Liefde, de band van volwassenheid
door
Wesley J. Ladwig

Published by The ROUNDTABLE of the Scriptures
2705 North Shepard Avenue, Milwaukee 11, Wisconsin
Subscription: One Dollar (4s 6d) a Year
EDITOR: Wesley J. Ladwig
Editorial - July 1943


“Maar over dit alles de liefde, die een band van de volwassenheid is”
(Kol. 3:14, SW)

Ik ben er zeker van dat er maar weinig Christenen zijn die deze grote waarheid hebben geleerd. In feite ligt die nog steeds begraven onder de mesthopen van belijdenissen sinds de apostel Paulus tot rust geroepen werd. Het bewijs hiervoor is te vinden in de vele sekten en verdelingen van hen die claimen heiligen te zijn en de strijd en disputen onder en binnen deze groepen. Tot dusver heb ik in mijn ervaringen geen uitzondering gevonden op deze regel. Hoe kan dit zijn? Het kan kortweg en accuraat met een paar woorden beantwoord worden: kennis, en niet liefde, is de band geworden die alle Christelijke groepen samenbindt, en dit is ook waar voor de kliekjes binnen groepen. Leer is de hoofdbasis geworden (en is dat nog steeds) voor Christelijke ontmoeting. Dit toont aan dat het Christendom de fase van kindertijd of onvolwassenheid in Christus nog niet voorbij is (1 Kor. 3:1). De volwassenheid van Efeze en Kolosse is nog niet bereikt; in feite is ze vrijwel onbekend.

Ik ben niet tegen kennis, maar ik geloof oprecht dat onze kennis gericht is geworden langs de verkeerde weg. We hebben kennis tot onze god gemaakt, niet alleen om die te zoeken, maar om die op te houden als het belangrijkste doel van een Christen, het middelpunt van onze bewondering.

Hoever is dit van de doelstelling en voornemen van Paulus' brief aan de Efeziërs! Hier zegt de apostel:

"zodat de Christus in jullie harten woont door het geloof,
18 in liefde geworteld zijnde en gegrondvest zijnde, opdat jullie sterk zouden zijn te vatten, samen met alle heiligen, wat de breedte en lengte en hoogte en diepte is,
19 daarnaast de overstijging te kennen van de kennis van de liefde van Christus, dat jullie gecomplementeerd zouden worden in heel het complement"

(Efe. 3:17-19;SW)

Wij dienen geworteld en gegrondvest te zijn in liefde, opdat wij met alle heiligen begrijpen wat de breedte, lengte, diepte en hoogte is van wat liefde bedoelt, en de liefde van Christus te kennen, zodat wij gecompleteerd (heel gemaakt) kunnen worden. Hoe goed harmoniseert dit met wat Paulus ons verteld in Kolossenzen, dat liefde de band is van compleetheid of volwassenheid.

Één groep in het bijzonder benadrukt het feit dat wij de breedte, lengte, diepte en hoogte van Gods plan moeten kennen, maar de apostel spreekt hier niet over een plan, hij spreekt over de liefde. Wanneer we weten wat liefde betekent en wanneer we ons de grote liefde van God en van Christus bewust worden, zijn we compleet en hebben we de volwassenheid bereikt. Wanneer wij zelf compleet worden in de kennis van de liefde van God en Christus, worden we een waardig complement van God. Tot we dat doen zijn we niet volgroeide zonen, maar kinderen; en kinderen zijn onverantwoordelijk en kunnen niet vertrouwd worden met dingen die aan volwassenen toebehoren. Alle leer en alle kennis zou in liefde gehanteerd moeten worden.

Iemand kan nauwelijks een waardig complement van God genoemd worden, als hij niet de liefde van God en Zijn Christus heeft gepeild. Een ieder die zijn mede-heilige haat heeft de liefde niet geleerd en iemand die leert dat God een eeuwige martelaar is kent de liefde van God niet, noch de doelstelling van Zijn Christus. Hoe kunnen zij die leer houden als het samenbindende punt van hun kerk, de doelstelling van de liefde verstaan? Is het niet gemakkelijk te zien dat zij allen zouden falen van hun broeders te houden, noch minder dan hun vijanden, en goed te doen (niet kwaad) aan alle mensen als zij de gelegenheid hadden (Gal. 6:10)? Hoe kunnen zulke Christenen hun hand van gemeenschap uitstrekken aan allen die de naam van de Heer aanroepen uit een zuiver hart (2 Tim. 2:22)? Zij kunnen het niet omdat zij, niet opgegroeid in liefde, verdelingen maken die op leerstellingen zijn gebaseerd.

In onze laatste bijdrage citeerden wij Paulus' uitleg en geïnspireerde definitie van liefde (1 Kor. 13:1-7). Hier hebben we de regel voor kleine kinderen in Christus neergelegd. Maar in Efeze komen we niet alleen aan het vruchtdragen van die liefde die volwassen wordt, maar ook een kennis van de liefde van God en Christus die kennis overstijgt. Indien we zulk een liefde kennen, zullen we al onze kennis en leerstellingen in harmonie brengen met de grenzenloze liefde van onze hemelse vader en geen andere band erkennen dan onze eigen liefde.

"1 Indien ik eens zou spreken in de talen van de mensen en van de boodschappers, maar ik heb niet de liefde, dan was ik klinkend koper geworden of een schreeuwende cimbaal.
2 En indien ik een profetie zou hebben, en alle geheimen waar zou nemen en alle kennis, en indien ik al het geloof zou hebben, zodat ik bergen verplaatste, maar ik de liefde niet zou hebben, ben ik niets.
3 En indien ik alles uit zou delen wat ik bezit, en indien ik mijn lichaam zou opgeven, opdat ik zou roemen, maar ik heb de liefde niet, word ik niet bevoordeeld.
4 De liefde is geduldig, is zacht. De liefde is niet jaloers. De liefde schept niet op, is niet opgeblazen,
5 is niet onfatsoenlijk, is niet zelfzoekend, is niet prikkelend, rekent het kwade niet toe,
6 is niet verheugd over het onrecht, maar is samen met de waarheid verheugd,
7 alles doorstaat zij, alles gelooft zij, alles verwacht zij, alles verdraagt zij. "

(1 Kor. 13:1-7;SW)




© ©Concordant Publishing Concern