35 Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid of vervolging of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard?
36 Gelijk geschreven staat: Om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn gerekend als slachtschapen.
37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad.
38 Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten,
39 noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here.
Liefde is uit God. Dat is de mensheid ook. De mensheid werd gemaakt naar het beeld en gelijkenis van God, met een verlangen en vermogen om God en Zijn schepselen lief te hebben. Omdat de woorden van Augustinus, "Gij hebt ons, O God, voor Uzelf gemaakt en er wij hebben geen rust, totdat wij onze rust vinden in U," zijn zo waar, dat de heiligen van iedere generatie ze hebben geciteerd. De onderliggende honger van de mens is naar de enige liefde die zijn hart kan bevredigen. Alle andere liefdes zijn slechts "gebroken lichten" van de centrale zon, die de liefde van God is. De mens heeft een instinctief verlangen naar een liefde die nog beter is dan de nobelste en mooiste aanhankelijkheid waartoe hij nu in staat is. Hij ontvangt signalen van een liefde die onze gebrekkige liefde redt, ze overgietend met een goddelijke liefde die hem tot een volgroeide schoonheid en tevredenheid zal brengen. In het kort gezegd: hij is voorbestemd te delen in de liefde van God en zal daarin zijn vreugde vinden. De liefde die bestaat tussen de Vader en de Zoon is het patroon en de belofte van de liefde waarvoor de mens geschapen werd en nu geschapen wordt. Het is een verlossende liefde, die in een omvormende, overwinnende energie uitgaat naar vijanden.
Zo'n liefde is de opdrachtgever van het evangelie. Zonder deze zou het evangelie onvoldoende zijn om de redding te brengen die de mens nodig heeft. Liefde is een bouwer; haat is een vernieler. De maat van de liefde van een mens, is de maat van zijn gelijkenis met Christus. De onoverwinnelijke liefde van God is voorbestemd om alle haat in het universum uit te bannen. Als ze uiteindelijk de haat in ieder schepsel zal uitbannen, dan zou ze zeker deze moeten uitbannen uit de gezindheid van iedere hedendaagse heilige. Maar haat zit door trots vast in het zadel. Nederigheid en liefde gaan hand in hand. Nederigheid is de grond die de vruchten van de geest voedt. Pas als we vast overtuigd zijn dat God ons liefheeft en in liefde voor ons werkt, zullen we in staat zijn haat met haat tegen te gaan. Wanneer we genieten in de zonneschijn van Gods liefde, leven we in een niet verstoorde kalmte, te midden van de aanslagen van tegenstanders en vervolgers en lasteraars. De climax van het leerstellige deel van het evangelie doet ons op heel passende wijze bezig zijn met God, en God is liefde.
Het appèl van het evangelie is op de hele mens, maar hoofdzakelijk op de wil en op het hart. Hoewel onze Heer onoverwinnelijk was in een dispuut, bevestigde Hij veel en redeneerde Hij weinig. Hij bracht bevrediging voor de emotionele hongers van de mensen. Hij geeft leven, vrede, rust, vreugde, en, best van al: een liefde zonder welke de andere gaven niet mogelijk zouden zijn. Onze grootste angsten en noden zijn niet intellectueel, maar emotioneel. De bewering "God is verstand" is niet waar. De bevredigende waarheid is dat God liefde is. Wat hebben we dit evangelie van de goddelijke liefde nodig! Wij worden geplaagd door angsten. "Waarom lijken ons de voorbije jaren zo mooi toe?" vroeg Carlyle. Hij antwoordde: "Omdat de vrees er uit is verdwenen!" De natuurlijke tegenhanger van vrees is liefde. Vrees en liefde sluiten elkaar wederzijds uit. De perfecte liefde van God werpt vrees uit. Wij moeten niet proberen om de vrees te bekampen, maar om liefde te vinden. Het evangelie brengt ons, in iedere stap van onthulling, Gods liefde. Het laatste verzekerende woord aan hen die lijden is dat zij onafscheidbaar zijn van de liefde van God in Christus Jezus en deze liefde is er de oorzaak van dat zij overwinnen.
