De structuur van Efeziërs
Appendix 2
Tijdsperiodes en het Lichaam in Efeziërs


door J. Philip Scranton



   

Efeziërs houdt zich bezig met God's doelstelling met de tijden (1:9-11; 3:8-11). Verspreid doorheen de brief zijn verwijzingen naar tijdsperiodes tijdens God's plan van de tijden en naar dingen die gedaan werden of bereikt zullen worden gedurende deze tijden. We zouden een korte behandeling van deze dingen willen geven, maar eerst zullen we een korte rechtvaardiging geven voor ons afscheid nemen van de weg waarop de meeste vertalingen sommige uitdrukkingen hanteren.

AiOn en AiOnios

De N.T. woorden aiOn (tijd of eon) en aiOnios (tijd durend of eonisch) worden in de meeste vertalingen nogal inconsequent weergegeven. Regelmatig worden deze woorden weergegeven met 'voor altijd' en 'eeuwig'. Maar de inconsequentie van de weergave van deze uitdrukkingen laat zien dat er iets mis is met het verstaan van hun betekenis. Beide N.T. zinsneden voor eon (eis ton aiOna) en voor de eonen (eis tous aiOnas) worden met 'voor altijd' weergegeven. In de ene zinsnede is het zelfstanding naamwoord enkelvoudig en in één is het meervoudig, maar beide zinsneden zijn vertaald alsof er tussen hen geen verschil was. 'Voor altijd' verschijnt als een enkelvoudige uitdrukking. Dat doet vragen oprijzen: "Als 'voor altijd' eindeloos is, hoe lang duren dan een meervoudig aantal van 'voor altijd'? Kan er meer dan één 'voor altijd' bestaan? Als dat niet het geval is, wat betekent dan het meervoud in de Bijbel?

De uitdrukking 'voor altijd en altijd' wordt gebruikt als de vertaling van drie verschillende N.T. uitdrukkingen; voor de eon van de eon; voor de eon van de eonen; en voor de eonen van de eonen. Het verschil tussen enkelvouden en meervouden zonder heldere en besliste voorbeelden in het Griekse idioom om het te rechtvaardigen komt dichtbij het ontkennen van inspiratie in de Schrift. Niemand lijkt moeite te hebben met het verstaan van zinsneden als 'heilige der heiligen'; 'Koning der koningen'; 'Heer der heren'. Maar wanneer we uitzien naar een definitie voor 'tijd der tijden' of 'eonen der eonen', worden we benaderd met ongebruikelijke verklaringen als: tijden rollen voortdurend over elkaar - een beschrijving die kennelijk uitgevonden is om de gedachte aan eeuwigheid te ondersteunen. Waarom nemen we niet in plaats daarvan de voor de hand liggende betekenis: de grootste tijd, of de grootste tijden van alle tijden? Indien iemand wil vasthouden aan de zinsnede 'voor altijd en altijd', zou hij zichzelf deze vraag moeten stellen: "Indien 'voor altijd' eindeloze tijd betekent, hoe lang is dan 'voor altijd en altijd'?" Kennelijk vertelt de Bijbel ons dingen die veel van onze vertalingen voor ons verbergen.

Maar de enkelvouden en meervouden zijn niet het einde van de problemen bij het vertalen van deze woorden. Voorbeeld: in Mattheüs is de zinsnede 'het einde van de tijd' of 'het einde van de eon', vertaald met totaal andere woorden. Aangezien het een duidelijke tegenspraak zou zijn te spreken van het einde van altijd, vertalen zij in plaats daarvan: het einde van de wereld, alsof er geen verschil zou zijn tussen de betekenis van de woorden 'wereld' en 'voor altijd.' Dit kan 5 maal gevonden worden in Mattheüs (Matt. 13:39, 40, 49; 24:3; 28:20). In een poging dit probleem te corrigeren hebben veel nieuwe vertalingen 'wereld' in deze verzen veranderd in 'tijd', maar ze hebben het woord niet veranderd in andere plaatsen, daarmee het probleem zelfs nog dieper verbergend.

We zullen het punt niet verder afraffelen, hoewel er veel meer over gezegd kan worden, maar we zullen proberen iets van de belangrijke kenmerken van God's plan van de tijden te schetsen waar in Efeziërs verwezen wordt.

