"Laat niemand jullie misleiden met lege woorden. Door deze komt de verontwaardiging van God op de zonen van de koppigheid."
Efe. 5:6;SW)
In ons vorige hoofdstuk over "De komst van de Heer," wezen we er door de Schrift op dat, bij de komst van de Heer en het begin van de Dag van de Heer, de doden in Christus eerst zouden opstaan, dan zullen wij, de levenden die overleven, samen met hen weggegrist worden voor de ontmoeting met de Heer in de lucht.
Met deze gebeurtenis eindigt de huidige geheime bedeling, en begint de Dag van de Heer met al z'n verschrikkingen! Grote tonelen beginnen zich af te spelen, zowel in de hemel als op de aarde. In de hemel wordt de dais van Christus klaar gezet, waarvoor alle heiligen van Christus' lichaam zullen staan voor keuring en versterking. Michaël en zijn boodschappers mobiliseren zich om te strijden tegen de grote rode draak en zijn boodschappers, om hen uit hun plaats in de hemel te verdrijven.
Op aarde zal Gods Joodse klok - de tijden en eras - weer opnieuw gaan lopen, en de laatste, of zeventigste zevener, van de zeventig zeveners die over Israel zijn besloten (uitgesteld tot God de geheime bedeling heeft voltooid met betrekking tot de hemelse gewesten), zal z'n loop krijgen. Zoals aangeduid in hoofdstuk VI, stelt de Schrift dit voor met benamingen als de "ene zeven," "de toekomstige of komende verontwaardiging," waarvan de laatste helft de "tijd van de grote verdrukking" is, "Jakobs benauwdheid." We citeren het opnieuw uit Daniël 9:27 ...
"Dan zal hij verbondsheerschappij hebben over de velen, één zeven. En in de helft van de zeven zal hij het offer en de geschenkaanbieding doen ophouden en op een vleugel van het heiligdom zijn er verwoesting brengende gruwelen. Tot aan de voleinding, zal wat besloten is worden uitgestort op die verlaten is."
(Dan. 9:27;SW)
Dit onthult dat "één zeven" van jaren vereist is om de "zeventig zevens," die over Israel en hun heilige stad besloten zijn, te completeren. Maar dat is nog toekomst. Het begin er van zal gekenmerkt worden door het maken van een verdrag of verbond door een persoon die beschreven wordt als de komende heerser of verwoester. Dit verbond zal hij in het midden van de ene zeven schenden, dat wil zeggen, na drie en een half jaar, wat de oorzaak is dat het oude offer en de geschenkoffers zullen ophouden. Dan wijdt hij de grote verdrukking van het volk Israel in.
Het zal goed voor ons zijn eerst te overdenken wat de Schrift onthult over de persoon die de titel Verwoester draagt. We vinden hem beschreven in de Hebreeuwse Schrift (het Oude Testament) als...
- De Assyriër (Jes, 10:5,6; 30:27-33).
- De koning van Babylon (Jes. 14:4).
- Zoon van de dageraad (Jes. 14:12).
- De kleine hoorn (Dan. 7:8,9-12).
- De koning met een krachtig gezicht (Dan. 8:23).
- De komende bestuurder (Dan. 9:26).
- De koning die doet naar zijn goeddunken (Dan. 11:36).
In de Griekse Schrift wordt hij omschreven als ...
- De man van wetteloosheid (2 Thess. 2:3).
- De zoon van verwoesting (2 Thess. 2:3,4).
- De wetteloze (2 Thess. 2:8).
- Het wilde beest (Openb. 13:1,2).
Onze Heer maakte een profetische zinspeling op hem toen Hij tot de zonen van Israel sprak over Zijn eigen bediening onder hen, zeggend ...
"Ik ben gekomen in de naam van Mijn Vader en jullie nemen Mij niet aan. Indien een ander zal komen in zijn eigen naam, die zullen jullie aannemen"
(Joh. 5:43;SW)
Hij zal de "Superman" zijn, zich voordoende als de grote humanitariër, de vriend van de mensen, en de speciale vriend van het Joodse volk, van wie hij velen zal overtuigen dat hij gekomen is om de gouden eeuw in te wijden zoals die door hun profeten is afgebeeld, die hem als hun Messias zullen loven. Hij zal de mensen bedwelmen met de krachtige misleiding van zijn nooit minderend succes. Wanneer hij de doodsklap van het zwaard krijgt en opgestaan is, zal hij geen van deze krachten hebben verloren, maar zal hij, als toevoeging, de belichaming worden van alle soorten van boosaardigheid en godslastering. De Schrift vertelt ons dat ...
"En hij zal uitspraken uitspreken om de Allerhoogste opzij te zetten en de allerhoogsten van de heiligen zal hij uitputten en hij is van plan om gestelde tijden en bevelen te veranderen; en zij zullen in zijn hand gegeven worden tot een tijd en tijden en een deel van een tijd"
(Dan. 7:25;SW)
"die welke afgebroken wordt. En vier staan er op in zijn plaats. Vier koninkrijk zullen opstaan uit deze natie, maar niet in zijn kracht. En in het laatst van hun koninkrijk, wanneer er een eind komt aan de overtreders, zal een koning met een sterk gezicht opstaan, iemand die problemen begrijpt. En zijn kracht is sterk, maar niet door zijn kracht. En hij zal dingen die wonderbaarlijk zijn vernielen en hij vaart wel. En hij doet en hij vernielt krachtigen en het volk van heiligen. En door zijn verstand doet hij het bedrog welvaren in zijn hand. En in zijn hart zal hij zichzelf groot maken en met gemak zal hij velen vernielen. En tegen de Leider van de leiders zal hij staan, maar aan de grens van zijn hand zal hij verbroken worden"
(Dan. 8:22-25;SW)
"En de koning doet naar zijn goeddunken en hij zal zichzelf verhogen en hij zal zichzelf groot maken tegenover iedere el, en tegen de El van de godheden zal hij wonderlijke dingen spreken. En het gaat hem goed, totdat zijn nijdigheid wordt afgesloten. Wat besloten is wordt gedaan"
(Dan. 11:36;SW)
"Niemand zou jullie misleiden, op welke wijze dan ook. Want zou de afval niet eerst komen en de mens van de wetteloosheid niet geopenbaard worden, de zoon van de vernietiging, die tegenstander is en verheven tegen alles wat god heet of voorwerp van verering is, zodat deze in de tempel van God gezeten is, zelf tonend dat hij God is? Herinneren jullie niet dat, nog bij jullie zijnde, ik dit tegen jullie zei? En nu: jullie hebben de weerhouder waargenomen; wacht tot het openbaren van hem in zijn era. Want het geheim van de wetteloosheid is al werkend, maar slechts tot de weerhouder uit het midden zal worden weggenomen. En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal vernietigen door de geest van Zijn mond en afschaffen door de verschijning van Zijn aanwezigheid, wiens aanwezigheid is naar de werking van de Satan, in alle kracht en tekenen en valse wonderen, en in allerlei verleiding van ongerechtigheid voor die vernietigd worden, in plaats waarvan zij de liefde voor de waarheid niet ontvangen voor hun gered worden. En daarom zendt God hen een werking van dwaling, zodat zij de leugen geloven, opdat allen geoordeeld zullen worden, die niet de waarheid geloven, maar zich verheugen in onrecht."(2 Thess. 2:3-12;SW)
Er is tot op heden nog nooit een persoon op aarde verschenen die beantwoordt aan de beschrijving die in voorgaande Schriftgedeelten is gegeven.
Na de weggrissing van de ecclesia die het lichaam van Christus is voor de ontmoeting in de lucht, zal dat wat "weerhoudt" uit ons midden zijn, en zal de "wetteloze" onthuld worden.
"En nu: jullie hebben de weerhouder waargenomen; wacht tot het openbaren van hem in zijn era. Want het geheim van de wetteloosheid is al werkend, maar slechts tot de weerhouder uit het midden zal worden weggenomen. En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal vernietigen door de geest van Zijn mond en afschaffen door de verschijning van Zijn aanwezigheid"
(2 Thess. 2:6-8;SW)
Hij zal komen in de vermomming van de "ruiter op het witte paard" van Openbaringen 6:1,2, vrede en welvaart belovend, en het verbond met velen voor één zevener bekrachtigen, dat wil zeggen, met de zonen van Israel in het land Palestina, waaronder hun oude vorm van offerende aanbidding zal worden hersteld.
