging zal ervaren wanneer alle intelligente wezens, in Hem en in Zijn Zoon en in de schatten van Zijn genade, de volheid van zegen vinden waar zij naar verlangen. De Here Jezus Zelf, in de dagen van Zijn vernedering, in woorden die alleen door de apostel Paulus tot ons komen, roept ons aandacht op voor deze kostbare trek van Zijn eigen hart en dat van Zijn Vader, door te zeggen: "Het is blijer te geven dan te ontvangen." (Hand. 20:35;SW).

Hoe verhelderend is deze onthulling over Zijn eigen gelukzaligheid in het geven! Het komt voort uit de perfecte, absolute goedheid en oneindige liefde van Zijn Vader. "GEVEN" staat met grote letters op Zijn hart geschreven, en is Zijn meest gekoesterde bezigheid. Geven betekent aan Hemzelf blijdschap en genoegen geven. Deze trek van Zijn karakter, deze kostbare vrucht van Zijn genade, was zo sterk dat Paulus kon zeggen "Die zelfs Zijn eigen Zoon niet spaarde, maar voor ons allen overgaf, hoe zal Hij ook niet, samen met Hem, ons alle dingen genadevol schenken?" (Rom. 8:32;SW).

Verder kunnen we zien dat deze dor God gegeven geschenken niet uit de losse pols worden geschonken, maar in een vastgelegde volgorde en schikking. Er is in het begin geen gelijke verdeling van Zijn geschenken, zoals mogelijk het geval zal zijn wanneer allen de levengevende rechtvaardiging krijgen aan het einde van de aionen.

Gods voorraadkamer van genade bevat grote en nog grotere geschenken, die Hij op verschillende momenten verdeelt, aan onderscheiden groepen, in overeenstemming met de ontvouwing van Zijn grote plan. Hij behandelt niet allen op gelijke wijze, naar één enkel patroon. Zijn liefdevolle doelstelling heeft vele kanten en is zeer divers. Wij, bijvoorbeeld, het figuurlijke lichaam van Christus, worden door Zijn genade opgewekt voor een ongebruikelijk hoge plaats, waarbij Hij ons voorrang gaf en ons tevoren selecteerde en koos. Maar dat is niet alles.

We naderen nu Schriftgedeelten die ons leiden onder de machtigste uitstorting van Zijn weldadigheid, en ons overweldigen met de hoogste en meest heerlijke schatten van Zijn hart. Dit zijn geen gewone geschenken die we slechts voor de rest ontvangen, maar het zijn geschenken die een waarde hebben die ver uitgaat boven die aan alle anderen gegeven worden. Het zijn de ware edelstenen uit de schatkamer van Zijn onmetelijke rijkdommen, en passen bij onze verheven taken en bij onze adel als de uitverkorenen. Ja, in die vroegste era in Zijn plan koos God ons niet alleen, maar overhandigde ons een akte van geschenken die aan ons Zijn meest genadevolle gratificaties overbrengen.

Het kan ons alleen maar diep onder de indruk brengen en ons nederig maken om altijd herinnerd te worden aan deze goddelijke voorrang, die zo'n krachtige en prominente trek van Zijn hart onthult!

In ons dagelijks leven, bij het omgaan met onze verwanten, geeft het een tekort aan cultuur aan om voortdurend onze eigen voordelen hierover uit te drukken en te benadrukken, en dan ons te verheugen dat wij meer dan zo vele anderen hebben. Maar als we de houding van Christus in onze harten hebben en die koesteren, zullen we het onmogelijk vinden te jubelen over deze ongewone genadegeschenken als het zou zijn dat God geen verder doel heeft met hen dan ons meer te geven dan anderen. Ook zou dit niet in harmonie zijn met Zijn grote liefde voor allen. Maar zodra wij ons bewust worden dat onze uitverkiezing en de overstijgende rijkdommen van Zijn genade die aan ons zijn geschonken, een middel van Zijn hand zijn om ook de anderen te zegenen, dan zijn we in een positie om met blijdschap te jubelen, zuivere en onbesmet.

