De verbinding tussen het nu en het hiernamaals wordt, voor de ongelovige, gesmeed voor de grote witte troon. Het is de enige bewuste ervaring waarmee hij van het huidige leven gaat naar de voleinding, wanneer God Alles in allen zal zijn, niet slechts in de heiligen, maar in allen van Adam's ras. De volwassen ongelovige verlaat ongered dit leven, onrechtvaardig, en vijandelijk tegenover God. Na door het oordeel te zijn gegaan is zijn volgende bewuste moment dat hij zich gered zal weten(1Tim. 4:10), gerechtvaardigd(Rom. 5:18), levend gemaakt(1Kor. 15:22) en verzoend met God(Kol. 1:20). Ik houd niet van het woord "bekering", want het lijkt volkomen ontoereikend om de verandering in de gelovige te beschrijven. Het zou veel passender zijn indien het wordt gebruikt voor de verandering in de ongelovige, veroorzaakt door het gebeuren bij de grote witte troon. Niets kan daar gebeuren dat het grote doel kan verijdelen waartoe het is toegewijd, namelijk dat van het voorbereiden van de doden die buiten Christus zijn voor hun plaats in Hem, door zien in plaats van geloven.
Wij moeten een revolutionaire herziening maken van onze hele visie voor wat betreft het lot van de ongelovige. Wat nodig is, is een uitzicht vanuit het standpunt van God en niet dat vanuit een mens. Het oordeel is niet slechts een zwakke poging om straf uit te delen aan hen die al geleden hebben en die eindeloos gepijnigd zullen worden, zonder acht te slaan op Gods doel met de schepping of het effect van Zijn grote naam. Het is Zijn middel om de mens duidelijk te maken hoe zeer ze gefaald hebben Hem te geven wat Hem toekomt. Het zal ze overtuigen dat Zijn oordeel, het veroordelen van iedere zoon van Adam(Rom. 5:18), rechtvaardig is en waarachtig. Maar het zal ook Zijn gerechtigheid in Christus onthullen, Die hun Rechter zal zijn, waardoor allen gerechtvaardigd kunnen en zullen worden, en zo wordt het fundament gelegd voor hun wederzijdse verzoening bij de voleinding.
De vervanging van universele verzoening door eeuwige kwelling heeft ieder aspect van het grote witte troon oordeel volledig verwrongen. Deze duivelse leer verandert het motief van oordeel van liefde naar haat. In plaats van een schitterend tentoonstellen van Gods vermogen om Zijn schepselen te helpen, is het verlaagd tot een kwaadaardige uiting van Zijn kracht om pijn te doen. Onmetelijke macht wordt uitgeoefend om de doden te doen opstaan, met geen andere reden dan om hun aanstaande ellende te verbinden met Christus en Zijn God. Slechts een enkeling onder hen had Hem ooit gezien. De meesten van hen hadden zelfs nooit van Hem gehoord. En nu moeten ze voor altijd bestaan in een onuitsprekelijke, nooit eindigende marteling, en dat als gevolg van hun ontmoeting met de Redder van de wereld! Zouden ze Hem in die lange eeuwigheid van ellende niet in hun harten vervloeken? Welk motief kan er zijn om een Redder met zulk een vreselijke bestraffing in verband te brengen? Is Hij daar om hen belachelijk te maken, om hun wanhoop te versterken, hun ellende te vermenigvuldigen? Als eeuwige kwelling de eenduidige straf zal zijn van allen die voor de grote witte troon staan, dan zou Satan, en niet Christus, de voorzitter moeten zijn. De Tegenstander en niet de Redder zou daar als rechter moeten zitten!