De kennis van de liefde van God heeft Paulus zodanig van vrees bevrijd, dat hij stoutmoedig alle tegengestelde krachten uitdaagt om het slechtste te doen wat in hun vermogen is. Aangezien ze een heilige niet kunnen scheiden van de liefde van Christus, kunnen hun aanvallen hen alleen maar goeds brengen. Paulus had zowat ieder soort van lijden ondergaan en had ondervonden dat niets tussen hem en Christus kon komen, 35. Heiligen, die door de vijand worden beschouwd als zo vele weerloze schapen die om Christus' wil naar de slachtbank worden geleid, ondervinden dat zij in het lijden meer dan overwinnaars worden, 36 en 37. Iedere mogelijke vijandige kracht of gebeurtenis overziende, is hij overtuigd dat hij tegen al die krachten beveiligd is in de liefde van God, 38 en 39. In zijn genade heeft God in alle beschuldigingen van onze vijanden en ons geweten voorzien. Zijn kracht heeft ons in Christus Jezus geplaatst, waar Hij acht op ons kan slaan met iets van de voldane liefde die Hij voelt voor Zijn Zoon. Het is te dwaas voor woorden om te denken dat een echte heilige zichzelf kan scheiden van de liefde van God, zoals velen zeggen. De geïnspireerde schrijver spreekt hier niet van schijngelovigen(1Kor. 15:2). Hij staat geen ruimte toe om de standvastigheid van zijn overtuiging over de zekerheid van hen die hij heeft omschreven als de voorgekenden en verkorenen van God te ontsieren.
"Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid of vervolging of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard?"
Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Het voornaamwoord "wie", dat normalerwijze wordt toegepast op personen, wordt hier toegepast op onpersoonlijke omstandigheden, als waren zij persoonlijke vijanden, krijgers die tegen ons de wapenen opnemen. Natuurlijk is de liefde van Christus Zijn liefde voor ons. Het kan niet betekenen dat wij niet gescheiden kunnen worden van onze liefde voor Hem. De liefde van Christus werd tentoongespreid in de vier grote activiteiten die zojuist in vers 34 genoemd werden. Een liefde die zo veel gedaan heeft, zal ons zeker vasthouden. Wij kunnen te midden van ons lijden verfrissing en kracht vinden in zo'n liefde.
Heiligen zijn geroepen om voor Christus te lijden en ter wille van het evangelie(Filip. 1:29; 1Thess. 3:3,4). Loyaliteit aan Hem en de omhelzing van waarheid is kostbaar. Allen die God meer vrezen dan de mensen moeten wel enig deel gehad hebben aan dit lijden. Ze zijn een insigne van heiligheid en trouw. Het feit dat onze Heer lijden beloofde, rechtvaardigt het. Benauwdheid is de innerlijke pijn, die voortkomt uit alles wat wij ordelijke omstandigheden noemen. Vervolging is er op gericht de heiligen uit de samenleving en van de Aarde uit te bannen. Maar God heeft heel wat mooie liederen gehoord van heiligen die zelfs tot in een pijnlijke dood achtervolgd werden. Honger, naaktheid, gevaar zijn nooit zo schadelijk geweest voor heiligen als luxe en gemak dat zijn. Het zwaard van de beul was waarschijnlijk het instrument van Paulus' dood, zoals dat bij vele anderen het geval was. Geen van deze zaken zijn tekenen van Gods ongenoegen. In de dagen dat de kerk te veel op haar gemak is, worden lijden en duisternis gezien als indicatie dat de lijder een mislukkeling is in de kerk en een verworpeling uit Gods dienst. Populariteit, denkt men, is een goddelijke gunst. Dienstknechten van Christus schamen zich zo voor de gemeenschap aan Zijn lijden, dat ze proberen de beloofde beproevingen te ontlopen door compromissen te sluiten. Maar zij die loyaal zijn, vinden in het lijden die afdoendheid van genade en die ervaring van de goddelijke liefde waaraan anderen twijfelen of zelfs geheel onbekend mee zijn. Waarheid kan alleen tegen een prijs verworven worden(Spr. 23:23).
