Tongen, Israels gave van tekenen
door
D.L.McCroskey (1902-1991)

"Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader"
(Joh.14:12).

Dit is heel lang een moeilijk te doorgronden vers geweest. Soms wordt het uitgelegd als verwijzend naar ‘geestelijke werken’, dat de gelovigen van de Heer meer mensen zouden bekeren dan Hij deed. Toch gaf onze Heer hier geen dergelijke aanduiding. Hij had net tegen Filippus en enkele andere sceptici gezegd:

"Geloof Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij: of geloof Mij anders vanwege de werken zelf."

Hij zei eenvoudigweg dat in de komende Handelingenperiode Zijn gelovige Joodse dienstknechten nog grotere tekenen en wonderen zouden doen dan Hij zelf deed. Niet groter in kwaliteit en belangrijkheid, maar groter in hoeveelheid en bereik. Om te beginnen heeft de Heer nooit in tongen gesproken, maar Zijn dienstknechten zouden dat doen om de komst van heilige Geest te bevestigen en als resultaat daarvan zouden drieduizend mensen op één dag worden gered. Voor verdere details omtrent de profetie in Joh.14:12 moeten we nu gaan naar Marc.16:14-20. De opgestane Heer was aan de elf verschenen en zei:

"Trek de wereld in en verkondig het evangelie aan elk schepsel."

Toen zei Hij in vers 17:

"En hen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven; in vreemde tongen zullen zij spreken; slangen zullen zij oppakken; en als zij iets dodelijks zullen drinken, zal het hen beslist niet schaden; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen gezond worden."

Hier waren vijf gaven van een wonderbaarlijke aard. Let op, er werd geen enkele voorwaarde van geestelijkheid genoemd. Het was gewoon zo dat deze tekenen hen zouden volgen ‘die geloofd zullen hebben’. In vers 20 lezen we:

"maar zij gingen overal heen om te prediken, en de Heer werkte mee en bevestigde het Woord door de tekenen die erop volgden. "

Als je nu alle wonderen die de apostelen deden opzoekt in het boek Handelingen, dan zul je zien dat alle in Marcus genoemde beloften werden vervuld, behalve het drinken van vergif. Zelfs deze gave zal wellicht van tijd tot tijd zijn gebruikt. Want deze gaven hadden een praktische reden, maar waren ook tekenen voor de ongelovige. De Heer stuurde hen op pad met het evangelie van bekering (Marc.1:4; Hand.2:38; 11:18). Sommige van hen zouden reizen te midden van gevaren, giftige slangen in woestijngebieden, moordzuchtige vijanden elders. In die tijd was vergiftiging een favoriete manier om een vijand uit de weg te ruimen, maar ze hadden niets te vrezen van al deze perikelen.

Omdat sommigen deze Marcus 16 tekenen niet konden relateren aan de kerk na de Handelingenperiode en omdat deze tekenen niet werkten na de eerste eeuw, begon men lang geleden te twijfelen aan de inspiratie van dit tekstgedeelte. Sommige Bijbelstudenten geloven nog steeds dat Marcus 16:9-20 geel deel uitmaakt van het geïnspireerde Woord, maar deze opvatting wordt nu op grote schaal in diskrediet gebracht. De Syrische en Latijnse versies bevatten het allemaal en het wordt door velen van de vroege schrijvers aangehaald. Positief bewijs dat het gedeelte geïnspireerd is, ligt in het feit dat het vervuld werd in Handelingen.

Gedurende Zijn aardse bediening waren de wonderen van onze Heer tekenen voor de ongelovige Joden opdat ze zouden geloven dat Hij de Zoon van God was.

"Jezus nu heeft nog wel veel andere tekenen gedaan…, maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God"
(Joh.20:30-31).

Na het kruis gaf de verrezen Heer deze kracht om wonderen te doen aan Zijn apostelen, alweer als tekenen voor de ongelovige Joden om goddelijke autoriteit te geven aan de boodschap van de apostelen (2Cor.12:12).

Israël – het Teken Volk

  • De Joden vragen om een teken (1Cor.1:22).
  • Een verdorven en overspelig geslacht verlangt een teken (Math.12:39).
  • Zij zeiden dan tegen Hem: Welk teken doet U dan, opdat wij het zien en U geloven? (Joh.6:30).
  • Als u geen tekenen en wonderen ziet, zult u beslist niet geloven (Joh.4:48).

