"Indien dan jouw lichaam geheel verlicht is, geen deel hebbend aan enig duister, zal het geheel verlicht zijn, zoals wanneer ook maar de lamp met haar felle licht jou zal verlichten."
(Luc. 11:36)
Wij brengen allen iets mee van onze voorbije ervaringen of onderwijzingen die nutteloos zijn wanneer het aankomt op geestelijke groei, hetzij van filosofiën, hetzij religie, hetzij politiek, hetzij moraal (of gebrek er aan), wanneer we binnen gaan door de nauwe poort . We gaan niet binnen door de nauwe poort als een helder schijnend licht, we gaan binnen zoals we zijn, in duisternis; "Degene die jullie roept uit de duisternis tot in het wonderbaarlijke van Zijn licht" (1 Petr. 2:9). Toch is er zelfs in deze (onze) duisternis een licht in ons.
Zij die op de minder bewandelde weg zijn raken dit onderwijs kwijt, of het nu religieus of werelds is, dat ons bindt aan de instituten van mensen, die ons feitelijk aan deze aarde binden. Paulus vertelt ons: "tegelijkertijd de Vader dankend, Die jullie bekwaam maakt voor het deel van het lot van de heiligen in het licht, Die ons uitredt vanuit de autoriteit van de duisternis en ons verplaatst tot in het koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde" (Kol. 1:12,13). Dit is het doel van het licht in ons. Het legt alles wat duisternis over God is bloot, brengt ons in het licht en verwijdert de duisternis. Dit maakt allemaal deel uit van het proces van "gezouten worden met vuur" (Marc. 9:49), gesproken door Jezus. Het lijkt op het buiten zetten van de vuilnis, die, na ingezameld te zijn, naar de stortplaats wordt gebracht en verbrand.
Johannes vertelt ons in zijn verslag: "En het licht verschijnt in het donker en het donker greep het niet" (Joh. 1:5). Dit licht schijnt (verschijnt) IN het donker, niet NAAR BINNEN IN het donker. Het licht groeit IN het donker, niet er buiten. Zodra het licht IN ons steeds helderder gaat worden, wordt de duisternis IN ons steeds minder. Niemand van ons komt naar het licht toe. Het licht schijnt in ons, of nog beter, IS in ons. Paulus vertelt ons: "Vanuit duisternis zal licht schijnen, dat doet schijnen in onze harten tot verlichting van de kennis van de heerlijkheid van God in het gezicht van Jezus Christus" (2 Kor. 4:6).
Zoals Johannes ons vertelt: "het donker greep het niet." Duisternis wordt hulpeloos zodra het blootgesteld wordt aan licht. En illustratie hiervan zou zijn wanneer we een deur van een hel verlichte hal openen naar een donkere kamer; de duisternis overspoelt niet de verlichte hal, het licht van de hal overspoelt de verduisterde kamer.
Duisternis kan niet blijven zodra het door het licht wordt blootgelegd. Dat is waarom zij die tot bewustzijn komen van bepaalde waarheden (licht) die in conflict staan met valse leer (duisternis), alleen maar weg kunnen bewegen van het valse (donker) en zich naar de waarheid (licht) richten.
Zoals gezegd, allen die de nauwe poort binnen gaan die leidt naar de smalle weg, zullen in het begin vasthouden aan veel van het onderwijs en tradities van de plaatsen die zij verlaten om hun reis te beginnen op de smalle weg van het Hem kennen. Of u nu van een Baptisten achtergrond komt, Pinkster, Mennoniet, Mormoon, Katholiek, werelds of wat dan ook, u zal een paar van die geliefde leerstellingen of filosofiën meeslepen door de nauwe poort. Al het valse van al die sekten in de wereld zal, op Gods moment, blootgelegd worden door het licht , maar tot dan zal het veel van ons verstaan van God verduisteren en ons hinderen Hem te kennen.
Terwijl we voortgang maken op de smalle weg, zullen we veel verschillen in doctrines vinden van hen die we zullen ontmoeten die geloven in de verzoening van allen. In feite zullen we horen van verdeeldheid tussen de verschillende kampen, en splintergroepen zullen zich vormen, net als bij de rest van het Christendom. Dit komt ten dele door de verscheidene geliefde doctrines die opgepakt en in de tas gedaan werden en door de nauwe poort meegebracht zijn. Dit gebeurt ook wanneer de een of andere nieuwe waarheid vanuit de Schrift wordt onthuld, en het individu dat het zich bewust is geworden niet langer om kan gaan met hen die nog tot een bewustwording is gekomen van wat aan hem (of hen) is onthuld. De geest dringt hem of hen door te gaan.
