Denk er eens aan hoe vreemd onze wereld is. Ieder schepsel op aarde, van het kleinste micro-organisme of een één cellige plant, tot aan het grootste dier of de hoogste boom ter wereld, heeft vijanden. We zien ook dat de mens, met zijn gaven en capaciteiten ver boven andere vormen van leven, hachelijk leeft te midden van vijanden. Er is een constante dreiging van vernieling of rampspoed door een aardbeving, storm, watersnood of droogte, en hoewel veel van het oppervlak van de aarde vrijgemaakt is van wrede dieren, heeft de mens zelf nieuwe vijanden gemaakt, waarvan sommige sneller gaan dan wilde dieren, en nog meer vreselijke schade aanbrengen, en zich voortbewegen op 2, 3 of 4 wielen. Microscopische organismen, bacteriën en virussen dreigen voortdurend, met miljarden tegelijk, allerlei ziekten brengend. Daarbij is daar de mens, in een wereld die gespleten is door rivaliteit, haat, oorlog voerende groepen, met nationale, raciale, politieke klassen, religieuze en persoonlijke vijandschappen en ruzies; met bitterheid die blijft smeulen of uitbreekt in geweld. Doorheen zulk een scene schrijdt een gezamenlijke vijand - de dood - allen als slachtoffer opeisend.
Wanneer we ons tot de Bijbel wenden vinden we dat het meeste er van gaat over verslagen van vijanden en vijandschap. In het eerste boek wordt vijandschap getoond door de ene broer tegen de andere; dan wordt vijandschap getoond tegen God, gevolgd door vijandschap tussen natiën. Deze vijandschap groeit door om uit te lopen in de vijandschap en haat van heel de mensheid tegen Gods Zoon - "Kruisig Hem!" En in het laatste boek zien we oorlog in de hemel, en op aarde is die gemobiliseerd tegen gelovigen. In de Bijbel ontdekken we andere vijanden van de mensen, van wiens aanwezigheid en activiteit we vrijwel allemaal niet op de hoogte zijn, want er bestaat een onderwereld van geesten, handelend in en in het bezit van menselijke geesten, hun aanbidding krijgend en hen totaal vernederend.
Er zijn krachtige wezens, die in de Schrift "de wereldmachten van deze duisternis"(Efe. 6:12) worden genoemd, die de absolute controle hebben over de natiën en hun regeerders, hen heen en weer schuivend als pionnen onder hun leider - "de god van deze aion" (2 Kor. 4:4), de geesten van mensen bindend door de vervalste hoop van de wetenschap en vooruitgang. We ontdekken ook dat er vijandschap is van de meest krachtige burgers onder de hemelingen, die hun aanvallen richten op hen die God geloven.
Vanuit de Schrift worden we op de hoogte gebracht wie de aanstichter van al deze vijandschap is. Hij wordt "de god van deze aion" genoemd - Satan! Hij is de tegenstander van God, Hem lasterend en verkeerd weergevend - de aartsvijand van de mensen - een mensendoder! Na slechts twee hoofdstukken van de Schrift worden aan hem voorgesteld, de mens naar zijn dood lokkend, en slechts twee hoofdstukken blijven over wanneer hij zijn afgang maakt in de Poel des Vuurs, samen met heel veel mensen, hun lijden beëindigend maar zijn lijden beginnend. Maar eerder had Satan velen uit de menigten van de hemel al op het verkeerde pad geleid en de aarde betrokken bij vernieling. Vanwege zijn werk zullen er vijanden zijn tot het einde van de aionen. Deze toestand wordt nog vreemder gemaakt wanneer we over Satan lezen in Jesaja 54:16, want daar vertelt God ons: "Ik schiep de vernietiger om schade aan te brengen."
Toen God de mens formeerde, gaf Hij hem een Achilleshiel, een kwetsbare zwakte, zonder welke hij door Satan nooit verleid had kunnen worden: een vermogen tot sterven - en nog erger, een vermogen voor vijandschap met God, door de zintuigen van het vlees. In Romeinen 8:6 vinden we de vermelding van deze andere vijand: "de gezindheid van het vlees." Deze twee zijn de echte vijanden van de mens, de bron van zijn ondergang: Satan en de gezindheid van het vlees. En God is verantwoordelijk voor hun introductie.