Hij zal niet alleen door de Israelieten ontvangen worden, maar de heidennatiën - de zonen van de koppigheid - zullen hem loven als hun leider, koning en redder, want hij zal het laatste hoofd zijn dat wereldheerschappij uitoefent, want aan "hem werd gezag gegeven over iedere stam en volk en taal en natie" (Openb. 13:7), die zichzelf zal zetten in de tempel van God in Jeruzalem en aanbidding of de dood zal eisen!
Dan zal de federatie gecreëerd worden, aangevoerd door de Man van Wetteloosheid, de koning die doet wat voor hemzelf aanvaardbaar is, zichzelf verhogend en zichzelf vergrotend over iedere godheid, en aan wie gezag gegeven is om te doen zoals hij wil, twee en veertig maanden, of drie en een half jaar (Openb. 13:5; Dan. 7:25).
Het hoeft geen betoog dat een nietig mens, zonder de energie schenkende kracht van een andere bron, nooit zoveel kracht en invloed zou kunnen hebben. En we hoeven ook niet te gissen naar waar hij het vandaan haalt. Paulus zegt dat zijn komst in overeenstemming is met de werking van Satan, met alle kracht en tekenen en valse wonderen (2 Thess. 2:9), terwijl Johannes ons zegt dat de draak het (het wilde beest) zijn kracht geeft en zijn troon en groot gezag (Openb. 13:2). Dit brengt ons tot een studie van Satan in de Schrift.
Het is onder de heiligen van God maar weinig bekend dat Satan vandaag niet in de "hel" van de orthodoxe theologie is, maar in de hemel! Dit komt gewoonlijk als een schok aan bij de meeste kerkleden, omdat ze voor vanzelfsprekend hebben aangenomen dat hun leer over het onderwerp, oud als de eeuwen, wel Schriftuurlijk moet zijn! Maar de waarheid over Satan, zoals God die goed vond te onthullen in de Schrift, is radicaal anders dan wat in het Christendom wordt geleerd.
Ik vind het zeer behulpzaam in deze studies om mijn lezers mee terug te nemen naar de oorsprong en het doel van de dingen zoals de Schrift ze mededeelt, waardoor wij de meeste van de fouten en de valse ideeën kunnen ophelderen en de weg openen voor een helderder begrip van Gods aionische bedelingen. Bijvoorbeeld: als we spreken over het begin van Satan, wordt ons denken onmiddellijk gevuld met het traditionele idee dat hij een "perfect" schepsel was, een "aartsengel" van de hemel; dat hij en Christus de twee morgensterren waren die het volkslied zongen van de schepping, en dat door duistere motieven "Lucifer" viel, uit de hemel geworpen werd en Satan werd!
Uiteraard zijn we op de hoogte van de favoriete passage van Ezechiël acht en twintig, die wordt gebruikt om aan te tonen dat hij eerst "perfect" was en daarna "viel." Maar een nauwkeurige studie van deze passage zal een ieder duidelijk laten zien dat de prins van Tyrus nadrukkelijk een menselijk wezen was, een man. Verder raken we betrokken bij onverklaarbare problemen, tenzij de klacht verwijst naar de prins, of koning, van Tyrus, met speciale verwijzing naar zijn regering (verzen 16, 18). Als we er op staan dat het naar Satan verwijst, moeten we er op voorbereid zijn te zeggen dat hij "nu niet" is (Eze. 28:19)!
Een andere favoriete passage die beslissend bewijs schijnt te leveren dat Satan viel van een hoge plaats in de hemel, is te vinden in Jesaja 14:12. Maar de vloed van foutieve leer die onder liefhebbers van waarheid wordt verspreid, zou nooit getolereerd zijn geworden als men even had nagedacht over de context van de tekst waarop het allemaal is gebaseerd. Het wordt altijd geciteerd zoals het te vinden is in onze gebruikelijke vertaling [King James], en kennelijk stoppen er maar weinigen om vragen te stellen bij de accuraatheid er van. Daar leest het(vertaald vanuit het Engels)...
"Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, O Lucifer, zoon van de morgen."
(Jes. 14:12a)
Nu onthult een onderzoek van de Hebreeuwse tekst naar bewijs dat "Lucifer" hier verwijst naar Satan, maar heel erg weinig! Het is hetzelfde woord dat onze vertalers weergaven met "huil" in Zacharia 11:2! In de vrouwelijke vorm komt het opnieuw in dit hoofdstuk van Jesaja voor bij het begin van vers 31, en wordt weergegeven met "huil." In iets andere vormen is het tien maal in Jesaja te vinden (13:6; 15:2,3; 16:7,7; 23:1,6,14; 52:5; 65:14), en het wordt altijd weergegeven met "huil." Ten behoeve van hen die geen toegang hebben tot een correcte vertaling van het origineel, zullen we de tekst en context geven die, samen overwogen, aan allen zal bewijzen dat het niet verwijst naar een val van Satan in het verleden, maar vooruit ziet naar de toekomst, wanneer de "Verwoester," de "Man van wetteloosheid," die zichzelf boven iedere godheid verheft, neergehaald wordt.
"9 Het ongeziene van beneden is verstoord over jou, om jou bij je komst te ontmoeten. Het wekt voor jou genezers op, alle geitenbokken van het land, het doet alle koningen van de natiën opstaan.(verg. Jes. 14:4)
10 Zij allen zullen antwoorden en zij allen zullen tot jou zeggen: Ook jij bent net zo ziek zoals wij, jij bent vergelijkbaar met ons.
11 Jouw praal is neergebracht naar het ongeziene, de klank van jouw citers. Onder jou zal een made aanliggen en een worm wordt jouw bedekking.
12 Hoe viel jij van de hemelen! Huil, zoon van de dageraad! Jij werd omgehakt naar het land, overweldiger van natiën!
13 En jij, jij zei in jouw hart: Naar de hemelen zal ik opstijgen! Boven de sterren van El zal ik mijn troon verhogen, en ik zal zitten op de berg van de afspraak, in de alkoven van het noorden.
14 Ik zal opgaan op de hoge plaatsen van de dikke wolk. Ik zal zijn als de Allerhoogste!
15 Ja, naar het ongeziene zal jij gebracht worden, naar de alkoven van de crypte.
16 Die jou zien zullen naar jou gluren. Zij zullen jou overwegen: Is dit de man die het land verstoorde, die koninkrijken deed beven,
17 die de woonplaats maakte als een wildernis en hun steden vernietigde, die van zijn gevangenen het huis niet opende? "
(Jes. 14:9-17;SW)
Een studie van deze passage onthult hoe nutteloos de inspanningen zijn om een fundament te vinden voor de val van Satan; "Lucifer" is doodgewoon een verkeerde menselijke benaming, en zou geen plaats mogen hebben in de leer van hen die er naar verlangen te spreken zoals God gesproken heeft!
We zouden de Schrift in z'n zuiverheid en exactheid van uitdrukking moeten aanvaarden, dat ...
"de duivel zondigt van het begin"
(1 Joh. 3:8;SW)
"Deze was mensendoder vanaf het begin en staat niet in de waarheid, want in hem is geen waarheid ... want hij is leugenaar en de vader daarvan."
(Joh. 8:44;SW)
"Ik schiep de vernietiger om schade aan te brengen."
(Jes. 54:16;SW)
Hier is voldoende bewijs dat Satan een zondaar en moordenaar was vanaf het begin, dat hij niet in de waarheid stond, omdat dat de waarheid niet in hem is, hij een leugenaar is en de vader daarvan, geschapen werd als een vernietiger om te vernietigen! Verder zijn we veilig wanneer we vasthouden aan de titels waarmee de Schrift hem benoemt, maar we zijn op weg naar verwarring en problemen wanneer we ons richten naar de on-Schriftuurlijke titels van de traditie.
