Een korte ontmoeting
door Andrew Maclarty

In mijn late tienerjaren werd per dag minstens twee uur per werkdag besteed aan reizen naar en van mijn werk, en soms was er een gelegenheid om te getuigen van de genade van God, zoals ik die toen verstond.

Opdat de reistijd niet verkwist zou worden, las ik op de heen- en terugweg in mijn Bijbel. Zodoende kon ik in een dag ongeveer dertig hoofdstukken lezen. Zo kon bijvoorbeeld op de heenweg zestien hoofdstukken van Spreuken gelezen worden en vijftien op de terugweg.

Mijn Bijbel was groot en kon niet in mijn jaszak gedragen worden, en was dus duidelijk aanwezig voor iedereen die mij zag. Op een dag, toen ik mijn werkplek binnen kwam, ongeveer tien minuten voor aanvang van het werk, werd ik met de manager geconfronteerd. Zijn exacte woorden liggen nu buiten mijn herinnering, maar het gesprek ging ongeveer als volgt.

"Andrew, wat is dat voor een boek dat je bij je hebt?"

"Het is een Bijbel, meneer."

"Ben jij dan een Christen?"

"Ja meneer, dat ben ik."

"Vertel me eens, wat gebeurt er wanneer we sterven?"

In die tijd was mijn begrip gebouwd op traditie die de gedachte inhield dat de ziel onsterfelijk was en ergens "in het hiernamaals" heen ging.

"Wel, als we Christen zijn, dan gaan we naar de hemel."

"Maar als we geen Christen zijn, waar gaan we dan heen?"

Ik had liever gehad dat hij het niet had gevraagd en zijn rechtstreekse vragen waren een beetje schurend, maar ik probeerde trouw te zijn aan het evangelie dat ik begreep.

"Als we niet gered zijn, zegt de Bijbel dat we naar de hel gaan..."

"Maar houdt God dan niet van iedereen?"

Jazeker, dat doet hij!"

"En die plaats die men hel noemt, hoe is die?"

"Het is een plaats van straf."

"Wat voor soort straf?"

"Nou, de Bijbel zegt dat het een plaats is waar de boosaardigen verbrand worden."

"Is dat voor altijd?"

"Ja."

"Vertel me eens, wie maakte de hel?"

"Wel, de Bijbel zegt dat God alles maakte, dus moet Hij ook de hel gemaakt hebben."

"En waarom maakte Hij de hel?"

"Om de boosaardigen te straffen."

"Maar je hebt net gezegd dat God van iedereen houdt. Waarom maakte Hij dan de hel? Had Hij dan niet kunnen voorzien wat zou gebeuren, dat ontelbare miljoenen voor altijd in de hel zouden lijden?"

Voor de eerste keer in mijn leven merkte ik dat ik beschaamd werd door het "evangelie" van de evangelische traditie, en hoewel deze vragen voor de hand liggend waren, waren dit vragen die ik ijverig had weten te omzeilen. Gelukkig voor mij begon de werktijd en ontsnapte ik aan verdere ondervraging, maar net als Saulus van Tarsus vond ik mezelf geprikkeld en was God mij aan het voorbereiden om de alles overstijgende waarheden te ontvangen van Zijn doelstelling om allen met Zichzelf te verzoenen.




© www.hetbestenieuws.nl