Misschien zullen we in staat zijn te zien dat vijanden een relatie hebben met Gods heerlijkheid en noodzakelijk zijn, totdat heel Zijn schepping zich bewust zal zijn van die heerlijkheid. In de wereld van vandaag is vijandschap absoluut noodzakelijk voor het voortdurende bestaan van leven. Iedere vorm van leven heeft de een of andere vorm van bescherming tegen vijanden en enige zwakte waardoor het kan overwonnen worden, anders zou de hele balans van het geschapen leven vernietigd worden. Soms werden dieren of planten in nieuwe landen of continenten geïntroduceerd en hebben ze grote gebieden overwoekerd en verwoest, totdat een effectieve vijand was gevonden om de balans te herstellen.
Op dezelfde wijze moeten schadelijke bacteriën - de vijanden in onze lichamen - aangevallen worden, anders zijn ziekte of zelfs de dood het gevolg. Maar deze gezamenlijke vijand, de dood, is essentieel voor het leven, want alles leeft door de dood en ontbinding van andere vormen van leven. Het voedsel dat wij vandaag eten is geheel het gevolg van vijandelijk handelen. Het brood voor onze boterhammen houdt het verpletteren in van duizenden tarwekorrels - het potentiële leven voor vele planten. Het beleg van de boterham kan de dood van het een of andere dier of plant betekenen, waarvan het leven werd gevoed door de grond, die op zich weer aangevuld werd door het gevolg van de vijandelijke daden van piepkleine bodemorganismen of bacteriën, terwijl het water dat wij drinken mogelijk is opgepompt uit een reservoir dat bacteriën, grotere organismen, insectenlarven en vis bevat, allen zich met elkaar voedend. Maar laat dit uw lunch niet bederven! Er is geen ander soort voedsel beschikbaar! Op een veel belangrijker terrein was de hoogste actie van vijandschap van Satan en van de mens nodig, opdat het brood des levens voor ons beschikbaar zou kunnen komen.
We kunnen, in een setting van een universum van vijanden, de Schrift zien als een verhandeling over oorlog en vrede. Ze is geschreven door de inspiratie van de Meester Tacticus - degene Die alles in strijdopstelling zet en Die beweegt zoals Hij wil, niet speelgoedsoldaatjes, maar schepselen die tot lijden en sterven in staat zijn - een grimmige zaak. Toch is Hij Die alles plant en bewerkt zeer betrokken bij het lijden. In de beslissende slag vinden we allen opgesteld tegen Zijn Gekozene, de Zoon van Zijn liefde. En de Zoon neemt geen verdedigende houding in, noch is er geen 11e uur of laatst minuut beweging om de tactiek van de strijd te veranderen. Hij sterft, want dit is geen schijngevecht. Zowel Hij als de Vader, die de strijd plande, lijden boven alle menselijke begripsvermogen. Alleen door Gods onthulling kunnen we hopen Zijn strijdwijze en wijsheid in deze te zien, resulterend in een complete overwinning. Zijn Zoon houdt Zijn strijdpositie vast, gehoorzaam aan Zijn Plaatser, Zijn God. Gehoorzaam tot de dood! De Zijne is niet een dood met eer, zoals op een slagveld, maar een dood van schande - de dood aan het kruis. Hierin ligt de overwinning over vijanden. En God heeft aangetoond dat de overwinning compleet is, want Christus stond op, heerlijk triomferend, "opdat, door de dood, Hij degene buiten werking zou stellen die de macht van de dood heeft - dit is de Lasteraar" (Hebr. 2:14;SW). En in Kolossenzen 2:15 lezen we: "afstropend de soevereiniteiten en de autoriteiten, stelt Hij ze aan de kaak, daarin in stoutmoedigheid over hen triomferend" (de krachten achter het vertoon van de haat van de mens). Hij maakt een spektakel van hen. hen paraderend als krijgsgevangenen.
(Ik ben me er van bewust geworden dat in de schande van het kruis, niet in het lijden, noch in het bloed, noch in de dood van de Zoon, Gods handelen met vijanden te vinden is, de vijand of de vijandschap verwijderend. Voor zover ik kan vinden gaan, in de brieven, alle verwijzingen naar het kruis over vijanden. Alle voorwaarden en daden van de mensheid die uit vijandschap voortkomen, worden afgehandeld in Zijn gehoorzaamheid).
God oordeelt niet, giet geen toorn uit, redt niet, rechtvaardigt en verzoent geen vijanden. Hij handelt anders met en heeft andere houdingen voor verschillende omstandigheden. Voor de zonde heeft Hij de dood. Voor zonden heeft Hij offers en lijden. Voor overtredingen heeft Hij vervreemding. Voor onrecht en oneerbiedigheid heeft Hij toorn. Voor daden heeft Hij oordeel. Maar wat heeft Hij voor vijanden, het onderwerp van onze studie? We zullen nu hun behandeling overdenken.