"Gelijk geschreven staat: Om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn gerekend als slachtschapen."
Gelijk geschreven staat. Door de zonen van Korach werden zulke rampspoed toen zelfs over het verkozen volk uitgestort. Ze zijn het gelukkig deel geweest van Gods volk vanaf Abel en doorheen alle eeuwen.
Om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn gerekend als slachtschapen. Dit citaat kan ons in herinnering gebracht zijn door het woord zwaard, wat slachten verondersteld. De vijanden van Gods heiligen kijken op hen neer als zijnde zovele schapen die geslacht moesten worden, en het bloederige werk nam de ganse dag in beslag. Vijandschap tussen de slang en het Zaad van de vrouw is onophoudelijk voortgegaan. Het belangrijkste punt wordt gevonden in de woorden om Uwentwil. Dat mensen lijden vanwege verkeerd gedrag is rechtvaardig en te begrijpen. Maar voor velen is het altijd een probleem geweest dat trouw aan God vervolging en dood met zich mee zou brengen. De Psalmist getuigt van het feit dat in zijn tijd mensen geslacht werden voor hun trouw aan God(Ps. 44). Hij onderhoudt zich daarover met God en klaagt dat Gods zware hand zonder oorzaak op het volk is gelegd. Paulus gebruikt deze woorden in een heel andere geest, omdat hij ziet dat al deze dingen gemaakt zijn om bij te dragen aan hun uiteindelijk welzijn. Hij heeft een goede reden gevonden zich te verheerlijken in smarten, en is vastbesloten Christus in zijn lichaam te verheerlijken, ja zelfs in zijn dood. Voor hem betekent sterven winst voor Christus. Naast de uitspraak van de Psalmist, "wij worden de ganse dag gedood," kunnen we Paulus' woorden plaatsen: "Ik sterf dagelijks." Van de miljoenen martelaren voor Christus hebben slechts een paar zich herroepen, slechts weinigen schreeuwden onder de pijnen, en velen prezen Christus met hun laatste adem. Zij waren zich in hun laatste ogenblikken bewust van de liefde van Christus. De liefde van Christus maakt onze beker van smarten zoet.
"Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons lief heeft."(concordant gecorrigeerd;W.J.)
In plaats van scheiding wordt Zijn liefde bewezen door alles wat op onze nederlaag is gericht, om te zetten in overwinning en veel meer dan overwinning. Al deze tegenwerkende krachten en gebeurtenissen zijn slechts het materiaal waarmee God ten behoeve van ons uitwerkt wat goed voor ons is en waarmee opnieuw Zijn liefde voor ons demonstreert. Onze tegenstanders worden omgezet om voor ons te werken, om ons geloof en onze liefde dienstbaar te zijn, en de doelstelling van God verder uit te werken. Ze worden door de liefde van Christus omgezet in dienaren van Gods wil en onze zegen. Paulus maakte vaak nieuwe woorden om de overvloedige genade en kracht van God uit te drukken. Het werkwoord hupernikaoo, OVER-OVERWINNEND, is één van deze woorden. Het is niet voldoende te zeggen dat wij overwinning hebben; hij zegt dat we altijd een superoverwinning hebben! God is niet tevreden met het neutraliseren van de gevolgen van zonde en het herstellen van de mens naar zijn oorspronkelijke onschuld en blijdschap. Hij gaat net zo'n allesovertreffende overwinning behalen op de zonde en dood, en net zoveel winst verkrijgen van al Zijn tegenstanders, als de winst die al Zijn heiligen en heel Zijn schepping zullen verkrijgen door het lijden. God zal geen enkel verlies lijden. Zijn offer zal Hem heerlijkheid brengen en Christus zal tevreden gesteld worden voor al de ellende die Zijn ziel onderging. Ook zal Hij niet toestaan dat ook maar één van Zijn heiligen iets zal verliezen door het lijden voor Hem. Noch zal het ras verlies lijden vanwege haar onvrijwillige betrokkenheid bij zonde en dood. Zoals de parel het gevolg is van een beschadiging of irritatie, zo wordt er een aionische heerlijkheid toegewezen aan hen die, omdat ze van Christus zijn, tezamen met Hem moeten lijden(2Tim. 2:10).
