Een reis naar en door de tweede dood
deel 16


door J. Philip Scranton



   

De zoektocht naar de tweede dood - deel 14


De grote witte troon

De generaties van de aion van de aionen
“Hem zij de heerlijkheid in de ecclesia en in Christus Jezus in al de generaties van de aion van de aionen. Amen!”
(Efe. 3.21;SW).

De tijdsperiode waar hier naar wordt verwezen is de laatste aion – “de aion van de aionen.” Wie of wat zijn de generaties waarvan wordt gesproken in de laatste aion? Is het woord generaties hier slechts een aanduiding van tijd? Zijn deze generaties de generaties van mensen van voorbije tijden? Of zijn deze generaties mensen die geboren zullen worden tijdens de laatste aion? De Schrift levert beperkt licht, maar we zullen een mening ventileren. Generatie kan gebruikt worden om de tijdsperiode aan te duiden binnen de cirkel van menselijk leven waarin geboorte, groei, volwassen worden en reproductie plaatsvindt. Maar het is niet gemakkelijk te zien hoe deze betekenis zich verhoudt tot de rest van de zin. God zal inderdaad door de ecclesia en Christus verheerlijkt worden, maar deze heerlijkheid zal uit gaan van de dienst waarvoor Hij hen geschikt heeft gemaakt, niet vanuit enige lichamelijke ontwikkelingsveranderingen die in hen plaatsvinden. In de aion van de aionen zullen zowel Christus als de ecclesia al lang perfect gemaakt zijn. En de leden van de ecclesia verwachten in een ogenblik omgevormd te worden en hun perfecte, hemelse lichaam te ontvangen, niet tijdens een generatie van ontwikkeling.

De heerlijkheid waarvan hier wordt gesproken is zeker die steeds toenemende heerlijkheid die verbonden is met de samenvatting van allen in Christus (Efe. 1:10). Christus is reeds het Hoofd van het lichaam, de ecclesia (Kol. 1:18). En wanneer het lichaam met Hem verheerlijkt is, zal dat Hoofdschap gecompleteerd worden in de leden van het lichaam. Maar er blijven, in de aion van de aionen, menigten, zowel op de aarde als in de hemelen, in wie Christus de Eerste zal worden (Kol. 1:18-20). Dit omvat allen die op dat moment nog niet onderschikt zijn aan Zijn Hoofdschap.

De context van Efeze 3 verenigt zulke gedachten als het evangelie van de onnaspeurlijke rijkdommen van Christus, de Vader van iedere soort in de hemelen en op aarde, de alles overstijgende liefde van Christus, gecompleteerd wordend voor het hele complement van God, en de verheerlijking van God door Zijn gekozenen in het hoogtepunt van Zijn aionische plan. Deze dingen in gedachten houdend is het moeilijk anders over deze generaties te denken dan aan hen die nog steeds hun verzoening met God te krijgen om tijdens de laatste aion gecompleteerd te worden.

Daarom is wel verondersteld dat de generaties van de aion van de aionen de generaties van de mensheid zijn die geboren zijn op de aarde tot aan de tijd van het grote witte troon oordeel. Er is iets eindigs in dat oordeel, en het markeert een besliste verandering in Gods handelen met de mensheid. Er wordt in de Schrift slechts één zo’n oordeel onthuld en het is voor de myriaden van de mensheid, behalve voor hen die God uitkoos als ontvangers van een bijzondere genade. Indien meer mensen geboren zouden worden tijdens de laatste aion, lijkt het aannemelijk dat een ander, gelijksoortig, oordeel hen zou wachten. We zijn niet op de hoogte van zo’n oordeel na de grote witte troon. Een ander alternatief zou kunnen zijn dat het oordeel van de grote witte troon voortgang zou vinden doorheen de laatste aion, tot er niemand meer door geboorte aan de mensheid wordt toegevoegd en tot een vol bewustzijn van de waarheid in Christus gebracht.

De geredden die zijn opgestaan trouwen niet meer. De Schrift geven niet specifiek de lichamelijk toestand aan van hen die worden opgewekt bij het grote witte troon oordeel, hoewel ze zeker niet onsterfelijk zijn. Het is mogelijk dat een groot deel van de mensheid levend voor de grote witte troon zal komen, maar de overweldigende meerheid daar zal opgewekt zijn. Er is enige basis om te denken dat voortplanting na opwekking door zal gaan?