Onze tijdelijke voorrang boven anderen, die ook gered zullen worden, zal door God gebruikt worden om ons te trainen om bruikbare instrumenten van Zijn genade te worden. Het bezit en genot van Zijn hoogste giften zou ons moeten uitrusten met energie en vuur om anderen de rijkdommen te brengen die God in voorraad heeft voor al Zijn schepselen in heel het universum. De blije ervaring van Zijn genade zal ons in staat stellen het te verkondigen en een echt verlangen er voor opwekken in de harten van onze toehoorders. We kunnen deze gezegende werkkring nu al in praktijk brengen, terwijl we leven te midden van zo velen die van God en Zijn Christus vervreemd zijn. In de heerlijkheid zullen we boodschappers zijn van Zijn genade aan de hemelingen. Nu zien we nog niet veel vrucht, maar we kunnen, in geest, vooruit zien naar het einde, waar we allen zien in de plaats die door God voor hen is voorbereid, gevuld met blijdschap en bevrediging, omdat zij allen vrij zullen zijn van jaloezie op hen die grotere geschenken hebben ontvangen en omdat hun ervaring hen leerde dat God hun eigen blijdschap in gedachten had toen Hij anderen eerder riep. En onze harten zullen jubelen over de goddelijke wijsheid waarmee Hij Zijn liefdevolle plan van de aionen uitvoert.

Met het oog op deze kostbare waarheid is het niet het bezit van de genadegeschenken op zich dat onze beker vult tot aan overvloeien toe, maar de kennis dat deze ons zullen helpen een zegen te zijn voor heel het universum. En wij, als de bemiddelende instrumenten, mogen zelfs nu, maar in het bijzonder in onze toekomstige loopbaan, deze kostbare ervaring delen: "Het is blijer te geven dan te ontvangen." (Hand. 20:35;SW).

Met deze houding in onze harten worden we in staat gesteld, op een manier die God een genoegen doet, de geschenken te onderzoeken die Hij voor ons al vóór de schepping van het universum voorbereidde. Trouwens, God heeft, in Zijn nooit ophoudende, vaderlijke zorg, een voorziening getroffen die onze aanbidding waard is, zodat wij, zelfs vandaag, in het lichaam van onze vernedering, een diep inzicht mogen ontvangen in deze geschenken, opdat deze bewust en verstandelijk ons pad beïnvloeden en ons in staat stellen passend gebruikt er van te maken in het leven van geloof.

Het is de passage in 1 Korinthe 2:12 die ons deze heerlijke onthulling voor ogen brengt: "Wij nu ontvingen niet de geest van de wereld, maar de geest uit God, opdat wij zouden waarnemen wat ons door God genadevol geschonken werd." En verder: "waarvan wij ook spreken, niet in woorden geleerd door menselijke wijsheid, maar geleerd door de geest, geestelijke dingen met geestelijke woorden beoordelend"(2:13;SW). Dit zijn twee machtige, goddelijke factoren, waaraan wij de kennis over God te danken hebben, het bezit van Zijn woord en van Zijn geest, door welke Hij de heilige Schrift inspireerde en de diepe dingen van biddend studeren onthult, hoe meer wij de geest gelegenheid geven om z'n onderwijzende taak uit te voeren. Het moet echte blijdschap brengen aan God als Hij ons bezig vindt met Zijn Woord, om zo geïntroduceerd te worden in de goddelijke diepten, zodat wij in staat zullen zijn ons bewust te worden van wat Gods genade ons heeft gegeven.

Vertrouwend en verwachtend keren we ons nu naar deze genadegeschenken als we binnen gaan in een nieuw deel dat gewijd is aan de periode vóór de aionen. Als een trio heldere sterren van Zijn liefde voor ons, verlichten zij ons in de volgende Schriftgedeelten:

"maar wij spreken wijsheid van God in een geheim, dat God tevoren beschikt had, vóór de aionen, voor onze heerlijkheid"
(1Kor. 2:7;SW)
"Die ons redt en roept met een heilige roeping, niet naar onze werken, maar naar Zijn voornemen en genade, die ons is gegeven in Christus Jezus vóór aionische tijden"
(2 Tim. 1:9;SW)
"in verwachting van aionisch leven, dat de niet liegende God beloofd heeft vóór aionische tijden en Zijn woord doet verschijnen op Zijn tijd, in een verkondiging die aan mij werd toevertrouwd, naar de opdracht van God, onze Redder"
(Titus 1:2,3;SW)

In deze uitspraken worden wij binnen gevoerd in de grote geschenken van God bij name, en geplaatst onder een waarlijke uitstorting van Zijn liefde. Het zijn...

Wijsheid, Genade en Leven.

Om te beginnen zullen we de trekken uiteen zetten die ze alle gemeen hebben, omdat ze duidelijk worden als we ze als geheel bestuderen.

