In Efeze 6 lezen we van een wapenrusting die de gelovige draagt, met een zwaard en schild die beschouwd worden als een onderdeel van die wapenrusting.
"Voor het overige, mijn broeders: word bij machte gemaakt in de Heer en in de kracht van Zijn sterkte. Trek de volle wapenuitrusting van God aan, opdat jullie kunnen staan tegen de methoden van de duivel, want aan ons is niet het conflict tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de autoriteiten, tegen de wereldkrachten van deze duisternis, tegen de geestelijke dingen van de boosaardigheid in de ophemelsen. Vanwege dit: neem de volle wapenuitrusting van God op, opdat jullie kunnen weerstaan in de boosaardige dag en, alles bewerkend, te blijven staan. Sta dan, jullie lende omgord wordend in waarheid en het borstharnas van de rechtvaardigheid aangetrokken wordend, en de voeten geschoeid wordend in gereedheid van het evangelie van de vrede, in alles het deurvormig-schild van het geloof opnemend, waarmee jullie alle gloeiend gemaakt zijnde projectielen van de boosaardige kunnen uitdoven. En ontvang de helm van het redden en het zwaard van de geest, dat is de uitspraak van God.
(Efe. 6:10-17)
Deze werktuigen worden niet gebruikt als aanvalswapens, ze zijn strikt defensief. Ze dienen niet gebruikt te worden om het evangelie in te stampen in niets vermoedende mensen, maar zijn voor de gelovigen, om hen in staat te stellen de strijdwijzen van de Tegenstander te weerstaan.
De methode of werkwijze van de Tegenstander is eerst te verwarren en dan te verdelen.
Hier, in Efeziërs, geeft Paulus ons ons verdedigingmechanisme dat iedere gelovige in staat zal stellen niet alleen de aanvallen te weerstaan, maar ze ook te herkennen.
Hoewel de wapenrusting niet letterlijk is, gebruikt Paulus deze werktuigen van de wapenrusting als een achtergrond voor de effectiviteit van deze acht waardevolle geestelijke werktuigen die voor iedereen die de Heer noemt als zijn Redder beschikbaar zijn.
Hier is het deel van de Schrift met de zes geestelijke werktuigen geaccentueerd. Ik zal ook "Sta" accentueren, omdat dit de positie is van hen die klaar zijn om zich te verdedigen:
"Voor het overige, mijn broeders: word bij machte gemaakt in de Heer en in de kracht van Zijn sterkte. Trek de volle wapenuitrusting van God aan, opdat jullie kunnen staan tegen de methoden van de duivel, want aan ons is niet het conflict tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de autoriteiten, tegen de wereldkrachten van deze duisternis, tegen de geestelijke dingen van de boosaardigheid in de ophemelsen. Vanwege dit: neem de volle wapenuitrusting van God op, opdat jullie kunnen weerstaan in de boosaardige dag en, alles bewerkend, te blijven staan. Sta dan, jullie lende omgord wordend in waarheid en het borstharnas van de rechtvaardigheid aangetrokken wordend, en de voeten geschoeid wordend in gereedheid van het evangelie van de vrede, in alles het deurvormig-schild van het geloof opnemend, waarmee jullie alle gloeiend gemaakt zijnde projectielen van de boosaardige kunnen uitdoven. En ontvang de helm van het redden en het zwaard van de geest, dat is de uitspraak van God.
(Efe. 6:10-17)
Aan deze zeven geaccentueerde woorden zou ik ook een woord uit het volgende vers willen toevoegen:
"door alle gebed en smeekbede biddend bij elke gelegenheid, in geest, ook tot in het waakzaam zijnde in alle volharding en smeekbede aangaande al de heiligen"
(Efe. 6:18)
Hiermee hebben we alles wat een gelovige nodig heeft, ieder werktuig dat nodig is om alle mogelijke aanvallen te weerstaan die op ons af komen terwijl we onze reis in de Heer gaan.
Er zijn zeven geestelijke werktuigen: waarheid, rechtvaardigheid, evangelie van vrede, geloof, redding, uitspraken (woorden) van God, en gebed.
E.W. Bullinger vertelt ons in de appendixen van zijn Companion Bijbel het belang van het getal zeven:
"Zeven. Geeft geestelijke perfectie aan. Het is het getal of kenmerk van het werk van de Heilige Geest. Hij is de Auteur van Gods Woord en zeven is er op gedrukt zoals een watermerk gezien wordt bij het maken van papier. Hij is de Auteur en Gever van Leven. En zeven is het getal dat iedere periode van broeden en draagperiode reguleert bij insecten, vogels dieren en mensen. (einde citaat)
Ieder geaccentueerd woord wordt (voor de gelovige) gedaan door de kracht van de Heer voor ons, zijn volk. Het is allemaal Zijn werk terwijl Hij ons leidt naar geestelijke perfectie. Wij zijn de begunstigden van al wat Hij doet. Ons vlees kan geen aanval door de Tegenstander weerstaan; alleen door Gods kracht kunnen we dat.
Dit valt te zien in vers 10:
"Voor het overige, mijn broeders: word bij machte gemaakt in de Heer en in de kracht van Zijn sterkte"
Het is alleen door Zijn sterkte dat wij ons de kracht en bescherming van deze zeven werktuigen bewust worden, die ons ter beschikking staan om ons te helpen gedurende tijden van aanval, en ook voor onze groei.
En wij zullen zien dat het alleen is wanneer we stil staan dat wij tot bewustwording komen dat Hij het is Die in en voor ons werkt, ons alles gevend wat noodzakelijk is in ons leven in Hem.
Toen de Israelieten met hun rug tegen de Rode Zee stonden, en de Egyptische strijdwagens voor hen stonden, vertelde Mozes hen slechts één ding te doen: Sta stil!
"En Mozes zegt tot het volk: "Jullie moeten niet bang zijn! Plaats jezelf [sta stil] en zie de redding van JAHWEH, die Hij voor jullie vandaag zal doen. Want wat jullie vandaag zien, Egyptenaren, jullie zullen hen niet meer zien tot de aion."
(Exo. 14:13)
In het volgende vers zien we waarom ze stil moesten staan.
"JAHWEH, Hij zal voor jullie vechten. En jullie? Jullie zullen stil zijn."
(Exo. 14:15)
JAHWEH was hun sterkte, ze hadden niets te vrezen, ze hoefden niet te vechten, ze moesten alleen stil staan en de redding van JAHWEH te aanschouwen.