Tijd verwijzingen in Efeziërs

God koos er voor om, in Christus, een lichaam van gelovigen te hebben dat Christus' complement zal zijn, voordat de gebeurtenis plaatsvond die de dood van Christus vereiste (Efe. 1:4). Dit wordt in het bijzonder gesymboliseerd in het scheppingsverslag in Genesis 2, en het maakt op z'n minst deel uit van de reden waarom er daar twee onderscheiden verslagen zijn. In het tweede verslag zien we dat de man eerst en apart van de vrouw werd geschapen. Christus wordt door de man vertegenwoordigd. Christus heeft vele titels die Hem vele beginnen geven. Hij is: "het begin van de schepping van God, de Eerstgeborene van elk schepsel;" en "Eerstgeborene uit de doden" (Openb. 3:14; Kol. 1:15, 18). Zijn opstanding is wat de Zoon des Mensen aanwijst als Zoon van God en is Zijn verwekking als God's Zoon (Psa.2; Hand. 13:53; Rom. 1:1-4). Deze titels tonen dat Christus het begin van de nieuwe schepping is.

Het verslag in Genesis 2 kan gezien worden als een typische presentatie van het begin zoals uitgedrukt in deze titels. De eenzaamheid van Adam spreekt tot ons over de eenzaamheid van Christus vóór de tijd waarin de gelovigen verheerlijkt worden en zo in staat gesteld worden met Hem te zijn en Hem te dienen. Eva was Adam's complement en, zoals Paulus in Efeziërs laat zien, ze beeld als type de roeping van Christus' complement uit. Eva werd door de slang misleid en zondigde en kwam onder de doodstraf. Zij en Adam probeerden met vijgenbladeren hun eigen naaktheid te verbergen, wat staat voor een inspanning door de mens om zichzelf door eigen inspanningen te rechtvaardigen en zo een replica van God's koninkrijk tot stand te brengen. Maar buiten God's plan om kan de mens geen van deze bereiken.

Toen God waarschuwde niet te eten van de boom van kennis van goed en kwaad in de hof, zei Hij niet: "In de dag dat jullie er van eten zal Ik dieren offeren om een bedekking te maken voor jullie naaktheid." Hij zei dat zij zouden sterven. Maar in plaats van dat de doodstraf in die dag de mensheid deed sterven, doodde God in genade in plaats daarvan dieren. Dit laat zien dat een offer gemaakt zou worden voor de mensheid om vernietiging te voorkomen. En net zoals God's handelingen in de hof, zo nam Christus' offer voor zonde de wereld bij verrassing. Het was een geheim dat verborgen was gehouden. De natuur en het geweten en de wet onderwezen alle dat de mens God's koninkrijk door zijn eigen inspanningen niet kon bereiken - al wat kennis hem kon leren was dat hij moest sterven.

Nadat de vrouw onder de doodstraf kwam en nadat God haar schaamte had bekleed, noemde de man, Christus vertegenwoordigend, de vrouw Eva (of levende). Het is nadat we sterfelijkheid ervaren hebben en het geschenk van leven door het offer van Christus, en in de meeste gevallen zal dat zijn nadat wij de dood ervaren hebben, dat we pas echt levend worden. Het was door Adam's ervaring van de diepe slaap die God op hem deed vallen dat Eva gemaakt was. En het is door Christus' doorgaan in de dood dat het lichaam van Christus is geschapen.

Er wordt niet gezegd dat Adam Eva kende na haar ervaring van de dood, offer, bekleding en levende genaamd worden. En ze droeg geen kinderen - het middel waardoor zij en Adam God's opdracht konden vervullen - tot nadat deze dingen gebeurd waren. Zo verwacht ook het lichaam van Christus pas haar verheerlijking tot eonisch leven nadat het echt haar roeping zal vervullen van het onder het hoofdschap van Christus brengen (Efe. 1:10).

In Efeze 1:10 wordt het tijdelement - "het complement van de tijden"- genoemd. Het complement van de tijden is een periode van tijd - een tijd of groep van tijden - die de tijden waarvan gesproken wordt completeren of voltooien. De tijden van de kontekst gaan terug tot een tijd vóór de nederwerping - terug naar een tijd vóór er een noodzaak voor het kruis was, terug naar de tijd toen de Vader en de Zoon met elkaar overeen kwamen over hun plan.

Daarom zal het complement van de tijden de tijd zijn wanneer God's plan van verlossing gecompleteerd zal zijn. Een complement is dat wat iets compleet maakt. Het werk dat gecompleteerd wordt zal verricht worden door een regering. De regering die het werk verricht is samengesteld door hen die Zonen van God worden en zijn het lotdeel van de mensheid onder wie Hij verblijft. Het werk dat zij zullen bereiken zal het brengen van allen onder het hoofdschap van Christus brengen zijn.