In Zijn omgang met Zijn aardse volk, Israël, heeft God hen drie opmerkelijke tekenen gegeven:
1. Het teken van de maagdelijke geboorte van Zijn Zoon (Jes.7:14).
2. Het teken van de opstanding van Christus (Math.12:39).
3. Het teken van het spreken in tongen gedurende de periode van Pinksteren tot 70 na Chr. Dit was een teken, niet voor gelovigen, maar voor ongelovige Joden (1Cor.14:22; ‘dit volk’ Jes.28:11; 1Cor.14:21).

Einde van het Teken Tijdperk

Gaven van tekenen had twee doelen:

1. Om de geïnspireerde openbaringen van de apostelen te verifiëren.

2. Om aan de ongelovige Joden te bewijzen dat ‘deze zelfde Jezus, die Gij hebt gekruisigd’ de ware Messias is.

God gaat niet door met het geven van tekenen als hun boodschap wordt verworpen – zoals Jesaja zei: ‘maar zij wilden niet luisteren’ (Jes.28:12). Toen Israël als natie werd verstoten in Hand. 28:28, werd de gave van tekenen beëindigd, om niet terug te keren in de huidige eeuw van genade.

Deze tijdelijke gaven moesten ophouden (1Cor.13:8). De totale afwezigheid van tongen, genezingen en andere gaven van tekenen in de latere, of Gevangenis Brieven van Paulus tonen aan dat ze allemaal van het toneel verdwenen waren. Paulus schreef in 1Cor.13:9-10:

"Want wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele, maar wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, zal wat ten dele is, tenietgedaan worden."

Die uitdrukking ‘het volmaakte’ verwijst niet naar het ogenblik waarop we naar de hemel gaan, zoals velen denken. Het betekent dat wanneer Paulus’ volledige openbaringen allemaal zijn gegeven, wanneer het ‘Nieuwe Testament’ voltooid is, dat er dan geen gebruik meer gemaakt zou worden van de tijdelijke gaven. Het ‘Nieuwe Testament’ werd voltooid en de tijdelijke gaven werden beëindigd.

Het Doel van Tongen

"Ja, met vreemde klanken en in een andere tong zal Hij tot dit volk preken, tegen wie Hij zei: Dit is de rust, geef de vermoeide rust, en dit is de verademing – maar zij wilden niet luisteren"
(Jes.28:11-12).

"In de wet staat geschreven: Door mensen die een andere tong spreken, en door andere lippen zal Ik spreken tot dit volk, en ook dan zullen zij niet naar Mij luisteren, zegt de Heer"
(1Cor.14:21).

"Zo zijn de andere tongen dus tot een teken, niet voor hen die geloven, maar voor de ongelovigen"
(1Cor.14:22).

In deze Geschriften zijn drie belangrijke punten die we aandachtig zouden moeten opmerken. Het zijn:
1. ‘Tongen zijn tot een teken’ (1Cor.14:22). In het algemeen waren tekenen tijdelijk; zij dienden tot bevestiging van Gods goedkeuring van een boodschap of de boodschapper.

"De Heer werkte mee en bevestigde het Woord door de tekenen die erop volgden" (Marc.16:20).
"Jezus de Nazarener, een Man Die u van Godswege aangewezen is door krachten, wonderen en tekenen" (Hand.2:22).
"God heeft er bovendien mede getuigenis aan gegeven door tekenen en wonderen" (Hebr.2:4).

2. Een teken voor het Joodse volk. ‘Dit volk’ (Jes.28:11) is een zegswijze die altijd verwijst naar het Joodse volk, speciaal wanneer het verbonden is met de uitdrukking ‘zij zullen niet naar Mij luisteren’. Ondanks de tekenen weigerde Israël om te luisteren.

3. Tongen waren een teken voor ongelovigen, niet voor gelovigen.

Zo zijn de andere tongen dus tot een teken, niet voor hen die geloven, maar voor de ongelovigen (1Cor.14:22). Deze ongelovigen waren de ongelovige Joden uit die tijd, niet de heidenen – en zeker niet de kerk van vandaag.