De Schrift omschrijft hem als de oude slang, Tegenstander, Lasteraar en Satan, titels die duidelijk zijn karakter en werk benadrukken. Het is niet iets dat over hem kwam na een vermeende "val," maar wat in hem was vanaf zijn begin. Toen hij begon, kwam hij voort uit de handen van zijn Schepper, een kronkelende slang en de belichaming van alle hebzucht, bedrog, jaloersheid, egoïsme, trots en verkeerd verlangen, waardoor en waarmee hij toegang vindt in de harten van de mensheid, hen misleidend en vernietigend, testend en ziftend. Een overdenking van wat de Schrift zegt over zijn oorsprong, verifieert deze leer.
"Door Zijn geest werden de hemelen gepast gemaakt. Zijn hand zwoegde met de vluchtende slang."
(Job 26:13;SW)
In dit couplet vinden we onmiddellijk de tegenstelling van het prachtig maken van de hemelen door Zijn geest, en de pijnlijke productie van de "vluchtende slang" door Zijn hand. De geest wordt gebruikt voor intieme en vitale associatie, terwijl de hand het werk op afstand houdt en kracht en vakmanschap veronderstelt, en niet zozeer eenheid.
Deze lijnen vinden onmiddellijke toepassing op het fysieke universum, maar niemand die een gewetensvolle studie heeft gemaakt van de sterren en hun relatie met de Schrift, zal falen het veel diepere belang van hun betekenis te zien. De sterren worden in de Schrift vaak gebruikt als beelden van hemelse wezens, terwijl de oude sterrenbeelden, Draken en Slangen, altijd de Satan van de Schrift hebben vertegenwoordigd.
In Openbaringen lezen we ...
"En zijn staart sleept het derde van de sterren van de hemel en werpt ze op de Aarde."
(Openb. 12:4;SW)
We zien onmiddellijk dat de tekst boodschappers of engelen veronderstelt van de hemel, en niet zozeer echte sterren, zoals de verzen zeven, negen en tien van hetzelfde hoofdstuk onthullen. In een andere plaats lezen we ...
"En ik nam een ster waar, gevallen zijnde uit de hemel op de Aarde. En hem werd de sleutel gegeven van de bron van de afgrond"
(Openb. 9:1;SW)
Net zoals de "sterren" beelden zijn voor hemelse wezens, precies zo vinden we dat de "vluchtende slang" een beeld voor Satan is. En we hebben nog een stuk bewijs dat de zaak boven alle twijfel zal verheffen. Het is een studie van het gebruik van het Hebreeuwse nachash, wat "slang" betekent. Niet alleen is het de naam van de verleider van Eva in de hof van Eden (Gen. 3:1,2,4,13,14), maar Jesaja gebruikt precies dezelfde term bij het beschrijven van de afsluitende dagen van de toekomende verontwaardiging, wanneer JAHWEH uit Zijn plaats naar voren komt om Satan straf op te leggen. Het lees ....
"Ga, Mijn volk, ga binnen in je kamers en sluit je dubbele deuren achter je. Verberg je een kort moment totdat de verontwaardiging voorbij zal zijn.
Want zie!, JAHWEH trekt uit van Zijn plaats om de verdorvenheid van die verblijft op het land aan hem te bezoeken. En het land zal haar bloed ontbloten en het zal niet langer haar gedoden bedekken.
In die dag zal JAHWEH met zijn harde en grote en standvastige zwaard de draak bezoeken, de vluchtende slang, ja de draak, de kronkelende slang, en Hij doodt het monster dat in de zee is."
(Jes. 26:20-27:1;SW)
Dit Schriftdeel laat duidelijk zien dat dit alles zal gebeuren wanneer de Heer komt om de "vluchtende slang" te straffen, een beeldspraak die naar niemand anders dan Satan kan verwijzen, die dan op de aarde zal zijn en de opstokende aanleiding van de grote verdrukking zal zijn, in de grote "zee" - "volken en menigten en natiën en talen" (Openb. 17:15; 13:1-3).
Na het identificeren van de "oude slang" als de Lasteraar en Satan, een schepsel van God, geschapen voor het bijzondere werk dat belichaamd is in de titels waarmee hij beschreven wordt, zullen we vervolgens onze aandacht richten op de overweging van wat de Schrift onthult met betrekking tot zijn verblijfplaats en werkzaamheid.
Zoals we al eerder hebben gesteld, is het nutteloos blind achter de traditie aan te lopen in de hoop dat we met dit onderwerp ergens terecht komen. Onze enige koers voor een helder verstaan van waar Satan is, en wat hij aan het doen is, is eerbiedig aandacht te schenken aan de Schrift. In Job wordt ons een verslag gegeven van een hemelse raad met Satan daarbij aanwezig, dat veel licht werpt op zijn positie en werkzaamheid.
"6 En het was de dag dat de zonen van de Elohim komen om zichzelf voor JAHWEH te plaatsen, en ook de Tegenstander kwam in hun midden.
7 En JAHWEH sprak tot de Tegenstander: 'Van waar kom jij?' En de Tegenstander antwoordde JAHWEH en hij zei: 'Van heen en weer gaan in het land en van er in te wandelen.'
8 En JAHWEH zei tot de Tegenstander: 'Plaatste jij jouw hart op mijn dienaar Job? Want er is niemand zoals hij in het land, een smetteloos en oprecht man, Elohim vrezend en wijkend van het kwade.'
9 En de Tegenstander antwoordde JAHWEH en hij zei: 'Vreest Job Elohim om niet?
10 Heeft U geen beschutting gezet om hem en om zijn huis en om al wat van hem is, rondom? U zegende het werk van zijn handen en zijn bezit breekt door in het land.
11 Maar toch, strek alstublieft Uw hand uit en raak alles wat van hem is aan. Indien dat gebeurt zal hij U niet voor Uw aangezicht zegenen.'"
(Job 1:6-11;SW)
Iedereen is op de hoogte van het verslag van de rampspoed die door JAHWEH via de Tegenstander over Job werd gebracht (Job. 2:3; 42:11). Maar het bijzondere punt waar ik hier de aandacht op wil vestigen is dat de oude slang, de Lasteraar, Satan en de Tegenstander genaamd - de vernieler, geschapen om te vernielen - toegang heeft tot de aanwezigheid van JAHWEH, en verrichtte het werk waarvoor hij werd geschapen door de vernietiging van alles wat Job had tot stand te brengen!
Juist hier zal het goed zijn een uitspraak van onze Heer te overwegen die in Lukas 10:17-20 te vinden is, in verband met de bediening van de twee en zeventig die Hij eerder voor Zich uitzond naar iedere stad en plaats waar Hij op het punt stond binnen te gaan. Nu zien we ze jubelend terugkeren, zeggend: "Heer! Ook de demonen worden in Uw naam aan ons onderschikt!". Toch zei Hij tot hen...
"Ik zag de Satan als een bliksem uit de hemel vallen. Zie! Ik heb jullie het gezag gegeven om te treden op slangen en schorpioenen en over heel de macht van de vijand. En niets zal jullie beschadigen"
(Luk. 10:18,19;SW)
Dit is geen verwijzing naar de zogeheten "val" van Satan in het verleden, waarvan de Schrift niets weet, maar heeft een onmiddellijke en bijzondere toepassing op Satans handelen in antwoord op de spanning onder zijn demonische onderdanen onder de kracht van Christus' naam in de bediening van de twee en zeventig discipelen. Hij schiet als een bliksemflits uit de hemel naar de aarde om ze te helpen. De uitdrukking "vallen" geeft hier geen verwijzing naar het "uitwerpen" van Satan, maar wordt vaak gebruikt voor het neerdalen van het een of andere hemelse wezen uit de hemel, zo snel dat er gesproken wordt van "bliksemflits" of van "een vallende ster." Let op het volgende Schriftdeel...
"En de vijfde boodschapper trompettert. En ik nam een ster waar, gevallen zijnde uit de hemel op de Aarde. En hem werd de sleutel gegeven van de bron van de afgrond. En hij opende de bron van de afgrond en rook steeg op uit de bron als de rook van een grote oven. En de zon en de lucht zijn verduisterd door de rook van de bron."