Het doel van God verlangt absoluut dat zij die voor de grote witte troon staan niet alleen verdragen wat hen aan kwaad toevalt, maar het ook aanvaarden en er in berusten. Daarenboven moeten zij, aangezien het zal leiden naar verzoening met God, niet slechts de rechtvaardigheid van alles wat gebeurt bevestigen, maar zij moeten de positieve goedheid en aanhankelijkheid voelen die de aanleiding is voor zelfs de zwaarste strafoplegging. Men maakt geen vrienden door alleen gerechtigheid, maar door het hart dat er achter zit. Dan zal God de mensen niet laten gissen naar Zijn goedheid, zoals Hij dat vandaag doet. Hij zal Zijn hart niet voor hen verbergen, zoals Hij dat nu doet. Alle geheimen van de mensheid en alle verborgen motieven van God zullen onthuld worden. Wie zich realiseert Wie en Wat God is, moet het wel goedkeuren, wat het hem ook zal kosten, want het doel is zo goed en heerlijk dat het iedere hoeveelheid van tijdelijke strafoplegging en smart waard is.
Het gordijn dat vandaag verhult wat de mens is en wat hij doet, zal voor de grote witte troon terzijde geschoven worden. Alleen dit al zal de gehele mensheid zonder enig verder bewijs veroordelen. Tegelijkertijd zal de bedekking die God voor Zijn schepselen verborgen hield, weggenomen worden. Hij zal gezien worden in de Zoon des Mensen en Zijn welwillende daden. Hij zal geopenbaard worden in de Zoon van God en Zijn liefdevol handelen. Niet alleen zal de zwaarte van Gods rechtvaardigheid en heiligheid verdragen worden, maar Zijn motieven en doel zullen voor iedereen zichtbaar zijn, zodat er niets van de bitterheid en rebellie en haar zal zijn die nu voortkomt uit Zijn ongeziene voorzienigheid. Zij die het nodig hebben zullen lijden, niet zoals nu, zonder enig vermoeden van de voordelen, maar met een verwerkelijking van hun behoefte er aan en van het einde dat in zicht komt.
De gedachte dat de rekening van een ieder in evenwicht gebracht zal worden, zodat ieder kwaad precies gecompenseerd zal worden met goed en ieder goed met kwaad, is volkomen tegengesteld aan Gods doelstelling. Er zou niets anders uit voortkomen dan een neutrale, smakeloze patstelling, waarin God noch mens enig voordeel haalt uit het gezwoeg van de aionen. Het kwaad wordt niet simpelweg vervangen door het goede, maar het wordt er door overwonnen. Het kwaad zal, wanneer de juiste tijd daarvoor is aangebroken, een enorme oogst van goed voortbrengen.
Wat is het doel dat God op het oog heeft met de duidelijke chaos van ongerechtigheid vandaag in de wereld? Is het niet om aan de mensen te tonen dat alleen Hij de Beschikker is? Als er gerechtigheid moet komen, dan moet het van Hem zijn, niet van onze medemens of uit enige andere bron. Alles bij elkaar genomen: de mens zal nooit krijgen wat hij verdient en het aan hem gedane leed zal nooit gewroken worden, tenzij de Godheid er aan te pas komt en het voor hem doet. De mens streeft er dapper naar rechtvaardigheid te brengen. Hun regeringen en gerechtshoven, hun wetten en wetshandhavers zijn allen aan dit doel toegewijd. Maar hoe zwakjes zijn hun pogingen om de wereld van dit kwaad te bevrijden! Uit hun wetten wordt duidelijk dat zij het zicht op de goddelijke Beschikker verloren hebben, en zelf onrechtvaardig zijn door hun afwijzing van Zijn eisen. Dit is wat de vergelding van onrecht met zich meebrengt bij het omgaan met de relatie van mens tot mens. Menselijke wetten verschillen van die welke door God zijn gegeven. Hij gaf de Zijne eens en voor altijd. De mensen hebben de hunne al millennia lang gemaakt en ze maken er vandaag meer dan ooit tevoren, want ze draaien om het schepsel, in plaats van dat ze een stabiel middelpunt hebben in de Schepper. Voor de grote witte troon zal de mens zijn eigen onvermogen herkennen om zaken goed te maken. Dit zal hem terug voeren naar God en Diens rechtvaardige oordeel.
