Het probleem van het Kwaad
De Gerichten van God
---
Wat is richten?
door A.E.Knoch.

Het is een trieste smet op het menselijk ras om te vinden dat het woord "richten (of oordeel)" zo onstabiel en aan verval onderhevig is. Dit moet wel zo zijn omdat mensen zelf zo onrechtvaardig en wraakgierig zijn. Het woord is bijna uitsluitend de betekenis van veroordeling en straf gekregen, terwijl het neutraal behoort te zijn. Hoe zelden wordt het onder ons in de goede betekenis gebruikt! Het zal een grote inspanning waard zijn om de ware betekenis ervan te herstellen, alleen al om ons ervan te weerhouden om het in verband met rekenschap te verwarren.

De Farizeeën waren niet traag in het veroordelen van anderen. Toch berispte onze Heer hen, omdat ze voorbijgingen aan het richten en de liefde van God. Zij verontachtzaamden de herstellende kant van het richten. Ze faalden de armen (Spr. 29:14, Ps 72:4) en de vaderlozen (Jes. 1:23, Ps. 10:18) te richten, dat wil zeggen: ze beschermden hen niet in hun rechten. Onze Heer verenigde het richten met barmhartigheid en geloof. Deze, de meer zwaarwegende zaken van de wet, verwaarloosden zij. Zulk "richten" betekende zeker geen straf(fen). In plaats van zo te richten, verslonden de schriftgeleerden de huizen van de weduwen, hoewel zij er snel bij waren om diegenen die de tradities niet hielden te veroordelen (Mark. 7:5; 12:40).

Misschien is de beste plaats om te tonen dat richten altijd recht en terecht is te vinden in Abrahams beroep op de Heer, toen hij over de toestand van Sodom sprak. De Authorised Version leest, "shall not the Judge of all the earth do right?" (Gen. 19:25). Ik ben het ermee eens dat zij de betekenis goed uitdrukten, doch ik betreur het feit dat, zo doende, zij een opmerkelijke gelegenheid lieten schieten om de ware betekenis van het woord richten in onze taal te verankeren. Het Hebreeuws leest, "De Richter van de hele aarde, zal Hij niet richten?" Het is duidelijk dat iets verkeerds doen in Abrahams ogen geen richten zou zijn. Als iemand in Sodom onrechtvaardig zou lijden zou dat geen richten en verkeerd of onterecht zijn. Het is eerder, Het recht(mak)en van wat al verkeerd of onrecht is.

UITGESTELDE GERICHTEN
Een kortzichtige blik op Gods gerichten zal tot perplexheid en atheïsme leiden. We denken instinctief dat God zaken recht moet zetten, en we zijn volkomen juist in deze veronderstelling. Maar we falen te zien dat eenvoudige teruggave, of een schadeloosstelling zonder enig nut of voordeel, eveneens een falen is, omdat het lijden dat in de ontwikkeling ervan besloten ligt, niet afdoende wordt betaald. Er is geen oplossing dan een toekomstige afsluiting, en dat kan niet anders dan door geloof worden geaccepteerd. Zelfs een kort, maar bondig, onderzoek van Gods gerichten, zal voldoende zijn om ons te tevreden te stellen met Gods plan als geheel, en met Zijn huidige (uit-)werkingen, hoewel ze enig lijden van onze kant met zich meebrengen. Deze zullen we gaarne verdragen, in het zicht van de overweldigende compensatie in de toekomst.

Nadat God, door de slang, de zonde en overtreding van Adam had teweeggebracht, richtte Hij de eerste mens door hem en het ras sterfelijk te maken, zodat zij zouden zondigen zonder de directe tussenkomst van Satan. Tot aan de zondvloed werden zij zonder corrigerende maatregelen gelaten, zodat zij door een vloed moesten worden weggevaagd. Van die tijd aan werd richten in de handen van mensen geplaatst, en is er een zwakke poging van zijn kant geweest om te zorgen dat ieder zijn recht kreeg. Maar, zoals individuen faalden toen zij probeerden te doen wat recht was in hun eigen ogen voor de zondvloed, zo falen nu regeringen in het uitdelen van recht, en zullen worden gericht in de komende dag van Zijn toorn.

