|
Genade wordt gewoonlijk gedefinieerd als een gunst, en in het geval van zondaren als een onverdiende gunst. Maar dit is een beperkte betekenis van een woord met een brede betekenis en toepassing. Genade omvat heel de door God gebruikte methode, die alle heerlijkheid naar Hem Zelf doet toevloeien.
God is Degene "die in alles werkt naar de raad van Zijn wil"(Efe. 1:11). Alles is uit God - alles heeft zijn oorsprong in Hem. Alles is door God - Hij is de grote Oorzaak achter alles en doet alles wat gebeurt tevoorschijn komen. Alles is voor God - alles dient Zijn doel en niets kan ontstaan als het niet in Zijn ontwerp past(Rom. 11:36). Deze verzen zijn waar, of we nu wel of niet geloven, het waarderen of het begrijpen. Maar een belangrijk deel van ons leven en dienstbetoon aan God hangt af van onze realisatie van deze waarheid. En dat vitale deel houdt deze zaak van genade in.
Paulus vertelt ons heel gewoon dat er in de rangen van de in genade geroepenen maar weinige verstandigen zijn, krachtig of invloedrijk. De reden hiervoor is het uitsluiten van alle roemen in het vlees(1Kor. 1:26). De Schrift geeft een overvloed aan voorbeelden van het feit dat "het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen"(1Kor. 1:25). Samgar versloeg 600 Filistijnen met een ossestok; Sisera, overste van de Kanaänitische menigte, werd gedood door een vrouw, met een glas melk en een tentpin; Gideon en 300 mannen versloegen de horden van de Midianieten met kruiken, fakkels en een schreeuw; de herdersjongen versloeg Goliat met een slinger; Josafat plaatste zangers voor het leger toen het volk uitging om de vijand tegemoet te gaan - geen Judees zwaard werd uit de schede gehaald, toch duurde het drie dagen om de buit weg te dragen(2Kron. 20:21-25); Israel, de kleinste en zwakste natie, zal over de Aarde heersen; de ecclesia(de gemeente), zelfs de kleinste aardse zegening niet waardig, is gezegend in Christus met iedere geestelijke zegen onder de hemelingen.
De werkingen van de genade zijn groot en machtig, en de heerlijkheid er voor behoort altijd toe aan God. Maar voordat we werkzame instrumenten van genade kunnen zijn in Gods handelen, moet er toch enige aanpassing zijn. We hebben waarschijnlijk allemaal wel een of andere vorm van talent of kunde dat ons ongeschikt maakt voor het systeem van de genade. Daarom is het nodig dat God de beproevingen en testen over ons brengt die het vertrouwen op het vlees doet afzweren en de afhankelijkheid van God aanmoedigt.
Paulus' leven is vol van voorbeelden die de principes van de genade illustreren. Paulus, als Saulus van Tarsus, was vol van energie en intelligentie. Maar omdat hij op zichzelf vertrouwde en zo kundig was, moest hij door de Heer opgevoed worden in de werkingen van de genade. Wat is het belangrijk dat zijn leven in dienst van de Heer begon met drie dagen van blindheid en hulpeloosheid! Zijn tweede brief aan de Korinthiërs staat vol met dit soort ervaringen, maar we zullen ons beperken tot de ene waarin zijn zelfvertrouwen uitdoofde.
"Want wij willen u niet onkundig laten, broeders, van de verdrukking, die ons in Asia overkomen is: bovenmate en boven vermogen hebben wij een zware last te dragen gehad, zodat wij zelfs aan ons leven wanhoopten; ja, voor eigen besef achtten wij ons als ter dood verwezen, opdat wij niet op onszelf vertrouwen zouden stellen, maar op God, die de doden opwekt."
(2Kor. 1:8,9)
We kunnen er niet zeker van zijn naar welk voorval in de ervaring van de apostel hier wordt verwezen, maar dat is niet belangrijk. Wat Paulus wilde dat de Korinthiërs zich realiseerden, was de diepte van wanhoop waarin hij gezonken was: "...zodat wij zelfs aan ons leven wanhoopten." De problemen leken voor Paulus zo onoverkomelijk, dat het leek alsof het geen zin had verder te leven. Maar de Heer liet Paulus niet in die toestand! Al snel zou Paulus zeggen: "... verliezen wij de moed niet ..... Daarom zijn wij te allen tijde vol goede moed ... wij zijn vol goede moed"(2Kor.4:1,6; 5:6,7,9).
Wat was dan Gods bedoeling met het aan Paulus geven van zo'n beproeving? Het antwoord is niet moeilijk te vinden. Paulus zei dat hij een officieel doodvonnis in zich had, opdat zijn vertrouwen niet in zichzelf zou zijn, maar in God(2Kor. 1:9). Ook wij zouden naar ditzelfde ontwerp moeten kijken bij de beproevingen die wij ondergaan. Als we ons realiseren dat alle dingen uit God zijn, zullen we ondervinden dat onze aanvechtingen ons doen afkeren van ons zelfvertrouwen naar vertrouwen op God. Wanneer de heerlijkheid naar God gaat, kan de genade machtig in en door ons werken.
Er was een tijd in de geschiedenis van Israel, dat Juda door Assyrië werd aangevallen en vrijwel overlopen. De rab-shakeh(veldcommandant) van Assyrië zond een boodschap aan koning Hezekia, waarin hij zei dat als Hezekia voor hulp afhankelijk was van Egypte, hij zou zijn als een man die leunde op een gebroken rietstengel. De stengel zou breken onder zijn gewicht en zijn hand doorboren(Jes. 36:4-6). Dit is voor ons een perfect voorbeeld. Afhankelijkheid van onze eigen vermogens of plannen om iets voor elkaar te krijgen voor God, kan uitlopen op een gevolg dat erger is dan falen.
God kan de meest getalenteerde individuen onder ons gebruiken en vaak doet Hij dat. Mozes in zo'n voorbeeld. Hij was profeet, politicus, diplomaat, militair strateeg, leider en dichter. Maar de Schrift vertelt ons ook dat hij de meest nederige van alle mensen op Aarde was(Num. 12:3). Het was niet de Egyptische opvoeding die Mozes zo grondig voorbereidde. Men zegt wel dat hij nog steeds zijn "B.D. graad" nodig had; niet "Bachelor of Divinity"[titel in de theologie;WJ], maar "Backside of the Desert"[verwijst naar Mozes' verblijf in de woestijn;WJ]. God leidde hem daar veertig jaar lang op, voordat hij klaar was om het volk te leiden.
Iemands houding naar zichzelf en tot God is de sleutel voor de oplossing. Laten we ons herinneren dat het God is Die zaken voor elkaar brengt. Dit is de les van de genade. En als wij door Hem gebruikt gaan worden, moeten we afgestemd zijn op Zijn heerlijke handelen met de genade.
|
|