Paulus vertelt ons:
"Vanwege dit: neem de volle wapenuitrusting van God op, opdat jullie kunnen weerstaan in de boosaardige dag en, alles bewerkend, te blijven staan."
(Efe. 6:10)
De wapenrusting is niet "onze" wapenrusting, het is "Gods" wapenrusting. Wij worden alleen opgeroepen die aan te trekken en te staan.
Het gevolg (effect) van de hele wapenrusting van God is dat het ons in staat stelt te (blijven) staan. Maar om te kunnen staan moeten we de hele wapenrustig aan hebben, ieder werktuig. Om slechts één of twee, of desnoods zes werktuigen aan te hebben zou niet voldoende zijn om onbeschadigd tegen de Tegenstander te blijven staan; alle zijn nodig.
Alleen wanneer we stilstaan kunnen we zien (ons bewust worden) dat alle macht van God is. Hij is de Ene Die werkt; wij zijn de toeschouwers, net zoals de Israelieten toeschouwers waren bij de Rode Zee. Terwijl wij staan werkt Hij en terwijl Hij werkt zien wij toe en leren we over de kracht die wij in Hem hebben. Deze kracht is niet een kracht om te plunderen of te veroveren, het is de kracht van vrede die komt van een Redder Die ons Zijn vrede geeft. Dit is het doel van de wapenrusting van God, om aan de drager vrede te geven in tijden van onrust en om getuige te zij Zijn redding.
Velen denken dat deze wapenrusting hen in staat stelt de strijdwijzen van de Tegenstander aan te vallen, hem doorheen heel het universum te achtervolgen. Ik hoorde een tele-evangelist zijn toeschouwers vertellen: "We hebben de duivel op de loop," maar dat is niet het geval; hij heeft de meeste Christenen op de loop, aangezien de meesten zich niet het doel van de wapenrusting van God bewust zijn.
Gods wapenrusting stelt ons in staat de Tegenstander te weerstaan en de enige manier waarop iemand kan weerstaan is: te staan.
Paulus vertelt ons: "Trek de volle wapenuitrusting van God aan, opdat jullie kunnen staan tegen de methoden van de duivel" (Efe. 6:11).
We dienen niet alleen te staan, maar we moeten overeind blijven onder de methoden, de krijgslisten van de Tegenstander (de duivel).
Staan betekent niet terugtrekken, maar op je stukje grond blijven staan; niet de jacht inzetten of te zegevieren, maar niet overwonnen worden. En dit kan alleen bereikt worden door Gods wapenrusting aan te doen, omdat het door Zijn sterkte is dat wij staan en overeind blijven tegen de krijgslisten van de Tegenstander.
Paulus zegt in 1 Korinthe 15:57,58...
"Maar dank aan God, aan Die aan ons de overwinning geeft door onze Heer, Jezus Christus.
Daarom, mijn geliefde broeders, word bestendig, onverzettelijk, overvloedig zijnde in het werk van de Heer, altijd waargenomen hebbend dat jullie moeite in de Heer niet leeg is."
Hier, in 1 Korinthe, herinnert Paulus ons er aan gevestigd te worden, onbewogen, aangezien dit niet ons werk is waarin we overvloedig zijn, het is altijd het werk van de Heer.
Staan is niet gemakkelijk, maar het is het eerste dat van ons wordt gevraagd nadat we de wapenrusting van God hebben aangetrokken. Terwijl we staan is het alsof wij werken (zwoegen), ieder werktuig van de wapenrusting van God gebruikend om te weerstaan; maar terwijl we staan worden we "bij machte gemaakt in de Heer en in de kracht van Zijn sterkte" (Efe. 6:10).
Nu dan, met de hele wapenrusting van God kunnen we stevig staan en beginnen te zien en ons bewust worden van de kracht van de zeven geestelijke werktuigen van God voor ons, veroorzakend dat wij in staat zijn iedere aanval van de Tegenstander te weerstaan. Maar nogmaals: dit wordt alleen gerealiseerd wanneer we staan.
Je kunt rond de geestelijke krachten van boosaardigheid te midden van de hemelingen geen schutting plaatsen.
Vandaag schijnt het dat de meeste Christenen geloven dat hun wapenrusting het best te gebruiken is tijdens een anti-abortus demonstratie of een anti-homo protest. Velen geloven dat zij tegen een regering zouden moeten vechten die niet gelooft zoals zij doen. Dat is niet ons gevecht, zoals Paulus ons zegt:
"Trek de volle wapenuitrusting van God aan, opdat jullie kunnen staan tegen de methoden van de duivel, want aan ons is niet het conflict tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de autoriteiten, tegen de wereldkrachten van deze duisternis, tegen de geestelijke dingen van de boosaardigheid in de ophemelsen."
(Efe. 6:10,11)
Onze vijand is niet vlees en bloed; in feite is het tegendeel waar.
Wij dienen niemand als vijand te beschouwen; wij dienen voor allen te bidden.
"1 Ik roep dan eerst op van alles te doen: smeekbeden, gebeden, bepleitingen, dankzeggingen, ten behoeve van alle mensen,
2 ten behoeve van koningen en voor allen die in superioriteit zijn, opdat wij een gematigd en rustig levensonderhoud zullen doorbrengen, in alle eerbiedigheid en eerbaarheid,
3 want dit is goed en welkom in het zicht van God, onze Redder,
4 Die wil dat alle mensen gered worden en komen tot besef van de waarheid."
(1 Tim. 2:1-4)
Onze vijand is niet zichtbaar, een die achter de schermen werkt, een die niet alleen gericht is op een gevallen menselijk ras, maar gericht is op een poging de waarheid, die aan allen onthuld is die nu in Christus zijn, te verdraaien, hen te beroven van hun werkzaamheid in Christus. Onze vijand draagt geen mantel of kroon, leeft niet in een paleis of regeringsgebouw, of houdt handen met hetzelfde geslacht. Onze vijand vertelt ons hen te haten voor wie wij dienen te bidden.
Dit is hoe misleidend onze Tegenstander is; hij zal alle middelen inzetten om de gelovige één of al zijn geestelijke werktuigen neer te laten leggen, wat hem toestaat de waarheid te infiltreren die er op wacht geopenbaard te worden of de reeds bekende waarheid te verdraaien. Eén daarvan is: bid voor alle mensen, vecht niet tegen hen.
Zij die oorlogvoeren tegen vlees en bloed, doen dat ongewapend. Zij hebben in hun onwetendheid de waarheid in Christus verlaten; zij hebben de wapenrusting van God terzijde gelegd en die vervangen door de wapenrusting van het vlees en de tradities van een religie die lange geleden haar bediening in Christus vergeten heeft.
