De betekenis van vernietigen
door A.E.Knoch.

Vernietiging is een van de grote sleutelwoorden in de Schrift, daarom is geen enkele hoeveelheid onderzoek te veel als het ons voorziet van een helder inzicht in de betekenis er van. Er zijn eindeloze discussies geweest, resulterend in uiteenlopende scholen van interpretatie, maar voor zover wij gezien hebben, geeft geen daarvan een bevredigend antwoord op al het bewijs. Het probleem, zo schijnt het, zit hem in een beroep op de redelijke beweringen die gebaseerd zijn op de natuur en onthulling, en niet op een direct onderzoek van de feiten van de Schrift. Omdat het behulpzaam is bij het aanvangen van een lijn van denken in een bepaald bekend gebied, zullen we beginnen met het geven van een recente poging om de betekenis van dit woord te definiëren, en we zullen bijzondere aandacht schenken aan de gebruikte methode, om het te vernietigen en het voor altijd uit deze discussie te verbannen.

De hoofdregel.

"Vernietiging.
Aangezien er opmerkingen zijn gemaakt over de hoofdbetekenis van 'apollumi', willen we aangeven dat het een gezond principe is de betekenis te volgen die er aan gegeven wordt in de eerste plaats waar het in de Bijbel voorkomt. Dit zal de hoofdbetekenis zijn. Indien men wil gaan naar de eerste drie plaatsen waar dit woord voorkomt, Matt. 2:13; 5:29 en 30, dan kan men zelf zien dat het ontnemen van leven, of dat nu een heel persoon of een deel van het lichaam betreft, de hoofdbetekenis is. Het vernietigen van het kind betekende voor Herodes dat het kind niet langer bestond. Een oog wegnemen, een hand afhakken, betekent voor hen het ontnemen van een levende band met de rest van het lichaam. In Joh. 10:10 hebben we apollumi na het woord doden, en zien we haar ware kracht. En het is hetzelfde in Matt. 10:28, waar, na het overdenken van wat de mens kan doen met zijn beperkte kracht, we dit hebben: "Vreest veeleer Die in staat is en ziel en lichaam te vernietigen [apollumi] in Gehenna"

Hier hebben we een lijn van redeneren met als doel het vastleggen van de "hoofd"betekenis van apollumi, vernietigen. Het logisch gevolg kan als volgt weergegeven worden:

Hoofdregel: de eerste maal dat een woord in de Schrift voorkomt legt de hoofdbetekenis van een woord vast.
Mindere regel: In Matt. 2:13 betekent apollumi "ontneming van leven."
Conclusie: De hoofdbetekenis van apollumi is "ontneming van leven."

We hebben er vaak op gewezen dat, tenzij de hoofd- en mindere regels in absolute zin waar zijn, de conclusie onjuist is. Daarom zouden we er altijd op moeten staan dat deze volledig wordt weergegeven. We zouden ze altijd moeten testen op hun waarheid. In deze logische conclusie is geen van de regels betrouwbaar, en daarom is deze conclusie, hoewel logisch, misleidend.

Wat is de eerste plaats waar dit woord voorkomt? In de tijd gezien was Paulus de eerste die het in de Schrift aanbracht (2Thess. 2:10). Mattheüs schreef pas later. Was het voor de Thessalonicenzen nodig te wachten tot Mattheüs had geschreven om de betekenis te kennen? In de vroege Hebreeuwse Schrift, die ongeveer in chronologische volgorde is samengesteld, en die al lang in handen van het volk was voordat de latere onthullingen kwamen, zou zo'n regel enig gewicht kunnen hebben. Maar het is helemaal niet logisch te beweren dat de woordenschat van de Griekse Schrift pas gedefinieerd werd toen de evangeliën geschreven werden. Volgens deze regel zouden woorden, die het eerst voorkomen in het verslag van Johannes, niet in de eerste eeuw gedefinieerd zijn. Het zorgt er voor dat Mattheüs' gebruik van een woord heel de rest van de goddelijke woorden domineert.