Maar, in deze dag der mensen, heeft God op verschillende manieren ingegrepen, om Zijn grote demonstratie van menselijke onbekwaamheid te variëren. Eerst gaf Hij aan Job en zijn vrienden, en door hen aan de rest van de mensheid, een onthulling van de functie van het kwaad. Het is niet beperkt tot de afstraffing van zondaars, maar is essentieel voor de onthulling van Gods genade, en zodoende ook het deel van de heilige. Temeer: het is niet vruchteloos, maar produceert een dubbele zegen. Deze onthulling zou de gehele mensheid in staat hebben moeten stellen om kwaad te verdragen met standvastigheid, maar slechts een klein deel van de heiligen hebben het tot nu begrepen. In de toekomst zal het een geweldig getuigenis aan de gehele mensheid zijn van precies die les die het bedoelde te leren.

Maar een veel duidelijker onthulling werd aan Israël gegeven in de wet. In plaats van hen in het duister te laten in hun richten van elkaar, onthulde Hij hen verordeningen en gerichten waarmee zij rechtvaardig konden beslissen. Bovendien gaf Hij hen tussenpersonen, priesters, door wie ze Zijn gedachten in ieder geval konden uitvinden. Ze werden goed toegerust om te kennen wat recht was, maar niet om het te doen. Aldus is er een veel diepere vernedering in wetteloosheid dan in onwetendheid. De wet was niet gegeven om te worden gehouden, maar om zonde om te zetten in overtreding, en tekortkoming in wet-breuk. Het versterkte slechts het feit dat het richten, in de handen van mensen, een monumentale mislukking is.

Het falen van naties om rechtvaardig te richten zal worden gecorrigeerd door de vreselijke uitstortingen van goddelijke verontwaardiging in de tijd van het einde. Ze zijn nu rijp voor het richten, want ze ruïneren de aarde door hun onrechtvaardigheid en strijd. Evenals het individueel gericht moest worden uitgesteld voor de vloed, omdat een correctie niet in overeenstemming was met het karakter van Gods demonstratie van menselijke verdorvenheid totdat het tot volle wasdom was gekomen, zo kan nationaal gericht niet uitgevoerd worden tot de tijd rijp is voor het opzetten van Christus' koninkrijk. Dan zal de demonstratie compleet zijn, en corrigerende discipline is noodzakelijk om de grond vrij te maken voor de rechtvaardige heerschappij van Gods Messias.

Maar individuen zullen pas later worden gericht, bij de grote witte troon. Gedurende hun leven zullen zowel heilige als zondaar zuchten voor de correctie van onrecht en ongeluk. Vele inspanningen zijn gemaakt, los van regeren, om onrecht te verhelpen, ongelijkheden te genezen, maar het totale resultaat is erg teleurstellend wanneer we de wereld als geheel beschouwen. In de stad waar dit is geschreven is er een "instelling van sociale zorg" en een enorme openbaar ziekenhuis, naast vele andere instanties, opgezet om met armoede en ellende om te gaan, maar de armen en zieken nemen slechts toe, zelfs onder de meest gunstige omstandigheden. God zou deze toestand in een korte tijd kunnen beëindigen als het Zijn bedoeling was, maar Hij komt niet tussenbeide.

HET UITSTELLEN VAN HET RICHTEN
Het uitstel van zowel het nationaal als het individueel richten brengt één van de meest perplexende problemen voor de ongelovige met zich mee, en het uitstel van het geven van het hun toegekende aan de heiligen is erg beproevend voor hun geloof. Hoewel het van uiterste consequentie en voor het hoogste voordeel voor het ras is, willen mensen niet worden vernederd, en wensen ze niet te wachten voor een toekomstige beloning, omdat ze niet realiseren dat dit Gods voorbereidde plan is voor zowel hun eigen voordeel, als voor de zegening van het universum, als voor Zijn eigen hoogste heerlijkheid. Geheel de mensheid moet leren realiseren wat Hij voor hen is door een feitelijke ervaring van wat het betekent om zonder Hem te zijn. Dan zullen zij in staat zijn om Hem de ongedwongen uitstroom van hun hart te geven. Dan zullen zij het waarderen wanneer Zijn richten permanent alle onrecht recht maakt en alle kwaad uitdelgt, door het lijdende offer waarin Hij heeft voorzien.

