"Ik ben de Opstanding en het Leven."
(Johannes 11:25)
De bovenstaande uitspraak, gedaan door Jezus, was voor mij altijd een te hoge uitspraak geweest. "Ik ben de Opstanding," zou volstaan hebben; waarom dan het volgende toevoegen? "en het Leven."
Ik ben er zeker van dat de meesten er mee zullen instemmen dat opgewekt worden betekent dat men teruggebracht wordt naar het leven.
Waarom de schijnbare overdaad?
Doorheen de Schrift lezen we van hen die teruggebracht werden van de doden of opstonden uit de dood.
Elija bad (en lag over) de weduwe van Zarefat's zoon en bracht hem terug van de dood.
Eliza deed de zoon van de Sunamitische op praktisch dezelfde wijze opstaan.
Een man werd in Eliza's graf geworpen en toen zijn dode lichaam de botten van Eliza raakten kwam het leven van de man in hem terug.
Jona werd opgewekt uit de dood uit de buik van de grote vis.
Jezus bracht de dochter van Jaïrus, de weduwe van Naïn's zoon, alsook Lazarus terug van de doden.
Bij Jezus' opstanding wordt ons verteld dat de graven geopend werden en de lichamen van de rustende (dode) heiligen uit hun graven kwamen.
Petrus wekte Tabitha (Dorcas) op.
Paulus deed de jongeman Eutycus opstaan.
Paulus zelf werd voor dood achtergelaten na gestenigd te zijn en buiten de stad gesleept. Sommigen zeggen dat hij bewusteloos geslagen was, maar dat is onwaarschijnlijk omdat de Schrift zegt dat, toen de discipelen rondom hem stonden, hij opstond en terug de stad in ging. Hij werd niet terug de stad ingedragen, hij liep terug. Stenigen was meer dan een paar stenen die naar de gestenigde werden geworpen. Je werd bedolven met stenen. De enige manier waarop hij terug kon lopen was door opstanding, net als de anderen hierboven. In hem was nieuw leven ingeblazen.
Maar het nieuwe leven dat terug in Paulus werd geademd en in hen die in hun tijd opgewekt werden, was niet "HET LEVEN." Ieder van deze mensen die teruggebracht werden van de dood ervaart nu weer de dood, behalve Eén. Het leven waar zij naar terug kwamen was het leven dat wij die nu leven hebben. En we weten allen hoe dit leven zal aflopen, als Christus tenminste niet tijdens ons leven terugkeert.
Toen ik begon in te zien wat met "het Leven" wordt bedoeld, kregen de woorden die Jezus sprak toen Hij Zichzelf "De Opstanding en het Leven" noemde, veel grotere betekenis dan wat ik ooit geloofde.
Nog steeds hier.
"...in welke dezen ook zelf uitzien naar de op het punt staande opstanding, die er zal zijn, zowel van rechtvaardigen als van onrechtvaardigen."
(Handelingen 24:15)
Ik gaf dit artikel de titel: "Levend gemaakt / Het Leven." Het is een waarheid in de Schrift die voor de meesten verborgen is.
Vandaag, alsook in het verleden, leren religies dat wij al onsterfelijk geschapen zijn en dat de dood slechts een passage is naar een ander leven. John Lennon, toen hij gevraagd werd wat de dood was, antwoordde: "Het is als van de ene auto naar een andere gaan."
In veel oosterse religies is het proces van sterven nooit klaar totdat je een vorm van Nirvana hebt bereikt. Velen leren dat je blijft terugkomen, door het stervensproces gaan (wat wij leven noemen), om te proberen de fouten die in voorbije levens begaan zijn recht te zetten; en wanneer dat uiteindelijk is bereikt ben je aangekomen, en het "suprème" en jij zullen één zijn. Ik zou vragen stellen bij een "suprème" die het aan mij over laat "suprème-schap" te bereiken. Om maar niet de wreedheid van een godheid te noemen die zou willen dat zijn volgelingen terugkeren naar dit leven van worstelingen, keer na keer, alleen maar om te proberen en iets te bereiken dat in dit lichaam van vlees onbereikbaar is.
Dit is ook waar voor westerse religies. Het enige verschil is dat je geen tweede kans krijgt om je fouten recht te zetten; je wordt naar de plaats gezonden die jij koos om de eeuwigheid door te brengen door de juiste of verkeerde keuze te maken. De levendmaking werd teweeg gebracht door hun eigen kracht, niet door de kracht van De Ene die claimt "De Opstanding en het Leven" te zijn.
