"... niemand herkent de Zoon dan de Vader, noch herkent iemand de Vader dan de Zoon en wie de Zoon van plan is Hem te onthullen"
(Matt. 11:27)
De uitspraak die te kennen geeft dat de Zoon van plan was de Vader aan bepaalde mensen te onthullen, komt misschien zo dichtbij als welke passage in de Besnijdenisschrift dan ook, als het zijn van een belofte van de huidige genade. Toch wordt deze belofte in beperkte mate te kennen gegeven, want er wordt niets gezegd over het feit dat ook de Zoon in de huidige genade onthuld zou worden. Toch is dit een feit, want God onthult Zijn Zoon aan Paulus (Gal. 1:16). Zo onthuld zijnde aan de apostel voor de natiën, onthult de Zoon ook de Vader door ge geschriften van dezelfde apostel.
Fundamentalisten, in hun gevecht tegen Modernisten, menen dat zij heel de weg gaan, wanneer zij er op staan dat Christus de Zoon van God is, ontvangen in de maagd Maria, door de heilige geest, en dat God de Vader van Christus is, en van gelovigen. De passage die in de meest volle betekenis spreekt van de Zoon - Kol. 1:13 - wordt verduisterd door een foute weergave: "Zijn geliefde Zoon." De juiste weergave is "de Zoon van Zijn liefde." Te spreken van Christus als Zijn geliefde Zoon is niet anders dat herhalen wat gelovigen al wisten voordat Kolossenzen was geschreven, en wat vandaag bekend zou zijn, zelfs als Kolossenzen nooit was geschreven.
Hij is veel meer dan Zijn geliefde Zoon; Hij is de Zoon van Zijn liefde. Dit onthult aan ons de Zoon van God, lang voordat Hij leefde in het vlees. Het neemt ons mee terug naar de tijd vóór de aionen. Het wijst naar een tijd toen, behalve de Vader en de Zoon, niemand bestond - een tijd waarin de Zoon zojuist uit de Vader was voortgekomen, als de Eerstgeborene van ieder schepsel. Verder vraagt om de aandacht voor het geweldig belangrijke feit dat de Zoon het PRODUKT is van Gods liefde. Met andere woorden, Gods liefde, toen die handelde, bracht de Zoon voort.
Hierop volgend informeert de apostel ons gehaast, als ware het net zo belangrijk, (wat het ook echt is), dat in de Zoon van Gods liefde het universum in de hemelen en op de aarde werd geschapen (vers 16). Christus kwam uit God (Joh. 13:3) en toen Hij zo voort kwam als het product van Gods liefde, kwam het universum uit Hem voort. Voordat iets dat nu in het universum is een apart bestaan had, was het allemaal in de Zoon. Dit is wat wordt bedoeld met de uitspraak dat het universum in Hem werd geschapen.
En dit is Gods manier van tonen van Zijn liefde voor het universum aan schrandere geesten en harten. Hij heeft het zo lief dat Hij de Zoon van Zijn liefde koos als het kanaal waardoor Hij het tot stand zou brengen. Ook is het Zijn manier van ons vertellen hoeveel waarde Hij hecht aan het universum. Zou iemand willen zeggen dat God iets waardeloos tot stand bracht de Persoon Die het product van Zijn liefde is?
In deze passage wordt de Vader onthuld, ook al wordt hier niet naar Hem verwezen als Vader. Het is onmogelijk aan de Zoon te denken zonder aan Zijn Vader te denken, en het is zeker dat wanneer we zien dat de Zoon de Zoon van Zijn liefde is, en dat het universum in Hem werd geschapen, we ook zullen zien dat de Vader Die de Zoon liefheeft ook houdt van het universum. Dit wordt krachtiger naar voren gebracht wanneer we verder lezen dat het universum is geschapen DOOR Hem en VOOR Hem.
Hoe waardevol ook de fundamentalistische positie is ten opzichte van de Modernisten, de volle onthulling van de Vader en de Zoon aan aanbiddende harten is van veel groter belang. God is niet simpelweg de Vader van Christus; Hij is de Vader Wiens liefde Christus voortbracht. Christus is niet simpelweg de Zoon van God voor wat Zijn geboorte uit de maagd betreft; Hij is de Zoon van Gods liefde, in Wie, door Wie en voor Wie het universum aionen vóór Zijn geboorte in Bethlehem werd geschapen.
God, de Vader, Die het universum schiep in, door en voor de Zoon van Zijn liefde, heeft Zich nooit tegen het universum gekeerd, ook al is het bevlekt door zonde. Zijn grote hart van liefde hongert naar de terugkeer er van naar Hemzelf - hongert naar de liefde er van in antwoord op die van Hemzelf. Dat Hij ze geen ziertje minder liefheeft dan Hij de Zoon liefheeft, wordt getoond door het feit dat Hij de Zoon gaf om aan het kruis Zijn bloed te vergieten, "door Hem het al met Zich uit te verzoenen in Hem, vrede makend door het bloed van Zijn kruis, door Hem, hetzij dat op de aarde, hetzij dat in de hemelen" (Kol.1:20;SW).
Met betrekking tot dit vers houden de Fundamentalisten vast aan de verouderde weergave "alle dingen," in plaats van "het universum" of "het al," en spreken ze van levenloze dingen die met God verzoend worden. In de kern van de zaak kan geen enkel wezen dat niet vervreemd is verzoend worden. Nuchter nadenken dicteert dat het verwijst naar ieder vervreemd schepsel in de hemelen en op de aarde. Hoewel de "tragedie van Golgotha" uitgevoerd werd op aarde, reikt het voordeel van het bloed van het kruis tot aan iedere plaats in het universum waar vervreemding is. Zonde is zeer zeker niet beperkt tot de menselijke familie.