Hoe kan iemand meer dan een complete overwinning behalen? Om de vijand op de vlucht te jagen moet je overwinnaar zijn; om uit een conflict te voorschijn te komen zonder schade of verlies, maar eerder rijker te zijn geworden door de rijke buit, is meer dan een overwinnaar zijn. Onoverwinnelijkheid in de strijd betekent overwinning; maar als je verfrissing en versterking vindt en de liefde van Christus beter leert kennen, dat is superoverwinning. Meer dan overwinnaars zijn betekent niet alleen verlost te zijn van vrees, maar er van overtuigd zijn dat, omdat God voor ons is, al onze vijanden tot onze dienaren gemaakt zullen worden. Ons vertrouwen in God neemt toe door de realisatie dat Hij vele malen groter en krachtiger is dan de kracht van welke tegenstander dan ook, en dat Zijn kracht en liefde er bij betrokken zijn om alle tegenstanders te laten bijdragen aan ons welzijn. Het gaat er niet alleen om het kwaad met goed te overwinnen, maar om het kwade tot dienaar van het goede te maken. Het is niet alleen dat de liefde van God sterker is dan alle haat, maar dat haat zelf wordt verslagen en haar energie dienstplichtig wordt in de dienst van goddelijke liefde. Wij zijn meer dan overwinnaars wanneer de subtiele en kwaadaardige pogingen van de vijand, om ons van de liefde van Christus te scheiden, niet alleen gefaald hebben, maar ons tot een vastere overtuiging en verwezenlijking van die liefde gebracht hebben. Hoe veel meer dan een overwinnaar een heilige kan zijn, kan alleen gekend worden door die heiligen die "vaak in strijd, vaak in smart" zijn geweest. Paulus werd geïnspireerd om te schrijven over een overtuiging die niet door onthulling tot hem kwam, maar door veel ervaring van smart. Iedere heilige die veel geleden heeft, heeft deze overtuiging.
De geschiedenis van de kerk is er een van lijden, van vervolging en van het vinden van de liefde van God in het uur van de diepste beproeving. De dagen van smart zijn niet iets van het verleden. Vandaag zijn de mensen in toenemende mate vijandig tegenover God en Zijn heiligen. De methoden van de aanval van de vijand op de Schrift worden steeds subtieler in hun misleiding. Nooit is de kerk in haar geschiedenis meer omringd geweest door tegenstanders dan nu, binnen en buiten de kerk. De wereld is loyaal aan haar god. Een grof materialisme bedekt de moderne geest, terwijl die meer en meer spiritistisch en demonisch wordt. Ze is intolerant tegen allen die God aanroepen en Hem aanbidden. Een goed geïnformeerde Europese Jezuïet zei onlangs: "De kerk gaat terug in de catacomben." Wij leven in voorzegde zware tijden. Christelijke ouders worden gegrepen door een grote angst als zij hun kinderen proberen te beschermen tegen de heersende ontrouw en immoraliteit. Maar het einde is er nog niet; de dag des mensen wordt steeds donkerder naar mate het einde er van nadert. Wij verwachten niets van de mens, hoewel de profeten van optimisme en vooruitgang spreken van goede dingen en tijden. Paulus helpt ons ieder kwaad zonder vrees en met waar optimisme in aanschouw te nemen. Hij was zeker niet van plan de aanwezigheid van alarmerende kwaden te ontkennen. Dit alles is meer dan een illusie, het zijn grimmige werkelijkheden. Paulus overziet ze op kalme wijze, daagt ze uit, en, ze samenvegend, stapelt ze op als treden naar de overwinning, en roept: "Wij zijn meer dan overwinnaars!"