Laten de we de waarheid er van eens testen. Biblion is de verkleinende vorm van ROL. In Matt. 19:7 (de eerste vindplaats) is het een kort wettelijk instrument dat wij een "scheidingsakte" noemen. Dit is de hoofd- of gebruikelijke betekenis, want het wordt ook gebruikt voor het boek Jesaja en Openbaringen. Haar kernbetekenis, in al haar vormen, is ROL. De verkleinende vorm is ROlletje. In het dagelijks gebruik wordt het gebruikt voor alle boeken, zelfs grote. Alle geleerden hebben dit in hun definities. De hoofdregel is absoluut fout. De eerste plaats waar een woord voorkomt hoeft helemaal niet de hoofdbetekenis te zijn. Dat is slechts een veronderstelling, die ingebracht is om een vals fundament te leveren voor fouten, en om die passages uit te schakelen die aantonen dat het onjuist is.

Het enig gezonde systeem om de hoofd- of primaire betekenis van enig woord vast te stellen, is alle voorkomende plaatsen na te gaan en niets in de betekenis te injecteren dat in strijd is met de betrokken context. Dit is duidelijk te zien bij het determineren van de identiteit van voorwerpen, zoals planten en dieren. Wij hebben "adelaar" in de vertaling van de Schrift veranderd in "gier", omdat in twee passages van deze schepselen wordt gezegd dat ze samenkomen, iets wat bij adelaars niet de gewoonte is. Een definitie bestaat uit het beperken van het werkgebied van een woord om het te onderscheiden van andere woorden, niet in het er aan toevoegen van alle verwikkelingen van de contexten, zodat het een vervaagd beeld geeft aan ons denken.

Opdat onze lezers al dit bewijsmateriaal voor zich kunnen hebben in concordante contexten, presenteren we hier een complete lijst van de passages die in de Griekse Schrift apollumi bevatten, zoals zij vertaald zijn in de Concordant Version[hier in de Het Beste Nieuws vertaling]. In ieder geval wordt het Nederlandse woord dat het weergeeft cursief gedrukt, zodat de student het gebruik in een oogopslag kan zien. Lees de hele lijst met zorg door en let op de contexten. Geef bijzondere aandacht aan de synoniemen en antoniemen1). De betekenis is gelijk aan stelen en doden. Haar tegengestelde is vinden en redden. De betekenissen van vernietigen zijn verscheiden. Sommige leiden tot verlies van leven, maar vele niet.

apollumi, VAN-GEHEEL-VERLIEZEN, verliezen, vernietigen, verloren gaan.

Matt. 2:13 staat op het punt de kleine jongen te vernietigen
Matt. 5:29 dat een van jouw leden wordt vernietigd
Matt. 5:30 dat een van jouw leden wordt vernietigd
Matt. 8:25 Heer! Redt ons. Wij vergaan!
Matt. 9:17 de wijn wordt uitgegoten en de wijnzakken worden vernietigd.
Matt. 10:6 doch ga veeleer naar de verloren schapen van het huis van Israel
Matt. 10:28 Die in staat is én ziel én lichaam te vernietigen in Gehenna
Matt. 10:39 Wie zijn ziel vindt, zal haar vernietigen en Wie zijn ziel zal vernietigen omwille van Mij, zal haar vinden.
Matt. 10:42 hij zal zijn loon niet verliezen
Matt. 12:14 hoe zij Hem zouden vernietigen
Matt. 15:24 tot de verloren schapen van het huis van Israel
Matt. 16:25 Want wie ook zijn ziel zal willen redden, zal haar vernietigen, maar wie ook zijn ziel omwille van Mij zal willen vernietigen, zal haar vinden.
Matt. 18:14 dat een van deze kleinen verloren zal gaan
Matt. 21:41 Kwadelijk zal hij hen vernietigen
Matt. 22:7 en, zijn troepen zendend, vernietigt die moordenaars
Matt. 26:52 zullen in het zwaard vergaan
Matt. 27:20 en Jezus zouden vernietigen

Marc. 1:24 Kwam jij om ons te vernietigen?
Marc. 2:22 en de wijn en de wijnzakken zijn verloren
Marc. 3:6 zodat zij Hem zouden vernietigen
Marc. 4:38 Meester, is het U geen zorg dat wij vergaan?
Marc. 8:35 wie zijn ziel zal willen redden, zal haar vernietigen, doch wie zijn ziel vanwege Mij en het evangelie zal vernietigen,
Marc. 9:22 opdat hij hem zou vernietigen
Marc. 9:41 Ik zeg tot jullie dat hij zijn loon niet zal verliezen
Marc. 11:18 en zij zochten hoe zij Hem zouden vernietigen
Marc. 12:9 Hij zal komen en zal de boeren vernietigen