De algemene gedachte dat oordeel automatisch is, zodat zelfs in dit leven iedereen krijgt wat hem toekomt, dat goed beloond en kwaad bestraft wordt, niet alleen door de wetten van het land, maar ook door de wetmatigheden van de natuur, wordt niet door ervaring ondersteunt. Zou dat wel zo zijn, dan zou er geen toekomstig oordeel nodig zijn en zouden allen, door verzoening met God, bij hun dood voorbereid zijn om Hem als hun Alles te kennen. Een van de meest verbijsterende problemen uit de menselijke geschiedenis is het toeslaan van het loodnot, dat de ene mens meer dan zijn terechte deel van het goede en een andere mens een onterecht deel van de ellende brengt. In dit leven is er maar één maat van beloning en bestraffing. Slecht weinigen krijgen hun terechte aandeel in goed en kwaad. In feite kunnen de meest verdienstelijke daden, die loyaliteit aan God en Zijn Woord inhouden, het meeste lijden voortbrengen. Het is duidelijk dat het niet Gods bedoeling is dat allen gericht worden voordat ze sterven. Indien de mens echt logisch zou zijn, dan zouden ze de absolute noodzaak inzien van een komend oordeel en niet proberen in hun huidige carrière hun puntenlijstje in balans te brengen.
Neem bijvoorbeeld de heiligen. Nu heeft het kwaad de overhand. Zij die godvrezend willen leven lijden daardoor onder vervolging. Hoe beter ze zijn, hoe zwaarder hun leed is. Maar toch is dit leed slechts licht, zeker als we het vergelijken met het grote gewicht van de heerlijkheid die er door wordt voortgebracht. In dit leven zijn ons kwaad en goed niet met elkaar in evenwicht, ook al hebben we vele geestelijke compensaties, en kunnen we, net als Paulus, ons verheugen in zwakten, beledigingen, dingen die moeten gebeuren, in vervolgingen, in lijden om wille van de zaak van Christus(2Kor. 12:10). Feitelijk lijkt het, voor nu, dat de mate van succes en beloning in deze tijd afhangt van het afwijzen van God en Zijn Woord, en zelfs van de oppositie tegen Zijn waarheid en hen die deze proberen te verkondigen.
Het grote witte troon oordeel is niet alleen noodzakelijk als het complement van de menselijke ervaring in dit leven, maar ook zeer begerenswaardig, want het zal voor onze verwanten en bekenden juist dat bereiken wat wij, als we de macht daartoe hadden, nu voor hen zouden willen doen. Op dit moment zou geloof hen van vijanden van God doen omdraaien in Zijn vrienden. Dán zal dit bereikt worden door waarneming. Wie van de heiligen heeft niet gewenst dat hij zijn vrienden tot geloof zou kunnen brengen? Was er maar een soort van groot wonder, een soort van overweldigende gebeurtenis die hen de hand van God zou doen zien! Met andere woorden: we hebben meer vertrouwen in zien om de zondaar tot God te brengen, dan in geloof. Feitelijk drijven de heiligen voortdurend in die richting. Zij proberen bewijs naar voren te brengen dat de ongelovige zal overtuigen. En dat is nu precies wat God zal doen, voor de grote witte troon. Allen zullen overtuigd worden door overweldigend en onweerstaanbaar bewijs. Maar zo werkt God niet vandaag de dag. Nu moet het geloof rusten op Zijn gegeven Woord, zonder enig bewijs.
