"... opdat wij een gematigd en rustig levensonderhoud zullen doorbrengen."
1 Timotheüs 2:2.
In 1 Timotheüs 2:2 zegt Paulus dat wij een gematigd en rustig levensonderhoud zullen doorbrengen. En in vers 1 geeft hij ons één van de wegen om dit te doen:
"Ik roep dan eerst op van alles te doen: smeekbeden, gebeden, bepleitingen, dankzeggingen, ten behoeve van alle mensen."
Dan zegt hij in 3:
"want dit is ideaal en welkom in het zicht van God, onze Redder..."
Wat zegt Paulus dat ideaal en welkom is in het zicht van onze Redder, God?
Eerst dat gelovigen zouden bidden voor alle mensen.
Waarom?
"... God, onze Redder, Die wil dat alle mensen gered worden en komen tot besef van de waarheid."
(3-4).
De gelovige heeft een geschenk ontvangen dat het merendeel van de mensheid niet heeft gekregen, en dat zou met merendeel omvatten van wat nu "het Christendom" wordt genoemd. Hen is namelijk getoond wat God's wil is - dat heel de mensheid gered zal worden en tot een bewustwording van de waarheid zal komen - en wij behoren te bidden in overeenstemming met God's wil.
Jezus zei in essentie hetzelfde:
"Bidden jullie dan zo: 'Onze Vader, Die in de hemelen is, laat Uw Naam geheiligd worden. Het koninkrijk van U, laat het komen! De wil van U, laat ze geworden, zoals in de hemel en ook op de aarde'."(Mattheüs 6:9,10)
Dit was niet zomaar een wensgebed dat Jezus bad.
Veeleer zegt Hij dat wij dienen te bidden dat God's wil gedaan wordt, omdat God's wil net zo op aarde gedaan zal worden zoals Zijn wil in de hemel gedaan wordt. Onze gebeden dienen gedaan te worden in harmonie met God's wil, niet de onze.
Paulus vertelt ons wat God's wil is: Dat heel de mensheid gered zal worden en komen tot een bewustwording van de waarheid.
Met deze kennis kunnen we een mild en rustig leven leven en niet gefrustreerd worden wanneer onze gebeden "onbeantwoord" worden door anderen die niet geloven en in ongeloof blijven (of wanneer zij die zichzelf gelovigen noemen deze waarheid zien), omdat wij, de gelovigen, God's wil kennen. Wij weten dat Zijn wil gedaan wordt in de hemel alsook op de aarde.
Wij weten ook dat Zijn wil, om heel de mensheid te redden en in een bewustwording van de waarheid zal brengen, zal gebeuren, dus met deze kennis zouden we allen moeten bidden in overeenstemming met God's wil.
En toch kunnen om de een of andere reden de meesten de waarheid niet zien.
De mensheid is door de media, propaganda en religie zo afgejakkerd, dat ze alleen kan realiseren wat ze op dit moment ziet.
Een goed voorbeeld in onze tijd zou de terreur aanval op 9-11 zijn. Na die aanvallen zag je alleen slagzinnen die zeiden: "Bidt voor Amerika."
Afwezig van elk network, televangelist programma en kerkmededeling was: "Bidt voor Irak" of "bidt voor Afganistan," of "bidt voor Bin Laden."
De Schrift leert dat we moeten bidden voor onze vijanden en zij die niet-gelovigen zijn, alsook hen helpen die ons verachten en ons gebruiken.
God is nu de God van Noord-Amerika, Australië, delen van Europa geworden, en van landen die onze levensstijl niet bedreigen.
Oh, zeker, we zenden zendelingen naar deze zogenaamde goddeloze landen om een paar te bekeren, maar voor het merendeel blijven ze van God verlaten; tenminste zo wordt ons verteld.
Dit is God's schepping, dit is God's wereld; niets daarvan is zonder God's aanwezigheid. Alleen omdat wij namen op delen van de Aarde plakken en het "van ons" noemen geeft ons geen exclusieve rechten op Zijn wereld.
Alle dingen zijn van God.
Wij allen maken deel uit van Zijn schepping - of de meesten dat nu wel of niet geloven doen de feiten niet weg.
