Deze leer, dat wij onszelf zuiver en zonde-vrij moeten houden om gered te blijven in Christus, is de wig geweest die mensen de religie in drijft. En eenmaal in de religie (welke ze ook kozen) worden zij slaven van de religie. De meesten zullen leven in een vrees waarin zij zullen belanden tot ze hun laatste adem uitblazen, nooit zeker van hun plaats of van hun positie in Christus.
Een man vertelde mij van zijn schoonvader's laatste dagen in een hospice. Hij ging hem daar bezoeken en zijn schoonvader trilde en schreeuwde het uit: "Kun je de vlammen zien, kun je de vlammen zien?" De leer die zijn religie hem heel zijn leven leerde was dat hij in voortdurend gevaar was om weg te vallen en in de hel te eindigen.
Dit is waar veel religies op drijven. Óf uit onwetendheid van Schriftuurlijke waarheid, óf doelbewust hun eeuwenlange tradities ondersteunend, zijn zij leraren van twijfel en vrees geworden, hun volgelingen vertellend dat God alleen van hen houdt als zij van God houden en gehoorzamen aan wat zij geloven wat God hen wil doen gehoorzamen. Het houdt mensen aan het lijntje, een lijntje waaraan zij nooit door de Heer werden geplaatst.
Het Griekse woord voor religie is: desidaimonia. De Nederlandse elementen zijn: Vrees Leer.
Het Griekse woord voor demon is: daimonion. De Nederlandse elementen zijn: Leer Klein houden.
De leer die religieuze volgelingen aan deze onzekerheid heeft gebonden is niet een leer van God. Ze raakt op geen enkele wijze het evangelie van de genade in Christus aan, dat aan Paulus was onthuld. Het is een leer die allen die er aan vasthouden in duisternis plaatst, gebonden met onwaarneembare ketenen. Paulus noemde elke leer die een gelovige in banden plaatst, of een leer die het vermogen van mensen verhoogde boven dat van Christus, een leer van demonen, of hekserij (Galaten 3:1-4; 1 Timotheüs 4:1; 2 Korinthe 11:1-15).
Ik ben er zeker van dat het vers drie-en-twintig is
Het volgende vers dat werd gegeven om deze valse leer te bewijzen dat je jouw redding in Christus kan verliezen door gebrek aan werken, is Kolossenzen 1:22 (ook al ben ik er zeker van dat de persoon vers 23 bedoelde). Ik zal de verzen 21 tot en met 23 citeren om het in context te houden:
" Ook jullie waren eens vervreemd en vijanden in de denkwijze, in boosaardige werken, maar nu verzoent Hij wederzijds, in het lichaam van Zijn vlees, door Zijn dood, om jullie heilig en smetteloos en niet aan te klagen voor Zijn aangezicht te presenteren, indien jullie zeker doorgaan met het geloof, gefundeerd zijnde en bestendig, en niet afgebracht wordend vanaf de hoop van het evangelie, dat jullie horen, dat geproclameerd wordt in elke schepping onder de hemel, waarvan ik, Paulus, bediende werd."
Het moet gevraagd worden: "Wie is het die grondvest en vastlegt en de gelovige verzekert van de verwachting van het evangelie dat we horen en geloven?"
Ik zou denken dat het Degene is Die door Zijn lichaam verzoent (vers 21), door Zijn dood, dus worden we heilig en smetteloos en ONAANKLAAGBAAR in Zijn ogen (vers 22), niet in de ogen van anderen, of ons eigen grillige gevoel van er bij horen. En zij die deze zekerheid in Christus kennen volharden in het geloof omdat zij gegrondvest en vastgelegd zijn en niet verwijderd worden (in staat zijn weg te vallen) van de verwachting (niet het zwakkere woord "hoop") die wij horen. De gelovige hoort en gelooft de waarheid aangaande zijn of haar redding, dat het allemaal Christus is, Degene Die ons heilig en smetteloos en onaanklaagbaar in Zijn ogen presenteert. Hij is onze verwachting en onze garantie, niet ons eigen vlees. Ons vlees is zwak, onheilig, aanklaagbaar. Indien wij al onze tijd doorbrengen pogend het te onderschikken, loopt het er op uit dat wij er slaaf van zijn en een gelovige in het vermogen er van óf ons zeker te houden, óf dat het ons doet vallen, wat alleen maar uitloopt op hopeloosheid of erger: zelfrechtvaardiging.
Zo kunnen we opnieuw zien dat Paulus, hier in deze verzen, niet het vlees promoot als een behouder van onze redding in Christus. Hij toont ons gewoon Wie de gelovige gegrondvest, smetteloos, onaanklaagbaar in Zijn ogen houdt en onthult aan ons in Wie onze verwachting is: Christus, de Verzoener.