Toen Jezus zei: "Ik ben de Opstanding en het Leven," zei Hij dat alleen door Hem allen op zullen staan en dat door Hem allen Leven gegeven zal worden (Joh. 14:6). Dit is het gezag dat aan Hem door God, Zijn Vader, is gegeven. Het is allemaal door Hem, door Zijn geloof; wij kunnen niets doen om te bereiken wat Hij voor ons heeft bereikt.
Er zal een tijd komen wanneer de doden opgewekt zullen worden en niet opnieuw de dood ervaren; dit is wat de Schrift "levendmaking" noemt. Levend gemaakt worden is Leven geschonken worden voorbij het bereik van de dood, met andere woorden: onsterfelijkheid gegeven worden. Hier zijn een paar van de verzen in de Schrift die er bij toe geleid hebben mijn inzicht op wanneer en aan wie onsterfelijkheid te herzien, alsook wanneer dit "Levendgemaakt/LEVEN" het onze zal zijn.
Paulus maakt in 1 Korinthe 15:21,22 deze eenvoudige waarheid zo duidelijk over wie opgewekt en levend gemaakt zullen worden.
"Want daar immers door één mens (Adam) de dood er is, is er ook door één mens (Christus Jezus) de opstanding van de doden (allen die stierven). Want net zoals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden."
Ik moest die verzen honderd maal lezen voordat ik zag wat ze in feite zeiden. Theologen, en anderen, zullen deze verzen interpreteren om de leerstellingen van hun denominaties te ondersteunen, maar wanneer u ze neemt zoals ze er staan, wie kan dan ontkennen wat Paulus in feite inspireerde om te schrijven. Wij allen beërfden door Adam het stervensproces; wij zullen allen door Christus levend gemaakt worden. In beide gevallen gaat het om hetzelfde sterven en levendmaken. Geen fractie van de doden wordt opgewekt, allen worden dat. Geen fractie van de doden en de stervenden worden levend gemaakt (het Leven gegeven), allen worden dat.
1 Timotheüs 6:13-16.
" Ik geef aan jou opdracht in het zicht van God, Die alles levend maakt, en van Jezus Christus, Die getuigenis geeft aan Pontius Pilatus, de ideale belijdenis, bewaar jij het voorschrift, vlekkeloos en onbesproken, tot aan het te voorschijn komen van onze Heer, Christus Jezus, Welke in eigen perioden de gelukkige en alleen-Machthebber zal tonen: de Koning van die koning zijn, en de Heer van die heer zijn, Die alleen onsterfelijkheid heeft, huizend in een ontoegankelijk licht, Die niemand van de mensen waarnam en ook niet waarnemen kan, aan Wie zij eer en de aionische kracht! Amen!"
Veel vertalingen zeggen: "Die leven geeft aan allen," in plaats van "allen levend maakt," zo het vers veel minder zeggen latend dan het werkelijk zegt. Natuurlijk geeft God leven aan allen (Jes. 42:5), maar het leven dat we nu hebben is in werkelijkheid een langdurig stervensproces (1 Pet. 1:24).
Het Leven dat wij verwachten is Leven buiten bereik van de dood. We willen alleen niet een opgewekt leven, wij willen een levend gemaakt Leven, een Leven waarover de dood geen heerschappij heeft. Natuurlijk moeten we eerst opgewekt worden, maar niet opgewekt met deze lichamen die wij nu hebben, wij willen een onvergankelijk lichaam hebben, we willen onsterfelijkheid (1 Kor. 15:53), hetzelfde als Christus heeft.
Niemand van die gestorven zijn kunnen daar nu een beroep op doen.
Alleen Christus heeft op dit moment onsterfelijkheid (2 Tim. 6:16).
Alleen Christus is nu levend gemaakt (Rom. 6:9).
Hij is de Eersteling (Levend gemaakt) van hen die dood zijn (1 Kor. 15:20).
Op deze manier.
"En zo zullen wij altijd samen met de Heer zijn."
(1 Thess. 4:17)
Men zou zich ook moeten herinneren dat Christus niet wacht op ons arriveren, en ook onze geliefden niet, wij wachten op Hem (1 Thess. 1:10; 4:14-18).