Dit betekent niet dat zij hun redding verloren hebben. Dat kan niet, want zij zijn veilig in Christus. Dit betekent dat zij de weg hebben geopend waarop misleiding langzaam z'n weg kan plaveien in hun begripsvermogen. Er is een reden waarom niet alle gelovigen alle waarheid geloven; zij zijn gericht op een aardse oorlogsvoering, een oorlog die zij niet behoren te vechten. Zij zijn in de val van de Tegenstander getrapt, zoals Paulus ons vertelt in 2 Timoteüs".
"24 Maar een slaaf van de Heer moet niet vechten, maar zachtaardig zijn naar allen, vaardig in het onderwijzen, het kwade verdragen,
25 in zachtmoedigheid de tegenwerkenden disciplinerend, of God hen bezinning moge geven tot besef van de waarheid te komen,
26 en dat zij weer nuchter zouden worden vanuit de strik van de duivel, levend gevangen zijnde onder hem, naar de wil van diegene."
(2 Tim. 2:24-26)
Wij worstelen "tegen de overheden, tegen de autoriteiten, tegen de wereldkrachten van deze duisternis, tegen de geestelijke dingen van de boosaardigheid in de ophemelsen" (Efe. 6:12). Geen van deze heeft een gezicht, geen van deze is vlees en bloed; ze zijn veel krachtiger dan iets wat een mens kan bedenken en de enige manier waarop wij ons tegen hen kunnen verzetten is met de gehele wapenrusting van God. Zodra wij ons dit realiseren kunnen we alleen doen wat voor onze verdediging vereist is: staan, met ieder werktuig van de wapenrusting van God voor ons werkend tegen iedere krijgslist van de Tegenstander en alle overheden en alle autoriteiten, met de wereldkrachten van deze duisternis, met de geestelijke krachten van boosaardigheid te midden van de hemelingen.
In Efeze 1:3 vertelt Paulus ons:
"Gezegend zij de God en Vader van onze Heer, Jezus Christus, Die ons zegent met alle geestelijke zegen te midden van de ophemelsen, in Christus"
Wij moeten ons niet richten op wereldse zegeningen, naar op blijvende zegeningen, welke te midden van de hemelingen zijn.
Tegengesteld aan populaire leringen wordt ons op deze planeet door God geen gezondheid of weelde beloofd. Veel van de gelovigen in Christus kunnen maar nauwelijks de eindjes aan elkaar knopen en een aantal al helemaal niet. Velen lijden aan ziekten en verlies, en de Tegenstander wil ons doen geloven dat we mislukkelingen zijn als we niet alles dat we ons maar kunnen indenken hebben terwijl wij hier en nu onze levens leven. Daarom reiken zovelen naar het tastbare. Het is niet dat het betalen van rekeningen, het voeden van het gezin en een appeltje voor de dorst hebben iets onschriftuurlijks is, maar het bouwen van een rijk ten koste van geestelijke volwassenheid is vaak de oorzaak van een leven van zorg en van slavernij.
Paulus vertelt ons:
"Mijn God nu zal elke behoefte van jullie vervullen overeenkomstig Zijn rijkdom, in heerlijkheid in Christus Jezus."
(Filip. 4:19)
Jezus zei:
"Spaar toch geen schatten op voor jullie op de aarde, waar de mot en roest ze doet verdwijnen en waar ook dieven een ondergrondse toegang graven en stelen, maar spaar voor jullie schatten op in de hemel, waar noch de mot, noch roest ze doet verdwijnen en waar ook dieven niet een ondergrondse toegang graven, en ook niet stelen; want waar ook maar jouw schat is, daar zal ook jouw hart zijn."
(Matt. 6:19-21)
De Tegenstander weet dit, hij weet dat Christus in al wat we nodig hebben zal voorzien, en daarom zal de Tegenstander ons vertellen wat we willen, onze aandacht wegdraaiend van Christus' belofte van het vervullen van onze behoefte. De Tegenstander weet ook dat waar onze schat is, ook ons hart zal zijn; daarom zal hij aardse verlangens nog meer uitnodigend maken. Denk nu niet dat dit niet waar is; zelfs zij die kennis zoeken in de dingen van de Heer zijn ontvankelijk voor de subtiele duwtjes van de Tegenstander.
Paulus zegt in 2 Korinthe 2:11...
"opdat wij niet uitgebuit zullen worden door de Satan, want wij zijn niet onwetend van zijn gedachten."
En in hoofdstuk 11:3 ...
"Maar ik vrees dat, zoals de slang die op de een of andere manier met zijn sluwheid Eva misleidde, de gedachten van jullie zouden verdorven worden van de eenvoud en het zuiver zijn die in Christus zijn."
De wapenrusting van God beschermt ons niet alleen tegen deze krijgslisten van de Tegenstander, hij versterkt ons voor onze hemelse bestemming en beloften.
Het is God "Die ons uitredt vanuit de autoriteit van de duisternis en ons verplaatst tot in het koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde" (Kol. 1:13), waar de geestelijke zegen te weten komen die we in Christus hebben.
De wapenrusting van God zal onze focus gericht houden op de liefde die we in Christus hebben, de bescherming die we in God hebben, en iedere bijzondere zegen die we ook te midden van de hemelingen hebben.
Daarom dan, als wij de wapenrusting van God opnemen zien we die als een zegen, een die niet door het natuurlijke oog gezien kan worden, nog kan hij begrepen worden door hen die niet geloven; hij brengt geen zogeheten zielse zegeningen voort, maar beschermt ons tegen hen en brengt ons is focus met wat er aan zit te komen, zodat we zullen ...
"Wees gezind naar de dingen boven, niet de dingen op de aarde, want jullie stierven en het leven van jullie is verborgen, samen met Christus, in God. Wanneer ook maar Christus, ons leven, openbaar gemaakt zal worden, dán zullen ook jullie, samen met Hem, openbaar gemaakt worden, in heerlijkheid."
(Kol. 3:2-4)
"Sta dan, jullie lende omgord wordend in waarheid"
(Efe. 6:14)
In de Concordant Greek-English Keyword Concordance staat (vertaald): waarheid = dat wat overeenkomt met de feiten, in tegenstelling tot het valse.