Ik denk dat vers twee is wat ze bedoelden
Het volgende vers dat wordt gegeven is 1 Korinthe 15:1, maar opnieuw ben ik er zeker van dat het vers twee is.
"1. En nu, broeders, maak ik jullie het evangelie bekend dat ik jullie evangeliseer, dat jullie ook accepteerden, in welk jullie ook staan,
2 door welk jullie ook worden gered, welk woord ik jullie evangeliseer, indien jullie vasthouden, indien jullie buiten om en jullie niet tevergeefs geloven."
Iets tevergeefs geloven is iets geloven dat vals is. Het ziet er uit en klinkt als het echte, maar onder de oppervlakte is dat niet zo. Paulus vertelt zijn lezers in de volgende paar verzen wat de waarheid is en wat gelooft moet worden om in het lichaam van Christus te zijn.
"Want ik lever aan jullie over in eerste dingen hetgeen ik ook accepteerde: dat Christus stierf ten behoeve van onze zonden, overeenkomstig de Geschriften, en dat Hij werd begraven en dat Hij is gewekt in de derde dag, overeenkomstig de Geschriften."
(1 Korinthe 15:2,3)
Dat is het evangelie dat geloofd moet worden om in het lichaam van Christus te zijn. Zo simpel is het, maar toch wordt het door maar weinigen geloofd die zichzelf gelovigen in Christus noemen. De meesten geloven het vervalste. Zij geloven niet dat Christus werkelijk stierf. Zij geloven dat Zijn lichaam in de tombe werd geplaatst, maar zij geloven niet dat Zijn eerste opstanding uit de tombe was. Zij geloven dat voordat Zijn kin Zijn borst raakte, Hij een geest was in het paradijs, samen met de geest van de berouwvolle dief, wachtend tot de paar volgende dagen voorbij zouden gaan zodat Hij de tombe weer kon binnen gaan en Zijn lichaam van de steen kon optillen, de steen verwijderen en naar buiten lopen.
Paulus wil in deze verzen dat allen die geloven de waarheid geloven, anders zouden ze tevergeefs geloven. Zij die tevergeefs geloven lopen niet het gevaar hun redding in Christus te verliezen, omdat zij niet in het lichaam van Christus zijn. En zij die geloven kunnen nooit hun redding verliezen, omdat zij in het lichaam van Christus zijn, want zij geloven de waarheid aangaande Zijn dood, begrafenis en opstanding. En Paulus, in de paar verzen aan de Korinthiërs, onthult wat zij geloofden. En hun geloof is geen vals geloof, het is gebaseerd op de waarheid.
Geen toegang! Sorry!
Het volgende vers is uit het verslag van Mattheüs.
"Niet elke die tot Mij zegt: "Heer, Heer," zal binnenkomen tot in het koninkrijk van de hemelen, maar die de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is."
(Mattheüs 7:21)
Het is algemeen bekend dat er velen zijn die geloven dat Jezus hier op aarde was, en geloven dat Hij heerlijke dingen deed, en ook geloven dat door hun doen van heerlijke dingen en het navolgen van tradities en rituelen en te geloven dat wat zij doen Zijn wil is, zij toegang zullen ontvangen in het Koninkrijk der Hemelen.
Er zijn een paar dingen die eerst gerealiseerd zouden moeten worden. Jezus sprak hier niet tot anderen dan Israelieten (Mattheüs 15:24), Joden die het woord van God via Mozes zo verdraaid hadden dat de woorden onherkenbaar waren geworden. Ook worden wij, in deze bedeling van genade, niet bevolen goede werken te doen voor onze toegang tot het Koninkrijk van God. Wij zijn gered door genade, door geloof, en dit is niet uit ons. Het is een werk van Christus, opdat niemand zal roemen (Efeze 2:8,9). En onze goede werken werden voor ons tevoren gereed gemaakt zodat wij in hen zouden wandelen (Efeze 2:10). Als Hij ze voorbereidde, dan is het onmogelijk dat wij ze vermijden, anders zouden we inderdaad groter dan God zijn. Een leer die onwetend (?) door velen geleerd wordt, die deze leer van wegvallen onderwijst, is de leer die "vrije wil" wordt genoemd. Wetend of onwetend promoten zij hun eigen soevereiniteit ten opzichte van de enige Soeverein: God.
Maar laten we toch maar naar dit deel van de Schrift aan Israel kijken.
Ten eerste, nogmaals, wij kunnen niet zomaar er een vers uitnemen om te bewijzen dat iemand zijn of haar redding kan verliezen door de omringende verzen te negeren. Hier is het deel dat weggelaten werd:
"15 Geef acht op de pseudo-profeten die tot jullie komen in schaapskleding, maar van binnen zijn zij roofzuchtige wolven.