Praktisch gesproken omvat het lot van de ongelovige niet de eerste of tweede dood, want deze zijn niet een deel van zijn bewuste ervaring. Als gevolg daarvan zouden we niet naar het oordeel van ongeredden moeten kijken als ware het nog een verre, toekomstige gebeurtenis, maar als iets dat hem direct na zijn overlijden overkomt. Daarom ook moeten we de verzoening niet beschouwen als iets dat pas duizenden jaren na het oordeel gebeurt(wat in werkelijkheid wel zo is), maar als een onmiddellijk resultaat daarvan. Het oordeel is, in de ervaring van de ongelovige, de prelude voor eeuwigdurend leven, niet eeuwigdurende veroordeling. Het is de overgang tussen dit leven en nooit eindigend geluk, niet van nooit eindigende ellende!
Eeuwige kwelling maakt het oordelen nutteloos en dwaas. Universele verzoening maakt het vruchtbaar en wijs. Wat wint God ermee om Zijn schepselen eindeloos te martelen, wanneer, als Hij een godheid is met onbeperkte kracht en oneindige wijsheid, Hij ze zou kunnen redden en van hen de vrucht van Zijn werken en het eerbetoon en de aanbidding kan krijgen waarvoor Hij ze geschapen heeft? Hoe zouden wij denken over een God Die miljarden mensen zou scheppen, die Hem daarna eindeloos vervloeken? Geen enkel mens zou dit soort macht uitoefenen zodat het werk van zijn handen zich tegen hem zou keren, tenzij hij geestesziek zou zijn. Waarom zouden we God van deze geestesziekte beschuldigen?
De kleur van de oordeelstroon is afhankelijk van het resultaat van het oordelen. Eeuwige kwelling vereist dat deze zwart zal zijn. Verzoening roept om wit. De levens van de meeste mensen zijn grauw door inspanning en moeite, ziekte en dood. Indien dit opgevolgd wordt door een eeuwigheid van leed, dan zou zeker geen andere tint dan het diepste zwart gebruikt mogen worden om overeen te komen met de tragedies die daar opgevoerd worden. Alleen die tint kan op juiste wijze het hopeloze en verschrikkelijke lot uitbeelden van hen die er staan, voordat ze veroordeeld worden.
Maar wit is de kleur van licht en rechtvaardigheid en heiligheid. De klederen van onze Heer werden wit op de berg van de transfiguratie(Matt. 17:2; Marc. 9:3; Luc. 9:29). De boodschappers, gewoonlijk "engelen" genoemd, zijn in wit gekleed(Matt. 28:3; Joh. 20:12; Hand. 1: 10). Waardige heiligen dragen wit(Openb. 3:4,5; 7:9,13; 19:14). Zij maken hun kleding wit in het bloed van het Lammetje(Openb. 7:14). Zwart is het symbool van duisternis en dood.
Nu is het een tijd van duisternis. Mensen hebben de duisternis lief, omdat hun daden kwaad zijn(Joh, 3:19). Ook wij waren eens in die duisternis(Efe. 5:5). Deze era wordt dan ook "duisternis" genoemd, omdat dit haar hoofdkenmerk is(Efe. 6:12). Er is vandaag geen grote witte troon. Er is vandaag geen goddelijke standaard voor gerechtigheid. Zoals bij een nachtelijke storing in het elektriciteitsnet gaan de mensen nu op de tast rond. Zij begaan hun schandelijke daden in het geniep, niet gezien door hun medemensen. Zou er zo'n wit tribunaal zijn op Aarde, dan zou het hieraan een einde maken. Niemand zou iets kunnen verbergen. Alles zou openbaar zijn. Zelfs ons wijken van God, ons falen Hem zijn juiste plaats in onze levens te geven, zou op pijnlijke wijze aan het licht gebracht worden. Maar aan de andere kant: is dit niet precies waar we zo naar verlangen, wanneer we ontzet zijn over de voortgaande boosheid? We hebben het bij het rechte eind, er zou licht geworpen moeten worden in deze duisternis. Alles zou onthuld moeten worden en recht gezet. Dat is wat hervormers proberen te doen. En het zal gebeuren, maar niet nu. Dat is de functie van de grote witte troon.