De Geschiedenis van Tongen

Het Griekse woord glossolalia (tongen, of het spreken in tongen) wordt in slechts vijf gedeelten van het Nieuwe Testament gevonden. Het wordt slechts één keer gebruikt in de Vier Evangeliën, in Marc.16:17. Hier is het één van de geprofeteerde charismatische gaven die in vervulling zouden moeten gaan tijdens het apostolische tijdperk, ook wel de Handelingenperiode genoemd, waarna gaven van tekenen allemaal van het toneel verdwenen. Het spreken in tongen wordt slechts in drie gedeelten van Handelingen gevonden, in hoofdstuk 2, 10 en 19. Het wordt voor de laatste keer gevonden in 1Cor. 12-14; van de 21 epistels in het Nieuwe Testament, kun je alleen hier lezen over tongen. Laten we nu gaan kijken naar de gave van tongen in de volgende gedeelten:

1. Handelingen 2

Pinksteren betekent vijftig. In de vervulling van het type van de Schoof van het Beweegoffer in Lev.23:15-22, daalde heilige Geest neer op de vijftigste dag na de opstanding van Christus. Hoe moest het volk Israël dit weten? God gaf hen drie tekenen om te tonen dat deze geweldige gebeurtenis plaatsvond, op de aangegeven tijd!

Teken nr. 1

"En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag"
(Hand.2:2).

Dit geluid ‘vulde heel het huis’. We worden herinnerd aan de tijd toen Salomo de bouw van de eerste tempel had voltooid (2Kron.7:1-3). ‘Vuur kwam uit de hemel neer’ en heilige Geest, in de vorm van de Shekinah wolk van heerlijkheid (Ex.40:34), vulde het huis van de Heer.

Teken nr. 2

De verschijning van ‘tongen als van vuur’ (Hand.2:3). Sommige vreemde doctrines zijn gebouwd op de veronderstelling dat dit letterlijk vuur was. Dat was het niet. Het was ‘als’ van vuur, een ander teken om de aanwezigheid te duiden van heilige Geest.

Teken nr. 3

"En zij werden allen vervuld met heilige Geest en begonnen te spreken in andere tongen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken"
(Hand.2:4).

Wat waren deze tongen? Precies wat de tekst zegt: ‘andere tongen’, of andere talen. Joden uit vele naties waren daar voor de feesten van Jehovah (Hand.2:9-11). Dit waren allemaal bekende, nationale talen. De Schrift kent geen ‘onbekende’ tong. Het woord ‘onbekend’ wordt in de King James vertaling op verschillende plaatsen gebruikt (zoals 1Cor.14), maar altijd schuin gedrukt. Dat betekent dat het niet voorkomt in de originele tekst, maar toegevoegd werd door de vertalers. (noot van de vertaalster: in onze Nederlandse Bijbelvertalingen worden de woorden ‘andere’ en ‘vreemde’ gebruikt).

In tongen spreken op de Pinksterdag was dan ook een teken voor de ongelovige Joden. Het zou van korte duur zijn. Was het iets permanents geweest, dat zou lopen door de hele bedeling van genade, dan zou elke gelovige het kunnen hebben. In plaats daarvan hadden slechts enkelen het, voornamelijk de apostelen en hun boodschap van de komst van heilige Geest zou worden aangevochten. Dus ondersteunde Hij hen met machtige tekenen.

Er wordt geen enkele heiden vermeld met Pinksteren. Zij waren allen ‘Joden, godvrezende mannen uit alle volken die er onder de hemel zijn’ (Hand.2:5). De tongen waren er ten behoeve van de ongelovige Joden die toekeken.

Zij waren allen verbaasd en in twijfel, tot elkaar zeggend: ‘Wat betekent dit?’ (Hand.2:12).

2. Handelingen, hoofdstuk 10

Dit was in het huis van Cornelius, de heidense legeroverste. Petrus verkondigde de opgestane Heer aan hen. Plotseling werd hij onderbroken.

"Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel heilige Geest op allen die het Woord hoorden"
(Hand.10:44).

Petrus had zes Joodse broeders bij zich (Hand.10:45; 11:12). Hoe moesten deze zes Joden weten dat heilige Geest was gekomen over de heidense bekeerden? Door het feit dat de laatstgenoemden begonnen te spreken in andere talen of tongen (Hand.10:46).