16 Vanaf hun vruchten zullen jullie hen herkennen. Vanaf dorens rapen ze toch geen druiven bijeen of vijgen vanaf stervormige distels?
17 Zo maakt elke goede boom ideale vruchten, maar de rotte boom maakt ongezonde vruchten.
18 Een goede boom kan niet ongezonde vruchten voortbrengen, noch kan een rotte boom goede vruchten maken.
19 Elke boom die niet ideale vruchten maakt wordt omgehakt en wordt tot in het vuur geworpen.
20 Daarom zullen jullie hen zeker vanaf hun vruchten herkennen.
21 Niet elke die tot Mij zegt: "Heer, Heer," zal binnenkomen tot in het koninkrijk van de hemelen, maar die de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is.
22 Velen zullen tot Mij uitspreken in die dag: "Heer! Heer! Profeteren wij niet in Uw naam? En in Uw naam wierpen wij demonen uit en in Uw Naam doen wij vele machten!"
23 En dan zal Ik aan hen belijden: "Ik kende jullie nooit! Ga weg van Mij, die de wetteloosheid werken!"
(Mattheüs 7:15-23)
Dit deel heeft in het geheel niets van doen met werken voor redding of die verliezen als je het niet doet. Het is een waarschuwing op te passen voor valse profeten (en ik zou ook zeggen: misleidende leraren). En Jezus vertelt hier Zijn toehoorders hoe ze te herkennen en voor hen (en hun vrucht) op te passen, alsook hun lot voor hun misleidende praktijken door te zeggen dat zij schitterende daden doen in de naam van de Heer, maar de Heer zelfs niet kennen, en op Zijn beurt kent Hij hen niet (herkent ze niet als gelovigen). Geen gelovige zal die woorden horen "Ik kende jullie niet. Ga weg van Mij..." Nogmaals, wij zijn nu gered in genade, niet door schitterende werken of door enig werk dat wij verrichten.
Aan de Hebreeën
Hebreeën 10:26 is het volgende gegeven vers. Ik zal de verzen 26 t/m 31 citeren.
"26 uit vrije beweging. Want bij ons zondigen, na het in ontvangst nemen van het besef van de waarheid, is er geen offer aangaande zonden meer overgebleven,
27 maar een vreselijk iets in afwachting van beoordeling en van felheid van vuur, dat op het punt staat de tegenstanders op te eten.
28 Iemand die de wet van Mozes afwijst, sterft, los van medelijden, op het getuigenis van twee of drie getuigen.
29 Hoeveel ergere straf, menen jullie, zal degene waardig geacht worden die de Zoon van God vertrapt en het bloed van het verbond ongewijd acht in welke hij wordt geheiligd en de geest van de genade krenkt?
30 Want wij hebben waargenomen Die zegt: "Aan Mij is de rechtverschaffing! Ik zal terugbetalen," zegt de Heer. En weer zal de Heer Zijn volk oordelen.
31 Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God!"
Klinkt dit als deze bedeling van genade waarin wij, het lichaam van Christus, gered zijn?
Klinkt de door Mozes gegeven wet als de evangelieboodschap die u zou geloven, of klinkt ze in de verte als het evangelie van Paulus, de apostel voor de natiën?
Dit heeft met de Hebreeën te maken, niet met gelovigen in het lichaam van Christus. En indien er enige troost is die hieruit gehaald kan worden, voor die Hebreeën die vrijwillig zondigen, die trappen op de Zoon van God en het bloed waardeloos achten en de geest van genade woedend maken, dan is het dit: zij vallen in de handen van de levende God.
David schreef:
"En David zegt tot Gad: "Het is voor mij uitermate benauwdheid. Alstublieft, laat mij vallen in de hand van JAHWEH, want Zijn mededogen is uitermate veel, en het moet niet zo zijn dat ik val in de hand van een mens."
(1 Kronieken 21:13)
Wanneer deze twee zeer verschillende leren vermengd worden (ons, het lichaam van Christus' evangelie van genade, en de wet), dan ontstaat er zoveel verwarring dat de Schrift zo'n mysterie wordt dat niemand kan bewijzen wat het is dat zij willen geloven, zonder iets vanuit de Schrift te bewijzen. Zo mysterieus en misleidend is het. Correct het woord der waarheid snijden is een les die deze promotors van deze wegval leer zouden moeten leren, dat alle Schrift voor ons is geschreven, maar dat niet alles aan ons geschreven is. Wij dienen dit onderscheid te maken en niet de leer van de Besnijdenis (Wet) vermengen met die van de Onbesnedenheid (genade).
