"Wij zijn dus ambassadeurs van Christus, alsof God door onze mond u vermaande; in naam van Christus smeken wij u: weest met God verzoend.
",
(2Kor. 5:20;CV)
"Nodigt God mij uit om vrede met Hem te hebben? Ik dacht dat Hij boos op mij was vanwege mijn zonden!"
Nee dus! God, in Zijn niet te peilen diepten van genade, verwaardigt Zich al het uitnodigen nu te doen. Verdrink Zijn uitnodigingen niet met uw pleidooien voor vergeving, want Hij geeft u Zijn woord dat uw zonden al zijn afgehandeld, eens en voor altijd, door de Redder, Christus Jezus, Die voor u stierf aan het kruis.
"Maar hoe kan ik daar zeker van zijn...?"
Uw redding wordt gegarandeerd door het feit dat God Hem uit de doden deed opstaan. Gods Woord verzekert ons dat Christus "is overgeleverd om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging."(Rom. 4:25).
Uw geloof in deze feiten is alles wat van belang is. Er is niets meer dat door u gedaan hoeft te worden, alleen God geloven. "Hem echter, die niet werkt, maar zijn geloof vestigt op Hem, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid,"(Rom. 4:25). "Want in genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God"(Efe. 2:6-10); het is een regelrechte gift, niet gebaseerd op ook maar iets dat u zou kunnen of moeten doen, maar op Zijn liefde voor u. Dit is zo "opdat niemand roeme. Want zijn maaksel zijn wij,"(Efe. 2:9,10). Indien uw geloof echt is, dan is dat alleen omdat "aan u is de genade verleend, om Christus wil... in Hem te geloven"(Filip. 1:29;CV).
De Here Jezus gaf u niet slechts een "kans" om te geloven. Nee, Hij zorgt zo voor Gods verkozenen, dat Hij hen voorziet van zoveel beter dan dat. Even terzijde: voordat u de geest kreeg, was u niet in staat iets te verstaan van geestelijke zaken(1Kor. 2:14). En toen God u riep, was Hij net zo in staat Zijn Zoon in u te onthullen als Hij dat in Paulus deed(Gal. 1:15,16).
De genade van onze God overweldigt ons ongeloof "met geloof en liefde in Christus Jezus"(1Tim. 1:14;CV). God koos hen die "in Christus" zijn al heel lang geleden; daarom is er in het geheel geen risico(Efe. 1:4-6).
"God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, ten behoeve van ons gestorven is"(Rom. 5:8;CV). God heeft het allemaal al gedaan. Redding is "van de Here." Het is door God in de mens, niet door God én de mens!
Hij gaf Zijn Zoon om voor u te sterven; Hij maakte Hem tot een zonde-offer voor uw welzijn; Hij geeft u, door Christus, Zijn eigen rechtvaardigheid. Hij heeft in alles voorzien, omdat Hij weet dat u het niet zelf kunt. U zou moeten inzien dat God het al gedaan heeft door Zichzelf in Zichzelf; daarom heeft Hij geen verzoening nodig! Maar u wel! Alle vervreemding zit aan uw kant. De snelste manier om van uzelf af te komen is te luisteren naar Zijn uitnodigingen, en er acht op te slaan.
Ga eens zitten en denk er eens over na. Zodra uw gedachten zich weer op uzelf richten, dan bent u van de weg af.
Laat me u een geheim vertellen. Het allergrootste is uiteindelijk niet uw redding, maar Gods heerlijkheid! Dat is werkelijk Zijn hoofdreden om u te redden. Hij houdt van u en Hij zou sowieso nooit toegestaan hebben dat er zonde tussen Hem en u zou komen, als het uiteindelijk niet tot Zijn eer zou zijn en in uw belang.
Overdenk dit eens: God is in wezen u aan het uitnodigen om verzoend of in vrede te zijn met Hem. Hij heeft alles wat nodig is gedaan om u te rechtvaardigen, zodat u frank en vrij zou kunnen wandelen in Zijn aanwezigheid(Rom. 5:1,2). Op dit moment kan het zo zijn dat u zich niet allemaal ten volle realiseert, maar ga in op Zijn uitnodiging, wees met God verzoend! En dank Hem voor Zijn niet in woorden uit te drukken gift!
"Zo zeker als Christus, toen wij nog zwak waren, te zijner tijd voor goddelozen is gestorven"
(Rom. 5:6).
"8 God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is.
9 Veel meer zullen wij derhalve, thans door zijn bloed gerechtvaardigd, door Hem behouden worden van de toorn.
10 Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft;
11 en dat niet alleen, maar wij roemen zelfs in God door onze Here Jezus Christus, door wie wij nu de verzoening ontvangen hebben"
(Rom. 5:8-11)