De tongen waren niet ten behoeve van de heidense bekeerden die spraken. Zij hadden deze tekenen niet nodig; ze geloofden al, net zoals menige heiden sindsdien heeft gedaan, zonder enig teken.

"En de gelovigen die van de besnijdenis waren [de zes Joden] waren buiten zichzelf"
(Hand.10:45).

Het teken werkte. Deze Joden waren belijdende gelovigen in Christus. Zij waren ‘ongelovig’ alleen in die zin dat, tot nu toe, praktisch alle Joden hadden geweigerd te geloven dat de heidenen gered zouden worden en de gave van heilige Geest zouden ontvangen. Zelfs Petrus was er in het begin niet gerust op (Hand.10:14-15, 28). Dankzij het teken van tongen had Petrus nu zes Joodse broeders om hem te ondersteunen toen hij de zaak van deze heidense bekeerden probeerde uit te leggen aan de Joodse gemeenschap thuis in Jeruzalem.

3. Handelingen, hoofdstuk 19

In Efeze had Paulus twaalf mannen ontmoet (Joden, of Joodse proselieten). Zij wisten van de doop door Johannes, maar bleken niets te weten over het verlos-sende werk van Christus aan het kruis, noch over de komst van heilige Geest. Paulus sprak tot hen over het geloven van Christus (Hand.19:4). Zij geloofden en toen Paulus hun de handen oplegde (een andere gave, slechts voor het apostolische tijdperk, uit Deut.34:9), kwam heilige Geest op hen en spraken zij met tongen.

We zien dus dat spreken in tongen opnieuw een teken was voor de Joden. Niet alleen voor de twaalf Joden die Paulus had ontmoet, maar ook voor alle Joden in de synagoge te Efeze, waar Paulus vervolgens zijn bediening neemt (Hand.19:8).

4. 1Korinthiërs, hoofdstuk 12-14

Om hier de achtergrond te kunnen begrijpen moeten we terug naar Hand.18, de stichting van de kerk te Korinthe. Paulus voerde besprekingen in de synagoge te Korinthe (Hand.18:4) met Joden en Grieken. Hij ‘getuigde tegenover de Joden dat Jezus de Christus was.’ Het resultaat was dat zij (de Joden) ‘zich verzetten en lasterden’ en Paulus zei: ‘vanaf nu zal ik naar de heidenen gaan’ (Hand.18:5-6).

Korinthe was een centrum van wereldhandel. Veel Joden hadden zich daar gevestigd en er werden vele talen gesproken in de stad. Onder de gelovigen waren er zonder twijfel zowel Joden als heidenen die, behalve hun eigen taal, nog andere talen konden spreken. Paulus zette zijn werk in Korinthe nog anderhalf jaar voort (Hand.18:11). Ondertussen weigerden en verzetten de Joden zich tegen de boodschap die Paulus bracht en hij verliet de synagoge en begon samenkomsten te houden in een huis pal naast de synagoge! (Hand.18:7). Hoewel Paulus niet langer direct tot de Joden in de synagoge kon spreken, drong zijn boodschap op één of andere wijze toch door tot in de synagoge – zodanig, dat Crispus, het hoofd van de synagoge het Woord hoorde en werd gered en anderen met hem! (Hand.18:8)

Ten behoeve van deze ongelovige Joden in de synagoge te Korinthe, bevestigde God de boodschap van Zijn apostel met een teken. Welk teken? De gave van tongen, gegeven aan de gelovigen in de nieuwe Korinthische samenkomst. Allereerst was dit, zonder twijfel, de zuivere gave van heilige Geest, geschonken aan sommige mannen in de Korinthische samenkomst, ten behoeve van verificatie van de apostel en zijn boodschap aan de ongelovige Joden in het pand ernaast en in de rest van de stad.

De Korinthiërs begonnen deze gave echter te misbruiken en misschien verwar-den ze het met de vaardigheid van sommigen onder hen om in enkele vreemde talen te spreken, die ze in de haven hadden geleerd of iets dergelijks. Het vermogen om een andere taal te kunnen spreken was altijd al iets begerenswaardigs geweest en de Korinthiërs waren vleselijk! (1Kor.3:3).