Er is geen tijd waarin de heiligen van deze zekerheden kunnen afzien. Ze zullen zeer kostbaar zijn in de boze dagen die aanstaande zijn. En we zullen ondervinden dat Gods liefde ons niet in de steek zal laten. Aan de andere kant zijn deze verklaringen voor ons een uitdaging. Ze spreken niet van kleine noden, maar van de ergste ellende die de ziel van een mens kan overkomen. Des te groter onze smart is, des te groter zal hun betekenis en bediening worden. Zij dagen ons uit voor een vaste overtuiging, die ons rechtop zal doen wandelen en de tegenstander met moed tegemoet doen treden. "Deze woorden af te wijzen als zijnde niet voor ons of onze tijd, staat gelijk aan toe te geven dat het wonder van het evangelie niet bij ons is overgekomen." Paulus trad zijn vijanden tegemoet met te zeggen: "Hier sta ik en overwin." En hij ondervond dat hij meer dan overwinnaar was. Een nederlaag is ondenkbaar; een kale overwinning is onmogelijk; een overweldigende zege is zeker. Velen zullen in de nabije toekomst afvallen van het geloof. Dit betekent niet de nederlaag van iedere heilige. Het betekent de zuivering van de kerk van medeleden die op dit gebied compromissen aangaan.
Wij overwinnen alleen door Hem Die ons lief heeft. Wij overwinnen omdat Hij voor ons vocht won. Zonde en dood konden ons niet scheiden van Zijn liefde. Toen we oneerbiedig waren, onrechtvaardig en vijanden, en Hij toch van ons hield en ons in eenheid bracht met Hemzelf, hoe zal Hij niet veel meer ons onderhouden door Zijn liefde en in ons de liefde voor Hem gaande houden? Wij zijn niet verzekerd omdat onze liefde volhardend is, maar omdat Zijn liefde ons in een greep houdt, die door niets en niemand verbroken kan worden. Zijn we al zeker van onze liefde voor Hem, we mogen nog meer zeker zijn van de Zijne. Wij kunnen Hem niet overtreffen in liefde. Zijn liefde werd niet veroorzaakt door iets goeds in ons, noch wordt ze gehinderd door onze boosheid. Hij houdt van de liefdelozen en de genadelozen, en Hij kan geen zonde vinden die Hem er toe zou dwingen te stoppen met liefhebben. Hij heeft lief omdat Hij onveranderbare liefde is.
"Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten,..."
Luister naar de grootste van alle lijdenden. Hij spreekt uit ervaring over lijden zoals geen enkele heilige dat ooit te verduren kreeg, en om wille van de genade die hem overweldigde, had de belangrijkste van alle zondaren de overtuiging gekregen dat geen enkele denkbare kracht ook maar één heilige kan scheiden van de liefde van God. Hij zegt: "Ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven..." Dood en leven zijn tegengestelden die elkaar definiëren. Zij vertegenwoordigen de extreme veranderingen die de mensheid ondergaat. Noch dood noch leven, leven voor de dood of na de opstanding, hebben de macht om ons te scheiden van Gods liefde. De dood is altijd ophanden. Sterfelijkheid en ziekte zijn daarvan de voorlopers. Maar God zal, in Zijn liefde, ons van de dood redden. Het leven aan deze zijde van de dood wordt vaak meer gevreesd dan de dood zelf. Er is voor sommigen meer moed nodig in hun omstandigheden te leven dan te sterven. In contrast met de lafheid van de zelfmoord staat de geest van de hymne: "Leer me te leven! Het is veel gemakkelijker te sterven!"
Menselijke liefde "is sterk als de dood." De goddelijke liefde is sterker dan de dood of alles wat het leven kan brengen. De dood kan ons van onze geliefden scheiden, maar niet van onze liefde. Nog minder kan ze Gods liefde voor ons veranderen.
Vervolgens daagt Paulus alle rangen van geestelijke machten uit in de woorden: noch engelen[lett. boodschappers] noch machten. Enkele hiervan zijn onze vijanden, met wie we strijd kunnen verwachten. Hiertoe zijn we voorzien van de wapenrusting van God(Efe. 6:10-17). De heilige is voor de strijd uitgerust, maar niet om te verliezen. Over dezen zullen we meer dan overwinnaars zijn, zowel nu als in de komende tijden, het kwade overwinnend door het goede. Noch heden noch toekomst, bedekken al de macht van de tijd. Soms werken de tijdelijke zaken als een oplosmiddel op het geloof en de liefde, en deze worden dan zwak.