Vergelding
"Want die onrecht doet, wat hij onrecht doet het zal opgehaald worden en er is geen aanzien des persoons."
(Kolossenzen 3:25)
Dit is zo waar dat er geen echte reden is om commentaar te leveren, behalve dan dat dit in het geheel niet bewijst dat redding verloren kan raken of dat we voor onze redding moeten werken.
Paulus vertelt ons:
"Dus dan zal ieder van ons aangaande zichzelf woord geven aan God. Wij zouden elkaar dan niet meer oordelen. Maar oordeel dit: veeleer geen aanstoot of valstrik te plaatsen voor de broeder ... Want het is voor ons allen bindend openbaar gemaakt te worden, vlak voor de bêma van Christus, opdat een ieder de dingen op zou halen die hij door het lichaam deed, in verband met de dingen die het verricht, hetzij goed, hetzij slecht."
(Romeinen 14:12,13; 2 Korinthe 5:10)
Er zou in het evangelie van genade altijd aan gedacht moeten worden dat:
"Maar de wet (Besnijdenis leer) kwam erbij binnen, opdat de misstap zou toenemen. Waar echter de zonde toeneemt, is de genade (Onbesnijdenis leer) uitermate overvloedig."
(Romeinen 5:20)
Genade overtroeft al het andere, speciaal wanneer het zich bezig houdt met ons zwakke vlees. Natuurlijk zullen we verlies lijden voor de dingen die we gedaan hebben en wat we geloofd hebben aangaande Christus en God, maar nooit het verlies van redding.
Paulus schrijft:
"Overeenkomstig de genade die mij van God wordt gegeven plaats ik als wijze bouwmeester het fundament. Een ander, echter, bouwt er op; maar laat ieder uitkijken hoe hij er op bouwt! Want een ander fundament kan niemand plaatsen naast hetgene dat er ligt, dat is Jezus Christus. En indien iemand op dit fundament bouwt met bewerkt goud en zilverstuk, kostbare stenen, houtdelen, gras of stro, het werk van ieder zal openbaar worden; want de dag zal duidelijk maken dat het onthuld wordt in vuur. En van welke aard ieders werk is, het vuur zal het toetsen. Indien iemands werk dat hij er op bouwt zal blijven zal hij loon in ontvangst nemen. Indien iemands werk verbrand zal worden, dan zal het verbeurd worden, maar zelf zal hij gered worden, maar zo: als doorheen vuur."
(1 Korinthe 3:10-15)
Grace trumps everything else, especially when dealing with our weak flesh. Of course we will suffer loss for some of the things we have committed and what we believed concerning Christ and God, but never loss of salvation.
Al God's toekomstige handelen met mensen, tijdens onze tijd wanneer wij voor Hem staan, zal genezend zijn. Of het nu de ongelovige is die in oordeel staat voor de Grote Witte Troon, of dat de gelovige staat voor de Dias van Christus, we staan allen voor de Rechtvaardige rechter. Hij oordeelt niet zoals een mens zou oordelen.
"Inderdaad dan, de tijden van de onwetendheid overheen ziende, geeft God nu aan de mensen opdracht, allen, overal, zich te bezinnen, omdat Hij een dag doet staan in welke Hij op het punt staat de bewoonde wereld te oordelen in rechtvaardigheid door de Man Die Hij bepaalt, geloof verschaffend aan allen, Hem doen opstaand vanuit doden."
(Handelingen 17:30,31)
De Man Die Hij bepaalt is het Fundament dat gelegd is: Christus. Alles wat we op dat Fundament bouwen dat geen waarheid is, zal naar het Fundament neergehaald worden, maar het Fundament zal nooit verwijderd worden.
Wanneer Zijn oordelen voltooid zullen zijn zal Hij aan allen geloof aanbieden. Op dit moment zien we dit niet, maar we kunnen dit weten door het juist hanteren van de Schrift. Door traditie en lege rituelen te laten waar ze horen, alsook werken waarvan ons wordt verteld dat ze ons veilig houden, buiten het Woord van God, en ons focussen op Schriftuurlijke waarheid, zullen we al snel zien dat redding zeker is. En we hoeven niet bang te zijn dat God ooit Zijn beloften aan allen die nu de waarheid aangaande Christus als hun Redder zal intrekken. Dit betekent niet dat we, tijdens onze tijd hier, alle waarheid zullen kennen, maar we zullen weten Wie ons Fundament is waarop we bouwen en op vertrouwen en Wiens beloften waaraan we vasthouden aangaande onze zekerheid in Hem.
Door naar deel 3
Rick
www.godisgod.ca