In ieder geval schreef Paulus hoofdstuk 12, 13 en 14 voor hen om geen nadruk te leggen op de gaven van tongen en om het accent te leggen op wat hij noemde ‘een uitnemender weg’. Dat was de weg van liefde, zoals beschreven in hoofdstuk 13.

Gedegradeerd van 2000 naar 1

Paulus degradeerde het belang van de gave van tongen van 2000 naar 1. Hij zou liever ‘vijf woorden’ met betekenis spreken dan ‘tienduizend woorden’ die anderen niet zouden kunnen begrijpen (1Kor.14:19).

‘Het volmaakte’

"De liefde vergaat nooit. Wat dan profetieën betreft, zij zullen tenietgedaan worden, wat tongen betreft, zij zullen ophouden, wat kennis betreft, zij zal tenietgedaan worden. Want wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele, maar wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, zal wat ten dele is, tenietgedaan worden."
(1Kor.13:8-10).

Er worden drie zaken genoemd die van het toneel zouden verdwijnen – profetieën, tongen en goddelijke kennis.

Profetieën

Deze profetieën waren niet waar we normaal gesproken aan denken bij Bijbelse profetieën. Ze werden gegeven door de profeten uit de Handelingenperiode (zoals in Hand.11:27; 13:1; 21:10) door wie God aan de eerste gelovigen tijdelijke, mondelinge instructies gaf terwijl het Nieuwe Testament in de maak was. Bedenk dat ze in die tijd alleen de geschriften van het Oude Testament hadden.

Kennis

Kennis is in dezelfde categorie: tijdelijke kennis van God totdat het Nieuwe Testament voltooid was. Deze twee gaven zouden vanzelfsprekend worden stopgezet als ze niet langer nodig waren.

Tongen

Tongen waren tijdelijke manifestaties voor het volk Israël gedurende de Handelingenperiode. Hun doel was om de apostelen en hun boodschap te bevestigen. Het spreken in tongen zou ook ophouden toen God stopte met de omgang met de natie Israël op het moment van Hand.28:28. Deze gave verdween van het toneel aan het einde van de Handelingenperiode, toen God de opstandige natie terzijde zette voor de duur van het huidige tijdperk en Zich wendde tot de heidenen (Hand.28:28).

Totdat de hele Bijbel was voltooid, moest zelfs Paulus zeggen: ‘Wij kennen ten dele.’ Toch zouden al deze tijdelijke gaven ophouden ‘wanneer het volmaakte zal gekomen zijn.’

Wat is `hier ‘het volmaakte’? Het is niet ‘wanneer we naar de hemel gaan,’ zoals velen denken. En het verwijst ook niet naar de komst van de Heer. ‘Het vol-maakte’ is het voltooide, Geestgeademde, volmaakte Woord van God (Kol.1:25)!


Samengevat

1. Tongen in de Bijbel waren bekende talen.

2. Tongen waren een teken voor ongelovige Joden, nooit om heidenen of de Kerk te overtuigen. De Joden zijn een volk van tekenen (1Kor.1:22).

3. Tongen zouden ophouden wanneer hun noodzaak als een teken was vervuld (1Kor.13:8).

4. Niet iedere gelovige sprak in tongen, alleen speciaal begenadigden (1Kor.12:30).

5. Tongen waren nooit een teken van geestelijkheid, eerder een gebrek daaraan.

6. In de Bijbel staat niets vermeld over vrouwen die in tongen spraken. In Hand.1:14 staat ‘deze allen’ in de mannelijke naamval in het Grieks, wat laat zien dat alleen mannen baden, alhoewel er vrouwen aanwezig waren. In het grote hoofdstuk over tongen, 1Korinthiërs 14, wordt de vrouwen uitdrukkelijk verboden om te spreken (:34).

7. Onze Heer Jezus Christus sprak nooit in tongen! Net zomin als de apostel Paulus op het moment van zijn bekering. Tongen hadden niets te maken met redding.




Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Bible Student's Notebook en is hier geplaatst met de toestemming van Clyde L. Pilkington Jr.
© www.hetbestenieuws.nl
Vertaling: Anke Pronk-Waterlander (april2012)