De zonde van een mens, zonden en overtredingen vormen een aanslag op God. Hij, heilig en rechtvaardig, zag de mens als Zijn vijand. God handelde met deze aanvallen in de persoon van Christus, en zij werden Christus aangerekend in Zijn lijden, bloed en dood. Er zal op deze gronden tegen niemand, nu of in de toekomst, actie ondernomen worden.
Door Gods liefde voor Zijn vijanden, getoond in de dood van Zijn Zoon, beschouwt Hij hen niet langer als zodanig. Hij smeekt om dezelfde houding naar Hem toe (2 Kor. 5:18-21). Er blijft verontwaardiging en oordeel over, maar God toont genade aan wie het Hem een genoegen doet, en het bereik van Zijn genade aan de koppigen wordt gegeven in Romeinen 11:32.
Tot het kruis beschouwde God de mens als Zijn vijand, maar daarna is dat niet meer zo. De Schrift laat de vijandschap van de mens tegen God zien. Mensen zijn van God vervreemd, vijanden in begripsvermogen, opstandig tegen omstandigheden, God de schuld gevend, ondankbaar, omdat ze onbekend zijn met Hem, boze werken doende, God trotserend. Door Zichzelf te onthullen heeft God alle misverstanden over Hem verwijderd en daarmee de de basis voor onze vijandschap weggenomen. Wij lezen in 1 Tim. 1:14 "Maar de genade van onze Heer overweldigt met geloof en liefde, die is in Christus Jezus." We leren dat Christus alles heeft afgehandeld dat een barrière met God vormde, en ons heilig en smetteloos presenteert, onaantastbaar in Zijn ogen. We lezen in Romeinen 5 dat het oordeel "gerechtvaardigd door geloof" ons toegang geeft tot Zijn genade, die zich bezig houdt met vijandschap op grond van Gods liefde voor ons in de dood van Zijn Geliefde Zoon. Wanneer we in Kol. 1:13 lezen dat Hij "ons redt uit het gezag van de duisternis en ons overbrengt in het koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde," wordt alle rebellie in onze harten en ons denken gestild. Als dit nieuws voor u is, het is Gods redding voor u. Geloof het! Zo beveelt God Zijn liefde bij ons aan. Laat Zijn liefde binnen stromen in uw hart.
De vijandschap van Satan tegenover ons blijft en wordt intensiever, omdat wij de aandacht ontvangen van een nieuw stel vijanden, de soevereiniteiten en gezaghebbers onder de hemelingen. En dat is niet vreemd! Christus en Zijn ecclesia gaan deze arme, misleide volgelingen van Satan van hun plaats verwijderen en zullen hen vervangen in het gezag over de hemelingen. Hun vijandschap tegen ons geloof in Gods uitspraken is ontworpen om ons weg te houden van een bewustwording van onze toekomstige status en heerlijkheid, en van het nu in geest genieten van ons lotdeel te midden van de hemelingen, want God heeft ons gezegend met iedere geestelijke zegen onder de hemelingen. Satan en zijn gezaghebbers vallen aan door valsheden, misleidingen, insinuaties, en zelfs schijnbaar goede motieven, zo vlees en bloed gebruikend om "de kogels af te vuren," een sluwheid waar we niet tegenop kunnen. Maar Efeze 6 laat ons zien hoe we deze aanvallen kunnen afslaan met de verdediging die God tegen hen levert: staan, de strijd is van de Heer! Wij zullen niet vechten, en hoeven dat ook niet, en Hij hoeft het ook niet. Iemand die gezag heeft vecht niet, nooit. Hij overwint met heerlijkheid, en geeft ons altijd een overwinning in Christus.
Zo niet, dan is de gelovige overgelaten aan zijn eigen ergste vijand - de gezindheid van het vlees, een vijand omdat deze ons wegleidt van alles wat voedsel levert voor onze geest. Het zou ons tot slaaf maken voor haar wens naar dat wat de wereld aanbiedt, een wereld die strijdt om onze liefde, een wereld waarvoor Christus Zichzelf gaf om ons te redden, een wereld die voorbij gaat. Alle pogingen om deze vijand te bestrijden, hopend op een overwinning van ons denken en onze geest over de vijand die er naar verlangt zichzelf uit te drukken, lopen uit op een verachtelijke nederlaag. Maar God, in Zijn oneindige wijsheid, heeft ons verlost.