Maar het zal niet alleen maar een hervorming zijn, waarin duisternis wordt bestraft en goed beloond. Allen zullen veroordeeld worden, omdat zij niet alleen met hun medemensen worden vergeleken, maar met de heerlijkheid van God, en daaraan schieten alle mensen tekort. Niet alleen zullen allen schuldig bevonden worden, maar allen zullen gericht(recht gezet) worden, niet alleen met hun menselijke verwanten, maar ook met God, aan Wie zij veel meer te danken hebben dan aan hun buren. Dit is het fatale gebrek in alle menselijke hervormingen; zij gaan niet naar de wortel van de zaak, de erkenning van God als God en al het verkeerde dat we Hem aangedaan hebben. Kunnen we ons zoiets voorstellen, vandaag, dat alle kwaden aan het licht brengt, speciaal die wortel van alle kwaad, het verwaarlozen van de band met God, en aan ieder zijn passende straf toebedelen, zodat allen gestraft, gerechtvaardigd en verzoend kunnen worden? Alleen de rechter die God heeft aangesteld zou dat kunnen doen, en zal het niet doen totdat het juiste moment daar is. Toch kan het ons helpen dat toekomstige oordeel te begrijpen en er mee in te stemmen, als we het overzetten naar het heden. Alle goede mensen zouden er mee instemmen. Daarom zouden we de grote witte troon verwelkomen.
Als we de absolute waarheid willen weten, dan moeten we alles overwegen vanuit Gods gezichtspunt. Zijn heerlijkheid en eer zouden bij ons in het middelpunt van de belangstelling moeten staan. Voor de gewone heiligen is dit moeilijk te doen, want zij zien slechts een klein deel van Zijn handelen, en geeft gewoonlijk een foutieve indruk. Het is alleen wanneer we het geheel van Gods doelstelling zien, de plaats er van in de aionen én de voleinding er van, dat we in staat zijn volledig elk deel er van te begrijpen. We moeten alles beoordelen vanuit het eindpunt, het resultaat, niet vanuit enig deel van het proces. Om Zijn hart te onthullen zal God in het proces heel Zijn schepping kunnen verliezen, zonder daardoor onteerd of tot schande gemaakt te worden, als uiteindelijk allen maar gered worden. Als God, in Zijn pogen Zichzelf bekend te maken, heel Zijn schepping zou verliezen, dan zou niets het stigma van Zijn nederlaag kunnen verwijderen. Zelfs al zou Hij maar een maar een klein deel zou verliezen, dan zou de heerlijkheid van Zijn Godheid onherstelbaar verminderd zijn. Alle verklaringen en uitvluchten die hier ooit over geopperd zijn, zouden niet in staat zijn Hem terug op de troon van het universum te zetten, of de veiligheid te garanderen van hen die uit het wrak gered zijn.
De grote witte troon heeft in de orthodoxe theologie geen rationele plaats. Als alle ongelovigen gedoemd zijn tot eeuwige kwelling, waarom zou je dan onmetelijke kracht verspillen om, als ze toch al lijden, hen uit de doden te doen opstaan, eenvoudig om de al verdoemden te verdoemen? Het opleggen van een straf vóór een rechtsproces is immoreel en irrationeel, en het is een farce als al tot schuld besloten is en de lengte van de straf al van tevoren is bepaald. De enig mogelijke plaats voor een orthodox tribunaal is onmiddellijk na het sterven, en dan nog alleen om de zwaarte van het lijden te bepalen. Het zou niet nodig zijn om een opstanding te hebben als de doden alreeds in een hel gefolterd worden. Daarom wordt er zo weinig over dit grote oordeel gesproken. Het past in het geheel niet in het orthodoxe schema. Het kan er alleen toe leiden dat de doden nog verder van de God verwijderd raken, Die de oorzaak van hun bestaan en de bron van hun eeuwige ellende. Het gevolg van het hebben van zo'n God zou rampzalig zijn. Hij zou ongevormd worden in de hellevijand, de vernietiger van Zijn eigen handwerk, de martelaar van Zijn eigen schepselen, een god van haat, niet in staat of niet van zin om de zwakke en zich vergissende zielen te redden die Hij heeft geformeerd. In plaats van dat ze Zijn heerlijkheid zouden bevestigen, tonen ze nu Zijn schaamte.