Luc. 4:34 Kwam u om ons te vernietigen?
Luc. 5:37 en de wijnzakken zullen vernietigd worden
Luc. 6:9 een ziel te redden of te vernietigen
Luc. 8:24 Meester, Meester, wij vergaan
Luc. 9:24 doch wie zijn ziel zou vernietigen omwille van Mij, deze zal haar redden
Luc. 9:25 maar zichzelf vernietigend of verspelend
Luc. 11:51 die omkwam tussen het altaar en het huis
Luc. 13:3 zullen jullie op gelijke wijze verloren gaan
Luc. 13:5 zullen jullie allen op gelijke wijze verloren gaan
Luc. 13:33 het is niet geloofwaardig dat een profeet verloren gaat buiten Jeruzalem
Luc. 15:4 die honderd schapen heeft en een van hen verliest ... en gaat achter de verlorene aan
Luc. 15:6 want ik vond mijn verloren schaap
Luc. 15:8 Indien zij één drachme zou verliezen
Luc. 15:9 ik vond de drachme die ik verloor
Luc. 15:17 ik verga hier van de honger
Luc. 15:24 Hij was verloren gegaan en werd gevonden
Luc. 15:32 en was verloren en werd gevonden
Luc. 17:27 en de zondvloed kwam en allen vernietigt
Luc. 17:29 van de hemel en vernietigt allen
Luc. 17:33 zijn ziel te behouden, zal hem vernietigen. Doch wie ze zal vernietigen zal hem doen leven
Luc. 19:10 de Zoon van de mens kwam om het verlorene te zoeken
Luc. 19:47 de belangrijksten van het volk probeerden Hem te vernietigen
Luc. 20:16 en zal deze boeren vernietigen
Luc. 21:18 een haar van jullie hoofd zal zeker niet vergaan

Joh. 3:16 opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren zou gaan
Joh. 6:12 zodat niets verloren zal gaan
Joh. 6:27 Werkt niet voor het voedsel dat vergaat
Joh. 6:39 Ik niets daarvan zou verliezen
Joh. 10:10 dan dat hij zou stelen en offeren en zou vernietigen
Joh. 10:28 en zij zouden zeker niet in de aion vernietigd worden
Joh. 11:50 en niet de hele natie verloren zou gaan
Joh. 12:25 Wie zijn ziel liefheeft, vernietigt hem
Joh. 17:12 en niet een van hen ging verloren
Joh. 18:9 van hen verlies Ik niet één

Hand. 5:37 en deze werd vernietigd

Rom. 2:12 zullen ook zonder de wet verloren gaan
Rom. 14:15 Vernietig niet door jouw voedsel hen voor wie Christus stierf

1Kor. 1:18 dwaasheid voor hen die verloren gaan
1Kor. 1:19 Ik zal de wijsheid van de wijzen vernietigen
1Kor. 8:11 Want de zwakke wordt vernietigd door jouw kennis
1Kor. 10:9 en zij werden door de slangen vernietigd
1Kor. 10:10 en zij werden vernietigd door de uitroeier
1Kor. 15:18 Dientengevolge zijn ook de ontslapenen in Christus verloren

2Kor. 2:15 in de geredden en in de verloren gaanden
2Kor. 4:3 is het bedekt in hen, de verlorenen
2Kor. 4:9 neergeworpen, maar niet verloren

2Thess. 2:10 voor de vernietigd wordenden

Hebr. 1:11 Zij zullen vernietigd worden

Jac. 1:11 de bevalligheid van haar aanzien werd vernietigd
Jac. 4:12 de in staat zijnde te redden en te vernietigen

1Petr. 1:7 veel kostbaarder dan goud, het vernietigd wordende

2Petr. 3:6 door water werd vernietigd
2Petr. 3:9 niet willend dat iemand vernietigd wordt

2Joh. 8 opdat jullie niet zouden vernietigen wat wij werken

Judas 5 ook de tweede maal de niet gelovenden vernietigt
Judas 11 in de tegenspraak van Korah werden zij vernietigd

De mindere regel.

De mindere regel, dat vernietigen in Matt. 2:13 "ontneming van leven" moet betekenen, is een bewering die geen fundament heeft. Het woordenboek gebruikt precies deze woorden om "doden" te definiëren. Het past bij slaan, van kant maken, slachten, moorden, vermoorden en bloedbad. Het definieert niet vernietigen. "Ontneming van leven" zou deels de Griekse woorden apokteinoo, DODEN, sphazoo, DOODSLAAN, anaireoo, van kant maken, vermoorden, bloedbad, of phoneuoo, MOORD, definiëren, want elk voorval van elk van deze woorden betekent in feite "leven ontnemen." Hoe kan een zinsnede, die zo algemeen is dat ze past bij ieder voorkomen van vier Griekse woorden, een woord definiëren dat vaak wordt toegepast voor het tegengestelde?