Toen Christus gekruisigd werd deed God heel de mensheid die uit Adam voortkwam weg, mét al hun gezindheden. Hij kruisigde die samen met Christus. Door een voortdurend actief geloof in Zijn woord mogen we deze vijand als dood beschouwen, zo dood als de Israelieten de Egyptenaren zagen die hen als slaven gehouden hadden, dood op de kust. Als we dit niet herkennen en het echt waar maken, zegt God in Filippenzen 3:18 dat wij een vijand van het kruis zijn. We willen vasthouden aan het 'zelf' en aan de vertroostingen van de wereld. We laten een vijandige houding zien aan het oordeel over het 'zelf,' over het 'ik'. We erkennen dan niet dat deze schaamtevolle dood van de oude mensheid verdiend is, de dood aan het kruis.
Net zoals vijanden nodig zijn in deze wereld, zo zijn ze nodig voor Gods uitverkorenen. Ze waren nodig voor Israel om ze te herinneren aan hun afhankelijkheid aan God. In Gods handen werden vijanden een staf voor trots en een gezwollen hart (Jes. 9:9), totdat Zijn volk zou leren op Hem te leunen, tot de tijd waarin God Zijn boosheid zal omkeren en hun terugval zal genezen. Ze waren toen door God in dienst genomen om Zijn bedoelingen met Zijn volk uit te voeren.
Terwijl Israel, doorheen heel de Schrift, de vijandschap van het vlees tegen God demonstreert, zijn ze op dit moment vijanden ten behoeve van ons, maar wel geliefde vijanden. Heel Zijn schepping wordt door God geliefd en alleen tijdelijk behandeld als vijanden - ten behoeve van anderen. Vijanden zijn voor ons noodzakelijk op het gebied van het denken en de geest. Totdat God alles in ons zal zijn hebben we zwakheden en weerhouding nodig. Als we geen behoefte hadden aan bewapening om ons te beschermen, zouden we die dringende kracht naar rechtvaardigheid niet aan doen. Hoe zouden we, zonder sandalen voor onze voeten, stevig kunnen staan? Als er geen vurige pijlen zouden zijn, geen beproeving van ons geloof, als we niet het zwaard van de geest zouden ontvangen, wat zou dat een verlies zijn, niet in staat zijnde om, door gebrek aan oefening, het Woord van God te hanteren! Als er geen behoeft zou zijn om waakzaam te zijn (de voortdurende houding van de dierenschepping, zelfs in de slaap), wat zou dat een verlies van afhankelijkheid en gemeenschap met God door gebed betekenen! We lezen in Romeinen 5 dat beproeving volharding bewerkt, getestheid en verwachting. verwachting van de heerlijkheid van God. Wij zijn gered door genade voor genade, om heerlijkheid aan God te brengen te midden van die vijanden, hen van Satan naar God kerend. Genade heeft een achtergrond van vernedering nodig.
Door de dood van Gods Zoon was God verzoend met de wereld. Voor de gelovige houdt vijandschap op met werken doordat God de oorzaak verwijderd, de duisternis van ons denken teniet doende, Zijn Zoon in ons onthullend. Met Satan is het gedaan, zijn heerschappij over ons is beëindigd. Christus triomfeert over de dood (2 Tim. 1:10). Hij schaft de dood af, eerst in Zijn eigen geval, maar uiteindelijk in dat van allen. Dit is hoe de barrière van vijandschap werd verwijderd tussen Joodse en heidense gelovigen - een nieuwe mensheid (Efe. 2:13-16)!
Hoe gaat God, door Zijn Zoon, Christus Jezus, uiteindelijk handelen met vijandschap? We hebben gezien dat Hij het al afhandelde, aan het kruis! Er is nu alleen nog nodig dat het volledig getoond gaat worden door de vijandschap onder Zijn voeten te plaatsen (Efe. 1:20-22). Zelfs na de 1000 jaren van Christus' heerschappij op aarde, zal er nog steeds vijandschap zijn. Maar wanneer we ons tot 1 Kor. 15:24 wenden, zien we de voleinding onthuld: "wanneer Hij alle soevereiniteit en alle gezag en kracht zal hebben afgeschaft" en dat "De laatste vijand wordt afgeschaft: de dood"(vers 26). Het Griekse woord dat hier met "afgeschaft" wordt vertaald heeft synoniemen, zoals "teniet doen" en "afzien van." Het betekent "buiten werking stellen." Het gaf me bij mijn studie over dit onderwerp grote blijdschap om te zien dat Gods manier van het recht stellen van het universum bestaat uit het simpelweg wegnemen van wat verkeerd is - alles buiten werking stellen wat als een vijand heeft gefunctioneerd. Dit is wat er met de Egyptenaren gebeurde; ze werden blijvend buiten werking gesteld.