Vernietiging is onverenigbaar met een oordeel. Is het niet het toppunt van wreedheid om iemand, die al gedoemd is tot eeuwige vergetelheid, terug tot bewustzijn te brengen, alleen maar om daarna nog meer ellende op zijn ziel te storten? En als we nadenken over de enorme verspilling van energie die nodig is om miljarden en miljarden uit de dood te doen opstaan, het schitterend wonder van het hen opwekken uit het dodenrijk, met alleen het doel hen in staat te stellen een tijdje vanwege hun zonden te laten lijden, voordat ze opnieuw de hallen van de dood binnentreden, dan staan onze harten en hoofden samen op in rebellie tegen de onzinnigheid van zo'n procedure. Als het alleen maar een ontzettende verspilling van kracht zou zijn, een zwak gebaar, dan zou het nog niet zo verschrikkelijk zijn. Maar het heeft geen mandaat en dient er alleen toe om de doden nogmaals te overspoelen met een golf van ellende, bovenop die welke ze al in dit leven hebben moeten doorstaan, en dat alles zonder dat het iets oplevert voor henzelf of voor God. Ja, het zou alleen maar aan hun lijden toevoegen. Het belangrijkste gevolg zou zijn dat er van Gods naam en faam afgedaan zou worden en Zijn heerlijkheid totaal verduisterd zou worden. Een god die niet in staat is zulk een vreselijk falen van zijn plan te voorkomen, is in het geheel geen god.
Oordeel past niet in iedere theologische theorie die ooit is voortgebracht. Het is onverenigbaar, discordant, onverzoenbaar met ieder plan dat niet de mens herwint. Haar functie is om zaken tussen mens en God weer recht te zetten(te richten), en daarom is het volkomen onnodig en nutteloos als het voor de mens meer lijden en voor God meer ongenade voortbrengt. Het is helemaal geen oordeel, maar niets en niemand ontziende wraakzucht en boosaardigheid als het alleen maar martelt en vernietigt, zonder dat het voordeel brengt voor het schepsel of de Schepper. Pas wanneer we ons realiseren wat oordeel betekent in het Woord van God, dan wordt de grote witte troon een belofte van universele verzoening, niet een eeuwige verdoeming.
Ieder menselijk wezen, en ieder levend ding, is een uitgelezen en kostbaar schepsel van God, oneindig meer waardevol dan het hoogste wat door menselijk kunnen is bereikt. De mens kan aan geen van zijn scheppingen leven toebedelen, of groei of gevoel. Alles wat hij kan doen is deze vernietigen. Welke mens zou niet zijn uiterste best doen om zijn levenswerk van de ondergang te redden? En zal dan God niet alles doen wat Hij kan om de verlorenen te herwinnen? Ja, heeft Hij in het offer van Christus al niet alles gedaan wat nodig is om Zijn heiligheid te beschermen? De waarde van dat offer is groot genoeg om heel de mensheid te omvatten en heel de schepping te omarmen. Nu de prijs is betaald, de losprijs voor allen is voldaan, wat kan God dan nog meer doen dan het werk van Christus te honoreren en de kostbaarheid van Zijn bloed toe te passen op hen voor wie het gestort werd? Een oordeel is precies wat nodig is om dit te bereiken, waar allen die nog niet door geloof zijn gewonnen, nu door zien bereikt worden. Daar zullen alle verkeerde dingen van Zijn schepselen recht gezet worden, opdat God alleen hun Alles zal zijn.