De onthulling van de Vader en de Zoon, zoals we die vinden in de boodschappen door de apostel van de natiën, laten een Vader zien Die het universum liefheeft en een Zoon Die het universum verzoent met de Vader. Niemand had dit visioen ten tijde dat onze Heer deze woorden uitte van de tekst die aan het begin van dit artikel werden geciteerd.
De onthulling laat iedere knie zien, hemels, aards en onderaards, buigend in de naam van Jezus, en iedere tong Jezus Christus belijdend als Heer, en dat doende voor de heerlijkheid van God, de Vader (Filip. 2:10,11). Het feit dat ze het doen voor de heerlijkheid van God, de vader, bewijst dat het een toneel is dat volgt op de verzoening van het universum door de spontane en blije liefde van Zijn universum.
Als iets dat ik in dit artikel heb gezegd begrepen wordt als censuur op Fundamentalisten, dan heb ik dar spijt van. In feite is het niet Gods plan dat al Zijn heiligen deze grote waarheid op dit moment zullen zien. Als dat wel zo was, dan zouden ze die zien. Net zoals Hij blindheid nodig had in de dagen toen Christus op aarde was, zo heeft Hij die vandaag nodig. Er is geen belofte dat alle heiligen deze waarheid nu zullen genieten.
Het Christendom ziet voldoende om hen actief te maken in een bepaalde vorm van aanbidding, en God bereikt goed door hen heen, net zoals Hij goed bereikt door sociale groeperingen, geheime ordes en burgerregeringen. Deze zijn nodig om de menselijke familie te weerhouden in een toestand van on-beschaving te vallen.
In de passage waarin mijn tekst te vinden is, zien we dat God bepaalde dingen met opzet voor zekere mensen had verborgen en ze aan andere onthulde. Dit betekent wat de mens falen in de bediening van Christus zou noemen, maar Hij berustte er in, omdat het voor Gods ogen een genoegen werd. Hij heeft niet minder genoegen in de blindheid van vandaag die tot gevolg heeft dat mensen werken voor de opbouw van een beschaving, in plaats van deze waarheden te zien die het denken ver weg neemt van de regeringen van mensen, en die vastknopen aan dingen "boven", waar Christus gezeten is.
Maar Hij is blij en het doet Hem genoegen sommigen te hebben die de volheid van de Vader en de Zoon in die mate kennen dat zij bekend zijn met de hoogte, diepte, lengte en breedte van liefde (Efe. 3:18). Dit is niet verkregen door menselijke kracht, het komt door speciale kracht van God. Het leert dat liefde zo hoog is als de hemelen, als diep als de onderaardse wereld en zo lang en breed als het universum. Zij aan wie God deze kracht geeft in overeenstemming met Zijn heerlijke rijkdommen, zijn betrouwbaar door Zijn geest in de innerlijke mens (Christus verblijft in hun hart door geloof) en zij zijn geworteld en gegrondvest in liefde (Efe. 3:16,17). Betekent dit niet gewoon dat zij van God en Christus houden? Dit is waar voor alle heiligen. Het betekent dat iedere emotie van hen naar God is met een begrip van het feit dat Hij liefde is naar die mate dat Hij, door Christus, de liefde van het universum zal winnen.
Er is een hoop bij veel gelovigen in de Verzoening van het Al, dat het spoedig als een vuur over de wereld zal rondgaan. Zij zullen behoorlijk teleurgesteld worden. De blindheid zal toenemen. Er zullen zo nu en dan "bekeerlingen" zijn voor de waarheid, maar niet in die mate dat het opzienbarend zal zijn. Er waren er in de dagen van de aardse bediening van onze Heer die hetzelfde dachten. En toen het niet gebeurde, begonnen ze zich te ergeren. Midden in hun zwoegen met Hem, raakten ze zwaar belast, omdat zij verbonden waren met een zaak die, gemeten naar menselijke standaarden, zou falen. Christus gaf ze geen standje. Nee, Hij nodigde hen liefdevol uit: " Kom hier, allen die zwoegen en belast zijn en Ik zal jullie rust geven. Til mijn juk op jullie en leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart en jullie zullen rust vinden voor jullie zielen, want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht"(Matt. 11:28-30;SW).
Indien u zorgvuldig zou lezen wat Paulus zegt over zijn worstelingen, dan zou u zien dat we gedoemd zijn tot net zo'n groot falen. De populariteit van het hedendaagse Christendom is niet voor hen die de Vader en de Zoon (h)erkennen. Indien u zwoegt en belast bent omdat u verbonden bent met een zaak die door uw naasten met minachting of, op z'n best, met milde tolerantie wordt bekeken, aanvaard dan het juk en wees blij dat u gegeven is dat te mogen zien wat God voor vele anderen verbergt. De mens heeft nooit een kostbaarder voorrecht gehad dan te mogen lijden voor de waarheid van God.
Het is ons voorrecht te mogen bidden dat alle heiligen dit inzicht mogen hebben, en ook er ook naar te werken alsof we volledig succes verwachten. Dat is de manier van Paulus, zoals getoond in zijn brieven. Maar we onderschikt zijn aan Gods plan.