Vandaag vermengen de heiligen een deel atheïsme met Mozaïsche wet en Paulus' brieven, en realiseren zelden welk een rommel het maakt. Zij willen nú het richten, om hun rechten te krijgen naar de wet, maar ze realiseren ook dat ze genade nodig hebben voor hun tekortkomingen. Als ze niet krijgen wat ze willen, verliezen zij het gevoel van Gods aanwezigheid, als ze dat ooit hadden, en sluiten het uit hun levens wanneer Hij niet aan hun verwachtingen voldoet. Het is slechts wanneer we door geloof zien dat nu, het kwaad in de wereld in overeenstemming is met de Schriften, en een essentieel ingrediënt in Gods plan, en ook de enige weg naar de hoogste zegening voor onszelf en voor het ras, zowel als voor de hele schepping, dat we de noodzaak vatten als een achtergrond om zijn grootste heerlijkheden te tonen en altijddurende lof. En dan zijn we bereid om met dankbare harten alle beproevingen en tragedies te verdragen die Hij ons zendt.

Richt God nu? Dit is een erg praktische vraag voor ons allen. Als Hij dat doet, hoe kunnen we tevreden zijn met wat Hij doet? Een Bijbellezer die de Psalmen op zichzelf toepast moet af en toe pijnlijk teleurgesteld zijn, want God belooft daar om allen te beschermen en allen te zegenen die op Jehovah vertrouwen. Hij lost zulke verzekeringen nu niet in. De reden is duidelijk. Hij richtte toen wel indirect, door de aan Israël gegeven wet. Geen van de Psalmen, niet louter de zo-genaamde vloek-Psalmen zijn nu toepasselijk.

Het Richten wordt in onze gedachten verder gecompliceerd (gemaakt) door de natuur en de wetten der natuur. Ze werken feilloos zonder voorkeur voor heilige of zondaar. De rechtvaardige en de onrechtvaardige worden vaak in hetzelfde noodlot verzwolgen. De heiligste van de heiligen schijnt geen voorrecht te hebben. Ze worden weggevaagd door dezelfde storm of verpletterd door dezelfde aardbeving. Een "daad van God" heeft de betekenis gekregen van de vernietigende kracht van de natuur. Het is zelden of nooit, toegepast op de begunstigende zegeningen die overvloedig in de fysieke krachten die ons omringen aanwezig zijn.

Een uitgebreide kennis van Gods uitgestelde (ge)richten zoud(en) ons kunnen helpen om met geduld en lankmoedigheid de "lichte kwellingen" te verdragen, die nu zulk een zware last voor ons lijken. Deze zijn essentiële kenmerken van de kwade eonen. Het geen nalatigheid of onverschilligheid van Zijn kant, maar volmaakte planning. In het toekomstige land van heerlijkheid dat ons wacht zal God alles in Zijn heiligen zijn. Hun heerlijkheid in (de) opstanding zal afhangen van de voortdurende en ongebroken werking van Zijn geest in hen, zodat het richten onnodig en onbekend zal zijn.

DE VEROORDELING VAN ALLEN
Ongeveer twaalf maal geeft de Authorised Version het woord gericht als veroordeling of verdoeming, en half zo vaak veranderen ze richten in veroordelen of verdoemen, en het richten in veroordeling of verdoeming. Dit zou drastisch moeten worden veroordeeld, want toen de vertalers anderen veroordeelden waren zijzelf veel meer schuldig, omdat ze zondigden tegen licht, en het meest dierbare bezit van de mensheid verminkten. Met dit voor zich was de editor van de Concordant Version geneigd het woord richten te verkiezen boven veroordelen wanneer de lezing van het Orgineel niet absoluut zeker was. In de laatste voorkomst van richten echter, welke handelt over het lot van degenen voor de grote witte troon, was hij tegen zijn neiging in verplicht om veroordelen te lezen, waar de Authorised Version eenvoudig judge/richten heeft staan. De Griekse teksten verschillen op deze plaats, maar de beste van hen, (de) Sinaïticus, leest veroordelen. In deze tekst zijn er vele weglatingen, en, daar de drie letters (kat) die het verschil maken gemakkelijk kunnen worden weggelaten doch nauwelijks worden toegevoegd, verdienen zij een plaats, omdat ze waarschijnlijk in het Origineel werden gevonden. Zelfs indien weergegeven als richten, wordt het feit dat allen werden veroordeeld duidelijk vanuit andere passages vastgesteld.

