Notities bij de brief aan de Romeinen
deel 75
door D.H.Hough


Gods koninkrijk in ons.

Romeinen 14:16-18

"16 Laat van het goede, dat gij hebt, geen kwaad gezegd kunnen worden.
17 Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in eten en drinken, maar in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, door de Heilige Geest.
18 Want wie door deze Geest een dienstknecht is van Christus, is welgevallig bij God, en in achting bij de mensen. "
Onze Heer begon Zijn Aardse bediening "het evangelie Gods te prediken, en Hij zeide: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen."(Marcus 1:14,15). In deze boodschap zat een zeker tijdselement. Het ene tijdperk was vervuld, en een nieuw tijdperk, beschreven als "het koninkrijk Gods" was nabij gekomen. Maar terwijl Zijn bediening voortging, werd het duidelijk dat de nabijheid van het koninkrijk ook ruimtelijk in beeld was.
"En op de vraag der Farizeeën, wanneer het Koninkrijk Gods komen zou, antwoordde Hij hun en zeide: Het Koninkrijk Gods komt niet zo, dat het te berekenen is; ook zal men niet zeggen: zie, hier is het of daar! Want zie, het Koninkrijk Gods is bij u"
(Lucas 17:20,21)

Deze verkondiging van Jezus over Gods koninkrijk was gebaseerd op de aan de patriarchen en profeten van Israël gedane beloften. In het bijzonder ging onze Heer in op de woorden in Daniël 2:44, die verklaarden dat de God des hemels een koninkrijk zal oprichten "dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan." Dit koninkrijk zal op Aarde gevestigd worden in de harten van Gods volk, zoals het ook begon te werken onder de discipelen, zo'n tweeduizend jaren geleden.

Nadat Jezus uit de doden was opgestaan, vroegen Zijn discipelen:

"Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israel? "
(Hand. 1:6)
Klaarblijkelijk was het element van de nabijheid minder zeker geworden, en het antwoord van de Heer veranderde niets aan de situatie.
" Het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft"
(Hand. 1:7)
Zolang als God heerste in de harten van Zijn uitverkorenen, bleef Zijn koninkrijk ruimtelijk gezien dicht bij de mensheid, maar de uiterlijke vestiging leek te zijn uitgesteld. Daarom noteerde de schrijver van de brief aan de Hebreeën dat "het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare"(Hebr. 11:3), en Petrus antwoordde de spotters die zeiden: " Waar blijft de belofte van Zijn komst?" door zijn lezers te herinneren:
"De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen."
(2Petr. 3:3-9)

Zij die zich bewust waren van Gods koninkrijk in hun hart, gingen voort met het onderwijzen van haar volle innerlijke en uiterlijke openbaarmaking, zelfs terwijl de uiterlijke aspecten niet langer nabij in tijd waren. Paulus zelf bewees en verkondigde het koninkrijk Gods gebaseerd op de boeken van Mozes en de profeten(Hand. 28:23,31).

Maar in overeenstemming met de aan hem gegeven unieke opdracht, onthulde onze apostel ook aanvullende ontwikkelingen van Gods koninkrijk, zowel voor het heden als de toekomst. Hij sprak van een "hemels koninkrijk"(2Tim. 4:18), en schreef, gebruik makend van een andere spraakfiguur: "wij zijn burgers van een rijk in de hemelen"(Filip. 3:20). En niet alleen weidde hij uit over de omvang van de locatie van dit koninkrijk, maar hij sprak ook over een toename van het aantal onderdanen, totdat allen onderschikt zijn aan Christus, Die allen zal overdragen aan God, opdat God zij Alles in allen(1Kor. 15:24-28). De omvang van het koninkrijk van God zal op den duur universumwijd zijn, en om dit werkelijk Gods koninkrijk te laten zijn, zal er zeker een heerschappij gevestigd moeten worden, zowel uiterlijk over allen, als innerlijk in ieders hart.