Nog meer gevreesd is de onbekende toekomst. Maar zij bevat geen echt of denkbeeldig kwaad dat Gods liefde kan veranderen. Noch krachten, menselijk of demonisch, rechterlijk of politiek of religieus, zijn te vrezen.
"noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here."
De grenzen van de ruimte, noch hoogte noch diepte, bevatten niet een plaats waar de liefde van God niet aanwezig is. "Waarheen zal ik vluchten uit Uw aanwezigheid?" Noch enig ander schepsel. Zelfs het voorbijgaan van de oude schepping en het maken van een andere, kan ons alleen maar meer dan overwinnaars maken. Het is waarschijnlijk dat de woorden andere schepselen[lett. andere schepping] iets betekenen in de oude schepping dat nog niet is genoemd, de een of andere kracht die aan Paulus aandacht is ontschoten.
Geen van deze zal ons kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here. Het lijkt er op dat de liefde van God het moeilijkst van al te ontvangen is, omdat, hoewel ze voortdurend verkondigd wordt, onze harten zo traag zijn het te geloven. We worden niet overheerst door de overtuiging van Paulus dat, omwille van het karakter van Gods liefde, Hij niets zal toestaan om ons van Hem te scheiden. We zijn niet zo volledig overtuigd van de genadevolheid van Zijn liefde, als we zijn van het feit van onze liefdeloosheid en gebrek aan verdiensten. Of misschien heeft de genade ons zo weinig veranderd, dat Paulus' woorden " ..levende in boosheid en nijd, hatelijk en elkander hatende," ons nog steeds beschrijven(Titus 3:3). Het komt vaak voor dat we vurige gelovigen vinden van wie de gezindheid door deze woorden wordt gekenschetst. Zulke mensen kunnen, uiteraard, geen goed begrip of overtuiging hebben van de liefde van God. We onderkennen de liefde van God in de mate waarin we er door worden geregeerd.
Een liefdeloze mens, met een slecht karakter, is de meest verdorven van Gods schepselen, want de mens werd geschapen naar het beeld en gelijkenis van God, om God en mens lief te hebben. Dat er zo veel liefde is in menselijke harten, bewijst onze afstamming van God, Die liefde is; dat er zo veel haat en nijd en kwaadaardigheid is, bewijst dat we van het leven van God vervreemd zijn geraakt. Redding verandert dit alles door alle haat uit te bannen en onze liefde te transformeren en te perfectioneren. Zo lang onze liefde alleen uitgaat naar hen die ons sympathiek zijn, naar de lieflijken, de aangenamen, naar hen die er recht op hebben, en naar de behulpzamen, dan zit er niets echt geestelijks in. Het is eerder psychisch dan geestelijk. Maar de liefde die de vrucht van de geest is komt uit God. Ze stelt ons in staat lief te hebben zoals Hij liefheeft, en het is een middel waarmee we Zijn liefde kunnen waarnemen. Wanneer we liefhebben zoals Hij liefheeft, en allen die Hij liefheeft, dan zullen we beginnen te weten wat de liefde van God is. Paulus kende de liefde van God, omdat ze door zijn hart naar de hele mensheid toe vloeide. We weten zo weinig van Zijn liefde, omdat we zo weinig liefhebben. We zijn er snel bij om te denken dat Gods liefde gelijk is aan de onze, dat Hij liefheeft omdat Hij in ons enige schoonheid of kundigheid of trouw vindt en dat Hij ophoudt met van ons te houden wanneer Hij vindt dat we niet sympathiek staan tegenover Hem, of wanneer Hij ons moet kastijden.