(Openb. 9:1,2;SW)
Maar laten we terugkeren naar de overdenking van Satans verblijfplaats en werkzaamheden. Een ander prachtig uitzicht op zijn verblijfplaats en werkzaamheden, samen met de "de geestelijke machten van de boosheid onder de hemelingen" onder zijn heerschappij, kan verkregen worden door een studie van de onthullingen die aan Daniël werden gegeven toen hij in Babylon was. Hij zegt ...
"20 En terwijl ik sprak en bad en mijn zonde beleed en de zonde van mijn volk, Israel, en mijn smeekbeden wierp voor het aangezicht van JAHWEH, mijn Elohim, op de berg van heiligheid van mijn Elohim,
21 en terwijl ik sprak in gebed, raakte de man Gabriël, die ik zag in het gezicht in het begin, snel flauwvallend, mij aan ten tijde van het naderingsgeschenk van de avond.
22 En hij legde uit en hij sprak met mij en hij zei: 'Daniël, nu kwam ik uit om jou verstandelijk begrip te geven.
23 Bij het begin van jouw smeekbeden ging een woord uit en ik kom om jou te vertellen dat jij begeerd bent. En overweeg wat in het woord is en begrijp wat in het gezicht is.'"
(Dan. 9:20-23;SW)
Dit geeft een duidelijk verslag van Gabriël, de boodschapper die voor God staat (Luk. 1:19), uitgezonden met een boodschap voor Daniël, om hem meer begrip te geven over dat waarvoor hij bad. De kortheid van Daniëls gebed overwegend, laat het zien dat het de hemelse boodschapper maar een hele korte tijd vergde om van de troon van God tot bij Daniël te komen.
Laten we nu dit alles eens contrasteren met een andere ervaring van Daniël, toen hij zijn hart zette op het verstaan van wat zijn volk zal overkomen in de laatste dagen. Het volgt in het tiende hoofdstuk.
"In jaar drie van Cyrus, koning van Perzië, werd een zaak onthuld aan Daniël, wiens naam genoemd wordt Belteshazzar; de zaak is waar en de menigte is groot. En hij begreep de zaak en hij had verstand van het gezicht.
In die dagen was ik, Daniël, drie perioden van zeven dagen aan het treuren. Begeerd brood at ik niet en vlees en wijn kwamen niet in mijn mond en ik wreef mij niet in tot de drie maal zeven dagen vervuld waren. En op de vierentwintigste dag van de eerste maand kwam ik aan de zijkant van de grote stroom, de Hiddekel. En ik hief mijn ogen op en ik keek, en zie!, een man gekleed in linnen. En zijn middel was omgord met gewaarmerkt goud van Ofaz. En zijn lichaam was als topaas en zijn gezicht was als de verschijning van bliksem en zijn ogen waren als vuurtoortsen en zijn armen en zijn voeten als het blinken van schitterend koper en het geluid van zijn woorden was als het geluid van een menigte.
En hij zei tot mij: "Daniël, begeerde man, begrijp de woorden die ik tot jou spreek; en sta op jouw plaats, want nu werd ik tot jou gezonden." En toen hij dit woord tot mij sprak, stond ik op, bevend. En hij zei tot mij: "Het moet niet zo zijn dat jij bang bent, Daniël, want vanaf de eerste dag dat jij jouw hart gaf om te begrijpen en jezelf nederig te maken voor het aangezicht van jouw Elohim, werden jouw woorden gehoord en ik kwam vanwege jouw woorden. En de leider van het koninkrijk van Perzië stond eenentwintig dagen voor mij en zie!, Michaël, een van de eerste leiders, kwam om mij te helpen; en ik werd daar gelaten, naast de koningen van Perzië. En ik kwam om jou uit te leggen wat zal gebeuren met jouw volk in het laatste der dagen, want het gezicht is toekomst, nog vele dagen."
En hij zei: "Weet jij waarom ik tot jou kwam? Nu zal ik terugkeren om te vechten met de leider van Perzië. En ik ga uit en zie!, de leider van Griekenland komt.Echt, ik zal jou zeggen wat is opgetekend in het geschrift van de waarheid. En er is niemand die in deze standvastig is met mij, dan alleen Michaël, jullie leider"
(Dan 10; SW)
Zoals we uit Efeziërs leren is Satan de "leider van het gezag van de lucht, de geest die nu werkzaam is in de zonen van de koppigheid," het hoofd of de leider van de soevereiniteiten en gezaghebbers, de wereldmachten van deze duisternis, de geestelijke krachten van boosaardigheid onder de hemelingen (Efe. 2.2; 6:12,13). En hier in Daniël wordt ons een blik gegund op zijn werkzaamheden door zijn leiders, die tegen boodschappers als Gabriël opstaan, van de troon van God, een en twintig dagen!
Maar er zou aan gedacht moeten worden dat Satan in zijn handelen niet beperkt is tot hemelen, maar, zoals we van Job leerden, dat hij contact houdt met de gang van zaken op aarde door heen en weer te gaan en die te bewandelen! Hij is de god van deze aion (2Kor. 4:4), het gezag en de heerlijkheid van de koninkrijken die onder zijn beheer staan, een waarheid die het moderne Christendom heftig verwerpt!
"En Hem omhoog leidend, toont hij Hem in een oogwenk al de koninkrijken van de Aarde. En de duivel zei tot Hem: "Ik zal u al dit gezag geven en hun heerlijkheid, die aan mij werd gegeven. En aan wie ik maar wil geef ik het."
(Luk. 4:5,6;SW)
Sommigen die meer door patriottisme geïnspireerd zijn dan door waarheid, ontwijken handig dit Schriftdeel door het een van Satans leugens te noemen, kennelijk zich er niet van bewust zijnde dat ze Gods woord leeg maken door de verleiding van onze Heer hier in de meest lege, hypocriete lastering te maken die men maar kan bedenken. Tot welk een afgrijselijk geweld zet het ons aan om het op te leggen aan Gods heilige woord om er zo steun voor te vinden!
In plaats van dat het een leugen is, brengt deze uitspraak van Satan een vreselijke waarheid voort, waarvan de bewustwording zo overweldigend kolossaal is dat allen die nadenken over de werkelijkheid er van er verbaasd van staan. Hiermee zal hij, ik bedoel dezelfde Tegenstander die de koninkrijken van de bewoonde aarde aanbood aan onze Heer, een man met groot gezag en heerlijkheid bekleden in de eindtijd - de Verwoester, de Mens van wetteloosheid, het Wilde Beest - die het gezag en de heerschappij zal aannemen als de meest godslasterlijke, snode tiran die de wereld ooit heeft gekend.
"En de draak geeft hem zijn kracht en zijn troon en groot gezag ... hem werd gezag gegeven over iedere stam en volk en taal en natie"
(Openb. 13:2,7;SW)
Met dit alles is het duidelijk dat Satan niet in de "hel" van de orthodoxie is, maar in de hemelen, met toegang tot de aanwezigheid van God.
Rond het midden van de "ene zeven," waarin het verbond bekrachtigd is met velen van Daniëls volk (Dan. 9:27), overeenkomend met de tijd waarin het vijfde zegel is verbroken in Openbaringen (6:9), worden Satan en zijn menigte van boosaardige krachten onder de hemelingen uit hun plaats in de hemel gezet en neer geworpen op de aarde.
"En er gebeurde een veldslag in de hemel. Michael en zijn boodschappers strijden met de draak, en de draak strijdt en zijn boodschappers. En hij is niet sterk genoeg, noch werd nog langer hun plaats gevonden in de hemel.
En de grote draak werd uitgeworpen, de oude slang die duivel en Satan wordt genoemd, die de hele bewoonde Aarde misleidt. Hij werd geworpen op de Aarde en zijn boodschappers werden met hem geworpen.
En ik hoor een luide stem in de hemel, zeggend: "Nu kwam de redding en de kracht en het koninkrijk van onze God en het gezag van Zijn Christus, dat de beschuldiger van onze broeders werd uitgeworpen, die hen beschuldigt voor onze God, dag en nacht. En zij overwinnen hem vanwege het bloed van het Lammetje en vanwege het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun ziel niet lief, tot de dood toe. Daarom, weest vrolijk, hemelen en die in hen wonen! Wee de Aarde en de zee, want de duivel daalde neer naar jullie, grote woede hebbend, waargenomen hebbend dat hij nog korte tijd heeft."