De apostel Paulus maakt het duidelijk dat Adam's éne overtreding aan de hele mensheid veroordeling brengt (Rom. 5:18). Niet alleen zal God de wereld richten (Rom. 3:6), maar niet één zal rechtvaardig worden bevonden - zelfs niet één (Rom. 3:10). Één zonde bracht veroordeling (Rom. 5:16). Deze dingen zijn raswijd en gaan voor hun oorsprong en reikwijdte terug tot Adam. Het is geen individuele zaak. Het grote witte troon gericht stelt dit niet vast. Het was al lang tevoren bekend. Het bevestigt eenvoudig het vorige vonnis, na de daden te overwegen van degenen die sterfelijkheid van Adam hebben overgeërfd. Hetzelfde is waar van rechtvaardiging. Het zal niet afhangen van de daden van degenen die het genieten, maar van Christus en Zijn gehoorzaamheid. Toen Paulus, op een latere gelegenheid, van veroordeling sprak, maakt hij het wereldwijd (1 Cor. 11:32). Bovendien: een ieder die Christus aanneemt erkent daarmee veroordeling los van Hem. Slechts in Christus Jezus is een sterveling van Adam's ras vrij van veroordeling (Rom. 8:1).

"Straf" is een woord dat ik ben gaan haten, want mensen hebben het zo afschuwelijk misbruikt voor Gods (uit)werkingen. Wanneer we zien dat alle van Gods handelingen in het zicht zijn van de uiteindelijke verzoening van allen, zal het idee van straffende vergelding, geïntroduceerd door een bedorven theologie weerzinwekkend worden. Als de grote witte troon allen die ervoor staan tot eeuwige pijniging of vernietiging veroordeelt, dan kan zulk een gedachte worden gekoesterd. Maar we moeten ons herinneren dat het doel van al Gods handelingen in liefde is geworteld en vrucht zal dragen in verzoening. Als God liefde is, kan Hij niet orthodox zijn. De ervaring voor de grote witte troon moet een ieder voorbereiden voor de voleinding, want dat is wat voor hem ligt. Voordat er een universele verzoening kan zijn, moet een ieder met God in het reine worden gebracht, en dit wordt bereikt bij het richten. En dit is inderdaad de ware betekenis van richten, welke bijna door het straffende karakter van menselijke rechtspraak verloren is gegaan.

De orthodoxe "hel" heft alle richten en recht op. Wat is de zin van iemand voor een rechter te brengen, als hij al voor een duizend jaar is gepijnigd en gedoemd is hetzelfde eeuwig te ondergaan, wat dan ook zijn vonnis is? Zulk een systeem zou zelfs onder de meest onrechtvaardigen en wreden van de mensheid niet worden getolereerd. Recht(spraak) vereist dat een vonnis bij de misdaad past. Het moet toepasbaar zijn op het meest onschuldige kind alsook op de meest goddeloze volwassene. Dit is onmogelijk als de termijn eindeloos is, want eindeloosheid staat geen gradaties toe. Bovendien is het hogelijk immoreel om iemand te pijnigen zonder een nuttig doel. Iemand die schuldig is aan zulk een misdaad zou krankzinnig worden gevonnist, en in een inrichting worden opgesloten.

RECHT EN ONRECHT
De enig mogelijke weg om recht van onrecht te onderscheiden is om allereerst de plaats en opzet van God te erkennen. Geen van onze rechten kunnen op onrechtvaardigheid ten opzichte van Hem berusten. We kunnen geen duidelijk idee hebben over de natuur van het grote witte troon gericht, tenzij we weten wat God door middel daarvan toekomt. Misschien de meest vreselijke misvatting van de functie ervan is gekomen door de onSchriftuurlijke en gruwelijke lering dat allen die worden gericht voor altijd zullen worden gemarteld in de poel van vuur welke erop volgt. In dat geval is het volkomen nutteloos en schadelijk, en zo'n onrechtvaardigheid voor God, want Hij zal alles verliezen en niets winnen als beloning voor Zijn enorme investering van creatieve kracht en voorziening. De onrechtvaardigheden die mensen mensen hebben aangedaan - en hoe groot is het aantal van hen! - al deze tezamen zouden niet opwegen tegen de onuitspreekbare onrechtvaardigheid dat 's-mensen daden niet gerechtvaardigd zouden (mogen) worden in hun relatie met de Godheid, opdat Hij de oogst van Zijn werk binnenhalen.