Laten we speciaal het zeer belangrijke feit van het goddelijk karakter van alle drie deze geschenken ter harte nemen. Genade wordt alleen pasklaar gemaakt voor zondaren. Leven is nodig voor hen die onder de kracht van de dood zijn gekomen. Wijsheid is voor hen die onwetend zijn van Gods gedachten en wil.

Een kenmerk dat deze geschenken allemaal hebben, is dat alle drie terug gaan naar een periode vóór de opgeschreven tijd, waarvan Gods Woord deze precieze zinsneden spreekt: "vóór de aionen" of "vóór aionische tijden," die beide bijna dezelfde gedachte uitdrukken. Deze woorden werpen een vloed aan licht op het geheel van het goddelijke plan, en stellen ons in staat de eerste fase er van te herkennen. Hier begint God met de elementaire introductie van de leerstelling van de aionen, die zo belangrijk is en zoveel betekent bij het verstaan van de Schrift.

Het valt te betreuren dat de toegang tot deze leerstelling geblokkeerd werd door de discordante vertalingen van het woord "aion." De weergaven met "eeuwig" en "eeuwigheid," die eindeloosheid uitdrukken, dragen de meeste schuld. Als een zwaar gordijn hebben zij de hele zaak verduisterd. We houden ons nu niet bezig met het bekritiseren als deze inderdaad eindeloosheid zouden inhouden, maar we protesteren tegen hun gebruik op de verkeerde plaats. We hebben niets te zeggen tegen zulke termen wanneer die gebruikt worden voor dat wat volgt op de verzoening van allen, want daar zijn ze gerechtvaardigd. Maar opgedrongen aan de tijdperken binnen de ontvouwing van Gods plan van redding, tijdens de aionen, die alle een begin en een einde hebben, introduceert dit idee van eindeloosheid verwarring ten top, want het maakt de beperkte perioden van Gods oordelen eindeloos, zonder doel, en daarom liefdeloos.

Een hele lange tijd vonden vertalers en aantekeningenmakers het nodig aan te duiden dat dit woord eigenlijk "tijd" of "tijdperken" betekent. Maar dit werd gewoonlijk alleen in een paar contexten gedaan, niet alleen in het Engels, maar ook in andere talen. Toch slaagden deze inspanningen er niet in een blijvende indruk te maken, anders zouden ze de anathemas van de orthodoxie over zich afgeroepen hebben.

Dit fundamentele en God-erende werk was weggelegd voor de Concordant Version. In heilige roekeloosheid werden de oude, versleten rails van menselijke traditie verlaten voor niet eerder geziene onderschikking aan de goddelijk geïnspireerde tekst van het origineel. Vasthoudend vinden we in deze vertaling ieder voorkomen van "aion" en het bijvoeglijk naamwoord "aionische" zonder enige verandering weergegeven. Dit wordt ook toegepast in de moderne talen die zo'n vertaling hebben. Door middel van deze grote vooruitgang in de vertaling van de heilige rollen, werden de verschillende tijdsperioden in Gods plan van redding gezuiverd van de gedachte aan eindeloosheid, waaruit zoveel valse leerstellingen zijn voortgekomen. Deze trouw aan Zijn Woord heeft als beloning een diep inzicht in Zijn plan en de onderdelen er van, iets wat eerder onmogelijk was geweest. Heel deze serie is alleen de vrucht van een grondige studie van concordante uiteenzettingen.

Als gevolg worden de uitdrukkingen "vóór de aionen" en "vóór aionische tijden" een waardevol en betrouwbaar licht om ons te leiden op de weg naar de periode vóór de schepping. Om te beginnen zien we dat God ons niet een naam heeft gegeven om deze niet geëvenaarde periode te benoemen.

Ook wordt ons niet een duidelijk omschreven, duidelijk antwoord gegeven op de vraag: "wanneer?". Deze periode, met alle grote daden die er in bereikt werden, is eenvoudig georiënteerd op dat wat volgde. Dit geeft ons het sleutelwoord "vóór." Het was een tijd die vóór de aionen kwam, en kan goed uitgedrukt worden met de zinsnede "pré-aionische tijden," want in de Schrift worden er geen grenzen over de duur aangegeven. Dit komt overeen met de tijd na de aionen, die op gelijke wijze geen vastgelegde naam of begrenzing heeft. Misschien is de heerlijkheid van die toekomstige voleinding buiten ons huidig vermogen om te verstaan. Daarom blijven we in stille verwachting van deze komende sublimiteit en proberen we niet voorbij de grenzen van die toekomstige, niet onthulde tijd te komen, die voorbij de aionen ligt. Helaas is dat veel te vaak wel gedaan, toen het woord "eeuwigheid" toegepast werd op aionische toestanden die zich bezig houden met de ontwikkeling van Gods plan en alleen duren tot de voleinding. We zouden deze niet moeten meedragen in die post-aionische tijde, waarover God geen onthulling heeft gegeven.

