Breaking News!
God redde de grootste van zondaren!
door Andrew Maclarty

We hebben uit een brief, die door Saulus van Tarsus werd geschreven, dat de grootste van zondaren gered is geworden. En nog verbazender: Saulus heeft onthuld dat de grootste van zondaren niemand minder dan hijzelf was! De onthulling werd gedaan in een brief aan Timotheüs, waar hij zegt - en wij citeren:

"Trouw is het woord en alle welkom waard, dat Christus Jezus in de wereld kwam om zondaren te redden, van wie ik de eerste ben."
(1 Tim. 1:15;SW)

Wat hij verder te zeggen heeft, heeft grote gevolgen, niet alleen voor Joden, maar religieuze mensen overal. Hij gaat verder - en we citeren weer...

"Maar door dit is mij barmhartigheid getoond, dat eerst in mij Christus Jezus al Zijn geduld zou tentoonspreiden, tot patroon voor die op het punt staan in Hem te geloven, tot aionisch leven"
(1 Tim. 1:16;SW)

Het is verbazingwekkend te zien hoe ver Saulus (hij geeft er de voorkeur aan Paulus genoemd te worden) van zijn wortels verwijders is geraakt. Hij werd opgevoed in Jeruzalem, in de school van Gamaliël, en werd beschouwd als een vanzelfsprekend opvolger van de grote leraar. Dat alles is nu weg, want zijn uitspraken hebben hem "buiten het fatsoen" geplaatst.

Joden beschouwen zichzelf als Gods getuigen op aarde. Alle hoop voor de heidenen (de natiën) was door Israel, de priesternatie. Paulus heeft nu gezegd dat Christus Jezus in de wereld kwam om zondaren te redden, dus is de wet nu, als gevolg daarvan, overbodig. Mozes heeft zeker nooit gezegd dat de wet werd gegeven om zondaren te redden!

Feitelijk kon de wet geen zondaren redden; vanaf het moment dat iemand zondaar werd was het al te laat voor de wet. De bruikbaarheid van de wet was om te voorkomen dat een persoon een zondaar werd, en dan later een middel te leveren waarmee de straf voor een tijdje uitgesteld werd. De wet kon alleen de weg wijzen naar rechtvaardig gedrag, maar kon niet de kracht leveren om de eisen er van uit te voeren.

Paulus' geval - "Een patroon voor allen die geloven"

Twee andere punten zijn van groot belang. Paulus zegt dat zijn eigen geval [a] "een patroon is voor allen [b] die op het punt staan te geloven." Door te zeggen dat zijn geval een patroon is, moet het betekenen dat allen die na hem komen op dezelfde manier gered worden. Het betekent niet dat ze door een "weg naar Damascus ervaring" moeten gaan, maar dat "de genade van onze Heer overweldigt in geloof en liefde." Dit is het patroon, en het is voor allen die gaan geloven. In de wet wordt hier niets over gezegd. Genade is onverdiende gunst aan die het niet verdienen, en was de gunst verdiend, dan zou het niet uit genade kunnen zijn.

"Allen die op het punt staan ... te geloven." Nu de wet terzijde is gesteld, is het onderscheid tussen Jood en heiden teruggebracht tot niets anders dan een ritueel. Waar genade en liefde overweldigen, heeft de wet geen plaats. De instructies, oproepen en straffen deden niets om het gedrag van hun onderschikten te verbeteren, en voegden alleen maar toe aan de ellende van hun mislukking.

De wet was beperkt tot Israel, maar genade kent geen grenzen. In feite kunnen we zeggen dat er zelfs een groter bereik is voor genade onder de begunstigde heiden!

God heeft de belangrijkste, de grootste van zondaren gered. Paulus vertelt ons dat hij tevoren een lasteraar en vervolger en schender was. Hij dacht niet aan bekeren toen hij op de weg naar Damascus werd uitgedaagd. Petrus herinnert ons in Handelingen 3:22 dat die iedereen die niet luisterde naar de Profeet, zoals naar Mozes, volkomen uitgeroeid zou moeten worden uit het volk, en dit is een vroege bekendmaking van de komende bedeling van genade. Het was nog niet aan de orde, en daarom werd, op dat moment, aan Saulus mededogen getoond. Het was echter niet mededogen dat Saulus van Tarsus veranderde, maar overweldigende genade.

Hoewel hij niet in de veroordeling terecht kwam die door Petrus genoemd wordt, ging Saulus een tijdlang door met hen te vervolgen die "van de weg" waren, tot hij zijn opmerkelijke ervaring had op de weg naar Damascus. Daar, zo zegt hij, scheen een licht uit de hemel, helderder dan de middagzon, op hem, en ontving hij een visioen van de verrezen Jezus. En aangezien het licht de overweldigende genade vergezelde, is het niet verrassend dat het de helderheid van de middagzon overweldigde.




© www.hetbestenieuws.nl