Toen Maarten Luther de grote waarheid zag dat de rechtvaardige door geloof zal leven, en andere waarheden vanuit de Schrift, deed dat hem breken met het Katholieke systeem. Hij sleepte een heleboel van de praktijken en tradities van dat systeem met zich mee, en veel daarvan maakt ook vandaag nog deel uit van de protestantse religie. En vóór dat, toen het Katholieke systeem begon, sleepte het veel van de tradities van de heidense religies, waarvan het wegbrak, met zich mee. En vóór die tijd sleepte de vroeg-Christelijke kerk veel van de praktijken van het Judaïsme met zich mee . En dáárvoor sleepten de Israelieten veel van de praktijken met zich mee uit de natiën waar zij doorheen kwamen. Het is niet te voorkomen. Mensen voelen zich op hun gemak met bepaalde leerstellingen en tradities en sommigen vinden het nodig ze te verdedigen of ze aan te passen, en vaak gaan ze naar ze terug, ten koste van geestelijke groei. Paulus waarschuwde de Galaten voor dit gevaar: "Maar nu, God kennend en veeleer gekend wordend door God, hoe kunnen jullie weer omkeren naar de zwakke en arme elementaire dingen, voor wie jullie weer slaven willen zijn? Jullie observeren dagen en maanden en perioden en jaargangen? Ik vrees voor jullie, dat ik, op de een of andere manier, niet tevergeefs onder jullie heb gezwoegd" (Gal. 4:9-11). Paulus ging zo ver dat hij dit een beheksing noemde in Galaten 3:1, iets dat hen die betovert zijn fascineert om in deze praktijken weggetrokken te worden. Dit kan een gevoel van "er bij horen" zijn, een bevredigen van de ziel, of iets dat aangenaam is voor het oog, iets dat er voor zorgt dat u weg trekt van het binnen gaan door de nauwe poort.
Ook zijn zij er die die niet voorbij God 101 (de basis principes) kunnen komen. Zij zijn tevreden met waar ze zijn en hun groei stokt, of ze groeien horizontaal, zoals Paulus zegt in Hebreeën 5:12 tot 6:3 "Want ook jullie zijn vanwege de tijd verschuldigd leraren te zijn. Hebben jullie weer nodig door iemand onderwezen te worden welke de elementaire dingen van het begin zijn van de gezegden van God, en zijn jullie er toe gekomen behoefte aan melk te hebben en niet aan vast voedsel? Want een ieder die deelheeft aan melk is onervaren in het woord van rechtvaardigheid, want hij is onmondig. Maar het vaste voedsel is van volwassenen, die, vanwege de gewenning, de zintuigen hebben geoefend in het onderscheid maken tussen zowel het goede als het kwade. Daarom, het woord rustend latend van het begin van Christus, zouden wij tot volwassenheid gebracht worden, niet weer het fundament van de bezinning vanaf dode werken neerwerpend en van geloof in God, van onderdompelingen, van onderwijs, bovendien van oplegging van handen en bovendien van opstanding van doden en van aionisch oordeel. En dit zullen wij doen, mits God het zal toestaan."
Maar God is geduldig met ons, zoals Hij dat met hen was in het verleden, veel meer dan wij met onszelf en anderen zijn. Hij weet dat er tijd voor nodig is om, naar mate we dichter bij Hem komen, de dingen weg te doen die wij met ons meedragen, en Hij weet dat er dingen zijn die we zien van de Schrift die schijnen te zijn wat ze niet zijn, terwijl het licht in de duisternis langzaam aan hen verlicht en zaken verwijdert. Het moet herinnerd worden: waarheid uit de Schrift is progressief, voortdurend openend in wijdsere vergezichten. Velen geloven in persoonlijke redding, maar het licht in hen is nog steeds duisternis waar het aankomt op het zien van de redding van allen.
De Schrift vertelt ons dat om het licht je te kunnen laten verlichten, je denken geopend moet worden, "Dan ontsluit Hij hun denken om de Geschriften te begrijpen" (Luc. 24:45), je hart verlicht "verlicht zijnde de ogen van jullie hart" (Efe. 1:18), je oog eenduidig (niet gecompliceerd) "De lamp van het lichaam is het oog. In het geval dan dat jouw oog eenduidig zal zijn, zal heel jouw lichaam verlicht zijn" (Matt. 6:22), en Degene Die jou in Zijn licht brengt erkend "tegelijkertijd de Vader dankend, Die jullie bekwaam maakt voor het deel van het lot1) van de heiligen in het licht" (Kol. 1:12).