Om de waarheid te kennen zal u moeten graven naar de feiten; alleen welke leer dan ook van welke leraar dan ook, zonder zelf te zoeken, zal u geen voordeel brengen wanneer de aanvallen komen. Waarheid wordt onthuld aan degene die nijver onderzoekt. En terwijl we waarheden onderzoeken zal een fundament gelegd worden dat zal blijven staan tegen de krijgslisten van de Tegenstander. Dat is waarom waarheid als eerste staat op de lijst van geestelijke werktuigen, omdat er met waarheid stabiliteit is.
Toen Jezus door de Tegenstander werd beproefd, sprak Hij, telkens wanneer de Tegenstander Hem beproefde, de waarheid. Hij weerstond hem met waarheid, en zo is het ook met ons. Wij kunnen alleen tegen de eerste aanval blijven staan door de waarheid te kennen.
"Jouw geliefde, die nooit Jezus ontving, is nu bij mij in de hel, in vreselijke kwellingen, en daar zal hij eeuwig blijven," waren Satans woorden tot een rouwende ouder. Ze kon niet anders doen dan snikken en beven bij de gedachte dat ze gefaald had haar dochter te redden van het lot dat ze nu ervaarde.
Is dat de opluchting die waarheid aan een rouwende ouder zou geven? Een waarheid dat haar dochter en Satan veel krachtiger waren dan de Jezus Die zij vijf-en-dertig jaren eerder aanvaard had. Een waarheid die haar na de eerste aanval op de grond deed vallen, in tranen en kwellingen.
Weet u nog wat waarheid is?
"Dat wat overeenkomt met de feiten."
Jezus zegt in Johannes 8:31,32...
"Dan zei Jezus tot de Joden die in Hem geloofden: "In het geval dat jullie in Mijn woord zouden blijven, zijn jullie waarlijk Mijn leerlingen. En jullie zullen de waarheid kennen en de waarheid zal jullie vrij maken."
Waarheid is vrijheid.
"Nu, de Heer is de geest en waar de geest van de Heer is, is vrijheid"
(2 Kor. 3:17)
Het is vrijheid van een Tegenstander wiens enig verlangen is ons de valsheid over Christus Jezus te doen geloven en over alles wat Hij voor de mensheid heeft bereikt.
Paulus schreef dit aangaande de kracht van waarheid:
"Want wij kunnen niets tegen de waarheid, maar ten behoeve van de waarheid."
(2 Kor. 13:8)
De eerste helft van dat vers kan ook op de Tegenstander toegepast worden; hij kan niets tegen de waarheid doen. Wanneer de waarheid wordt gesproken kan hij slechts vertrekken. Maar er zijn nog zes andere geestelijke werktuigen van de wapenrusting van God die van groot belang zijn om de krijgslisten van de Tegenstander te weerstaan. En alleen omdat wij de waarheid kennen betekent het nog niet dat hij zal stoppen met proberen.
Het is omdat wij waarheid kennen dat hij zijn aanvallen op de gelovigen voortzet. En de reden hiervoor is Paulus' woorden aan de gelovigen in Efeze 4:20-25.
"Maar jullie leerden zo niet de Christus kennen, zeker indien jullie Hem horen. En in Hem werden jullie onderwezen (zoals waarheid is in Jezus), jullie oude mens weg doende die, overeenkomstig het vroegere gedrag, verdorven wordt, overeenkomstig de begeerten van de verleiding, maar verjongd te worden in de geest van jullie denken, en aan te trekken de nieuwe mens, die overeenkomstig God geschapen wordt in rechtvaardigheid en in rechtschapenheid van de waarheid. Daarom: spreek, de leugen weg doende, waarheid, een ieder met zijn naaste, omdat wij leden van elkaar zijn."
Zij die waarheid hebben delen waarheid. Ze schamen zich niet voor de waarheid, omdat de waarheid vrede van denken brengt, in het bijzonder wanneer het valse wordt voorgesteld als waarheid en alleen maar verdriet en kwelling brengt.
Iedere gelovige heeft de geest van waarheid in zich. Jezus verzekert ons daarvan:
"En Ik zal de Vader vragen en een andere Erbij-geroepene zal Hij aan jullie geven, opdat deze inderdaad met jullie zal zijn tot in de aion, de geest van waarheid, die de wereld niet in ontvangst kan nemen, want ze aanschouwt hem niet, ook kent ze hem niet. Maar jullie kennen hem, want hij blijft bij jullie en zal in jullie zijn."
(Joh, 14:16,17)
Het is alleen wanneer we ons bewust worden dat dit zo is, dat we in de waarheid binnen geleid zullen worden en waarheid kennen, omdat de geest van waarheid ons in waarheid zal leiden.
Nu de Tegenstander de waarheid die wij hebben niet kan verdraaien, gaat hij over tot de aanval op rechtvaardigheid.
"het borstharnas van de rechtvaardigheid aangetrokken wordend"
(Efe. 6:14)
Sommige vertalingen hebben in plaats van borstharnas de borstplaat van rechtvaardigheid. Dit is niet geheel passen, want de Tegenstander valt vrijwel nooit van voren aan. En harnas beschermt zowel voor- als achterkant.
In de tijd van Adam en in de dagen van Job viel de Tegenstander een gelovige recht van voren aan; je wist dat hij er was, je zag de verwoesting die door hem werd veroorzaakt. Vandaag werkt hij veel subtieler; hij verricht zijn werk in een omhulling van rechtvaardigheid: een verkeerd geïnterpreteerd vers hier, een onschriftuurlijk toegevoegd woord daar, een valse leer of traditie die de waarheid vervangt, en in de loop van verscheidene eeuwen heeft hij zijn werk voltooid.
Paulus bevestigt dit in 2 Korinthe:
"Want de zulken zijn pseudo-afgevaardigden, frauduleuze werkers, een ander aanzien gegeven wordend als afgevaardigden van Christus. En geen wonder! Want de Satan zelf wordt een ander aanzien gegeven, tot een boodschapper van licht! Het is dan ook niet opmerkelijk indien ook zijn bedienden een ander aanzien wordt gegeven als bedienden van rechtvaardigheid, van wie het einde zal zijn overeenkomstig hun werken."
(2 Kor. 11:13-15)
Wie zou er een bediende van rechtvaardigheid willen zijn?
Antwoord:
- Iemand die gelooft in zijn eigen rechtvaardigheid, zijn eigen werken.
- Iemand die gelooft: "Ondernemend in geest, worden jullie nu in vlees compleet gemaakt?" (Gal. 3:3)
De rechtvaardigheid die wij hebben is niet onze eigen rechtvaardigheid, het is de rechtvaardigheid van Christus Jezus, die wij in Hem hebben.