De manier waarop deze methode het denkproces van de mens bederft, is te zien in de verwijzing naar Johannes 10:10 - "De dief komt niet, anders dan dat hij zou stelen en offeren en zou vernietigen" Gezond verstand zou zeggen dat zo'n serie synoniemen eist dat elk van de ander onderscheiden moet zijn, hoewel verbonden in betekenis. Stelen duidt niet op offeren (doden) of vernietigen, en vernietigen betekent niet offeren of stelen. De aanwezigheid van offeren in deze serie is tegen de gedachte dat vernietigen noodzakelijkerwijze ontnemen van leven betekent. Het zou net zo redelijk zijn te beweren dat stelen ook ontnemen van leven betekent, want het bewijs is hetzelfde.

Apollumi wordt gebruikt voor dingen die geen leven hebben. Wijnzakken van dierenhuid (Matt. 9:17; Marc. 2:22; Luc. 5:37) sterven niet wanneer ze vernietigd worden. Een beloning (Matt. 10:42; Marc. 9:41) is niet sterfelijk. Goud en geld overlijden niet (1Petr. 1:7; Luc. 15:18). De woorden die wel ontneming van leven betekenen konden in deze passages niet gebruikt worden. Noch de hoofdregel, noch de mindere regel, noch de derde, noch welke andere betekenis van vernietigen dan ook, eist dat leven wordt weggenomen. Dat is geheel een zaak van de context. Het zit niet ingesloten in de betekenis van het woord.

Apollumi wordt gebruikt voor dat wat levend is. Als het verloren schaap (Luc. 15:4) het leven was ontnomen, zou de herder dan blij zijn geweest toen hij het dode dier vond? Onze Heer droeg Zijn discipelen op naar de verloren schapen van het huis van Israel te gaan(Matt. 10:6). Zij waren niet meer dood dan het afgedwaalde schaap dat door de herder werd gezocht. Een woord waarvan de primaire betekenis ontnemen van leven is, kan niet een secundaire betekenis hebben van een toestand van leven. De dood kan niet omgevormd worden in een vorm van leven. Wit is niet een secundaire betekenis van zwart. Leven, in welke vorm dan ook, wordt niet uitgedrukt met een woord dat dood betekent.

Laten we deze definitie toepassen op de oproep van onze Heer aan Zijn discipelen. Hij zei: "Wie zijn ziel vindt, zal haar vernietigen en Wie zijn ziel zal vernietigen omwille van Mij, zal haar vinden" (Matt. 10:39HBN; Luc. 9:24; 17:33). Dringt Hij nu bij hen aan op zelfmoord? De vernietiging van de ziel betekent niet de dood. Het betekent het afzien van het plezier van leven, en het verduren van lijden, als gevolg van de trouw aan Christus. Hoe tegengesteld is dit aan ons moderne evangelie van "zielen redden"! Wij roepen de zondaar op zijn ziel te redden, maar onze Heer pleitte er bij Zijn discipelen juist voor dat ze hun ziel vernietigden! Het is volkomen absurd vernietigen de veronderstelde betekenis te geven.

Zoals we al vaak hebben aangeduid is de verklaring dat de Zoon van de Mens kwam om te zoeken en redden wat verloren was (Luc. 19:10), de sleutel voor de betekenis van apollumi. Het verwijst in het bijzonder naar Zacheüs. Hij was verloren, vernietigd. Omdat hij verloren was, was hij er klaar voor om gevonden en gered te worden. Het echte doel van de meeste foute definities van apollumi is te bewijzen dat het een dood betekent waaruit geen opstanding mogelijk is, totale en onomkeerbare vernietiging, een toestand waaruit redding onmogelijk is. Deze passage vernietigt regelrecht dit idee. In plaats van verloren te zijn voorbij de mogelijkheid tot redding, zijn alleen zij geschikt voor redding. Je kunt niet een man redden die veilig en gezond is. Het is alleen wanneer hij in een toestand is die met apollumi aangeduid wordt, dat redding ten behoeve van hem kan werken.