(Openb. 12:7-12;SW)
Een vergelijking van Daniël 7:25; 9:27 en Openbaringen 12:6; 13:2-5, onthult dat de "korte tijd" die aan Satan is toegewezen na zijn uitzetting uit de hemel, de laatste helft van de "ene zeven" van Daniëls profetie is, een periode van drie en een half jaar, twee en veertig maanden, of twaalf honderd en zestig dagen.
Satan, neergeworpen op de aarde, bedenkt in zijn "grote woede" verscheidene manieren om het heilige volk te vernietigen, Israel. Staande aan het zand van de zee, wat "volken en menigten en natiën en talen" uitbeeldt(Openb. 17:15), brengt hij uit de zee een zeven hoofdig, tien hoornig wild beest naar voren. Dit is de verwezenlijking van de droom die mensen vandaag dromen, die al vorm heeft gekregen in de Volkerenbond en het wereldhof. Het zal een religieus-politieke federatie van de natiën zijn, een wereld heerschappij die door de Verwoester wordt aangevoerd, de koning van een krachtige aanwezigheid, de mens van wetteloosheid, en ...
"En het wilde beest dat ik waarnam was als een luipaardin en zijn voeten waren als van een berin en zijn mond was als de mond van een leeuwin. En de draak geeft hem zijn kracht en zijn troon en groot gezag. En een van zijn hoofden was als geslagen, tot de dood, en zijn doodslag werd genezen en heel de Aarde verwondert zich achter het wilde beest. En zij aanbidden de draak, omdat hij het gezag geeft aan het wilde beest en zij aanbidden het wilde beest, zeggend: "Wie is als het wilde beest?" en "Wie is in staat met hem te strijden?" En hem werd een mond gegeven, grote dingen en godslasteringen sprekend. En hem werd gezag gegeven om te doen, twee-en-veertig maanden. En hij opent zijn mond met godslasteringen tegen God om Zijn Naam te lasteren en Zijn tabernakel en die in de hemel wonen. En hem werd gegeven strijd te voeren met de heiligen en hen te overwinnen; en hem werd gezag gegeven over iedere stam en volk en taal en natie. En allen die op de Aarde wonen zullen hem aanbidden, iedereen van wie zijn naam niet geschreven is geworden in het boek van het Leven van het Lammetje, Dat geslacht werd vanaf de nederwerping van de wereld"
(Openb. 13:2-8;SW)
Menselijke inbeelding is niet in staat zich de vreselijkheid bewust te worden van deze grote verdrukking die zeker over de wereld zal komen onder de tirannieke heerschappij van de Verwoester. Het is een ergere tijd dan de wereld ooit zal kennen, en indien die dagen niet zouden worden ingekort, zou er in het geheel geen vlees gered worden; maar vanwege hen die uitverkoren zijn, zullen die dagen ingekort worden (Matt. 24.22).
Dit brengt ons bij de studie van de veldslag van de grote dag van God Almachtig, waardoor de dagen worden ingekort en aan het wachtende Israel verlossing wordt gebracht, de heerschappij van de Verwoester beëindigt, zijn wereldkoninkrijk vernietigd en Satan gebonden.
Vele jaren lang hebben studenten, staatsmannen en soldaten geleefd in de sombere schaduw van een komende wereldoorlog die zij gemeend hebben de "slag van Armageddon" te noemen. Toen de grote wereldbrand uitbarstte in 1914, drukten de hoofdstedelijke dagbladen met de vlammende koppen: "Armageddon!," "Is dit de slag van Armageddon?," "De slag van Armageddon wordt uitgevochten!"
Nadat de oorlog voorbij was en dingen zich aan het normale begonnen aan te passen, begonnen sprekers en predikanten een serie van boodschappen aan het volk, waarvan vele de titel droegen "De slag bij Armageddon is gestreden."
Het komt gewoonlijk als een grote verrassing aan bij vrijwel alle studenten van de Schrift als hen verteld wordt dat er geen "slag bij Armageddon" zal zijn. Voor zover de Schrift onthult (en dat is zover als we durven gaan), is "Harmageddon" gewoon de Hebreeuwse naam voor de plaats waar de koningen van de aarde en hun legers van de natiën bijeen zullen komen voor de "slag van de grote dag van God Almachtig."
Daarom, opdat wij met voordeel overdenken, wijs verstaan en gunstig oordelen, zullen we onze studie vervolgen onder drie kopjes: (1) waar de slag gestreden zal worden, (2) wanneer die gestreden zal worden, en (3) door wie de gestreden zal worden.
De term "Harmageddon" komt slechts een maal in de Schrift voor en die is te vinden in de Openbaring, hoofdstuk zestien, vers zestien. De tekst met onmiddellijke context leest ...
"En de zesde goot zijn schaal uit over de grote rivier, de Eufraat. En het water daarvan is opgedroogd, opdat zij de weg klaar maken voor de koningen, die van het opgaan van de zon. En ik nam drie onreine geesten waar, als kikkers, komend uit de mond van de draak en uit de mond van het wilde beest en uit de mond van de valse profeet, want zij zijn geesten van demonen, tekenen doende naar de koningen van de hele bewoonde Aarde, hen samenbrengend voor de veldslag van de grote dag van God, de Almachtige. "Zie!, Ik kom als een dief! Blij die waakt en zijn klederen in orde houdt, opdat hij niet naakt zal wandelen, en zij niet zijn onfatsoenlijkheid zouden zien." En zij brachten hen samen op de plaats die in het Hebreeuws Harmageddon wordt genoemd"
(Openb. 16:12-16;SW)
Deze grote vallei wordt in de Schrift, door middel van onderscheid, de "grote vlakte" genoemd, ook het veld van Esdraelon, het veld van Megiddo, de Galilesche vlakte, en is een uitgebreide weide, bedekt met het rijkste gras over heel z'n breedte en lengte. Ze ligt aan het begin van de grote trog, die door vallei van Jehosafat naar Bozra loopt, een afstand van ongeveer 183.86 mijlen (271.69 Km). Deze lange diepte is het echte veld van de strijd.
Harmageddon is de gekozen plaats geweest voor het opslaan van een kamp in iedere strijd vanaf de dagen van Sargon 11, koning van Assyrië (2750 v.Chr.) tot aan de desastreuze mars van Napoleon Bonaparte in Syrië (1799 n. Chr.). Het was hier dat Barak de Kanaänieten versloeg (Richt. 5:19), Gideon de Midianieten versloeg, en Farao Nechoch Josia doodde (2 Kon. 23:29).
Heidense natiën, Joden, Saracenen, Christelijke kruisvaarders, anti-christelijke Fransen, Egyptenaren, Perzen, Druzen, Turken, Arabieren - allen sloegen ze hun tenten op op de vlakte van Esdraelon, het veld van Megiddo, in het Hebreeuws "Harmageddon" genaamd, en zagen ze hun banieren nat worden van de dauw op de Tabor en Hermon.
De Schrift onthult niet de datum van de slag, geen jaar, maand of dag, maar ze specificeert de tijd in relatie met andere gebeurtenissen. We vinden na nauwkeurige studie van het verslag zoals opgeschreven in de Schrift, dat de slag net voor de duizendjarige heerschappij begint, bij de onthulling van de Here Jezus Christus uit de hemel. Bewijs hiervoor is het feit dat de drie machten die instrumenteel zijn bij het mobiliseren van de koningen van de aarde en hun legers voor de slag - de draak, het wilde beest en de valse profeet - als gevolg van de slag alle gevangen genomen worden, waarop volgend de millenniale heerschappij van Christus en Zijn heiligen komt.
Laten we, voordat we het Schriftuurlijke bewijs hiervoor presenteren, opmerken wat onthuld is over de krachten die aanzetten tot de mobilisatie voor de slag. We hebben de oude slang al overwogen, de grote rode draak, die de Lasteraar en Satan wordt genoemd. Hij is, uiteraard, de leider van het gezag van de lucht, de geest die nu werkzaam is in de zonen van de koppigheid (Efe. 2:2), en de leider van de koninkrijken van de aarde (Luk. 4:5,6; Openb. 13:1-8).