Er zit niets Goddelijks of genadevols in het liefhebben van iemand die sympathiek is. Een briljante Franse dame zei dat de liefde van ieder mens gewonnen kan worden door vleierij. Daarmee zei ze heel eenvoudig dat mensen hen liefhebben die op hun ijdelheid spelen. Maar God houdt van Zijn ergste vijanden en gebiedt ons hetzelfde te doen. We kunnen dit alleen maar doen omdat God het doet, en als we liefhebben door de geest van Christus. Het is schitterend, en voor ons bijna ongelofelijk, dat God van al Zijn schepselen houdt, allemaal zelfzuchtige en trotse en arrogante en oneerlijke en agressieve mensen, zelfs als Hij hun slechte kwaliteiten haat. Het is voor sommige gelovigen te begrijpen dat God zo veel reden heeft om zo van anderen te houden als Hij doet. Het wonder dat door de genade in sommige heiligen is voortgebracht, is dat zij echt de liefde van God kennen en dat zijn er in slagen de krenkenden, de ondankbaren en de genadelozen lief te hebben. Dit is ware bediening!
Het is de taak van het geloof niet alleen te geloven in een goddelijke, onoverwinnelijke liefde, die nooit verkoelt en nooit in haat omdraait, maar ook om te bewijzen dat de heilige lief kan hebben met de liefde van God. De liefde die de vrucht is van de geest, is de goddelijke liefde. In Stefanus bestreed deze geest een krachtige, religieuze haat met een Christelijke liefde en een pleiten voor zijn vijanden(Hand. 7:60). Paulus kwam tot zijn overtuiging over de onveranderlijke liefde van God, door het springtij van liefde die door zijn hart vloeide. Met die liefde diende hij en had hij lief. Hij predikte het evangelie in woord en daad. Hij sprak niet alleen van de waarheid van God, maar hij bracht de God van de waarheid tot de mensen. De liefde van God wordt niet geblust door welke kwade gezindheid in de mens dan ook, anders zou ze geblust zijn door Saulus van Tarsus, de grootste van alle zondaren. Wanneer onze liefde naar enig menselijk wezen faalt, dan komt dat door het vlees dat in ons triomfeert over de geest.
Liefde is de basiskleur in het geïnspireerde plaatje van God. Al Zijn andere attributen en activiteiten zijn uitingen van Zijn liefde. Oordeel en kastijding dienen er toe de laag van onwetendheid af te pellen die ons voor die liefde verborgen houdt. Oordeel is de dienares van genade. Heel de schepping kwam uit God, door en in de Zoon van Zijn liefde. Zo heeft ook redding haar motief, haar oorsprong en haar voleinding in die liefde. Het logisch hoogtepunt van het evangelie is dat het ons confronteert met de liefde van God in Christus Jezus. We hebben de liefde zien gaan door het lijden en offer voor zondaren, een liefde aanbevolen door de dood van Christus voor zondaren. God is liefde, maar de natuur toont dat niet; God offerde Zijn Zoon op om er van te getuigen. Het is een liefde die haat, vervolging en kruisiging overleeft; een liefde die door de meerderheid wordt veracht, maar toch nooit minder wordt; een liefde die ons boze hart nauwelijks kan geloven; alleen zo'n liefde, en niets minder dan dat, kan onze redding bereiken.
De liefde Gods, welke is in Christus Jezus, is die liefde die Hij kwistig uitstort over de heiligen. Precies zoals wij God kennen door Christus te kennen, zo ook kennen we alleen de liefde van God als ze tegen ons geuit wordt en over ons, in Hem, kwistig wordt uitgestort. De liefde van Christus is niets anders dan de liefde van God. Ze wordt alleen in Christus gevonden en in hen die de geest van Christus hebben. De Vader houdt van al Zijn zonen, zoals Hij van De Zoon houdt. In Christus Jezus zijn wij een zoete geur voor God. Zijn liefde vindt volkomen bevrediging in Christus, Die het begin is van een nieuwe schepping, waarin er niets zal zijn dat het hart van een gevoelige en oneindige liefde pijn kan doen.