Wat is recht(vaardig)? De mensheid heeft geen standaard om dit te bepalen, behalve de zwakke flikkering van het geweten en de waarschuwingen van de natuur. We zullen waarschijnlijk ontdekken dat de meeste van zijn rechten (ten?) onrechte(n) waren en dat zelfs dat wat alles tezamen recht leek een toevoeging van onrecht bevatte. Dit is moeilijk te bespreken tenzij we een concreet voorbeeld nemen. Het beste is eigendomsrechten. U hebt een akte van eigendom tot een stuk land. U kunt het eigendom ervan terugvoeren, tot iemand het misschien nam door "het recht van ontdekking". Maar welk recht is dat? Het land was geschapen door God, en behoort Hem toe tot Hij een geldige eigendomsakte geeft, wat Hij nooit zal doen omdat u er niet voor kan betalen en omdat het niet te koop is. Eigendomsrechten! Ze zullen nooit terecht zijn, totdat ze terugkeren in de handen van de enige werkelijke Eigenaar en Schepper. Met deze achtergrond zou het gemakkelijk zijn al de eigendomsaktes in de wereld het zwijgen op te leggen, en, tegelijkertijd, God Zijn rechten te geven, en Zijn schepselen de hunne. Op deze manier zal God de universele Eigenaar worden. Al hun rechten zullen alleen in Hem gevonden worden. Zo zal Hij hun Alles worden.

Is het niet betekenisvol dat, bij de grote witte troon, zowel de aarde als de hemel vluchten? Degenen die dan worden opgewekt kunnen dat deel van de aarde welke zij bij hun dood bezaten niet claimen. In sommige gevallen kunnen er een duizend claimers zijn, en dat zou slechts tot een eindeloze strijd leiden, en niet tot een definitieve rechtvaardige vaststelling. Gedurende hun levenstijd legden sommigen van hen beslag op enorme bezittingen, terwijl anderen niet eens de grond bezaten waarin ze werden begraven. Maar nu heeft niemand zelfs maar staanplaats op de aarde, wat lijkt te tonen dat ze verspeeld hebben wat ze hadden, en dat het is teruggekeerd naar de rechtmatige Eigenaar. Sommige legden waarschijnlijk een claim op een "woning", of ten minste een hoekje in de hemel, op grond van hun goedheid en gaven. Zij ondervinden ook dat hun aanspraak op een hemelse plaats geen fundament heeft. Dit alleen zou hen moeten overtuigen van de volkomen onrechtvaardigheid van hun rechten en hun falen om die van God te (h)erkennen.

Dit is de fatale tekortkoming in bijna al het menselijke recht. De relaties tussen mensen worden geregeld zonder zich te bekommeren om de rechten van de Schepper, de Onderhouder, de ware Weldoener. Alles is allereerst voor Hem. Dit modificeert elk recht dat we voor onszelf zoeken opheffen. De ontelbare en onontwarbare doolhoven van de menselijke onmenselijkheid ten opzichte van mensen zou bijna een onmogelijk en oneindig probleem bij het gericht opwerpen, als geen menselijke rechten tot die van God zouden worden rechtgetrokken. De Zoon van God zal er zijn om teder op Zijn Vaders rechten te drukken, welken de ogen van de mensheid zal openen om te zien dat de "rechten" waarvoor ze anders zouden strijden zelfzuchtig, egoïstisch, ongegrond trots, en de verwerping van Gods rechten zijn. De Farizeeër zal in het gericht niet opstaan om in zijn tienden te roemen. Hij stelde zich eens voor dat hij zijn rekening met God had vereffend, en dat hij Hem had gegeven wat Zijn recht was. Dan zal hij zien dat hij God van negen-tiende van wat Hem toekwam heeft beroofd, want alles wat hij had was een gift van de In-Alles-Voorzienende. De Farizeeër bad tot zichzelf, en was zeer tevreden met zijn behandeling van Jehovah, maar al zijn rechtvaardigheid was ongerechtigheid.