"Want Die geen zonde kende maakte Hij ten behoeve van ons zonde, opdat wij rechtvaardigheid van God zullen worden in Hem."
(2 Kor. 5:21)
De Tegenstander zou ons willen laten geloven dat het onze eigen rechtvaardigheid is die ons bewaart en ons de redding waardig maakt. Dat is waarom hij vervolgens rechtvaardigheid aanvalt. Hoewel we waarheid hebben, hebben wij niet allen waarheid, en dit geloof van velen aangaande onze eigen rechtvaardigheid is zichtbaar, omdat het is wat wij en anderen zien en horen via onze daden en door onze woorden. Hoe vaak heeft een gelovige zich niet onwaardig gevoeld van zijn redding door een zwakheid (of vele zwakheden) in hem waar hij maar niet vanaf schijnt te kunnen komen? Onze zelf-opgelegde rechtvaardigheid zal nooit blijven staan tegen de krijgslisten van de Tegenstander; we moeten onszelf zien in de rechtvaardigheid van Christus Jezus, omdat ons verlangen naar rechtvaardigheid veel langer kan duren om zich te manifesteren dan ons begrip van waarheid. De Tegenstander weet dit; Adam en Eva wisten dat ze niet van de boom van kennis van goed en kwaad mochten eten, maar hun vlees moest nog de waarheid inhalen.
Paulus kende onze zwakheid in dit gebied van onze wandel; hij was een zelf-rechtvaardige Farizeeër, die God kende, maar dingen deed die tegen Gods woord in gingen.
"Maar sterker nog, ik heb alles verbeuring geacht te zijn vanwege het superieur zijnde van de kennis van Christus Jezus, mijn Heer, vanwege Wie ik alles verbeurde en ik uitwerpselen acht te zijn, opdat ik Christus zou winnen en ik in Hem gevonden zal worden, niet mijn rechtvaardigheid hebbend, die vanuit wet, maar die door geloof van Christus, de rechtvaardigheid vanuit God, door het geloof."
(Filip. 3:8,9)
Wat verbeurde Paulus? Het was zijn zelf-rechtvaardigheid. Met andere woorden: zijn religie die hem aan de buitenkant zeer vroom maakte, maar hem innerlijk wegnam van God, zijn vlees tot zijn god makend, en al die tijd de geest van rechtvaardigheid dovend.
Rechtvaardigheid is, volgens de Concordant Greek-English Concordance (vertaald) de kwaliteit of toestand van rechtvaardig zijn, de status van iemand die gerechtvaardigd is.
Die kennis alleen zal de gelovige versterken terwijl hij of zij opstaat tegen de aanvallen van de Tegenstander. Gerechtvaardigd zijn is "niet schuldig" gerekend te zijn; dus wanneer we aangevallen worden op onze status in Christus kijken we niet naar onszelf om te zien of we voldoen, maar we kijken naar Christus en zien onszelf in Hem:
"Indien jullie dan stierven, samen met Christus, vanaf de elementaire dingen van de wereld, waarom worden jullie officiële besluiten opgelegd alsof levend in de wereld? Toch niet dat jullie zouden aanraken, ook niet dat jullie zouden proeven, ook niet dat jullie in contact zullen komen, welke dingen allemaal tot in vergankelijkheid zijn in het gebruik, overeenkomstig de instructies en onderwijzingen van de mensen, wat (inderdaad een woord van wijsheid hebbend in eigenzinnige godsdienstige praktijk en in nederigheid en in het niet sparen van het lichaam) niet van enige waarde is tot verzadiging van het vlees. Indien dan jullie samen werden gewekt met Christus, zoek dan de dingen boven, waar Christus is, zittend aan de rechterhand van God. Wees gezind naar de dingen boven, niet de dingen op de aarde, want jullie stierven en het leven van jullie is verborgen, samen met Christus, in God."
(Kol. 2:20-3:3)
Dit is de zin van de Tegenstander om een gelovige te veroordelen: "...niet dat jullie zouden aanraken, ook niet dat jullie zouden proeven, ook niet dat jullie in contact zullen komen..." Deze zin alleen heeft meer schuld en verwarring, onrust en vrees gebracht en meer gelovigen van hun vrijheid in Christus beroofd dan welke andere ook, omdat ze de aandacht naar onszelf trekt en weg van de Ene in Wie wij veilig zijn.
"Maar aan die niet werkt, maar gelooft Die de oneerbiedige rechtvaardigt, wordt zijn geloof toegerekend tot rechtvaardigheid"
(Rom. 4:5)
Nu, dit alles is gezegd zijnde, dit betekent niet dat wij geen werken van rechtvaardigheid presteren of er acht op slaan; dit betekent alleen dat we niet door hen bewaard of gered worden. Wij allen, die geloven, geloven vanwege de genade van God.
"maar God, rijk zijnde in ontferming, vanwege Zijn vele liefde, waarmee Hij ons liefheeft,
maakt ook ons, die doden zijn door de misstappen en door de begeerten, samen levend in Christus (in genade zijn jullie geredden),
en Hij wekt samen en Hij doet samen zitten te midden van de ophemelsen in Christus Jezus..."
(Efe. 2:4-6)
En dit alles gebeurde vóór de neerwerping van de wereld .
Als we dan staan tegen de krijgslisten van de Tegenstander (en de geestelijke krachten van boosaardigheid), staan we in de rechtvaardigheid van Christus; we zien naar Hem in ons en niet naar onszelf. Dat verdrijft de Tegenstander en zijn onderhorigen, maar hij is nog niet klaar; hij zal ons evangelie aanvallen dat ons redt en ons vrede geeft.
"Sta...de voeten geschoeid wordend in gereedheid van het evangelie van de vrede."
(Efe. 6:15)
Wij hebben het evangelie van vrede en leven. Onze boodschap brengt niet alleen hoop naar de hopelozen, maar ook een verwachting voor allen. Ons evangelie is er niet een dat bedreigt of hen die niet geloven in een ketel van vuur en kwelling laat belanden. Ons evangelie brengt vrede aan allen, aan die het nu geloven en aan hen die het nu niet geloven.
Toen het evangelie aan de herders verscheen luidde het:
"Vrees toch niet! Want neem waar, ik breng jullie een evangelie van grote vreugde, die er zal zijn voor al het volk"
(Luc. 2:10)
Kort na deze aankondiging werden de hemelen geopend en een menigte van hemelsen, God prijzend, zei:
"Heerlijkheid aan God in de hoogsten en vrede op aarde! In mensen een welbehagen!"