De Psalmist schreef: "Wolk en somberheid zijn rondom Hem. Rechtvaardigheid en oordeel zijn de basis van Zijn troon" (Psalm 97:2). Jesaja schreef: "Zeker, U bent El, Die Zichzelf verbergt, Elohim van Israel, de Redder" (Jes. 45:15). Wie nijver zoekt Hem te kennen begint altijd in de duisternis, totdat God Zichzelf in de duisternis onthult. Vaak is dit waar waarheid verhuld is, verborgen voor ons zicht, in de duisternis, totdat het licht het beschijnt: "Het is de heerlijkheid van Elohim om een zaak te verbergen en de heerlijkheid van koningen om een zaak te onderzoeken" (Spreuk. 25:2).
Op de minder bewandelde weg gaan we zien dat licht en duisternis samen verblijven en dat dit heel wel doorheen heen ons weg zo zal zijn, en God schiep beide. Jesaja vertelt ons dat dit zo is in hoofdstuk 45:7 "Vormer van licht en Schepper van duisternis, Maker van welzijn en Schepper van kwaad. Ik, JAHWEH, ben Maker van al deze." Maar het licht zal op den duur de duisternis blootleggen en de duisternis zal geen plaats hebben om zich te verbergen. Jezus zei: "Ik, het Licht, ben tot in de wereld gekomen, opdat elk die in Mij gelooft niet in het donker zou blijven" (Joh. 12:46). Jesaja zegt: "Ik doe de blinden wandelen op de wegen die zij niet kennen en op paden die zij niet kennen zal Ik hen doen treden. Ik zal duisternis voor hun aangezicht tot licht maken en ruige plaatsen tot vlakke grond. Ik doe deze dingen en Ik zal ze niet verlaten.... Niet langer zal de zon voor jou tot licht zijn, overdag; en de helderheid van de maan zal aan jou geen licht geven, maar JAHWEH zal voor jou tot aionisch licht worden en jouw Elohim tot schoonheid" (Jes. 42:26; 60:19). Paulus vertelt ons dat deze tijd van duisternis een einde zal hebben: "De nacht vordert en de dag is genaderd. Wij zouden dan de werken van de duisternis weg doen en wij zouden de wapens van het licht aantrekken" (Rom. 13:12).
Ook Jezus vertelt ons dat iedereen die in Hem gelooft niet in duisternis zou moeten blijven .
Zoals gesteld in een eerder artikel, vlees en bloed onthulden deze waarheid niet aan Petrus: "U bent de Christus." Het kon dat niet. Petrus' vlees had nog steeds macht over hem en over het merendeel van zijn gedachten. Het licht in hem was duisternis. Petrus was meer geneigd naar de wegen van de mensen (duisternis) dan naar de wegen van God (licht) .
Op een bepaald moment zei Jezus tot Petrus: "Ga achter mij, Satan" (Marc. 8:33). In Getsemané was de duisternis in Petrus weer aan de macht; Petrus viel in slaap toen de Heer hem vroeg met Hem te bidden tijdens Zijn uur van beproeving. Later in die volgende morgen won Petrus' duisternis weer de slag. Hij zou ontkennen dat hij zelfs maar bekend was met Jezus toen hij door zijn beschuldigers werd gepest. Na Christus' opstanding geloofde Petrus Maria Magdalena niet toen zij hem vertelde dat zij de verrezen Heer had gezien. Op dit punt zou men denken dat er geheel geen licht in Petrus was, maar het was er wel!
De echte Petrus (en ook de echte wij tijdens onze reis) moest gewekt worden door de verlichting door de geest van God. Ik zeg de "echte wij", omdat de echte wij werd gekozen vanaf de neerwerping van de wereld. Wij waren al gekozen om bij God te zijn en God en Zijn Zoon te kennen, lang voordat we geboren zijn. Paulus vertelt ons dat dit zo is in Efeze 1:4 "zoals Hij ons uitkiest in Hem vóór de neerwerping van de wereld". Het licht is al in ons, hoewel het in het begin duisternis is. Ons allen wacht het licht dat in ons opgaat, zoals Paulus zegt: "Ontwaak, die sluimert en sta op vanuit de doden, en Christus zal als het morgenlicht op jou schijnen" (Efe. 5:14).
In de momenten dat Petrus stil was en bij Jezus zat, luisterend naar hoe Hij sprak, toen onthulde de geest aan hem de waarheden van God . Later zei Jezus tot Petrus dat de geest aan hem meer waarheid over Hemzelf zou onthullen (licht laten schijnen) . Hetzelfde geldt voor hen die op de minder bewandelde weg zijn. Het is alleen wanneer we stil zijn, luisteren naar Zijn woorden, dat de stille, kleine stem tot ons spreekt, onthullend Wie Hij is, onze harten verlichtend. Niet wanneer we van hot naar her rennen of gevangen zitten in de razernij van de religie of leven, maar zitten, wachtend en luisterend .