Aangezien Christus Hoofd is van de ekklesia/kerk/lichaam van Christus, moet komen onder dit hoofdschap verzoend zijn met God betekenen door het kruis het eigendom van Jezus Christus als Heer te zijn. Dit zal volkomen bereikt worden wanneer elke knie buigt en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is (Filip. 2:9-11). Paulus zegt dat de regering die dit doel uitwerkt in zowel de hemelen als op aarde zal functioneren, Filippenzen stemt er mee in, zeggend dat elke knie - hemels, aards en onderaards - zal buigen. In 1 Korinthe 15 wordt ons verteld dat deze uiteindelijke onderschikking van allen aan Christus komt met de afschaffing van de dood en het doel bereikt wordt dat God alles in allen wordt - alles in iedereen (15:22-28). Hiermee in overeenstemming vertelt Efeziërs ons dat Christus Degene is "Die het al in allen vervult," en Degene die "Die afdaalde, Hij is ook Die omhoog ging, boven al de hemelen, opdat Hij alles zou vervullen" (1:23; 4:10).

Er zijn verschillende meningen over wanneer het complement van de tijden zal plaatsvinden. Waar we zeker van kunnen zijn is dat het het completeren van allen in allen zal omvatten. Zal het de enkele laatste tijd van de tijden zijn in het plan van verlossing, of zullen het alle tijden zijn waarin deze regering actief zal zijn? Misschien hebben we een deel van het antwoord op deze vraag in een paar van de zinsneden die eerder genoemd werden. De frase voor altijd en altijd is meestal de weergave van de frase voor de eonen van de eonen. Dit doet denken dat er een paar tijden of eonen zullen zijn die op een bepaalde manier groter zijn dan de andere. Ik begrijp dat deze verwijzen naar twee toekomstige eonen. Het raadplegen van een concordantie zal laten zien dat de komende tijden inderdaad groter zijn dan de voorbije en huidige tijden waarin God's heerlijkheid voortdurend toeneemt door de uitoefening van goddelijke kracht door Christus in het gerealiseerde koninkrijk.

In Efeziërs spreekt Paulus over het lichaam van Christus als een hemels lotdeel hebbend. Maar het hemelse gebied is maar één van de twee gebieden waarin de ene regering functioneert. God's kracht wordt getoond in de heerlijkheid van de hemelvaart van Christus, niet alleen in de huidige eon, maar ook in de komende eon (1:21). En het is in de komende eonen (meervoud 2:7) dat de allesoverstijgende rijkdommen van God's genade aan ons getoond zullen worden. Het eerste aspect van dit toekomstige vertoon van God's genade is dat wij tijdens die perioden van tijd zullen leven. Het is God's verblijf onder ons en ons dienstbetoon aan Hem door Christus dat dit vertoon schept, en daarom verwachten wij dat de regering in beide komende eonen zal functioneren.

We begrijpen dat de komende eon de 1.000 jaren zal bevatten waarin Israël herboren zal worden en gezag en leiderschap op aarde gegeven zal worden. Het schijnt alleen vanzelfsprekend dat een toekomstig, herboren Israël deel zal uitmaken van die ene regering onder Christus die op aarde functioneert. Het lichaam van Christus, dat op dit moment nog uitgeroepen wordt uit alle natiën, heeft een hemelse roeping. Paulus zegt dat heiligen en gelovigen de wereld en engelen zullen oordelen (1 Kor.6:2,3). Dit klinkt veel op de regering in Efeziërs die in zowel de hemelse als de aardse gebieden werkzaam zal zijn.

Dat er een regering zou zijn, opgemaakt uit gelovigen uit alle nationaliteiten en dat die alle gebieden onder het hofdschap van Christus zal brengen, dat voor voorbije generaties in God verborgen was. Het werd aan de apostel gegeven dit geheim te onthullen (3:4, 5,9).

Paulus sluit het derde hoofdstuk van Efeziës af met de zegengebed en het noemen van de eon van de eonen. Let er op dat het eerste gebruik van het woord eon enkelvoudig is en het tweede meervoudig. Deze zinsnede komt maar één maal voor in het N.T. - hier in Efeze 3:21. Ik begrijp dat deze zinsnede verwijst naar de laatste eon in God's doel van verlossing. Als zodanig bereikt deze eon z'n hoogste punt van heerlijkheid in de loop van de eonen, omdat Christus daarin het koninkrijk zal completeren en het zal teruggeven aan de Vader. Dit zal de eon zijn waarin God alles in allen zal worden (1 Kor. 15:22-28). Ons wordt nog niet verteld wat na de laatste eon van verlossing zal liggen, maar we weten dat onze verzoening met God, de aanname als Zijn zonen, en Zijn zijn van alles in ieder van ons, zal voortgaan.