Na Satan geïdentificeerd te hebben is onze volgende zorg te weten wie het wilde beest is, aan wie Satan zijn kracht en troon geeft en groot gezag. Door terug te verwijzen naar hoofdstuk V, zullen we een concordante vertaling vinden van heel het hoofdstuk zeven van Daniël, dat zich bezig houdt met de eindtijd en het herstel van het koninkrijk aan Israel. In dit hoofdstuk ziet Daniël vier immense dieren opkomen uit de grote zee, die van elkaar verschillen. Het eerste is een leeuwin, en het tweede lijkt op een beer, het derde is als een luipaard en had vier hoofden, en het vierde werd niet beschreven, vreselijk en verschrikkelijk als het was, en het verschilde van de alle dieren er voor (wat positie betreft), en had tien horens, en het eet heel de aarde en vertrapt en verpulvert die.
Daniël raakte bevreesd door het visioen en ging naar de boodschapper toe en vroeg om een exacte interpretatie van dit alles; en de boodschapper maakte hem de interpretatie van de uitspraken bekend. Daarom hoeven we over deze zaak geen theorieën te ontwikkelen. De grote zee is een beeld van de volken en natiën van de aarde, duidelijk gemaakt door de ondubbelzinnige uitspraken van de boodschapper dat de beesten koningen en koninkrijken zijn.
"Deze immense dieren, deze vier, vier koningen zullen opstaan van de Aarde. "
(Dan. 7:17;SW)
"Zo sprak hij: Het vierde dier is het vierde koninkrijk dat op de Aarde zal zijn. Dat zal verschillen van ieder koninkrijk, en het zal heel het land verslinden en het zal haar vertreden en het zal haar verpulveren. De tien hoornen. Van zijn koninkrijk zullen tien koningen opstaan en een ander zal na hen opstaan en hij zal verschillen van de oostelijken en hij zal drie koningen afzetten. En hij zal uitspraken uitspreken om de Allerhoogste opzij te zetten en de allerhoogsten van de heiligen zal hij uitputten en hij is van plan om gestelde tijden en bevelen te veranderen; en zij zullen in zijn hand gegeven worden tot een tijd en tijden en een deel van een tijd."
(Dan. 7:23-25;SW)
Daniël bewaart deze uitspraken in zijn hart, en later, wanneer de boodschapper hem verdere visioenen geeft over de afsluitende gebeurtenissen van de eindtijd, roept hij uit ...
En ik hoorde en ik begreep het niet. En ik zei: "Mijn heer, wat is er na deze dingen?" En hij zei: "Ga, Daniël, want de woorden zijn opgesloten en verzegeld tot aan het einde van de era."
(Dan. 12:8,9;SW)
Maar aan Johannes, in de Openbaring van Jezus Christus, werd het "einde van de era" bekend gemaakt, dus keren we ons naar een studie van zijn visioenen over de dag van zijn Heer en krijgen een onthulling van wat Daniël vroeg om te mogen zien maar niet werd toegestaan. Met andere woorden, Daniël zag in zijn visioenen vier immense beesten op aarde waar in de era van het einde, met het vierde - het vreselijke en verschrikkelijke, niet omschreven beest - etend, vertredend en verpulverend, maar hem wordt niet toegestaan het resultaat van zijn werk te zien. Aan Johannes wordt het visioen van het beest gegeven nadat het zijn werk had voltooid. Hij beschrijft het als volgt ...
"En ik stond op het zand van de zee en ik nam een wild beest waar, oprijzend uit de zee, hebbende tien horens en zeven hoofden, en op zijn horens tien diademen en op zijn hoofden namen van godslastering. En het wilde beest dat ik waarnam was als een luipaardin en zijn voeten waren als van een berin en zijn mond was als de mond van een leeuwin. En de draak geeft hem zijn kracht en zijn troon en groot gezag. En een van zijn hoofden was als geslagen, tot de dood, en zijn doodslag werd genezen en heel de Aarde verwondert zich achter het wilde beest."
(Openb. 13:1-3;SW)
Hier geeft Johannes ons een samengesteld beeld van de vier wilde beesten van Daniël, die als volgt opgesomd kunnen worden ...
- De leeuwin - 1 hoofd - 0 horens
- De beer - 1 hoofd - 0 horens
- De luipaard - 4 hoofden - 0 horens
- De niet beschrevene - 1 hoofd - 10 horens
- Het wilde beest - 7 hoofden - 10 horens
Met andere woorden, Johannes' visioen stelt ons de laatste daad van het werelddrama voor ogen in de eindtijd, nadat het vreselijke en verschrikkelijk niet-beschreven beest van Daniëls visioen de andere drie beesten heeft verslonden die er vóór waren.
Laten we nu niet vergeten, terwijl deze wilde beesten koninkrijken zijn, dat het, net zoals het was in Nebukadnessars dagen, "religie" het oogmerk van de heerschappij is. Aanbidding en niet zozeer heerschappij zal de heersende toon zijn. En we kunnen er zeker van zijn dat het wilde beest hier ons grafische beelden voor ogen brengt van koninkrijken en confederaties die samengebonden zijn door een gezamenlijke religie. De roep van het uur is federatie in regering en zaken, religie en samenleving. En de drang zal sterker worden naarmate de eindtijd dichterbij komt. De drie oostelijke beesten zullen koninkrijken zijn die gedomineerd zullen worden door de drie grote religies van die landen - Boedisme met 460 miljoen volgelingen in China en Japan; Brahmanisme met 230 miljoen communicanten in India, en de Islam met 220 miljoen aanbidders in Turkije en aanliggende landen. Maar het vreselijke en verschrikkelijke niet-beschreven beest, met z'n tien horens, ten westen van de andere drie beesten, kan geen ander zijn dan het federatieve Christendom met tien geallieerde Christelijke militaire machten!
Daarom zullen volgens Daniël en Johannes, als de tijd daar is, de drie oostelijke beesten veroverd worden en door het Christendom geabsorbeerd worden in één grote wereld-religio-politieke-monarchie, die de draak zal aanbidden en het wilde beest, dat de Verwoester is, de koning met een krachtig aangezicht, de Man van wetteloosheid, het achtste hoofd van het wilde beest, en het laatste hoofd van de afvallige wereld heerschappij.
En het zal van de grootst mogelijk hulp zijn in gedachten te houden dat dit rijk niet beperkt zal zijn tot welke oude grenzen dan ook, maar iedere stam en volk en taal en natie zal omvatten - allen die op de aarde verblijven zullen onder de heerschappij er van zijn.
Dit brengt ons bij een overdenking van de "valse profeet," die zo'n belangrijke rol speelt in de religieuze fase van het rijk, aanbidding veilig stellend voor het eerste wilde beest, door tekenen en valse wonderen die het gegeven wordt te doen.
"En ik nam een ander wild beest waar, opstijgend uit het land en het had twee horens, zoals een lammetje en het sprak als de draak. En het doet al het gezag van het eerste wilde beest voor diens ogen en het zorgt er voor dat de Aarde en die op haar wonen het eerste wilde beest zullen aanbidden, van wie de doodslag was genezen.
En het doet grote tekenen, zodat het ook vuur zou maken, neerdalend op de Aarde voor de ogen van de mensen. En het misleidt die op de Aarde wonen door de tekenen die het was gegeven te doen voor de ogen van het wilde beest, zeggend tot die op de Aarde wonen een beeld te maken van het wilde beest dat de slag van het zwaard heeft en leeft. En het werd gegeven geest te geven aan het beeld van het wilde beest, zodat het beeld van het wilde beest ook zou spreken en zou veroorzaken dat wie het beeld van het wilde beest niet zou aanbidden, gedood zal worden."