Zo zal de hele schepping, nu onderschikt aan ijdelheid, kreunend en zwoegend, uiteindelijk in "de heerlijke vrijheid van de kinderen van God" gebracht worden, in de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, omdat de dood wordt afgeschaft (Openb. 21:4). Dit is hoe God een nieuwe schepping tot stand brengt, door al wat in de oude vijandschap is weg te doen. De twee factoren die tot alle vijandschap hebben geleid tussen mensen en in mensen, uiterlijk en innerlijk, worden afgeschaft.
- Wanneer Satan ophoudt met werken, houdt alle tegenstand op.
- De dood afgeschaft moet beteken dat de dood die miljoenen gevangen hield, ophoudt hen vast te houden, en dat allen levend gemaakt worden.
"Onder Zijn voeten" betekent een locatie. Dat is waar God hen zal plaatsen. Het is niet een toestand van verpletterd worden, want hetzelfde woord wordt ook gebruikt om onderschikking te omschrijven. Hij zal allen onder dezelfde voeten onderschikken, onder Christus' voeten - de genade van de mooie voeten! Hij verbreekt zelfs niet het geknakte riet! De hemel is Zijn troon, de aarde Zijn voetstoel. Maar al voordat allen onder Zijn voeten zijn, zullen enkelen van Zijn voormalige vijanden deelnemen aan Zijn heerlijkheid in de hemel, aanbiddend en nederig aan Zijn voeten.
Wij verbinden tronen en heersen met heerlijkheid en pracht, en zoveel van onze liederen zien uit naar Zijn heerlijkheid als Koning der koningen. We verwonderen ons bij de genade die hen van de mensheid doet opstaan die van Hem zijn om mee te doen aan Zijn heerschappij. Maar tronen en heersen zijn verbonden met vijanden en ongehoorzaamheid. Dit is aionische heerlijkheid - Hij is Koning van de aionen.
Maar er is een andere heerlijkheid, de heerlijkheid van God, de Vader, die hier zelfs nog bovenuit gaat!
Gods Zoon brengt het universum naar een punt waar alle heersen ophoudt, omdat alle vijanden en alle vijandschap ophouden te bestaan. Want Deze, met alle buit aan Zijn voeten, doet afstand van de troon en neemt Zijn plaats in onder Zijn God en Vader. En nadat Hij allen in het Koninkrijk van Zijn liefde heeft gebracht, draagt Hij dat Koninkrijk over aan Zijn Vader.
Wanneer de dood ophoudt werkzaam te zijn, dan zal al wat mens is in harmonie zijn met God, de blije en normale relatie tussen Schepper en geschapene. Dan zal alleen één wil werkzaam zijn in het universum, want meer dan één wil betekent strijd. Gods wil is allen in allen; het universum zal één zijn.
"Wanneer de vijandschap weg is, dan moet, door het bloed van Zijn kruis, verzoening voor allen volgen."
Hoe gezegend zal de schepping zijn wanneer ze onderschikt zal zijn aan haar Schepper, Wiens wil onderschikt is aan Zijn liefde: in Zijn Koninkrijk van liefde!
Na ontdekt te hebben dat ze nooit vrij waren, maar onderschikt aan vijanden, zal heel de schepping binnen gaan in de heerlijke vrijheid van de kinderen van God. Omdat we alle ervaringen, die ons door de vijand geleerd zijn, zullen herinneren, zullen onze harten nederig en verzoend zijn; we zullen niets van onszelf willen, maar alleen dat God ons alles is!
Dan zullen deze nobele woorden vervuld zijn geworden die door Paulus werden genoteerd in Romeinen 8:19-21.
"want vol spanning verwacht de schepping de openbaring van de zonen van God. Want aan de vruchteloosheid was de schepping ondergeschikt geworden, niet vrijwillig, maar door Hem Die onderschikt, in de verwachting dat ook deze schepping bevrijd zal worden van de slavernij van de vergankelijkheid, tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God."(SW)
©A. Maclarty - Grace and Truth Magazine
Heeft u een woord gelezen waar u meer over wil lezen, vul het dan hieronder in.
©
www.hetbestenieuws.nl