Deze stem is niet hoorbaar (in ieder geval niet voor mij); het is meer een getuigenis tussen de geest van God (licht) en de geest van de mensheid (duisternis), die beide in de gelovige verblijven, alsof zij een gesprek hebben , de Ene geest, die van God is, de ander langzaam aan in een bewustwording van het licht in ons brengend, het andere (de duisternis) overwinnend . Het is niet een "gevoel," niet een "ervaring," maar een verlichting, een blootlegging, een verandering van ons denken om overeen te stemmen met het Zijne , waar duisternis uitgebannen wordt, waar de geest werkt zonder mate . Tijdens deze tijden onthult Hij slechts zoveel als wij kunnen begrijpen voor de momenten dat wij alleen zijn met Hem , en dan is er weer een pauze. Het Hebreeuwse woord is "selah." Dit "selah" komt nadat het licht meer van de duisteris blootlegt en verdrijft die onze groei hindert. Het "selah" is waar/wanneer ons wordt gegeven na te denken en te mediteren over wat God over Zichzelf aan ons onthult . Het maakt allemaal deel uit van het proces van het worden van een "nieuwe schepping in Christus" (2 Kor. 5:17), een zoon of dochter van de Vader.
Paulus, schrijvend in de Efezebrief, bad: "opdat de God van onze Heer, Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, aan jullie moge geven de geest van wijsheid en van onthulling, in besef van Hem" .
Velen hebben een hoofdkennis over God. Daarmee bedoel ik wat zij van anderen geleerd hebben. Zij zijn "altijd lerend en toch nooit tot besef van de waarheid kunnen komen" )2 Tim. 3:7). En zij zien nooit de richtingborden die naar de smalle weg leiden die onthult wie Hij werkelijk is; ze leren Hem nooit kennen. Zoals Paulus' gebed ons leert, de ogen van ons hart moeten verlicht worden opdat wat de waarheid (het licht), die God is, in ons over Hem onthult, kan doordringen (schijnen) tot in ieder deel van ons wezen en leven. Zij die op de smalle weg zijn worden waarheden over God getoond die God vanaf de neerwerping van de aarde geheim heeft gehouden, waarheden die Hij eerst aan Zijn apostelen en profeten onthulde met betrekking tot Zijn absolute liefde en redding van heel Zijn schepping . Deze waarheden komen niet zomaar uit de lucht vallen, dit is iets waaraan we moeten deelnemen . We moeten zoeken naar deze waarheden en bidden voor verlichting. Eenmaal onthuld zullen ze ons hart vullen met blijdschap en licht: "Uw woorden worden gevonden en ik eet ze. En Uw woorden worden voor mij tot uitgelatenheid en tot verheuging van mijn hart, want Uw Naam is over mij uitgeroepen, JAHWEH, Elohim van menigten." (Jer. 15:16). Zij die Hem bij Zijn Naam noemen zullen "Hem kennen en door Hem gekend worden" (Gal. 4:9a).
Toen Jezus werd ondervraagd door hen die door de Schriftgeleerden en de Hogepriesters waren gezonden, zeiden zij: "Wij hebben waargenomen dat u op correcte wijze zegt en onderwijst en dat u niet de oppervlakte neemt, maar dat u in waarheid de weg van God onderwijst" (Luc. 20:21). Jezus' onderwijs ging veel verder dan alles wat de religieuze leiders uit de Schrift haalden. Zijn woorden (onderwijs) waren correct en veel dieper dan het oppervlakkige. Dit is het doel van het licht in ons, om ons dieper in de Schrift te brengen, voorbij het oppervlakkige, naar een diepere en meer ware kennis van God, voorbij alle leer die ons gebonden houdt aan ons vlees, ja, ons weghoudt van kijken naar ons vlees, en naar een vernieuwing van de geest (licht) in ons. Paulus zegt het zo in 2 Korinthe 4:16 - "Maar indien ook onze uiterlijke mens wordt aangetast, toch wordt ons innerlijk van dag tot dag vernieuwd."
De tijd komt wanneer allen verlicht zullen zijn door het Licht van God, omdat er in Hem geen duisternis is , wanneer allen God zullen kennen ; ; ]. Het licht zal in al onze duisternis het ware Licht onthullen: "Het was het waarachtige licht, dat elk mens verlicht, komend tot in de wereld" (Joh. 1:9). Elk mens betekent alle mensen; er zal geen mens achterblijven in de duisternis. God zal op den duur Alles zijn voor iedereen. Dat is wat wij die op de smalle weg zijn zeker weten, dat Hij de Alles in allen zal zijn . Dat is de eerste waarheid die verborgen is in de duisternis die verlicht wordt op onze reis naar het kennis van God, dat Hij Alles in allen zal zijn.
Rick.
Naar deel 5
www.godisgod.ca