(Openb. 13:11-15;SW)
Hier kunnen we zien dat het tweede wilde beest, dat de "valse profeet" wordt genoemd (Openb. 16:13), iedere inspanning doet om aanbidding te krijgen voor het eerste wilde beest. We weten dat in de dagen van Elia, de test voor Godheid was om vuur van de hemel naar beneden af te roepen. Elia zei: "'En jullie roepen in de naam van jullie elohim en ik zal roepen in de Naam van JAHWEH. En het gebeurt dat de elohim die zal antwoorden met vuur, Hij is de Elohim.' En heel het volk antwoordt en zij zeggen: 'Het woord is goed.'"(1 Kon. 18:24). Zo vinden we hier de valse profeet die vuur doet neerdalen van de hemel voor de ogen van de mensheid. Hier worden de "kracht en tekenen en valse wonderen" gedemonstreerd, waarvan Paulus verklaarde dat God die zou zenden aan de zonen van de koppigheid, "de krachtige dwaling," opdat zij de valsheid zouden geloven, opdat allen geoordeeld zouden worden die niet de waarheid geloven, maar een genoegen hebben in ongerechtigheid (2 Thess. 2:11,12).
Zo vinden we dat de federatieve krachten die op aarde de strijd beginnen tegen het lammetje, Die Heer der heren is en Koning der koningen, Satan, het wilde beest en de valse profeet zijn. Het wilde beest zal een aardse monarch zijn, die energie ontvangt van Satan, de alleenheerser over de federatie van koninkrijken van de wereld; en de valse profeet zal een paus zijn, die het federatieve religieuze systeem van de wereld aanstuurt, aanbidding veilig stellend voor het eerste wilde beest door de kracht en de tekenen en de valse wonderen die het gegeven wordt te doen voor de ogen van de mensheid.
" En ik nam drie onreine geesten waar, als kikkers, komend uit de mond van de draak en uit de mond van het wilde beest en uit de mond van de valse profeet, want zij zijn geesten van demonen, tekenen doende naar de koningen van de hele bewoonde Aarde, hen samenbrengend voor de veldslag van de grote dag van God, de Almachtige. ... En zij brachten hen samen op de plaats die in het Hebreeuws Harmageddon wordt genoemd."
(Openb. 16:13,14,16;SW)
"En de tien horens die jij waarnam zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvangen hebben, maar verkrijgen een uur gezag als koningen, met het wilde beest. Dezen hebben één mening, en hun kracht en gezag geven zij aan het wilde beest. Dezen zullen met het Lammetje strijden en het Lammetje zal hen overwinnen, want Hij is Heer der heren en Koning van koningen, en die met Hem komen zijn geroepenen en gekozenen en getrouwen"
(Openb. 17:12-14;SW)
"En ik nam de hemel waar, geopend, en zie, een wit paard en Die er op zit wordt genoemd Trouw en Waar en Hij oordeelt en strijdt in rechtvaardigheid. Zijn ogen nu zijn als een vuurvlam en op Zijn hoofd zijn vele diademen, hebbende een naam geschreven die nog niemand heeft waargenomen dan Hij. En Hij is gekleed met een kleed dat ondergedompeld is in bloed, en Zijn Naam wordt genoemd: Het Woord van God. En de legers die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gekleed zijnde in schone, witte batist. En uit Zijn mond gaat een scherp zwaard uit, opdat Hij daarmee de natiën zou slaan. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf. En Hij treedt de trog van de wijn van de woede van de verontwaardiging van God, de Almachtige. En op Zijn kleed en op Zijn dij heeft Hij een naam geschreven: "Koning van koningen en Heer van heren.En ik nam het wilde beest waar en de koningen van de Aarde en hun legers, verzameld om de strijd te voeren met Die zit op het paard en met Zijn leger"
(Openb. 19:11-16,19;SW)
Deze opsomming uit de Schrift mobiliseert de legers voor de slag van de grote dag van God Almachtig op de vlakte van Esdraelon, in het Hebreeuws "Harmageddon" genoemd.
Vrijwel allen die geprobeerd hebben een uiteenzetting over deze slag te maken, zijn in verwarring gekomen door er van alles in te lezen, in plaats van vast te houden aan de waarheden van de Schrift. De strijd is niet tussen natie en natie, kapitaal en werklieden, of regering en religie, maar het is de "dag van wrake," wanneer Christus, als Koning der koningen en Heer der heren, de wijnpers zal treden van de furieuze verontwaardiging van God, de Almachtige (Openb. 19:15). Hij verslaat de koningen van de aarde en de legers van de zonen van de koppigheid die hun energie ontvangen van Satan! Zo groot en vreselijk zal de vernietiging van menselijk leven zijn in de slag van de grote dag van God Almachtig, dat God er tevoren op zal voorbereiden, door de rovers van de lucht en van het veld te laten komen om het vlees te eten, anders zou de stank van onbegraven doden pestziekten veroorzaken in het land. Laten we luisteren naar de roep van de boodschapper naar de vogels die midden in de hemel vliegen...
"En ik nam een boodschapper waar, staande in de zon, en hij schreeuwt met luide stem, zeggend tot alle vogels die vliegen in het midden van de hemel: "Komt hier! Wordt vergaderd voor het grote diner van God, dat jullie het vlees van koningen mogen eten en het vlees van kapiteins en het vlees van sterken en het vlees van paarden en van hen die op hen zitten en het vlees van alle vrijen, zowel als van slaven en van kleinen en van groten."
(Openb. 19:17,18;SW)
Alleen zij die bevooroordeeld zijn door de een of andere theorie zouden ooit denken aan het vergeestelijken van deze passage in de Schrift. In feite worden de details zodanig gegeven dat het geen vergeestelijking toelaat. Het vlees van koningen, het vlees van kapiteins, het vlees van paarden en zij die er op zitten, het vlees van alle vrijen en slaven, klein en groot, stelt ons een slachtpartij voor ogen van de machtigste slagorde van legers, die bezocht worden door vraatzuchtige rovers voor het verwijderen van vieze overblijfselen van de aarde. Een nog beeldender beschrijving van het grote diner wordt gegeven in de Hebreeuwse Schrift.
"En jij, zoon van de mensheid,
zo zegt mijn Heer JAHWEH,
zeg tot de vogel, iedere vleugel
en alle dieren van het veld:
Wordt verzameld en komt,
komt bijeen van rondom
voor Mijn offer dat Ik voor jullie offer.
Een groot offer op bergen van Israel.
En eet vlees
en drinkt bloed.
Jullie zullen vlees van krachtige mannen eten
en bloed van prinsen van het land zullen jullie drinken,
van rammen, van lammeren en mannelijke geiten,
zij allen zijn het gemeste van Bashan.
En jullie eten vet tot je verzadigd bent
en jullie drinken bloed tot je dronken bent
van Mijn offer dat Ik voor jullie offer.
En jullie zullen verzadigd worden aan Mijn tafel,
met paard en strijdwagen,
de krachtige man en iedere oorlogsman,
is de verzekering van mijn Heer JAHWEH"
(Eze. 39:17-20;SW)
In dit zelfde hoofdstuk wordt ons verteld dat het "huis van Israel," de bewoners van Palestina in die dag, zeven maanden lang de beenderen zullen begraven van de doden waarvan de vogels en dieren het vlees van gegeten hebben! Ons wordt ook verteld dat die in de steden van Israel verblijven, vuren zullen maken van de oorlogswapens, zeven jaren lang, zonder hout van het veld te nemen of het uit de bossen weg te kappen!
De profeet Jesaja geeft ons een majestueuze beschrijving van Christus Die de grote wijntrog treedt ten tijde van deze slag, met kracht en veel heerlijkheid wraak nemend op Zijn tegenstanders, en de krachten van het kwaad vernietigend.
Wie is het die komt van Edom,
met geverfde kledingstukken van Bozra,
deze die geëerd wordt in zijn kleding,
die met de lans stoot door de grootheid van zijn kracht?
Ik ben het, sprekend in rechtvaardigheid,
overvloedig om te redden.
Waarom is er rood op Uw kleding
en zijn Uw kledingstukken als getreden in de wijnpers?
Ik trad Zelf de wijnpers
en van de volken was er niemand met Mij.
En Ik trad ze in Mijn boosheid
en Ik vertrapte ze in Mijn furie
en hun geronnen bloed spetterde op Mijn kledingstuk,
en al Mijn kleding bezoedelde Ik.
Want de dag van wraak is in Mijn hart
en het jaar van Mijn verlosten is gekomen.