De opdracht van de mens bij de schepping bevatte het bevolken van de aarde. Het schijnt redelijk aan te nemen dat deze opdracht voltooid zal zijn voordat het grote witte troon oordeel plaatsvindt. Ja, het schijnt terecht dat zo’n oordeel wacht op de voltooiing van die opdracht. Vanaf die tijd wordt het werk van verzoening met God het belangrijkste punt. Elk individu dat tot stand is gekomen zal komen tot een ware kennis van God.

Over welk oordeel sprak Christus in de volgende passages?

“Dan begint Hij de steden te verwijten waarin de meeste van Zijn krachten waren gebeurd, dat zij zich niet bekeren. Wee u, Chorazin, wee u, Bethsaida, want indien in Sidon en Tyrus de krachten waren gebeurd die in jullie gebeurden, hadden zij zich al lang geleden in zak en as bekeerd. Bovendien zeg Ik tot jullie: Voor Tyrus en Sidon zal het dragelijker zijn in de dag van het oordeel dan voor jullie.
En jij, Kapernaüm, jij zal niet tot de hemel verhoogd worden! Tot het ongeziene zal jij afdalen! Want indien in Sodom de krachten waren gebeurd die in jou gebeurden, blijft het tot vandaag. Bovendien zeg Ik tot jullie dat het voor het land van Sodom dragelijker zal zijn in de dag van het oordeel dan voor jou”

(Matt. 11:20-24;SW)

“Mannen, Ninevieten, zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht en zij zullen het veroordelen; want zij bekeerden zich bij de verkondiging van Jona, en zie, meer dan Jona is hier. De koningin van het zuiden zal worden opgewekt in het oordelen met dit geslacht en zal het veroordelen; want zij kwam van de einden van de aarde om de wijsheid van Salomo te horen, en zie, meer dan Salomo is hier”
(Matt. 12:41,42;SW).

De natiën worden als natiën beoordeeld bij het heerlijkheidstroon oordeel, vóór het millennium (Matt. 25:31), maar we lezen niet over een rassenwijde opstanding in die tijd. Aangezien de meesten van hen in de bovenstaande passages ongelovig zijn, verwijzen deze passages kennelijk naar het grote witte troon oordeel.

Sommigen, zoals de koningin van het zuiden en de zich bekerende Ninevieten, hadden geloof. Kennelijk zullen zij leven ontvangen bij de grote witte troon. Maar wat dan met de mensen van geloof vanaf Adam tot aan Abraham, die geen verwachting van het koninkrijk hadden? Zullen zij behoren bij het lichaam van Christus en met hen opgewekt worden? Dat zou misschien kunnen, maar van het lichaam van Christus wordt gezegd dat hun burgerschap onlosmakelijk verbonden is met de hemelen. Zij zijn bestemd voor een bepaalde locatie. Ook schijnen die van Adam tot Abraham niet te passen in de eerste opstanding. Het lijkt er op dat als een groep van uitverkorenen dichterbij de eindtijden leeft, de lengte van tijd vóór hun opstanding dramatisch wordt bekort. Ook is hun onthulling meer gedetailleerd, hun gelegenheid in het vlees meer ingeperkt en hun veiligheid zekerder. De volgende korte scherts presenteert deze gedachten.

  1. De mensheid vanaf Adam: zowel gelovig als ongelovig. Worden opgewekt bij het grote witte troon oordeel.
  2. Joden vanaf Abraham: de getrouwen en gehoorzamen. Worden opgewekt bij het begin van het millennium, na de verdrukking.
  3. Het lichaam van Christus: uitgeroepen in Paulus’ bediening. Staan als eersten op om bij Christus te zijn in de hemelse gewesten.

Generatie is een markant woord in de bovenstaande passages uit Mattheüs. Net als oordeel op de daden van een individu, introduceert de Schrift de gedachte aan oordeel dat verbonden is met de context van de tijd en toestanden waarin iemand leefde. Zij met groter licht en gelegenheid worden gezien als geoordeeld wordend door hen die in donkerder omstandigheden. Dit is zeer belangrijk om te realiseren, omdat dit het feit verheldert dat oordeel iedere mogelijk invloed op iemands leven in overweging neemt.

Zou de allerhoogste aion van Gods aionische doelstelling niet bijzonder licht van waarheid brengen aan iedere generatie van de verschillende natiën? In het woord generatie (Efe. 3:21) is iets dat een wezenlijk deel is van ieders leven. Elke generatie van de mensheid heeft z’n eigen dromen, problemen, hoop en vrees. Elke generatie van de mensheid ervaart z’n eigen politieke, sociale en economische toestanden van zegen, beproeving of tragedie. En voor iedere generatie zijn de zaken van hun dagen van grote invloed op hun leven en daden. Zaken waarmee de ene generatie wordt geconfronteerd, komen zelfs niet voor in de dromen van andere generaties.

