"en mijn geest jubelt over God, mijn Redder."
(Luc. 1:47)
Webster's woordenboek definieert "redder" als iemand die redt.
Ik kan het aantal keren niet tellen dat ik hoorde zeggen:
"Ik heb de beslissing genomen om Jezus te volgen; ik maak Hem mijn Heer en Redder."
Wat ze werkelijk zeggen is dat Jezus niet hun Redder was totdat zij de beslissing namen Hem te aanvaarden en Hem te volgen. Tot aan die beslissing hadden ze geen Redder. Het was hun beslissing die Hem nu hun Redder maakte. Het was allemaal van hen afhankelijk, want indien zij Jezus niet aanvaardden, zou Hij niet hun Redder zijn; Hij zou alleen een mythe zijn of een verhaaltje in de Bijbel.
Dus met andere woorden, zij zijn hun eigen redders, omdat zij zichzelf gered hebben door de juiste beslissing te maken. Zij zijn degenen die de redder voor hen werkend kregen.
De waarheid is dat Hij onze Redder is, of we het nu in Hem geloven of niet.
Onze beslissing maakt Hem niet onze Redder.
Een begrip van wat Hij bereikt heeft brengt ons tot een bewustwording van de waarheid dat Hij "De Redder" is, niet alleen nu van de gelovige, maar van heel de mensheid.
Paulus geeft ons deze waarheid.
"omdat wij gehoopt hebben op de levende God, Die redder is van alle mensen, vooral van gelovigen."
(1Tim. 4:10)
Mij werd vele jaren geleden verteld dat als ik de regels zou volgen die in de Bijbel neergelegd waren (ze waren in werkelijkheid neergelegd door de tradities van mensen, nergens in de Bijbel te vinden) en als ik daarvan niet zou afvallen, ik gered zou worden en Jezus tot aan het einde mijn Redder zou blijven.
Wat een druk!
Ik moest niet alleen de juiste beslissing nemen om Hem mijn Redder te maken, ik moest ook alles juist doen om Hem mijn Redder te houden. Het was helemaal aan mij.
Terwijl de tijd voorbij ging, en niet eens zoveel tijd, misschien vier of vijf maanden, begon ik, vanuit de Schrift, te zien dat het meest van wat ik hoorde en las van anderen met betrekking tot mijn redding, niet echt in de Schrift te vinden was; er waren schaduwen, maar geen licht.
Het licht begon helder te worden toen ik deze verzen in Efeze 2:8-10 tegen kwam:
"Want in de genade zijn jullie geredden, door geloof, en dit niet vanuit jullie zelf; het is het naderingsgeschenk van God, niet vanuit werken, opdat niemand zich zou beroemen. Want wij zijn van Hem, een maaksel dat geschapen wordt in Christus Jezus voor goede werken die God van tevoren gereed maakt, opdat wij in hen zouden wandelen."
Alles wat met mijn redding van doen had helderde op in de tijd die het nam om deze verzen tien maal op rij te lezen. Wat vijf tot zes maanden van valsheid had gekost om te bedekken, helderde waarheid in een paar minuten op.
Die drie verzen waren het zaad dat heel mijn begrip van wat in werkelijkheid voor mij gedaan was veranderde. Vele jaren later zouden deze verzen groeien en onthullen wat voor heel de mensheid was gedaan, maar op dat moment was het persoonlijk.
"Want in de genade zijn jullie geredden, door geloof, en dit niet vanuit jullie zelf."
Ik werd me bewust dat genade de enige reden was dat ik gered was, niet door een zwakke beslissing die ik gemaakt had. Het was allemaal genade, een gunst geschonken aan iemand die het tegendeel verdient. Zelfs het woord "gered" toonde mij dat het verleden tijd was. Toen werd ik me ervan bewust dat dit ongeveer twee duizend jaren geleden was gedaan en het bij God bekend was voor de nederwerping van de wereld.
"zoals Hij ons uitkiest in Hem vóór de neerwerping van de wereld."
