Tot één van de bekendste teksten
van de Bijbel behoort de zogenoemde zendingsopdracht (of 'grote opdracht'),
zoals we deze aantreffen in Mattëus 28:19
Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen
in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert
hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.
Wie zijn of haar Bijbel kent en nadenkt over het bijbelvers hierboven,
moet struikelen over de doop-formule. Want hoewel het commando volstrekt
duidelijk is, vinden we het nergens terug in in het boek Handelingen.
Waar gedoopt wordt, is dit ALTIJD in (of op of tot) de
naam van Jezus Christus (Hand.2:38; 8:16; 10:48; 19:5). Nooit
in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Wat eveneens bevreemdt, is dat behalve Israël ook de natiën
gedoopt zouden moeten worden. Waar elders vinden we dat terug? Inderdaad
in Marcus 16:16, maar deze tekst mag niet meegeteld worden omdat het deel
uitmaakt van een passage (16:9-20) dat tussen vierkante haken [ ] in onze
bijbels staat, d.w.z. in de oudste en beste handschriften van het Nieuwe
Testament ontbreekt het; ze zijn later toegevoegd.
Rituelen, waaronder de waterdoop, zijn voor
Israël en "de vreemdeling binnen haar poorten" (vergl.
Hebr.6:1; Joh.1:31). Rituelen zijn geen verplichting voor de natiën.
Geen enkele. Niet voor niets verklaart Paulus dat hij niet gezonden is
om te dopen (1Kor.1:17). Logisch, want hij was de "apostel
der heidenen" en ook gezónden tot de heidenen. Niet om te
dopen maar om het Evangelie om niet, te verkondigen.
En dan de formule zelf. Klinken de woorden niet bijzonder vreemd uit Jezus'
mond? Waar elders in de Bijbel wordt gesproken van de naam van de Vader,
de Zoon en de heilige Geest. En waar meer heeft de Geest een onderscheiden
naam van de Vader en de Zoon? Wordt ooit ergens iets opgedragen in de
naam van de heilige Geest? Het antwoord op elk van deze vragen is: nee,
nergens vinden we dit. De doopformule in Matteüs 28:19 heeft de geur
van het concilie van Nicea (325 n. Chr.) om zich heen. Zou het kunnen
dat de tekst ge-edit is om een kerkelijke praktijk te rechtvaardigen?
Deze verdenking spreekt te meer daar de grote drie handschriften van het
Nieuwe Testament (de Alexandrinus, Sinaiticus en Vaticanus)
inderdaad dateren uit de tijd van dit concilie...
Het grote probleem met betrekking tot Matteüs 28:19 is dat er geen
oudere handschriften lijken te bestaan dan de bovengenoemde. Dat maakt
de reconstructie van Matteüs 28:19 er niet gemakkelijker op. Wat
we echter wél hebben, zijn een flink aantal oudere citaten
van Matteüs 28:19, d.w.z. oudere teksten waarin Matteüs 28:19
wordt aangehaald. Ze zijn afkomstig van Eusebius van Caesarea (260-339),
van wie bekend is dat hem één van de oudste handschriften
van het Matteüs-evangelie ter beschikking stond. Volgens deze citaten
stond dit oorspronkelijk in Matteüs 28:19:
Gaat dan henen, dicipelt alle volken in mijn naam en leert hen
onderhouden al wat Ik u bevolen heb.
Let op: in deze veel oudere lezing van Mattteüs
28:19 is noch sprake van doop, noch van drie-eenheid. Zelfs grote namen
die vierkant achter Nicea staan (zie onder) moeten toegeven dat de traditionele
lezing van Matteüs 28:19 beslist niet Jezus' eigen woorden zijn.
De woorden "en doopt hen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige
Geest" zijn een latere kerkelijke toevoeging. Toegevoegd om de afwijking
van de oorspronkelijke Bijbelse waarheid te rechtvaardigen...
"The baptismal formula was changed from the
name of Jesus Christ to the words Father, Son, and Holy Spirit
by the Catholic Church in the second century."
>> De doopformule was veranderd
van de naam van Jezus Christus in de woorden Vader, Zoon en Heilige
Geest door de Katholieke Kerk in de tweede eeuw.<<
"It may be that this formula, so far as the
fullness of its expression is concerned, is a reflection of the
liturgical usage established later in the primitive (Catholic)
community. It will be remembered that Acts speaks of baptizing
"in the name of Jesus,"..."
>> Mogelijk is deze formulering
als totale uitdrukking een weerspiegeling van het latere lithurgisch
gebruik in de vroege katholieke gemeenschap. Men denke er
aan dat Handelingen spreekt van dopen "in de naam van Jezus"...".<<
"Matthew 28:19 in particular only canonizes
a later ecclesiastical situation, (...) its Trinitarian formula
(is) foreign to the mouth of Jesus."
>> Matteüs
28:19 in het bijzonder canoniseert een latere kerkelijke situatie
(...) de drie-eenheids formule is vreemd aan de mond van Jezus.<<
:
"
there is one great
difficulty with regard to the words:
that, the Apostles
themselves never obeyed this command; and in the rest of the New
Testament there is no hint as to it ever having been obeyed by
anyone. (...) It is difficult to suppose that there would have
been this universal disregard of so clear a command (...) As to
the Greek MSS, there are none beyond the fourth Century, and it
seems clear that the Syrian part of the Church knew nothing of
these words."
>> "...
er is één groot probleem in verband met de woorden:
... dat de apostelen zelf nooit gehoorzaam zijn geweest aan dit
gebod; en in de rest van het Nieuwe Testament is geen aanwijzing
dat het ooit gehoorzaamd is door wie dan ook (...) Het is moeilijk
te veronderstellen dat men een zo duidelijk gebod universeel veronachtzaamde
(...) Wat de Griekse handschriften betreft, geen van hen gaat
verder terug dan de vierde eeuw en het lijkt duidelijk dat het
Syrisch deel van de kerk niets wist van deze woorden.<<
| |