De tollenaar sprak niet tot zichzelf, noch vergeleek hij zich met anderen, maar anticipeerde het gericht door alle claim op rechtvaardigheid te verwerpen. Hij had geen vertrouwen in zichzelf dat hij rechtvaardig was. Toch werd hij gerechtvaardigd, en niet de Farizeeër. Ik veronderstel dat, louter vanuit menselijk standpunt, dit een grove rechterlijke dwaling was. De Farizeeën zouden erop staan dat zij gelijk hadden en de tollenaars fout waren. Wat een eindeloos debat zou er zijn als al degenen voor de grote witte troon zouden proberen om alle geschillen onder henzelf af te doen, zoals ze dat in het leven doen! Maar als alles open en bloot wordt gemaakt, is het tegenovergestelde het geval. Allen zullen worden veroordeeld door de realisatie van hun volkomen falen om rechtvaardig voor God te zijn.

We kennen twee dingen betreffende het menselijk ras. Allen zullen worden veroordeeld en allen zullen worden gerechtvaardigd (Rom. 5:18). Voordat ze worden gerechtvaardigd moeten ze hun veroordeling realiseren. Dit kan niet tot stand komen door vanuit menselijk standpunt deze zaak te debatteren, zoals Job en zijn vrienden deden, maar door Goddelijke tussenkomst, zoals toen Jehovah Zichzelf met Job vergeleek en hem vroeg of hij het nodig had om God te veroordelen om zichzelf te kunnen rechtvaardigen (Job 40:8). Elihu's boosheid was fel tegen Job vanwege het rechtvaardigen van zijn eigen ziel boven God (32:2). Zelfs de Psalmist wist dat niemand van de levenden rechtvaardig voor God zal zijn (Ps. 143:2). Maar wat een vervelende en vreselijke en oneindige tijd zou het zijn als iedere zaak zo werd beproefd als die van Job! Als zulk een zitting vandaag zou worden gehouden, zou bijna iedereen, net als hij, pogen zichzelf te rechtvaardigen, hoewel weinigen, als ze er zijn, een recht daartoe zouden hebben. Tegelijkertijd zouden anderen, met een andere maatstaf van recht, zoals Job's vrienden, allen veroordelen die niet met hen instemmen. Als Zophar tot Job zei, het is alles "lip-talk", 'smensen vele woorden van zelfrechtvaardiging (Job 11:2).

Wanneer het gaat om recht en onrecht hebben mensen en naties God vergeten en genegeerd. Ze hebben de eerbied voor Hem verloren, omdat Hij niet tussenbeide komt. Er zijn opmerkelijke pogingen geweest om rechtvaardig te handelen onder mensen, maar zeer zelden worden Gods rechten in aanmerking genomen. William Penn weigerde om de claim van de engelse kroon op Pensylvania te erkennen, hoewel hij de koning zijn prijs betaalde. Later kocht hij het opnieuw, van de Indianen. De meeste mensen beschouwen dit als meer dan rechtvaardig. Maar was het dat? Of was het eenvoudig kopen van de ontvangers van gestolen goederen? Het eigendomsrecht van de koning erop was inderdaad erg zwak (gefundeerd), zoals Penn zelf realiseerde. Maar was dat van de Indianen beter? Wie weet beter dan dat zij het eveneens door geweld verkregen? Zelfs indien zij de eerste bewoners waren, maakte dat het nog niet van hen. Hoeveel rivieren van bloed hebben gevloeid om zich van land meester te maken wat in het bezit was van anderen! Ze hadden het zichzelf kunnen besparen indien de strijdende partijen de enige ware Eigenaar van alle dingen hadden (h)erkent en al hun claims hadden gebaseerd op Zijn recht om erover te beschikken zoals Hij dat wil. Bij de grote witte troon, zal recht niet langer gebaseerd zijn op de vergeefse claimen van mensen. Ze geloofden dit nooit, maar dan zien zij dat hun rechten onrecht zijn, omdat zij God van Zijn rechten beroven.

In contrast met menselijke gerichten benadrukte onze Heer het karakter van Zijn richten. Het is altijd rechtvaardig en waar (Joh. 5:20, 7:24, 8:16). Hij zal niet zonder reden veroordelen. Trouwens, het zal bijna lijken alsof, in het richten, Hij niet hoeft te veroordelen, want mensen zullen hier zelf voor zorgen (vergelijk Rom. 2:3). Ninevitische mannen, die luisterden en acht sloegen op Jona, zullen degenen veroordelen die onze Heer hoorden en zich er niet om bekommerden. De koningin van het zuiden zal hen ook veroordelen, want zij kwam van ver om naar de wijsheid van Salomo te luisteren, en zij wilden niet luisteren naar Degene Die de Wijsheid van God is. (Mat. 12:41-42). Ik ben er vrijwel zeker van dat het richten van dat allen elkaar zullen veroordelen, en veroordeeld zullen worden wanneer alles wordt ontmaskert en openbaar gemaakt in de aanwezigheid van de grote witte troon.