(Luc. 2:14)
Dit is wat ons evangelie brengt naar heel de mensheid. Het bord bij de locale kerk las: "Ken Jezes, ken vrede. Geen Jezus, geen vrede."
Ik kan garanderen dat die gemeente zich geen zorgen hoeft te maken over de krijgslisten van de Tegenstander. Hij zal zich niet bemoeien met hen die een leer verkondigen die ook hij onderschrijft. Ons evangelie is niet een lijn in het zand of een dreigement. Er is in het evangelie van Jezus Christus geen: "Bekeer je of brand!" Ons evangelie redt en brengt vrede aan allen die het horen. De reden waarom er zo veel mensen zijn die het (nog) niet geloven is dat zij nooit het ware evangelie hebben gehoord. Zij hebben het dreigement gehoord en dat ging als volgt:
"Jezus houdt van jou en Jezus betaalde de prijs voor jouw zonden. ALS JIJ je bekeert van je foute wegen en gelooft in Jezus, zal jij in de hemel toegelaten worden. Als je weigert zal je voor eeuwig in de hel verdoemd worden, waar je door demonen gekweld zal worden, terwijl de Duivel toekijkt en lacht, zich verkneukelend over zijn overwinning."
Het evangelie van vrede is het tegendeel.
Het evangelie van vrede brengt vrede aan allen die het horen. Het brengt eerst vrede aan de gelovige, omdat het de waarheid van Jezus Christus' offer voor heel de mensheid onthult:
"want dit is goed en welkom in het zicht van God, onze Redder, Die wil dat alle mensen gered worden en komen tot besef van de waarheid. Want er is één God en ook één Middelaar van God en van mensen: de Mens Christus Jezus, Die Zichzelf geeft als een overeengekomen loskoopsom ten behoeve van allen (het getuigenis in de eigen perioden),"(1 Tim. 2:3-6)
Onze periode (die van de gelovigen) is gekomen:
"Neem waar! Nu is het een wel-aangename periode! Neem waar! Nu is het een dag van redding!"
(2 Kor. 6:2)
Wij, die gekozen zijn om in deze periode te geloven, geloven. Wij zijn de gelovigen van deze periode; de rest van de mensheid zal geloven zoals Paulus zegt "Het getuigenis in de eigen perioden," in een latere periode.
De betekenis van het woord "getuigenis" = in de wet, getuigenis is een vorm van bewijs dat verkregen wordt van een getuige die een plechtige uitspraak doet over of verklaring aflegt van een feit. Een getuigenis kan mondeling of schriftelijk zijn, en wordt gewoonlijk gedaan met een eed of bevestiging onder straffe van meineed.
Het evangelie van vrede is gebaseerd op feiten, niet op traditie. Die het evangelie van vrede geloven moeten de feiten presenteren, anders zullen we schuldig aan meineed worden bevonden. En het feit is:
"want dit is goed en welkom in het zicht van God, onze Redder, Die wil dat alle mensen gered worden en komen tot besef van de waarheid. Want er is één God en ook één Middelaar van God en van mensen: de Mens Christus Jezus, Die Zichzelf geeft als een overeengekomen loskoopsom ten behoeve van allen (het getuigenis in de eigen perioden)"
(1
Tim. 2:3-6)
Wat brengt dit een vrede aan heel de mensheid. Zelfs de atheïst zal van die boodschap vrede krijgen; hij of zij zal misschien niet geloven, maar zij zullen vrede krijgen door het te horen. Toch krijgen de meeste Christenen niet veel vrede van de boodschap die zij verkondigen. Dat kunnen ze niet, omdat er geen vrede in zit. Er is geen vrede voor hun ongelovige vrienden en familie. En als en wanneer ze zonder Christus sterven, is er voor de ongelovige, alsook voor de gelovige die zijn geliefden heeft verloren, alleen kwelling. En de mentale benauwing voor de gelovige, die een ongelovig familielid heeft verloren, eindigt pas wanneer hij of zij zelf sterft.
Wij die het evangelie van vrede geloven, hoewel we aanvallen ondergaan van zowel de Tegenstander en velen in het Christendom, staan gereed met het evangelie van vrede, zoals Paulus ons zegt:
"Betrouwbaar is het woord en alle verwelkoming waardig, want hiertoe zwoegen wij en worden wij gesmaad, omdat wij gehoopt hebben op de levende God, Die redder is van alle mensen, vooral van gelovigen. Geef opdracht voor deze dingen en onderwijs ze!"
(1 Tim. 4:9-11)
Wij hebben het evangelie van vrede, de verzoening van allen, en daarmee vertrouwen we op de levende God Die de Rdder is van heel de mensheid. En met dit evangelie zijn we in staat te staan tegen de krijgslisten van de Tegenstander, omdat we weten dat ons evangelie waar is en onze Redder de Redder van allen is. Op dit moment wordt het geloofd door "vooral gelovigen," maar in haar eigen periode zal dit getuigenis heel de mensheid redden. Zo krachtig is het! Dit is iets dat de Tegenstander niet wil dat de meesten geloven, en daarom valt hij hen aan die het wel doen en laat hen met rust die het niet doen en laat hen voorspoed hebben in de tradities.
Zij die het evangelie van vrede hebben weten dat de Tegenstander hen of de mensheid niet zal overwinnen, omdat dit het getuigenis van God en van Christus is. Daarom staan zij klaar om het te verkondigen en nu maken zij zich gereed voor de aanval op hun geloof.
Precies in het midden van deze geestelijke werktuigen staat geloof. Voordat geloof wordt genoemd hebben we: Waarheid, Rechtvaardigheid en het Evangelie van vrede. Na het geloof hebben we Redding, een Uitspraak van God en Gebed.
Paulus vertelt ons:
"in alles het deurvormig-schild van het geloof opnemend, waarmee jullie alle gloeiend gemaakt zijnde projectielen van de boosaardige kunnen uitdoven."
(Efe. 6:16)
David schreef aangaande het schild van God:
"JAHWEH is mijn Sterkte en mijn Schild. Op Hem vertrouwde mijn hart en ik werd geholpen."
(Psalm 28:7)
"Maar U, JAHWEH, bent een schild rondom mij, mijn heerlijkheid en Die mijn hoofd opheft."
(Psalm 3:3)
Agur schreef in Spreuken 30:5...
"Ieder woord van Eloah is gezuiverd. Hij is een schild voor die in Hem een schuilplaats zoeken."