In zijn boek "De rijke man en Lazarus" schreef E.W. Bullinger:
"Personen die doordrenkt zijn met valse tradities komen tot de Schrift met de uitvindingen, maakselen en inbeeldingen van de mens, en kunnen, natuurlijk, niets anders zien dan hun tradities, kennelijk door onze Heer gesanctioneerd. Maar wanneer we passages lezen in het licht van het hele Woord, en speciaal in het licht van de context, dan zien we daarin valse leerstellingen van de Farizeeën, die "hoog geacht waren onder de mensen," maar een "gruwel in de ogen van God."
De Farizeeën geloofden dat ten tijde van een overlijden, engelen om de dode kwamen (Luk. 16:22). Jezus wijst deze valse traditie aan in de gelijkenis van de rijke man en Lazarus. Vandaag geloven velen dat dit waar is.
Er is maar één manier waarop de gelovige levend gemaakt zal worden, dus is het niet nodig leerstellingen te maken die vals zijn, zoals de Farizeeën deden met betrekking tot de doden. Hoe u ze ook gelooft, ze zullen u alleen valse hoop geven.
In hoofdstuk vier van zijn eerste brief aan de Thessalonicenzen moedigt Paulus hen aan niet onwetend te zijn over de toestand van hun overleden geliefden. Hij moedigde hen ook aan geen verdriet te hebben zoals zij die niet over deze waarheid van levendmaking weten doen, en dan vertelt hij ons op welke wijze wij levendgemaakt zullen worden. 1 Thessalonicenzen 4:13-18...
"Maar wij willen niet dat jullie onwetend zijn (met andere woorden: let op!), broeders, aangaande die ter ruste liggen, opdat jullie niet bedroefd zullen zijn, zoals ook de overigen, die geen hoop hebben. Want indien wij geloven dat Jezus stierf en opstond, zo ook zal God die ter ruste gelegd worden door Jezus samen met Hem leiden. Want dit zeggen wij in een woord van de Heer, dat wij die leven, die overleven tot in de aanwezigheid van de Heer, niet die ter ruste gelegd worden zouden inhalen, omdat de Heer Zelf, met een commando, met de stem van de overste van de boodschappers en met de bazuin van God, zal neerdalen vanaf de hemel en de doden in Christus zullen eerst opstaan. Vervolgens zullen wij, die leven, die overleven, tegelijkertijd, samen met hen, weggegrist worden in wolken, in een ontmoeting met de Heer in de lucht. En zo zullen wij altijd samen met de Heer zijn. Daarom: bemoedig elkaar met deze woorden!"
Dit is zo eenvoudig, toch wordt het meeste van wat Paulus zegt door de meerderheid niet geloofd.
Wanneer je toevoegt, of wegneemt, aan wat in de Schrift geschreven is, wordt het een valse leer. Wat er gebeurt is dat wat geschreven is door de inspiratie van God niet wordt geloofd, of goed genoeg, daarom moet het in lijn gebracht worden met wat de traditie en de meerderheid willen dat het zegt (2 Tim. 4:3), niet wat God wil zeggen (Psalm 12:6).
Ik vind troost in wat de Schrift leert, dat alle doden nu vrede hebben, rusten, onbewust van de voortgang van de tijd, en dat voor die doden in Christus (die de volgenden zijn in de lijn voor levendmaking, samen met hen die leven bij Zijn komst - 1 Kor. 15:23), de volgende keer dat hun ogen geopend worden zij in Zijn aanwezigheid zullen zijn en de tijd die in de dood doorgebracht is zal zijn als het knipperen van een oog. Zij zullen allen opgewekt worden, opstaan en levendgemaakt met een nieuw lichaam.
Op dit moment verblijft Zijn geest in ons die geloven (Gal. 2:20). Hij heeft die in een mate gegeven; dit is ons zegel (2 Kor. 1;22), en Zijn belofte van onze levendmaking die komt. Wanneer wij levendgemaakt zijn zullen we de geest zonder mate hebben en we zullen zijn zoals Hij is (Rom. 8:17).
Wanneer je gaat verstaan dat Christus allen zal levendmaken, zal u zich realiseren dat niemand achtergelaten zal worden in een toestand van dood, of van Hem gescheiden. Hij zal Degene zijn die allen die in hun graven zijn zal doen ontwaken (Joh. 5:28). En Zijn claim zal door allen gerealiseerd worden; Hij is in feite "De Opstanding en Het Leven."
Rick
www.godisgod.ca