En Ik kijk en er is niemand die helpt.
En Ik ben verlaten en er is niemand die steunt.
En Mijn arm is redding voor Mij
en Mijn furie ondersteunt Mij.
En Ik vertrap volken in Mijn boosheid
en Ik maak ze dronken in Mijn furie.
En Ik breng hun geronnen bloed over het land.
(Jes. 63:1-6;SW)
Er zijn veel beledigingen geweest op de heilige Schrift door hen die de zinsnede "Ik trad Zelf de wijnpers" er uit haalden en die toepasten op Christus' werk aan het kruis. Er was geen wraak in Christus' hart op het kruis. Maar de profeet voorzegt hier de dag van Christus' wraak op Zijn vijanden en de verlossing van Zijn gekozen volk Israel van de macht van het wilde beest.
"En de trog werd getreden, buiten de stad, en er kwam bloed uit de trog tot de bitten van de paarden, duizend-zes-honderd stadiën ver"
(Openb, 14:20;SW)
Het zou tijdverspilling zijn om commentaar te geven op de belachelijke uiteenzettingen die vanuit deze tekst getrokken zijn door er schimmige visioenen in te lezen waar alle vergeestelijkende interpretaties toe leiden. We hebben het al vaak gezegd, het is veel gemakkelijker en veel veiliger te geloven wat God heeft geschreven, dan te proberen de interpretaties na te volgen van mensen. Waarom aanvaardt men niet zoals God het heeft gesproken en gelooft men niet dat het letterlijk waar is? Van Harmageddon, door de vallei van Jehosafat (Joël 3:1,2,9-16) naar Bozrah (Jes. 34:6-8; 63:1-60), loopt een lijn van ongeveer 183.86 mijlen - de lengte wordt gegeven in de Schrift. Het wordt vergeleken met een enorme trog voor het treden van druiven, zoals die te vinden was in vrijwel iedere wijngaard in Palestina. De slachtpartij in die dagen zal zo groot zijn, dat het bloed door de trog zal lopen en aan het eind van de vallei zal staan tot aan de bitten van de paarden! Over deze tijd vertelt Jesaja ons dat het land "doorweekt van bloed" zal zijn (Jes. 34:1-8). Het wordt de vallei van de beslissing genoemd, want het is daar waar het geschil tussen JAHWEH and de natiën wordt beslecht.
Zonder twijfel zal deze vreselijke vernietiging van de menigte aan legers van het wilde beest en de valse profeet, geleid door Satan, tot stand gebracht worden door de grote hagelramp onder de "zevende schaal van toorn," ten tijde dat de slag wordt uitgevochten.
"En de zevende boodschapper goot zijn schaal uit op de lucht en er kwam een luide stem uit de tempel, van voor de troon, zeggend: "Het is gedaan." En er kwamen lichtflitsen en stemmen en donders en er gebeurde een grote aardbeving, zoals die niet gebeurde sinds de mens op de Aarde kwam, zo ontzaglijk en zo groot was de aardbeving. En de grote stad werd verdeeld in drie delen en de steden van de natiën vielen. En het grote Babylon wordt voor God in herinnering gebracht, om haar de drinkbeker van de wijn van de woede van Zijn verontwaardiging te geven. En ieder eiland vluchtte, en bergen werden niet gevonden. En grote hagel, als een talent zo zwaar, viel neer uit de hemel op de mensen, en de mensen lasteren God vanwege de slag van de hagel, want groot is haar slag, verschrikkelijk!"
(Openb. 16:17:21;SW)
Hagel is van oudsher gebruikt als Gods vernietingsmiddel. Hij gebruikte het tegen de vijanden van Israel in de dagen van Jozua, bij de slag om Beth-Horon(Joz. 10:1-11). Als Hij het toen kon, waarom zou Hij het dan nu niet opnieuw letterlijk doen in deze grote slag? JAHWEH van menigten herinnerde Job aan Zijn schatten aan hagel die Hij gereserveerd heeft voor de dag van de aanval en oorlog, toen Hij vroeg...
"Ging jij binnen in de schatkamers van de sneeuw
en heb jij de schatkamers van de hagel gezien,
die Ik achter heb gehouden voor de tijden van benauwdheid,
voor de dagen van aanval en oorlog?"
(Job. 38:22,23;SW)
De mensheid lijkt vrijwel niet in staat de werkelijkheden van de ontzettende gruwelen te begrijpen die horen bij de afsluiting van de huidige boze aion. De draak, het wilde beest, de valse profeet en de koningen van heel de bewoonde aarde, zijn met hun legers aanwezig in het hart van Palestina, tussen de bergen van Israel, om te strijden met de Witte Ruiter en Zijn legers uit de hemel, Die Heer over de heren en Koning over de koningen is. Laten nu onze gedachten gaan naar de Schriftgedeelten die al gepresenteerd zijn, die dit vreselijke toneel beschrijven. Denk aan een verduisterde zon, en aan de maan die haar stralen niet geeft, en de zwartheid van de lucht die gestoken wordt door miljoenen dreigende meteoren, zo dicht als een spervuur van kogels in een strijd, wanneer de sterren vallen! Tegelijkertijd wordt de aarde heen en weer bewogen door een aardbeving zoals die nooit heeft plaatsgevonden sinds de mensheid op aarde kwam, zodat de bergen en eilanden hun plaatsen verlaten! Denk aan de grote steden van de natiën met hun prachtige wolkenkrabbers die omvallen! Denk aan de ramp met hagel, waarvan elke steen zo groot is als een talent (40-50 kilo), uit lucht op de mensen vallend! Kunnen we ons een meer wanhopige toestand indenken? Is het dan een wonder dat de koningen van de aarde en de magnaten en de leiders en de rijken, de sterken en vrijen zich naar de grotten haasten en tot de rotsen van de bergen roepen om op hen te vallen?
Toch zijn al deze dingen maar een voorbode van het meest gewichtige dat de aarde ooit zal zien! Plotseling zal de zwarte omhulling die de aarde in duisternis verpakt, terugrollen en het teken van de Zoon van de mensheid zal in al Zijn heerlijkheid onthuld worden. Als een nieuwe lichtbrenger, die de zon doet verbleken door de helderheid er van, verschijnt daar de meest heerlijke majesteit van de epifanie van de komst van Christus, de Ruiter op het witte paard uit de hemel. Net zoals de bliksem flitst uit de dikke wolken, zo zal de komst van de Zoon van de mensheid zijn. Het gordijn van diepe duisternis zal terugrollen als een boekrol, en de Heerlijke zal vanuit de hemel onthuld worden in al Zijn macht en majesteit.
Één machtige slag van boven, één flits van heerlijkheid en de man van wetteloosheid, de verwoester, het wilde beest, en de valse profeet worden machteloos gemaakt, gevangen genomen en in de poel van vuur en zwavel geworpen, terwijl de koningen van de aarde en hun legers van de zonen van de koppigheid vernietigd worden, en een feestmaaltijd worden voor de vogels en de dieren van het veld. De Steen van Daniël twee zal gevallen zijn en met één slag worden de heerschappij en verkeerde leiding van de heidenen beëindigd, en ...
"Het koninkrijk van de wereld werd van onze Heer en van Zijn Christus en Hij zal heersen in de aionen van de aionen."
(Openb. 11:15;SW)
Wanneer Satan, de prins van het gezag van de lucht (Efe. 2:2), de opperheerser van de wereldmachten en geestelijke krachten van boosaardigheid onder de hemelingen (Efe. 6:11,12) gebonden zal zijn en in de afgrond geworpen, opgesloten en verzegeld zodat hij de natiën niet kan misleiden, tot de duizend jaren voltooid zullen zijn (Openb. 20:3), dan zal het Jubeljaar van de aarde beginnen, wanneer ...
"En het koninkrijk en de rechtsbevoegdheid en de majesteit van het koninkrijk onder alle hemelen werd geschonken aan het volk van de allerhoogsten van de heiligen. Zijn koninkrijk is een aionisch koninkrijk en alle gezaghebbers zullen het dienen en zij zullen luisteren."
(Dan. 7:27;SW)
terug naar de Indexpagina