God is ons Schild, onze schuilplaats, de Gever van geloof volgens Paulus in Romeinen 12:3. "zoals God toedeelt naar de maat van geloof." En ons geloof is het geloof VAN Christus Jezus, omdat Christus is de "Initiatiefnemer en tot volmaaktheid brenger van het geloof" Hebr. 12:2). We monsteren niet aan bij het geloof, het is al van ons, en dat is uit God en geprectioneerd door Christus.
Wij lezen dit in Galaten 2:20.
"Met Christus ben ik meegekruisigd. Ik leef. Maar niet ik leef, maar Christus in mij; en dat ik nu leef in het vlees, leef ik in geloof, in dat van de Zoon van God, Die mij liefheeft en Zichzelf ten behoeve van mij overlevert."
Hoe wij in ons vlees leven wordt gezien als leven in het geloof dat is van de Zoon van God, Christus. We zullen het soms op die manier misschien niet zien, maar God ziet het altijd op die manier. De Tegenstander zal aanwijzen hoe karig ons geloof is en zal beschuldigingen op ons af vuren, pogend door onze wandel onze positie in Christus in diskrediet te brengen, ons vergelijkend met anderen of met Christus, ons onze volslagen hopeloosheid en hulpeloosheid tonend, ons de maat nemend door wat anderen zeggen wat wij in Christus zijn. Maar God is de Gever en Christus de perfectioneerder van ons geloof, en Zij zijn ook de beschermers van ons geloof.
Ik hoorde een man zeggen dat zijn geloof elke dag wordt uitgedaagd. Hij kwalificeerde niet wat hij bedoelde, maar het gesprek ging over lust en hebzucht, waaraan velen ten prooi vallen; dus moet ik aannemen dat hij sprak over "zijn" geloof en de zwakheid er van.
Indien we naar "ons" geloof kijken, dan hapert het dagelijks, en soms per uur. We moeten onszelf zien in Christus, afhankelijk van Zijn geloof, omdat dat is hoe God ons ziet: in Christus. Dit is hoe en waarom het Schild (God) van geloof (Christus' geloof) in staat zijn ALLE vurige pijlen van de boosaardige te doven. Het is niet door "ons" geloof of door "onze" kracht. Wij kunnen dan wel in staat zijn een klap of twee te doorstaan, maar wanneer de handschoenen uitgaan en we op "ons" geloof vertrouwen, dan hebben we niet de kracht om te blijven staan, of zoals David zei "ons hoofd op te heffen." Het is alleen wanneer we vertrouwen op het geloof van Christus en het Schild van God dat we het geloof hebben waardoor we in staat zijn al de vurige pijlen van de boosaardige te doven.
Paulus zegt niet dat "sommige" van de vurige pijlen gedoofd worden, hij zegt dat "ALLE" vurige pijlen gedoofd worden. Niets kan het Schild van God doordringen dat de gelovige beschermt die leeft in of van het geloof van de Zoon van God, Christus Jezus. Iedere vurige pijl zal gedoofd worden voor wie naar Hem opzien en ten allen tijde op Hem vertrouwen voor bescherming.
De Tegenstander houdt nergens meer van dan van het beperken van redding, en door dat zal hij proberen hen die in Christus zijn er van te overtuigen dat zij hun redding kunnen verliezen. Dat dit waar is kan gezien worden in de vele denominaties die leren en preken dat uw redding in uw handen ligt. Jezus is dan wel de weg, maar jij moet jouw weg naar Hem toe gaan en de rechte en smalle weg bewandelen om de completering van jouw redding te realiseren. Zij die dat geloven en het onderwijzen dragen kennelijk niet de helm van redding, omdat als zij dat wel deden zij in staat zouden zijn geweest de klappen op hun hoofd te weerstaan en zich bewust te zijn dat zij altijd gered zijn, wat er ook gebeurt.
Zou iemand een gelovige met een stabiel denken er van kunnen overtuigen dat zij niet gered werden als zij geloven dat Christus hen redde?
Kennelijk kan men dat, want er zijn velen die leren dat zij hun redding kunnen verliezen.
Hier kan de tegenstander een valse leer zijn, een leer die poogt een gelovige hun redding in Christus af te nemen, een leer die Christus een potentiële Redder maakt, in plaats wat Hij is: De Redder.
De helm is de geestelijke inzetting die onze gedachten weghoudt van rondzwerven en afvragen met betrekking tot onze redding, alsook vele andere waarheden in de Schrift.
Religie heeft er zijn bestaan van gemaakt om onvolwassen gelovigen te overtuigen van de noodzaak zichzelf gered te houden. Mij werd vijf-en-dertig jaar geleden verteld dat als ik niet naar een kerk zou gaan, ik al snel zou afdwalen en mijzelf op de weg naar de hel zou bevinden (exacte woorden!). Dank God, ik zag door het bedrog heen en zag dat mijn redding niets met mij te maken heeft, maar alles te maken heeft met Christus en God. Paulus was mijn voorbeeld; hij werd gered terwijl hij op weg was gelovigen in Christus te arresteren. Hij zocht niet naar redding en had er ook nooit om gevraagd. Hij zei nooit het zondaarsgebed; hij stelde maar één vraag: "Wie bent U, Heer?" De Heer antwoordde: "Ik ben Jezus, die jij vervolgt." Ik herinner me dat ik tot mijzelf zei: "Wacht eens even, Paulus was gelovigen aan het vervolgen, niet Jezus!" En toen viel het kwartje: "Ik ben in Christus en Hij is in mij. Het is onmogelijk dat ik mijn redding kan verliezen, net zo min als ik mijzelf kan verliezen wanneer ik in een spiegel kijk. Het is onmogelijk!"
Hier is een vers waar u op kunt gaan staan wanneer u bedreigd wordt zoals ik bedreigd werd:
"In die dag zullen jullie weten dat Ik in Mijn Vader ben en jullie in Mij en Ik in jullie."
(Joh. 14:20)
Toen realiseerde ik mij dat ik de helm van redding droeg, een helm die de pastor, die naar ons huis kwam om mij te waarschuwen voor mijn aanstormende doem als ik niet naar de kerk zou gaan, nog niet had gedragen.
Indien u onzeker bent van uw redding, luister dan niet naar de velen die u willen binden door en met traditie. De zekere weg om te weten dat u bent gered is door de uitspraak van God (Gods woord), de volgende inzetting van onze geestelijke wapenrusting.
"Sta ... het zwaard van de geest, dat is de uitspraak van God."
