"Want God heeft de wereld zo lief, dat Hij de Zoon, de eniggeborene, geeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren zou gaan, maar aionisch leven zal hebben."
We horen het bovenstaande welbekende Schriftdeel vaak geciteerd worden - Johannes 3:16. Vaak wordt dit vers gebruikt om te evangeliseren, maar ik vraag me af hoevelen van hen die het gebruiken het werkelijk verstaan met een hartelijk begrip van de lengte en diepte en breedte van de aanhankelijk liefde die er in getoond wordt.
Het woord "liefde" wordt te hooi en te gras gebruikt in onze zogenaamde goed geïnformeerde maatschappij, maar veel te vaak wordt het als synoniem voor lust gebruikt. In de wereld is er geen verlangen de goddelijke betekenis van het woord "LIEFDE" te verstaan.
Als we een helder verstaan van de betekenis er van willen krijgen, zouden we Romeinen 5:6-9 moeten lezen. Door goed aandacht te besteden aan de huidige, decadente maatschappij en die contrasteren met Gods rechtvaardigheid, beginnen we ons de super overvloed en kracht van Gods liefde bewust te worden. Het zevende vers van dit hoofdstuk in Romeinen onthult iets dat maar weinigen overwegen, maar laat ons het op deze manier doen door de vraag te stellen: hoevelen van ons zouden voorbereid zijn de plaats in te nemen van iemand die veroordeeld was te sterven voor een verschrikkelijke misdaad? Ja, dat klopt, ieder mens zou het moeilijk vinden zelfs voor een goede mens te sterven, laat staan voor iemand die veroordeeld is geworden voor verschrikkelijke misdaden. Dat was niet het geval met Christus. Hij stemde gewillig in ten behoeve van ons te sterven, en dat terwijl wij nog zondaren waren! Is dat super overvloedige liefde of niet?
Kunnen we ook maar beginnen het grote offer te begrijpen dat God bracht door Zijn enig geboren Zoon te offeren? Zijn grote liefde voor ons was voor Hem aanleiding aan onze overtredingen voorbij te zien. We lezen in 2 Korinthe 5:19 dat God "aan hen niet hun overtredingen toerekenend" was, ook al moet de stank van onze zonde tot in de hoge hemel gereikt hebben.
Begrijpen we ten volle wat Christus voor ons wilde opgeven? Laten we ons informeren en 2 Korinthe 8:9 lezen: "Want jullie kennen de genade van onze Heer, Jezus Christus, opdat, rijk zijnde, Hij ten behoeve van jullie arm is geworden, opdat jullie door Diens armoede rijk zouden worden" De rijkdommen waarvan hier wordt gesproken gaan ver uit boven ons menselijk vermogen te verstaan, omdat ze niets anders zijn dan geestelijke zegeningen die bereid worden voor hen die persoonlijke verantwoording hebben aanvaard voor de dood van hun Redder, de Here Jezus Christus. Zijn liefde voor ons en Zijn wil om de wil van Zijn Vader te completeren, wordt duidelijk: "Laat dit de gezindheid zijn bij jullie, welke ook was in Christus Jezus, Die in de vorm van God behorend, het niet roof achtte gelijk te zijn aan God, maar Zichzelf leeg maakte, de vorm aannemend van een slaaf, in gelijkenis van mensen is geworden en in uiterlijke vorm gevonden wordend als mens, maakte Hij Zich nederig en werd gehoorzaam tot de dood, ja de dood van het kruis"(Filip. 2:5-8;SW).
We worden er aan herinnerd dat alles uit God is (2 Kor. 5:18), dus laten we overdenken wat de liefde van God voor ons heeft bereikt in Christus Jezus (Kol. 1:18-20). Om wat God door Christus heeft gedaan, hebben we nu vrede met Hem. In elk van Paulus' brieven worden we begroet met "Genade aan jullie en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus."
Niet alleen hebben we vrede ontvangen, we ontdekken nu iets meer: "Want jullie hebben niet een geest van slavernij gekregen, om opnieuw vrees te hebben, maar jullie hebben de geest van zoonschap gekregen, door welke wij roepen: ABBA, °Vader! Deze geest getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn"(Rom. 8:15,16;SW - zie ook Galaten 4:5,6 en Efeze 1:5).
Indien we voortgaan in Romeinen, hoofdstuk vijf, vers achttien, dan lezen we: "Zo dan, omdat het door één overtreding voor alle mensen kwam tot veroordeling, zo komt het door één rechtvaardige daad voor alle mensen tot rechtvaardiging van leven. Want zoals door de ongehoorzaamheid van de ene mens, de velen tot zondaren aangesteld werden, zo zullen ook, door de gehoorzaamheid van °Een, de velen tot rechtvaardigen aangesteld worden." Romeinen 5:1,2: "Wij dan, gerechtvaardigd uit geloof, hebben vrede met God door onze Heer Jezus Christus, door Wie wij ook, door het geloof, toegang hebben in deze genade, waarin wij staan en wij roemen, in de verwachting van de heerlijkheid van God"
Wat een heerlijke onthulling! Vanwege Gods liefde voor ons en het offer dat Hij wilde brengen, hebben we nu vrede met Hem. We zijn gerechtvaardigd geworden - dat wil zeggen, niet schuldig bevonden, wat een vredige relatie met de Vader mogelijk maakt, en die ongelofelijke zegen van zoonschap. Daar bovenop is er geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn! (Rom. 8:1).
We hebben ook een belofte van onze verheerlijking! "maar God, Die rijk is in mededogen, vanwege Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefheeft, maakt ook ons, die dood zijn voor de overtredingen, samen levend met Christus (door genade zijn jullie geredden), en Hij wekt ons tezamen op en zet ons tezamen in Christus Jezus te midden van de hemelingen"(Efe. 2:4-6;SW). God spreekt er over alsof het al heeft plaatsgevonden!
Velen zijn zich bewust van het 'liefde hoofdstuk,' 1 Korinthe 13, en de verzen 4 tot 7, maar laten wij vers 13 lezen. "Maar nu blijven geloof, verwachting, liefde, maar van deze drie is de liefde de grootste." Waarom is dat zo? Wel, de eerste twee in deze drie-eenheid zullen voorbij gaan. Geloof wordt als een gratis geschenk gegeven, verwachting ziet uit naar de volledige uitbetaling van Gods beloften. Wanneer deze twee zijn vervuld blijft alleen de liefde over! Is dat niet interessant? Dit is waar het allemaal om begon. "Want God heeft de wereld zo lief!" We worden gedrongen de conclusie te trekken dat "LIEFDE" het grootste woord in heel het universum is, en God demonstreerde de betekenis er van op de meest effectieve wijze, door toe te staan dat het bloed van Zijn Zoon voor ons allen vergoten zou worden, opdat Hij "Alles in allen" kan worden (1Kor. 15:28).