(Efe. 1:4)
"Het is God's naderingsgeschenk."
Een naderingsgeschenk is precies dat, een geschenk waarmee iemand jou benadert om aan jou te geven; het is een cadeau. Velen zeiden dat ik dit geschenk moest aanvaarden ten tijde dat het aangeboden werd; zo niet dan was ik verloren. Met andere woorden: Ik zou geen Redder hebben als ik dit geschenk verwierp. De waarheid is dat ik geen kennis van de Redder zou hebben, maar dat ik nog steeds een Redder zou hebben. Ik zou niet kunnen veranderen wat al bereikt was. Ik zou Christus niet in het graf kunnen stoppen en Hem dan ontkruisigen.
"Niet uit werken, opdat iemand zou roemen."
Niemand werkt voor een cadeau. We werken voor loon of voor iets dat terugkomt, maar niet voor een cadeau; als je dat doet is het geen cadeau. Daarom is het allemaal van God. Er zal geen roemen zijn, er zal niemand die zal zeggen:
"Ik maakte de juiste beslissing, ik aanvaardde het geschenk, ik deed alle goede werken om mijzelf in de gunst van de Redder te houden.
"Want wij zijn Zijn werk."
Het was niet mijn eigen werk. Ik heb bepaalde doelen in het leven bereikt, maar waar het over mijn redding ging en gaat ben ik Zijn werk; wij allen zijn dat. Hij is de Redder van iedereen.
"Want wij zijn van Hem, een maaksel dat geschapen wordt in Christus Jezus voor goede werken die God van tevoren gereed maakt, opdat wij in hen zouden wandelen."
(Efe. 2:10)
Alles was voor mij klaar gemaakt. Ik begon na te denken over deze goede werken. Ik was iemand die grootgebracht was om goed te doen aan anderen. Ik deed misschien niet altijd goed, maar ik was geleerd goed te doen. Ik dacht toen dat als deze goede werken iets meer van doen hebben dan lichamelijke werken (alhoewel lichamelijke werken hiervan het gevolg waren), er hier iets meer moest zijn. Toen kwam een vers uit Johannes in gedachten:
"Zij dan zeiden tot Hem: "Wat zullen wij doen, opdat wij de werken van God zullen werken?" Jezus antwoordde en zei tot hen: "Dit is het werk van God: opdat jullie zullen geloven in Wie Hij afvaardigt."
(Joh. 6:28,29).
Dit was het enige werk dat ik kon doen, maar niet uit mijzelf: geloven!
Dit was het werk dat God tevoren voor mij had klaargemaakt. Het zou voor mij onmogelijk zijn dit niet te geloven. Het werk waarin ik wandel is het werk van geloof en dat werk van geloof was uit God, niet uit mijzelf. Ik werd me bewust dat ik in mijn stoel kan zitten, met mijn voeten omhoog en mijn handen achter mijn hoofd, met mijn ogen gesloten, en toch de werken van God doen. Ik ben Zijn werk en ik kan me niet dichter of verder weg daarvan werken. Ik heb een Redder.
De Redder
"...wij hebben waargenomen dat deze waarlijk de Redder van de wereld is, de Christus."
(Johannes 4:42)
Verscheidene jaren later kwam ik tot de bewustwording dat Christus de Redder van alle mensen is. Het ambt van een Redder is om te redden; als de Redder niet redt is Hij geen Redder. Indien de Redder alleen hen redt die zichzelf redden door te vragen gered te worden is Hij niet de Redder in de volste zin van het ambt; hij zou dan alleen redder zijn wanneer hij uitgezonden is van het hoofdkantoor. U roept en hij komt met loeiende sirenes en redt u uit het brandende gebouw. Hij weet echt niet wie gered moet worden totdat zij hem roepen. Dat is niet zo'n alwetende redder.
Het scenario zou iets als dit kunnen zijn:
"Hallo, hoe kan ik u helpen?"
"Ik ben hier om een redder te kiezen."