Vandaag is alles gecamoufleerd. Geen daad wordt gezien zoals hij is. Zonde probeert in het verborgene te werken. Motieven achter 's-mensen daden zijn verborgen. Mensen schenken meer aandacht aan het uiterlijk voorkomen dan aan de innerlijke realiteit. In het gericht zal dit worden omgedraaid. Alles wat nu bedekt is zal onthuld worden. Wat verborgen is zal worden bekendgemaakt (Mat. 10:26, Mark 4:22, Luk. 12:2). Dan zullen de verborgen dingen van de mensheid worden gericht. (Rom 2:16). Dit zal waarschijnlijk vele van de menselijke oordelen automatisch omkeren, zonder enige langdradige navorsingen, of welke poging dan ook om het open bewijs te ontwijken of te vervormen. In mijn gedachten is dit, hoewel pijnlijk, zeer heilzaam voor al degenen die het betreft, en het is absoluut essentieel voor hun toekomstige welzijn. Er kan geen slot zijn zonder dit. Zonder dit kan geen (weder-)verzoening met God kan worden overwogen. Hoe kan God Alles in iemand worden die verborgen zonde huisvest en zich niet begint te realiseren hoe veel hij tekortschiet aan Zijn heiligheid? Wanneer we eenmaal zien dat richten de noodzakelijke voorbereiding voor (weder)verzoening is, zullen we het niet alleen verdragen, of erin berusten, maar we zullen er dankbaar voor zijn en God prijzen voor deze voorziening.

Mensen zenden misdadigers levenslang naar de gevangenis om de samenleving tegen hen te beschermen. God behandelt zondaars in een korte gerichts-periode om hen volmaakt voor te bereiden op eindeloze verbondenheid met hun medemensen en met Hem. Het doel van Zijn richten is niet om de zondaar kwaad voor kwaad te vergelden, en hem voor zijn slechtheid te laten lijden, maar om de hindernissen voor Zijn gemeenschap te corrigeren en te verwijderen. In vele gevallen kan dit zwaar lijden inhouden, maar wanneer we het vergelijken met de voordelen die eruit voorkomen, worden we herinnerd aan de "lichte" kwellingen van de apostel, die erg zwaar waren, doch hun gewicht verloren wanneer vergeleken met de eonische heerlijkheid waarvan zij het voorspel waren. Trouwens, Paulus' heerlijkheid was beperkt tot de eonen, terwijl de (weder-)verzoening van Gods vijanden bij de voleinding eindeloos zal zijn. De grootste som slinkt denkbaar tot niets wanneer met oneindigheid wordt vergeleken.

David werd de keuze gegeven te worden gericht door Jehovah of door mensen. Zijn ervaring met beide leidde hem ertoe ogenblikkelijk te beslissen, en hij riep uit "Laat me in de handen van de Heer vallen, want Zijn barmhartigheden zijn velen. Maar laat me niet in de handen van mensen vallen." Het is leerzaam de alternatieve gerichten op te merken, in het bijzonder hun lengte. Hem werd de keuze gegeven tussen drie maanden vluchten voor zijn tegenstanders, ingehaald worden door het zwaard van zijn vijanden, of drie dagen van het zwaard van de Heer, de pest (1 Kron. 21:13). Overal zien we dat Gods gerichten snel zijn, en snel voorbij zijn, terwijl 's mensen gerichten langzaam zijn, de zielestrijd wordt lang uitgerekt. Aldus hebben we alle reden om te denken dat het laatste oordeel een korte tijdsperiode zal zijn. Davids straf was weliswaar erg zwaar, want zeventigduizend stierven voor hun tijd. Maar het bereikte zijn doel. De koning was door Satan geprikkeld om Israël te tellen. Dit liet zien dat David vertrouwde op aantallen, niet op God. Hij leunde op mensen, niet op Jehovah. Daarom werd een groot deel van zijn legerschare van hem weggenomen, en David werd ertoe bewogen de tempel op de berg Moria voor te bereiden, waar Jehovahs eredienst gedurende de regeringen van de rest van de koningen van Israël werd uitgevoerd. Satan werd verslagen en God verheerlijkt, en David teruggeroepen om in Hem alleen te vertrouwen. God werd voor een groot gedeelte zijn Alles.