16, 17.
Het huidige innerlijke koninkrijk.
Maar er is, zoals Paulus getuigt in zijn brieven, een voortgaande huidige werking van het koninkrijk die gelijk op gaat met de woorden van de Heer in Lucas 17:21. Hij schrijft in Kolossenzen 1:13 "Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde". En in de vroegere brief aan de Romeinen legt hij(in meer traditionele taal), in een context die zich bezig houdt met het dienstbetoon en de wandel van de gelovige, uit:

"Laat van het goede, dat gij hebt, geen kwaad gezegd kunnen worden. Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in eten en drinken, maar in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, door de Heilige Geest. "

We hebben gezien hoe Paulus alles wat hij zegt over onze houding en gedrag baseert op de solide basis van het evangelie. Wat hij schrijft in Romeinen 14 rust duurzaam op wat hij bevestigde in Romeinen 1-8. Daarom is wat hier gezegd wordt over het koninkrijk van God direct verbonden met wat er gezegd is over de dood en opstanding van Christus en de genade van God in de eerste hoofdstukken van de brief. In zijn getuigenis aan Israël over Gods koninkrijk legde Paulus de nadruk op wat er in het Oude Testament was geprofeteerd, maar in zijn brieven wordt het koninkrijk hoofdzakelijk gepresenteerd in relatie met het kruis van Christus.

Dit wordt duidelijk in Filippenzen, waar Gods heerschappij wordt tentoongesteld in ons gedrag als waardige burgers, die geleid, gemotiveerd en bekrachtigd worden door "het evangelie van Christus"(Filip. 1:27). Op gelijke wijze wordt in Kolossenzen onze plaatsing in het koninkrijk van de Zoon van Gods liefde verbonden met de vrede die gemaakt wordt "door het bloed van Zijn kruis"(Kol. 1:13,20). Hier in Romeinen wordt Gods koninkrijk gekarakteriseerd door precies die trekken die het evangelie dat in deze brief gepresenteerd wordt, karakteriseren: rechtvaardigheid, vrede en vreugde.

God heerst in ons om ons te tuchtigen, niet met wetten over eten en drinken, maar met de bekendmaking van Zijn rechtvaardigheid en liefde in de gift van Zijn Zoon. Dit brengt innerlijke houdingen ten opzichte van onze broeders voort, die vertaald worden in correct gedrag en onzelfzuchtig handelen. Dat zal in de toekomst volledig tentoongespreid worden, wanneer we deelnemen in het hemelse koninkrijk, maar het wordt ook vandaag waar, op een geestelijke manier, in de levens van hen die geloven. Het koninkrijk van God werkt nu waar de gelovige zich het evangelie toe-eigent.

Rechtvaardigheid.
In Gods toekomstige koninkrijk op Aarde zal Israël bekleed worden "de mantel van rechtvaardigheid"(Jes. 61:10;CV). Dit zal ingeleid worden door grote daden van oordeel en toorn(Hand. 17:31; Openb. 19:11-16). Maar in Romeinen is de bekendmaking van Gods rechtvaardigheid door het geloof van Jezus Christus, de basis van de rechtvaardigheid(Rom.1:17; 3:21,22,25,26). We leren over de goddelijke rechtvaardigheid niet zo zeer door het te verbinden met goddelijk oordeel, als wel door het te verbinden met goddelijke genade. Het is "Christus, en Die gekruisigd" Die ons tot rechtvaardigheid wordt(1Kor. 1:23,30).

Indien u Gods rechtvaardigheid alleen kent zoals die onthuld wordt in Zijn oordelen(zoals bijvoorbeeld in Psalm 98:2,9), dan worden inzettingen over voedsel en dagen zeer belangrijk. Maar aangezien ons Gods rechtvaardigheid getoond is in de verlossing die is in Christus Jezus(Rom. 3:24), waarderen we niet alleen onze vrijheid van zulk wetticisme, maar we voorkomen dat we met deze vrijheid gaan pronken of ze misbruiken, zodat een broeder daarover niet zal vallen. Zelfs het "goede" van onze vrijheid onderschikt zich aan het goede van het genadevol omgaan met elkander.