"Hoe weet u dat u een redder nodig heeft?"
"Ik mis iets in mijn leven, er is een soort leegte, en die moet gevuld worden."
"Misschien heeft u een hondje of een vrouw nodig?"
"Nee, ik heb een redder nodig."
"Wel, u heeft de juiste keuze gemaakt!"
"Dank u, ik ben behoorlijk tevreden met mijn beslissing."
"Dat zou u ook moeten zijn, u drukt op alle goede knoppen. Goed zo! Lof!
"Weet u. ik heb altijd de juiste beslissingen genomen...."
In Lukas 19:10 staat:
"Want de Zoon van de mens kwam om het verlorene te zoeken en te redden."
Let er op wat dit vers niet zegt:
"De verlorenen zoeken de zoon van de mens zodat zij gered kunnen worden."
De Redder is Degene Die kwam om de verlorenen te zoeken er redden.
De lijst: "De verlorenen."
Dit sluit ieder persoon in die is geboren en nog geboren zal worden. Als Hij niet alle verlorenen redt kan Hij niet veel van een Redder zijn. Dit is waarom Hij kwam, om de verlorenen te zoeken en redden.
"En wij hebben gadegeslagen en geven getuigenis dat de Vader de Zoon heeft afgevaardigd als Redder van de wereld." (1Joh. 4:14)
God zond Zijn Zoon niet zodat er een aanbieding van redding zou zijn, of een beslissing die u moet maken; Hij zond Hem om de Redder van de wereld te zijn.
Redding is geen aanbod, er hoeft geen beslissing genomen te worden.
Er zijn zij die het evangelie in deze aion zullen horen en zullen geloven, en Hij zal hun Redder zijn. En er zullen zij zijn die bij de voleinding Hem zullen zien en Hij zal Redder zijn.
Ik heb horen zeggen dat als u deze boodschap verwerpt, u geen andere kans zal krijgen.
Maar er zal geen zogenaamde tweede kans zijn omdat redding niet een spel van kansen is, het is een gedane zaak! Wanneer het uw tijd is om te geloven zal u geloven, omdat God dat wil.
"want dit is ideaal en welkom in het zicht van God, onze Redder, Die wil dat alle mensen gered worden en komen tot besef van de waarheid. Want er is één God en ook één Middelaar van God en van mensen: de Mens Christus Jezus, Die Zichzelf geeft als een overeengekomen loskoopsom ten behoeve van allen (het getuigenis in de eigen perioden)."
(1 Tim. 2:3-6)
God wil dat heel de mensheid gered zal worden. Hij heeft daar al zorg voor gedragen door Zijn Zoon te zenden om de Redder te zijn. De gelovige ziet dit nu, de rest in hun eigen perioden (tijden).
Het is aan ons, de gelovigen, om de mensheid tot een bewustwording van deze waarheid te brengen, maar niet met uitdagingen of angsttactieken of dreigementen. Paulus geeft ons onze marsorders in 2 Timotheüs:
"Maar een slaaf van de Heer moet niet vechten, maar zachtaardig zijn naar allen, vaardig in het onderwijzen, het kwade verdragen, in zachtmoedigheid de tegenwerkenden disciplinerend, of God hen bezinning moge geven tot in besef van de waarheid te komen."
(2 Tim. 2:24,25)
Zij die in deze aion van genade gered worden zal God tot in een bewustwording van deze waarheid brengen. Hij zal hun verstand openen over wat Christus heeft gedaan. Wij, de gelovigen, hebben de opdracht het evangelie van God's Redder aan hen te brengen. Wij zijn de middelen die Hij gebruikt om deze boodschap te brengen.
Hij is reeds "De Redder." De meesten zijn zich deze waarheid nog niet bewust.
Met deze kennis zouden wij allen het advies van Petrus moeten aannemen:
"Maar groei in genade en in kennis van onze Heer en Redder, Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, én nu én tot in de dag van de aion. Amen!"
(2 Petrus 3:18)
Rick
www.godisgod.ca