De Liefde is vlees geworden in Christus Jezus, onze Here. De slaven van zo'n Heer kunnen Hem alleen aanvaardbaar dienen als zij Zijn liefhebbende gezindheid naar alle mensen hebben en ze kanalen zijn van Zijn liefde. Indien vrees, in de aanwezigheid van vijandelijkheden, uitgewisseld zou worden voor liefde, dan zouden we onze Here niet verkeerd vertegenwoordigen. Angst doet zelfs het tamste dier venijnig vechten. Heiligen worden verlost van het vreesmotief door de (h-)erkenning van de beschermende liefde van God. Wanneer zij zich realiseren dat God in Zijn eigen hart dezelfde redenen vindt voor het liefhebben van onze vijanden als voor het liefhebben van ons, dan zullen zij allen beschouwen met de gezindheid van Christus. God houdt echt van Zijn vijanden, hoewel Hij hun kwade bedenksels doet mislukken, net zoals Zijn voorzienende genade ons er van weerhoudt veel kwaad te doen. Net zoals Hij de toorn van de mens kan omzetten in lof voor Hem, is het waar dat de toorn van de mens op zich niet de rechtvaardigheid van God bewerkt. Het is voor ons zo makkelijk te denken dat onze Here op liefdeloze wijze gediend kan worden. Nooit, maar dan ook nooit, zelfs toen de ijver voor het huis van Zijn Vader Hem verteerde, noch toen Hij het wee uitsprak over de schriftgeleerden en de Farizeeën en de huichelaars, handelde of sprak onze Heer anders dan in liefde. Zijn ijver en uitspraken kwamen voort uit een perfect begrip, uit rechtvaardigheid en liefde. Totdat we er zeker van zijn dat we mensen liefhebben en begrijpen zoals Hij dat deed, moeten we maar niet Zijn uitspraken imiteren, anders zullen we Hem zeker op verkeerde wijze vertegenwoordigen.
Twee maal wordt er in deze brief over de liefde van God gesproken(5:3-8; 8:35-39). In beide gevallen wordt ze besproken in verband met het lijden van de heiligen en getrouwen. te midden van krachtige verdrukking kan niets zo het hart tot kalmte brengen, vrees uitbannen en volharding voeden als de verzekering van de liefde van Hem Die alles wat in het universum aanwezig is doet werken. Zijn liefde noemt bij naam, want Hij heeft een speciale en persoonlijke betrokkenheid bij iedere individuele heilige. Ieder van hen is omringd en beschermd door Zijn zorgzame liefde. In beide passages wordt de zekerheid van Zijn liefde gegeven, opdat we mogen glimlachen in het gezicht van iedere tegenstander en juichen in al ons lijden.
Het is ons voorrecht te mogen delen in Paulus' overtuiging. De liefde van God, die het hart bezit en bevredigt, is de bekronende gelukzaligheid van ook de hemel en de Aarde. Het staren naar de schepping en de wereld door mensen met liefdevolle ogen, is deze voorwerpen zien zoals God ze ziet. Onszelf te kennen als de bijzondere voorwerpen en kanalen van Gods liefde, verlicht ons leven met het licht van de komende heerlijkheid. Wanneer de ogen van onze harten verlicht zijn, is de allesomvattende liefde van God zichtbaar in alle gebeurtenissen en omstandigheden van het leven. En wanneer we rampspoeden verwelkomen met de zekere overtuiging dat liefde alle beproeving tot traptrede zal maken naar de overwinning, dan kunnen we niet bang zijn. De tegenstanders die we ontmoeten en overwinnen zullen snel onze bondgenoten en mede-slaven worden. Het evangelie heeft er voor gezorgd dat we rusten in de schoot van God. Wat bestaat er toch een tegenstelling tussen het begin en het eind van deze wonderlijke onthulling! Waren we eerst bezig met een onthulling van de verontwaardiging van God tegen onze zonden, nu leven en wandelen we in de zonneschijn van Zijn onveranderlijke en geheel onverdiende liefde! Wat heeft de liefde toch bewerkt! Ons ontbreekt alleen volledige overeenkomst met het beeld van Zijn Zoon. En: we zijn verzekerd dat de Liefhebber, Die al zó veel voor ons gedaan heeft, niet zal falen onze redding te volmaken. Een essentieel onderdeel van onze redding is een vrijmoedig, hedendaags genieten van de liefde van God.
Dit artikel is afkomstig uit U.R.Magazine, jaargang 27, pagina 87.
Uitgave van Concordant
Publishing Concern
Voor meer delen uit
deze serie, klik
hier