Op die manier worden onze goede daden niet belasterd. Ze vormen geen barrière voor anderen die minder volwassen zijn, ze weerhoudend van een diepere waardering van het evangelie. Gods rechtvaardigheid onthulde in de trouwe gehoorzaamheid van Christus' werken in ons leven een soortgelijke zorgzaamheid voor anderen, en dat is goed voor gelovigen.

Vrede.
Vrede zal kenmerkend zijn voor het toekomstige koninkrijk van God, zowel op Aarde als onder de hemelingen. En vrede is een centrale factor in het evangelie dat in Romeinen wordt uiteengezet. Daar leren we "Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus"(Rom. 5:1). God heeft ons, Zijn vijanden, verzoend met Zichzelf "door de dood van Zijn Zoon"(Rom. 5:10).

Als gevolg daarvan heerst God in onze harten, vrede voortbrengend in onze huidige levens. Zijn koninkrijk is vrede. Wij strijden niet tegen hen die menen dat zij bepaald voedsel moeten eten en bepaalde dagen moeten vieren, want wij realiseren ons dat zij nog niet het woord der verzoening hebben begrepen. Maar we zien uit naar hun groei, zodat ook zij de vrede leren kennen die in onze roeping zit. We zullen voortgaan geduldig en vlijtig te dienen als ambassadeurs van de vrede... "alsof God door onze mond u vermaande; in naam van Christus smeken wij u: weest met God verzoend"(2Kor. 5;18,20).

Blijdschap in heilige geest.
De blijdschap dat God binnenin ons een levenskracht voortbrengt, is verbonden met de genade die Hij ons heeft geschonken in Christus Jezus. In de Griekse taal is "blijdschap" chara en "genade" is charis; beide uitdrukkingen behoren kennelijk tot dezelfde familie van woorden. De vreugdevolle gift van genade schept blijdschap in hen die ze krijgen. "De genade Gods en de gave, bestaande in de genade van de ene mens, Jezus Christus,"(Rom. 5:15) is al alles overvloeiend geworden in onze levens. Het overweldigt ons, net zoals het dat deed bij de apostel(1Tim. 1:14) en zet ons aan tot een echte en duurzame blijdschap, niet tot een oppervlakkig enthousiasme dat komt en gaat met de omgeving.

Dit is een geestelijke operatie, een onzichtbare overweldiging van blijdschap(en ook rechtvaardigheid en vrede) in de gelovige. De brandstof is het evangelie van Gods rechtvaardigheid, het woord van de verzoening, de genade die is in Christus. "Hebt gij de Geest ontvangen ten gevolge van werken der wet, of van de prediking van het geloof?" vroeg Paulus aan de Galaten(Gal. 3:2,5). En omdat ze zich afwenden van dat wat hen in de genade van Christus geroepen had(Gal. 1:6), verloren zij hun blijdschap(Gal. 4:4).

Maar het is mogelijk voor hen die een groter begrip van Gods genade hebben, te blijven hangen bij hun begrip en in hun trots te vergeten dat zij zondaren zijn die gered zijn door genade en vijanden die verzoend zijn door de dood van Gods Zon. Dan zal dit leiden tot ongeduld met de onvolwassenen, en het kan zelfs zo ver gaan dat men boos op hen wordt. Wij hebben het allen nodig verjongd te worden in de geest van ons denken(Efe. 4:23), zodat Gods blijdschap met ons zal blijven als een noodzakelijke factor van Zijn koninkrijk in ons.