Vanuit onze Heer's beschrijving van andere gerichten kunnen we ons enig idee vormen van wat Hij als de recht(vaardige) procedure beschouwd. Tegen Zijn discipelen zei Hij dat een slaaf die zijn's heers wil weet, doch deze negeert, vele slagen zal hebben. Maar iemand die dat niet weet zelfs indien hij slagen verdient, zal er weinig ontvangen. Daarna legde Hij een regel neer welke waarschijnlijk bij de grote witte troon ook zal gelden: Wat betreft een ieder aan wie veel werd gegeven, van hem zal veel worden gevraagd, en aan wie men veel heeft toevertrouwd, van hem zal men overvloediger eisen (Lukas 12:47-48). Dit heeft een direct verband met de zaak van kinderen, die praktisch niets weten, en de heiden die onwetend is betreffende het Gods Woord en wil. Ik huiver, niet bij het lot van deze klassen, maar bij het vreselijke lot van hen die diep in Zijn Onthulling hebben gegraven, indien ze niet zijn vrijgesteld van gericht door het offer van Christus. Ja, wij, die Zijn wil kennen, en zulke grote mislukkingen zijn in deze uit te voeren, wij zouden waarschijnlijk de meeste slagen ontvangen, en de zwaarste klappen verdienen.

RICHTEN IS AANGEPAST AAN SCHULD
De zwaarte van het richten zal grotendeels afhangen van kans en gelegenheid. Dezelfde zonde zal op de een zware bezoekingen en op de andere lichte correctie neerhalen. Allen zullen instemmen dat het niet rechtvaardig is om zonder onderscheid te straffen. Degenen die zondigen tegen licht zijn vele malen meer aansprakelijk dan degenen die falen vanwege gebrek aan licht. De meeste mensen stellen zich voor dat, van alle steden, Sodom een der ergste was, vandaar dat de de burgers ervan de zwaarste straffen in het richten zullen ondergaan. En het is erg waarschijnlijk dat, in de tijd van onze Heer, de steden aan wie Hij Zijn herauten zond, zichzelf de meest rechtvaardigen van de hele mensheid achtten, zodat hun correctie, indien al aanwezig, erg mild zou zijn. Onze Heer draaide dit om in het geval van hen welke zijn herauten niet ontvingen. Hij zei dat het in die dag voor Sodom draaglijker zou zijn dan voor die stad (Lukas 10:10-12)! Gaat het dan te ver om hieruit af te leiden dat het draaglijker zal zijn voor de "heiden" dan voor het "Christendom"? Ik ben hiervan overtuigd. Daaruitvolgend, als het doel van ons evangelie is om mensen uit lijden te redden, dan is er thuis meer behoefte daaraan, dan 's buitenslands.

Meer nog, Tirus en Sidon, zo wordt ons verteld, zouden zich hebben bekeerd, zittend in zak en as, indien zij dezelfde vertoning van kracht in hun midden hadden gehad als Chorazin en Bethsaïda en Capernaüm, Zijn eigen stad (Lukas 10:13-15). Is het dan terecht hen op voet van gelijkheid te zetten? Wat een aanklacht aan hen die in naam volk van Jehovah zijn! Chorazin en Bethsaïda en Capernaüm waren niet onder de steden die weigerden zijn herauten te ontvangen. Hij deed vele wonderen in hun midden. Maar de verachtte steden van de naties zullen zachter worden behandeld dan dezen. Is dit geen ommekeer voor onze gedachten over de plaats die de "heiden" zal hebben in die dag? Hoe gezegend is het voor degenen in verlichtte landen die werkelijk Gods genade en Christus' redding accepteren! Als ze dat niet deden zouden ze in een veel grotere mate aansprakelijk zijn dan de heiden. En werpt dit niet eveneens enig licht op het lot van zuigelingen en kinderen? Hoe onuitsprekelijk draaglijker zal het voor hen zijn dan voor de meer volwassen mensen van het ras!

Volgend artikel van deze serie


Dit artikel werd hier geplaatst met toestemming van
©Concordant Publishing Concern
en mag niet zonder toestemming van deze worden overgenomen
in druk of op het internet.


©Concordant Publishing Concern