In tegenstelling met deze heerlijke toekomst spreekt Paulus over de huidig tijd als een boze dag (Efe. 5:11; 6:13) die we zouden moeten uitkopen van de huidige eon. We doen dit dagelijks door te leven in de kracht van God's Geest. Het is alsof we deze tijd zouden kunnen nemen en die deel maken van de toekomstige heerlijke tijd, wanneer Christ overal vereerd zal worden en God verheerlijkt.

Wie maakt het complement van Christus op?

Door deze tijdverwijzingen in Efeziërs zien we dat Paulus het hele span van God's doelstelling van verlossing in overweging neemt dat bereikt zal worden door een loopbaan van tijden of eonen. We zouden vraag willen stellen:  "Wie stelt het complement van Christus samen?" Ons doel is hier niet een antwoord te ontvangen dat waar zal zijn op een specifiek punt in de tijd, maar om te overwegen wie het inhoudt in de loop der tijden.

We hebben naar Adam en Eva verwezen als typerend voor het vertegenwoordigen van de relatie van Christus met Zijn complement. Zoals Adam niet zonder Eva de opdracht kon vervullen van het vermenigvuldigen en vullen van de aarde, zo is het in God's plan dat Christus het werk van het allen door Hemzelf verzoenen met God niet kon vervullen. Christus' complement zal dienen onder Zijn hoofdschap om dat doel te bereiken. Zij die in die capaciteit dienen moeten kwalificeren als zijnde een deel van Zijn complement.

De Vader van heerlijkheid geeft Christus: "... als Hoofd over allen, aan de ekklesia, die Zijn lichaam is, de volheid van Die het al in allen vervult" (1:22,23). In de structuur van deze zinnen wordt het woord complement gebruikt als passend voor de ekklesia die Christus' lichaam is. En in de huidige tijd is de ekklesia het enige actieve lichaam dat als Christus' lichaam kan functioneren. Nationaal Israel is verworpen. Maar aangezien het completeren van het alles in allen iets is dat pas volledig bereikt zal worden na twee eonen, kunnen we de Schrift naast ons neerleggen als we het lidmaatschap beperken tot de ekklesia die vandaag wordt gevormd. Het toekomstige herboren Israël zal in de komende eon ook haar Heer dienen, de natiën tuchtigend en ze onderwijzen over God - God's wil doende op de aarde. Tijdens de twee komende eonen zal de ekklesia een soortgelijke taak vervullen - en wij zouden zeggen ook een aanvullende en complementaire taak met het herboren Israël - in het hemelse gebied (Efe. 2:7).

Hoewel we begrijpen dat de komende eon in rebellie tegen God zal eindigen (Open. 20:3, 7-10), zoals ook de huidige van genade in afvalligheid zal eindigen (2 Tim. 3:1-9), zullen sommigen gered worden en komen tot een kennis van de waarheid door Israël's bediening. net zoals velen in de huidige eon gered worden. Ons wordt door de Schrift verzekerd dat heerlijkheid voor God in deze afsluitende eonen zal toenemen. Wat dit betekent is dat de uitgeroepenen die onder Christus dienen niet beperkt kunnen worden tot wat vandaag het lichaam van Christus wordt genoemd. Ja, het zal ook hen omvatten! Maar de inhoud van de vergadering - het complement, de regering - zal zeker groeien en uitdijen doorheen de loop van de eonen, en in de opstanding zullen zelfs vele gelovigen ingesloten worden die leefden voordat Paulus' geheim was onthuld.

We concluderen dan ook dat vandaag het complement beperkt is tot de groep die bekend staat als de ekklesia of het lichaam van Christus. Maar in de toekomst zal het uitbreiden om veel meer te omvatten als de verschillende fasen en eonen van het koninkrijk voortgang boeken. Als de koninkrijksregering moet werken in zowel hemelse als aardse gebieden, moet dit waar zijn. Dus als wij vandaag gezegend zijn te leven in een tijd van genade, zouden we leven in nederigheid en onszelf niet beschouwen als een elite groep die op de een of andere manier meer bevoorrecht is dan andere gelovigen. Wanneer we de miljoenen zondaren beschouwen die door God's grenzenloze genade in de rangen van lidmaatschap in Christus' lichaam geveegd zijn, dan staan we verbijsterd en nederig.

Een van de hoofdthemas van Efeziërs is de eenheid van gelovigen in Christus vanwege hun gezamenlijke ontvangst van de Geest van God door het geloof in Christus. Deze brief kan zeer wel doorgaan met het dragen van zulk een boodschap van eenheid als de tijden voortgaan en het koninkrijk van God verandert door de veranderingen die met elke nieuw tijd van de eonen komt.

Einde

Terug naar de index.


Heeft u een woord gelezen waar u meer over wil lezen, vul het dan hieronder in.

   


© www.hetbestenieuws.nl