Geheimhouding is een van de kenmerken die de drie grote geschenken, wijsheid, genade en leven gemeen hebben. Ze werden pas onthuld in de tijd waarin ze werkzaam werden. Ze waren verborgen tot Paulus de opdracht kreeg ze bekend te maken. Dit wordt in ieder apart geval met andere woorden herhaald.

Het is zeer zeker niet voldoende in algemene termen over deze geschenken te spreken, want die voor de huidige ecclesia zijn veelzijdig en werden niet alle tegelijkertijd onthuld. Trouwens, er is een speciale kant aan deze drie geschenken om te overwegen. We zouden nooit kunnen zeggen dat wijsheid, genade en aionisch leven pas door Paulus werden onthuld, want alle drie geschenken zijn in de Schrift te vinden, zelfs vóór de tijd van Abraham. Onze God van onzegbare weelde bezit veel van deze geschenken, Allen zullen op den duur van Hem wijsheid, genade en leven ontvangen, maar niet alle geschenken zijn van gelijke waarde. Zelfs in de Hebreeuwse Schrift kunnen we zien dat, met de voortdurend toenemende onthulling over Zijn volk Israel, hun geschenken ook meer compleet werden en gevuld zijn met een meer diepgaande blik op de redding. Maar die genade en die wijsheid en dat leven dat God heeft voorbereid voor de huidige ecclesia is van een zo oorspronkelijk karakter, dat, in hun gevolgen, zij zeer verschillen van de eerder gegeven geschenken. Zo'n heerlijkheid als die welke toevertrouwd werd aan hen die ze ontvangen, gaat uit boven menselijke verbeelding. "Wat het oog niet waarneemt en het oor niet hoort en in het hart van de mens niet is opgerezen, dat bereidt God voor hen die Hem liefhebben" (1 Kor. 2:9;SW).

Voor onze speciale overdenking zullen we nu beginnen met het basis geschenk waaruit de andere voortkomen en waarop zij gebaseerd zijn, dat is genade.

Genade, wat is de echte kern er van? De Keyword Concordantie (pag. 133) verklaart het als "een daad die blijdschap voortbrengt." Deze definitie is gebaseerd op de nauwe relatie in het Grieks van het woord met blijdschap. Genade is char-is. Blijdschap is char-a. Lang voordat de geest van God het woord genade gebruikte in de heilige tekst, gebruikten de Grieken het al voor dat wat vreugde brengt en zelfs voor het verlangen anderen blij te maken.

In feite zou er geen betere of passender verklaring voor Gods genade kunnen zijn. Het is Gods liefde in werking, waarin Christus Zich naar ons toe buigt, en Zichzelf aan ons geeft. Dat is de kern van de goede tijdingen, die ons de grootste vreugde brengen.

Vreugde is een gevoel van harte-blijdschap, en God heeft ons geschapen met gevoelens, maar we moeten ze wel onder controle houden. Veel heiligen baseren hun geloof op gevoelens, en daardoor worden ze in beproevingen gebracht, want hoe goed ze ook zijn, ze vervagen altijd. Anderen hebben afgeleid dat gevoelens geheel en al afgesloten moeten worden. Het is onmogelijk om werkelijk de heerlijke onthullingen van Gods liefde in onze harten te ontvangen, zonder gevuld te worden met een mate van blijdschap. O, de arme zielen die niet diep ontroerd raken door Gods heerlijke geschenken! Ja, laten we dankbaar genieten van zulke God-gegeven blijdschap. Maar laten we deze niet gebruiken als het fundament van ons geloof, maar veeleer als een tijdelijk gevolg. Wij weten dat God, in Zijn wijze tuchtiging, afwisselend vreugde en verdriet in onze levens weeft. Maar een juiste waardering van goddelijke vreugde zal ons kracht geven om in de strijd van geloof te overwinnen.