God, en in het bijzonder Zijn woord, is door de religie en de mensheid gebruikt om een paar van de meest verschrikkelijke misdaden te begaan die ooit gedaan zijn. De Bijbel is niet alleen misbruikt om de mensheid in onrechtvaardige oorlogen te leiden, maar om bepaalde rassen in slavernij te binden en andere in religieuze slavernij. Het is ook gebruikt om de ongelovige mensheid in een martelput te doen ten tijde van de dood - alles omdat de meesten zich niet bewust zijn van wat God's wil is.
REALISATIE
"Zet je hart op deze dingen." (I Timotheüs 4:15).
Om in harmonie te zijn met God's wil moet je een realisatie hebben van wat God's wil is.
Zoals hierboven gesteld is dat God's wil is dat heel de mensheid gered wordt en komt tot een bewustwording van de waarheid.
Deze bewustwording van de waarheid is niet alleen voor ongelovigen; het is net zo goed toepasbaar op gelovigen.
Als gelovigen zouden we moeten bidden en ook de Schrift doorzoeken, zodat we in een bewustwording van deze waarheid zullen komen, want dat is wat Paulus zegt dat ons gekwalificeerd zal presenteren voor God.
" Beijver je jezelf welbeproefd te presenteren voor God, als een werker die zich niet hoeft te schamen, het woord van de waarheid correct snijdend."
(2 Timotheüs 2:15).
Hier is wat Paulus Timotheüs vertelde te doen:
"Geef, totdat ik kom, acht op de lezing, op de bemoediging, op de onderwijzing,
Veronachtzaam de genadegave in jou niet, die aan jou werd gegeven door profetie, met oplegging van de handen van de raad van oudsten. Zet je hart op deze dingen. Wees in deze dingen, opdat de vooruitgang van jou openbaar zal zijn aan allen. Vestig je aandacht op jezelf en op de onderwijzing. Ga door met hen, want dit doende zal jij én jezelf én die jou horen redden." (1 Timotheüs 4:13-16).
Timotheüs was al gered en zij die hem hoorden waren mogelijk ook al gered; maar dit heeft niets te maken met gered worden.
Mijn persoonlijke gedachten over dit deel van de Schrift zijn dat het van doen heeft met het bewust worden van onze redding.
Wij die gelovigen zijn moeten nog in de bewustwording van onze redding komen; we hebben nog niet de volle volheid ervaren van wat gered zijn werkelijk inhoudt - wij worden gebracht tot in een toenemend grotere bewustwording van onze redding. We wachten nog. Maar terwijl we wachten zouden we tijd doorbrengen in de Schrift - over ze nadenken, in hen volhardend - omdat door dit te doen we een zekerder begrip zullen hebben van onze redding en een bewustwording van wat God niet alleen aan ons heeft beloofd, maar ook aan heel de mensheid.
Met deze kennis van de Schrift zullen we gered worden van in alle valse leer te vallen, en we zullen zeker zijn van wat Paulus in de voorafgaande verzen zegt:
"Betrouwbaar is het woord en alle verwelkoming waardig, want tot in dit zwoegen wij en worden wij gesmaad, omdat wij gehoopt hebben op de levende God, Die redder is van alle mensen, vooral van gelovigen."
(1Tim. 4:9-10).
Paulus wist dat deze leer op den duur door religie bedekt zou worden. Religie is nu het instituut dat beslist wie bij God zal zijn en wie niet.
Vraag elke Christen deze vraag:
"Als ik niet in deze tijd in Jezus gelooft, zal ik dan ooit in het volgende leven in Hem geloven?
Ik heb die vraag gesteld.
Het antwoord is of bedekt met het vrijblijvende: "Dat ligt aan God," of een empathisch "Nee."
Dit is waarom Paulus er op stond dat Timotheüs bij de Schrift bleef, aangezien dat is waar deze waarheid gerealiseerd kan worden.
Vandaag is de Schrift het meest genegeerde van alle schrift onder de Christenen. Een vijfendertig minuten preek op Zondag (geen Bijbel nodig) en een paar liedjes, of een uur luisteren naar een tele-evangelist op Zondag is al wat nodig is en je bent er weer klaar voor.
Paulus zei tot Titus:
"... het betrouwbare woord overeenkomstig het onderwijs hooghoudend, opdat hij in staat zal zijn ook op te roepen in de gezonde onderwijzing en die tegenspreken te ontmaskeren."
(Titus 1:9).