Zullen deze ontelbare en onuitspreekbare diverse aspecten van het leven, die zo onuitwisbaar geëtst zijn in het wezen en karakte van allen, niet meer zijn dan de herinneringen en zaken van terugblikkende discussie na de voleinding? Of zal er een tijd zijn waarin alle generaties bijeen gebracht zullen worden en tot bewustzijn gebracht van hun krachten en tekortkomingen? Zal er niet een tijd zijn waarin alle generaties zullen leven onder de kennis van God, goede regering, gezonde economie en juiste sociale standaarden? Denk er aan wat dit zal betekenen voor de vele generaties die gekomen en gegaan zijn zonder enige kennis van Gods liefde in Christus. Als zo’n tijd zal komen, en het lijkt er op dat dit een passende beschrijving is van de laatste aion, zal het ieder individu, door middel van hun eigen ervaringen, in staat stellen de kennis te grijpen van zowel goed als kwaad. God zal Alles in allen worden van alle generaties.

De grote witte troon
“En ik nam een grote witte troon waar, en Die daar op zit, van Wiens gezicht de aarde en de hemel vluchtten. En voor hen werd geen plaats gevonden. En ik nam de doden waar, de groten en de kleinen, staande voor de troon”
(Openb. 20:11,12a;SW)

Eenstemmig marcheert de mensheid naar het graf. Eenstemmig, in rijen die reiken van horizon tot horizon, in weelde en in armoede, met verstand of in onwetendheid, in hoop en in wanhoop, in woede en in vrede, in heerlijk zonnige morgens en in de diepten van de nacht, marcheert de mensheid naar het stof. Maar bij het verschijnen van de grote witte troon zal het stof Adam en iedere laatste van zijn ras opgeven. Het simpele feit dat deze opstanding zal plaatsvinden is een teken van het goede dat zal komen.

Onderweg wordt aan een paar geloof gegeven en zij rusten in de verwachting van opstanding naar onsterfelijkheid. Maar waarom wordt de rest opgewekt? Als, zoals veel geloven bevestigen, zij niet de ontvangers zijn van enige zegen, waarom zouden ze niet blijven slapen in het stof? Wat blijft er om vervuld te worden? De zielen die zondigden zijn gestorven (Eze. 18:4, 20; Job 36:14). Het gezag van de wet over een mens geldt alleen voor de duur van zijn leven (Rom. 7:1) – ze vereist niets anders dan de dood. Verlangt of eist de God Die geen genoegen heeft in de dood van de boosaardige (Eze. 18:32; 33.11) iets anders dan dat Zijn schepping met Hem wordt verenigd?

Zij die geloven dat de verloren doden vanaf het moment van hun dood eindeloos en bewust lijden, insinueren dat een hardvochtige straf van oordeel reeds in gang is gezet. Dit geloof vereist geen opstanding in een lichaam om een bewust bestaan te hebben. Voor hen is de grote witte troon overbodig, zo niet zinloos en nutteloos. Zij die in vernietiging geloven, als zij geloven dat de ongeredden worden opgewekt, willen dat zij uit de dood opgewekt worden om tenslotte en officieel geëxecuteerd te worden. Deze gang van zaken laat ook een kennelijk gebrek aan doelstelling zien. Indien de verlorenen en boosaardigen vanaf dat punt geen deel zullen hebben in leven, waarom zou je hen dan doen opstaan? Als hun toestand niet veranderd zal worden, waarom zou je hen dan oordelen? Nee, als hun toestand niet verbeterd zal worden, waarom zou je hen dan oordelen? Heeft oordeel niet als doel om dingen beter te maken? Is het beter om vijandschap te hebben? Is het beter om eindeloos te lijden? Is het beter om zonder oorzaak gemarteld te worden?

Maar erger dan de doelloosheid van deze inzichten zijn de kwaadaardige karikaturen die zij schetsen van God. Deze beelden begeleiden iemand naar de binnenste hoven van de menselijke tempel en ontvouwen daar het beeld van God, gegraveerd in hun hart en denken door het geloof en de ervaringen van hun leven. Wie is de god die zij daar aanbidden? Is het de God Die Zijn Eniggeboren Zoon gaf om de wereld te verlossen? Of is het er een zoals Moloch, die de kinderen opeiste als de ouders wilden ontsnappen? Of is het degene die in een niet te verzadigen woede de meerderheid van de schepping zou martelen om een paar toe te staan te ontsnappen?

Door naar deel 17...


Heeft u een woord gelezen waar u meer over wil lezen, vul het dan hieronder in.

   


© www.hetbestenieuws.nl