(Efe. 6:17)
Paulus schreef in Hebreeën:
"Want het woord van God is levend en effectief en snijdender dan elk twee-snijdend zwaard en dringt door tot op deling van ziel en van geest, zowel van de verbindingen als van het merg, en is oordeelkundig van gevoelens en van gedachten van het hart."
(Hebr. 4:12)
Vandaag hebben we heel het woord van God, dat we de Bijbel noemen. Als gelovige zouden we zoveel tijd als mogelijk moeten besteden aan het lezen en bestuderen van de Schrift (de Bijbel). Dit betekent niet dat we "moeten" lezen en studeren, maar het wordt aangeraden om zo het hoe en waarom van uw geloof te leren kennen.
Dit is, naar ik geloof, het meest effectieve onderdeel van onze wapenrusting: het woord van God. We hebben alles nodig om te weerstaan, omdat het woord van God het enige onderdeel is dat de Tegenstander zal betwisten en er voor zal zorgen dat wat geen waarheid is zal klinken alsof het dat wel is. Hij kan het zo verdraaien dat de ziel het heerlijk vindt, maar de geest hongert naar waarheid.
Het is zoals Paulus ons vertelt: wij hebben niet te vechten tegen vlees en bloed; we hebben niet de geestelijke wapenrusting om te tegen te vechten.
"Want wandelend in het vlees voeren wij geen oorlog overeenkomstig het vlees. Want de wapens van onze oorlogsvoering zijn niet vleselijk, maar machtig voor God voor het neerhalen van bolwerken, overwegingen neerhalend en elke verhevenheid die omhoog geheven wordt tegen de kennis van God, en elke gedachte in krijgsgevangenschap brengend, in de gehoorzaamheid van Christus."
(2 Kor. 10:3-5)
De Tegenstander zou willen dat wij naar zielse zaken kijken, dingen die vleselijk zijn, dingen die ons weghouden van het staan in de Heer, dingen die ons wegtrekken van de wapenrusting van God. Het zwaard van de geest, het woord van God, brengt ons in het hemelse gebied van onze verdediging, onze aandacht richtend op alle dingen van Christus.
Zoals met redding is het woord van God iets dat we van God ontvangen ("ontvang de helm van het redden en het zwaard van de geest, dat is de uitspraak van God"); Hij voorziet er in en Hij levert het zodat wij kunnen staan tegen alles wat ons zou willen proberen beroven van onze veiligheid in Hem, zodat het onze eigen bedenkselen over schriftuurlijke waarheid zijn die vaak onze ogen willen wegdraaien naar het vlees. Als we niet ondergedompeld zijn in de waarheid van de Schrift zullen we onszelf terugvinden bij het vallen in allerlei valstrikken die zullen proberen ons niet alleen van onze vrede te beroven, maar ook van onze redding.
Het woord van God zal altijd onze geest naar God toe bewaren, aan ons alles onthullend dat Hij ons heeft gegeven en wat onze verwachting in Hem is. Het woord van God brengt ons dichter bij Hem dan wat dan ook, behalve misschien gebed, dat ons in Zijn aanwezigheid brengt.
"biddend bij elke gelegenheid"
(Efe. 6:18)
Bidden brengt ons in de aanwezigheid van God.
Sommigen zouden zeggen dat gebed niet een van de geestelijke onderdelen is van de wapenrusting van God omdat het geen onderdeel van wapenrusting heeft om het te omschrijven, zoals de gordel van waarheid, het borstharnas van rechtvaardigheid, de sandaal van het evangelie, het schild van geloof, de helm van redding en het zwaard van het woord van God. Maar van alle geestelijke onderdelen verheft alleen het gebed ons in Zijn gebied, versterkt ons, bemoedigt ons zowel als anderen die wij in gebed voor Hem brengen.
Wanneer we bidden erkennen we dat alles uit God is, de Voorziener van alles, de Kenner van alles, de Schepper van alles. Wanneer we bidden worden we een werktuig van God, een dat gebruikt wordt in de verdediging tegen de Tegenstander als we bidden voor anderen alsook voor onszelf, die aangevallen worden. Paulus gaat verder in Efeze 6, zeggend:
"door alle gebed en smeekbede biddend bij elke gelegenheid, in geest, ook tot in het waakzaam zijnde in alle volharding en smeekbede aangaande al de heiligen en ten behoeve van mij, opdat aan mij het woord gegeven zal worden bij het openen van mijn mond, om in vrijmoedigheid het geheim van het evangelie bekend te maken."
(Efe. 6:18,19)
Volharding = standvastigheid in het doen van iets ondanks moeite of uitstel bij het behalen van succes.
Terwijl we staan tegen de krijgslisten van de Tegenstander en geestelijke boosaardigheid in hoge plaatsen, is het nodig dat we in voortdurend contact staan met God. Gebed is onze directe lijn met Hem; terwijl Zijn woord tot ons spreekt, spreken wij met Hem door gebed.
Met deze zeven geestelijke werktuigen: Waarheid, Rechtvaardigheid, Evangelie, Geloof, Redding, Woord van God en Gebed is de gelovige goed uitgerust om te staan tegen de krijgslisten van de Tegenstander, wereldmachten van deze duisternis en de geestelijke krachten van boosaardigheid te midden van de hemelingen.
Alleen met deze wapenrusting van God is iemand in staat te staan; zonder deze zullen we bij iedere bocht worstelen. Zonder deze zullen we oorlog voeren met een vijand die ons vlees beter kent dan wij onszelf kennen, een vijand die zal proberen ons te beroven van iedere geestelijke zegen te midden van de hemelingen.
Elk van deze geestelijke werktuigen is van God, niet één er van heeft te maken met ons eigen vermogen. Hij doet ons staan en Hij brengt ons tot gebed. Hij onthult aan ons waarheid en Hij deelt ons Zijn rechtvaardigheid toe. Hij heeft ons het evangelie gegeven dat ons naar Zijn redding brengt, nu en in de toekomende aionen. En Hij heeft aan ons allen een mate van geloof toebedeeld, en alles wat Hij heeft gedaan, doet en zal doen heeft Hij ons getoond in Zijn woord.
Paulus vertelt ons de uitkomst, de overwinning:
"De God nu van de vrede zal de Satan met snelheid onder uw voeten verbrijzelen. De genade van onze Heer Jezus zij met jullie."(Rom. 16:20)
Trek de wapenrusting van God aan om u in staat te stellen te staan tegen de krijgslisten van de Tegenstander.
Rick.
Naar deel 7
www.godisgod.ca