De enige manier waarop Titus hen kon ontmaskeren die valsheid leerden was bij het Woord te blijven. Dat was de enige plaats waar hij gezonde leer kon vinden en tot erkenning komen van de waarheid van God's wil.
Hier is een voorbeeld van het ontmaskeren van hen die tegenspreken.
Ik heb een Nelson Study Bible. Iedereen die er mee werkte leverde zijn schoolgeld en ging dan naar het seminarie van hun keuze om over God te leren. Dit is hoe zij 1 Timotheüs 4:10 interpreteren, wat leest:
"omdat wij gehoopt hebben op de levende God, Die redder is van alle mensen, vooral van gelovigen."
Citaat:
Dit vers beschrijft God als Degene Die aan allen leven geeft, adem, en bestaan. "Vooral van gelovigen" trekt een contrast tussen God's gewone genade aan allen en Zijn speciale reddende genade aan hen die Hem vertrouwen als hun Redder.
Ziet u het valse?
Waar in dit verse leest u dat God aan allen leven, adem en bestaan geeft aan allen? (Hij doet dat, zoals Paulus zegt in Handelingen 17:24,25, maar niet hier). Het kan verdraaid worden zodat het dat zegt wanneer je niet de waarheid van de Schrift niet wil geloven.
U leest dat Hij de "Redder van heel de mensheid" is!
Dus waarom neemt u het vers niet gewoon voor wat er staat?
Hij is de Redder van heel de mensheid!
Om dat te kunnen doen zouden ze moeten toegeven dat God krachtiger, liefdevol en genadig is dan hun religie doet veronderstellen, en dat Christus echt bereikte wat Hij zei dat Hij zou doen - heel de mensheid tot Zichzelf trekken (Joh. 12:32) - vanwege Zijn ultieme offer.
Waar in dit verse (1 Timotheüs 4:10) leest u over "gewone genade" en "speciale reddende genade"?
U leest dat Hij de Redder van allen is, "speciaal" van gelovigen.
Gelooft u dat wat op Golgotha gebeurde voor u gedaan werd?
Indien u met "Ja" antwoordt, dan kent u deze waarheid - u komt tot een bewustwording van uw redding, en maakt u deel uit van de "speciale gelovigen." U heeft de kennis van gered te zijn die de ongelovige nog niet heeft - zij zijn geen "speciale gelovigen", zij zijn nog in ongeloof.
Genade is speciaal! Genade is nooit "gewoon."
Feitelijk, en als een zaak van waarheid, overstijgt genade altijd alles (Romeinen 5:20).
Waarom verminderen theologen het door het gewone genade te noemen?
Omdat, wanneer je geleerd wordt te geloven in en te leren over een "god" die zijn genade aan allen wil toewijzen, u de ware betekenis van schriftuurlijke woorden moet verdraaien om te passen bij uw denominatiale doctrine.
Genade betekent: "een daad die blijdschap voortbrengt, een weldaad toegewezen aan iemand die het tegendeel verdient."
Het is wat God nu aan de gelovige uitdeelt, zoals Paulus zegt:
"Want in de genade zijn jullie geredden, door geloof, en dit niet vanuit jullie zelf."
(Efeziërs 2:8).
Dezelfde genade die u redde zal, in de toekomende aionen, aan allen toegewezen worden. We zullen het aan allen toegewezen zien worden zoals Paulus ons zegt in Efeziërs 2:7.
"opdat Hij, in de opkomende aionen, de overtreffende rijkdom van Zijn genade zou betonen, in vriendelijkheid, in Christus Jezus."
Zoals eerder gesteld, wij gelovigen ervaren Zijn genade en zijn die bewust. In de toekomende aionen zullen we die genade tentoongespreid, ontvouwd, geopend, uitgespreid zien, toegewezen aan allen, en allen zullen tot een bewustwording van Hem komen.
Dat is niet gewoon, dat is Goddelijk, en het is in overeenstemming met God's karakter en wil.
Dus bidt dat God's wil gedaan zal worden - u zal in harmonie zijn met de Schepper van het al, en u zal beginnen u bewust te worden van waarom we allen hier zijn. Voor hen onder u die er niet zeker van zijn waarom Christus kwam zal een licht beginnen te flikkeren waar ooit alleen religieuze duisternis was.
Rick
www.godisgod.ca