De mogelijkheid van genadevol zijn is zeer zeker geen goddelijk voorrecht. In de Schrift worden liefdesgeschenken, die gelovigen aan elkaar presenteren, vaak een "genade" genoemd (1 Kor.16:3; 2 Kor.1:15; 8:4,6,7,19). In deze gevallen is het overduidelijk dat het geven van genade overeenkomt met blijdschap geven. Uit dit gebruik van het woord genade voor aardse, tastbare geschenken, kunnen we zien dat de genade die door God aan ons getoond wordt, niet door de gevoelens van God, het hart van de Vader, uitgeput wordt, maar bestaat uit geschenken en toezeggingen die Hij boven voor ons in gereedheid heeft gebracht.

God heeft vele mogelijkheden om vreugde te brengen aan de harten van Zijn schepselen, daarom mogen we over genade spreken in het meervoud, van vele genades, of beter, genadegeschenken. Dit kan ons helpen de niet geëvenaarde en alles overstijgende rijkdommen van de aan ons gegeven genade te herkennen. Zoals reeds opgemerkt, de huidige ecclesia is niet de eerste die genade geschonken werd. Zelfs Noach vond genade in de ogen van JAHWEH (Gen. 6:8). Een vreselijk oordeel stond te gebeuren, maar JAHWEH kondigde redding aan. Welk een dankbare vreugde moet de harten van Noach en zijn gezin gegrepen hebben toen deze genade uitliep op hun verlossing!

Een zeer groot genade-ontvanger was Abram. Hij was de eerste die rechtvaardiging genoot door geloof, wat in overeenstemming is met genade. Ook Mozes vond genade in de ogen van JAHWEH (Exo. 3:12,17). Het bestond hieruit dat JAHWEH zijn smeekbede hoorde.

Een zeer bijzondere genade kwam tot het volk van Israel. De geboorte van Christus en de genade die kwam door Hem (Joh. 1:16,17), was een evangelie van grote blijdschap (Luc. 2:10). Dezelfde vreugde is opnieuw in Israel te vinden op de Pinksterdag. De apostelen hadden genade voor het hele volk, en zij die ze ontvingen juichten (Hand. 2:46).

Zelfs al werd deze stroom van genade terug gehouden door hun afwijzing, toch, naar de goddelijke beloften, zal ze opnieuw uitstromen in het volk van Israel en door hen heen in andere natiën, want door de trouwe goedaardigheden van David (Jes. 55:3; Hand. 13:34), die zij ontvingen door een verbond van JAHWEH, zijn het koninkrijk en alle geneugten er van voor hen zeker gesteld. Door deze genade zal een ware stroom van genade de hele aarde overvloeien (Psa. 137:6; Jes. 35:10; 51:3; 60;6 enz.).

Deze genade is bestemd voor de aarde. De natiën hebben er een deel in, maar alleen als gasten, omdat we als zodanig zijn uitgenodigd voor de huwelijksfestiviteiten door het volk aan wie de genade toebehoort (Matt. 22:1-10). Zoals vaak opgetekend in de Hebreeuwse Schrift, zijn gelovigen in JAHWEH, de God van Israel, proselieten van onder de natiën, gekomen en hebben ze genoten van de gastvrijheid van Israels rijk beladen dis.

Maar in die tijd wist niemand dat, lang tevoren, God reeds had voorzien in een veel rijkere genade voor een uitverkoren deel van de natiën, maar dat een groot geheim had gemaakt.

Een opmerkelijke omstandigheid bereidde voor op de gelegenheid toen God deze genade begon te onthullen. Toen Israel verhard werd, zoals opgetekend in de Handelingen van de apostelen, en toen het terzijde werd gesteld, werd de genade die er door vloeide, en die de natiën zullen genieten in het koninkrijk op deze aarde, terug gehouden. In plaats daarvan opende God een nieuw kanaal door de apostel Paulus, om zo de genade, die Hij zo lang tevoren in Zijn hart had verborgen, naar de natiën te brengen. Dit is het grootste evangelie dat ooit aan sterfelijke mensen is gebracht!

De substantie van alle genade is: Christus gekruisigd en opgestaan. Buiten Hem is er geen andere basis voor genade. Uit deze bron vloeien verscheidene geschenken die de andere verre overtreffen, met belangrijke verschillen die waard zijn op te merken. De zegeningen van het koninkrijk bereiken op geen enkele wijze die welke God aan ons brengt.

M. JAEGLE.

Door naar deel 15 - slot.




www.hetbestenieuws.nl