18.
Slaven voor Christus.

"Want wie door deze Geest een dienstknecht[lett. slaaf;WJ] is van Christus, is welgevallig bij God, en in achting bij de mensen."
Op het eerste gezicht zal het ongepast lijken dat de figuren van Gods koninkrijk in ons, en ons slaaf zijn voor onze Heer, op die wijze verbonden zijn. Maar voor Paulus was er geen groter eer in de huidige tijd dan een slaaf van Christus Jezus te zijn. Hij geeft deze positie de hoogste plaats, zelfs boven zijn apostelschap, aan het begin van de brief(Rom. 1:1). "Slaaf"[de SV en de NBG hebben "dienstknecht", maar dit is te zwak; een dienstknecht kan een vrij persoon zijn, maar een slaaf is gekocht en betaald, eigendom van zijn heer;WJ] is zelfs het tweede woord in Romeinen, en het komt niet minder dan achttien maal voor in de brief, in verschillende vormen. Hier in 14:18 beschrijft het de ideale uitdrukking van onze huidige deelname in Gods koninkrijk. Het wijst terug van de oproep van de apostel in Romeinen 12:1,2 voor ons logisch dienstbetoon en in 12:11 voor ons "slaven voor de Heer."

Het koninkrijk van God in ons is een zeer kenmerkende kracht. Er is niets dat er op lijkt. Het verspreidt haar onzelfzuchtigheid, haar uitdagende concepten van zorg voor anderen, haar recht op haar doel afgaande toewijding aan de rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, in ieder deel van ons wezen. Het gaat voorbij aan alle denken aan persoonlijk gewin en ambitie, en ze richt onze aandacht op de heerlijke resultaten van God door het geloof van Christus en hun gevolgen voor heel het universum.

Het mag misschien vreemd lijken, maar dit slaven is nu juist de positie die we het hardst nodig hebben. Ze geeft in twee richtingen betekenis en belang aan onze levens. Ten eerste is het "welgevallig bij God." Het doet de Al-wijze, de AL-machtige, de Al-rechtvaardige Godheid genoegen. Wat willen we nog meer? Maar er ís meer, want door het slaaf van Christus zijn en in het God een genoegen doen, zullen we ook het vertrouwen ontvangen van hen die om ons heen zijn. Mensen kunnen verwerpen wat we zeggen en de gedachte aan genade van God door de dood en opstanding van Christus verachten, maar ze zullen de gevolgen van dit evangelie in onze houding en daden opmerken en respecteren.

De omvang van Gods koninkrijk.
Zo ontdekken we dat de term "koninkrijk van God" op vele manieren in de Schrift wordt gebruikt. Haar verwijzing naar de heerschappij die God in de toekomst zal instellen op de Aarde is mogelijk wel het meest bekend, vanwege de prominente rol die het speelde in de bediening van onze Heer in het land. Toch sprak de Heer ook over dat koninkrijk in overeenstemming met de innerlijke aspecten, de heerschappij van Gods geest in de harten van Zijn uitverkoren volk.
Ook Paulus keek vooruit naar de komende aionen, wanneer Christus' hoofdschap ten volle over de gelovigen zal zijn gevestigd. Als plaats zal dat zijn "te midden van de hemelingen", en als doel zal het zijn voor het tonen van Gods allesoverstijgende genade in Zijn vriendelijkheid naar ons in Christus Jezus(Efe. 2:7). Maar in karakter zal het alle noodzakelijke kenmerken bevatten van Gods koninkrijk, waar en wanneer het ook gevestigd zal worden. Het zal vol zijn van rechtvaardigheid, vrede en blijdschap.

Deze geestelijke aspecten van het koninkrijk van God hebben een speciaal belang voor onze levens van vandaag. Zij worden bekrachtigd door de verzekering dat het geloof van Jezus Christus tot de dood van het kruis Gods doelstelling van het worden van Alles in allen in staat stelt bereikt te worden. Dan zal er geen plekje meer zijn in heel het universum waar de rechtvaardigheid, de vrede en de blijdschap niet zullen regeren!




Dit artikel is afkomstig uit U.R.Magazine, jaargang 79, pagina 41
Uitgave van Concordant Publishing Concern

Voor meer delen uit deze serie, klik hier



www.hetbestenieuws.nl