Verklaringen die op een tegenstelling berusten, zoals deze, zijn voor de studie van woorden van grote waarde. De uitdrukkingen zoeken en redden zijn accurate aanwijzingen van het aan vernietigen tegengestelde. Iemand die vernietigd is moet verloren zijn, anders zou niemand hem zoeken. Hij moet in een staat zijn die vraagt om redding, anders zou Christus niet voor hem gekomen zijn. Deze passage bewijst zonder enige twijfel dat vernietiging een redbare toestand is, niet een toestand die buiten het bereik van verlossing ligt. Voeg hier het feit aan toe dat alleen de verlorenen gered worden, en het keert het bekende idee van vernietiging helemaal om. God zoekt wat Hij kwijt is.

Een andere passage die de redeneerder van zijn onlogische conclusie had moeten houden, wordt nu geïntroduceerd:

... Indien iemand een Griekse concordantie ter hand zou willen nemen, zou hij in een oogopslag zien hoe vaak het woord wordt gebruikt voor de ontneming van leven, in vergelijk met haar andere betekenissen, die beslissend zouden moeten zijn. We gebruikten nooit de woorden "vernietiging" en "niet bestaand", en daarom is dat alleen maar stof over de zaak werpen. Voor ons is 1Kor. 15:17,18 zo duidelijk als het maar kan zijn dat apollumi, buiten de opstanding, betekent dat zij nooit meer zullen leven. Zo de betekenis van apollumi veranderen vanwege de opstanding is ongeoorloofd. Geen ander woord wordt op deze wijze behandeld, en alles wordt gedaan om twee heidense theorieën op te krikken: (1) de leer van de onsterfelijkheid van de ziel, en (2) de leer dat allen op den duur gered zullen worden, hoe ze ook geleefd hebben en ze Gods genade in dit leven veracht hebben. Wij denken dat het meer goddelijk is om hen, die geen verlangen hebben naar God en Zijn Christus, uit het bestaan te verwijderen. Wij zien Hem precies dit in dit leven doen aan zowel individuen en volkeren, en dit is een voorspel van wat Hij in de toekomst zal gaan doen."

Dit is de betekenis van "verloren gaan" in 1Kor. 15:18 door hen die ons tegenstaan, wat voor zich spreekt: "In geval er geen opstanding is, vergaan de heiligen in de zin van blijven in een onbewust bestaan, met alle elementen in oplossing, maar zonder het leven om hen in een bewuste hereniging te roepen" (cursief van ons). Dit betekent om praktische redenen dat zij opgehouden zijn te zijn wat ze waren. Wij bevestigen dat de hoofdbetekenis van apollumi is: de ontneming van leven, door hun verwerping van Christus, de Bron van Leven. Hij is ons leven, en wij weten dat "Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet."((1Joh. 5:12).

Zonder enig redeneren kan iedereen zien dat heiligen die rusten in Christus, die "het leven ontnomen zijn", NIET verloren of vernietigd zijn, want zij zullen opgewekt worden. Voeg hier aan toe dat zij die verloren of vernietigd ZIJN, aan wie de Zoon van de mens was gezonden, NIET "het leven ontnomen is". Wat zullen we zeggen van de redenering die stelt dat, ondanks dit bewijs, ontneming van leven de hoofdbetekenis is van apollumi? Laat niemand zeggen dat wij dit wegredeneren. Onze gevolgtrekkingen zijn niet gebaseerd op redeneren, maar op bewijs. Wij leggen het foute systeem van redeneren bloot, dat wegvliegt in het zicht van de onweerlegbare feiten.

Wij zijn allen onderhevig aan zwakte en misverstaan en fouten maken. Maar wanneer het bewijs zo duidelijk is en iedereen nog steeds volhardt in het verdraaien van de Schrift, dan kunnen wij met verdriet zeggen dat zo iemand niet langer verdient als leraar van Gods Woord beschouwd te worden. Zijn denken is gediskwalificeerd. In plaats van God te geloven verdraait hij het Woord door onlogische spitsvondigheden.

De mindere regel dat, bij het eerst voorkomende geval, Matt. 2:13, het "de ontneming van leven" betekent, is slechts een veronderstelling, tegengesteld aan de primaire betekenis, en er in geïmporteerd van buiten de context. De slachting van de babys was slechts het middel om het Kind te vernietigen, niet de vernietiging zelf. Indien Christus op een andere manier uit Herodes' weg verwijderd had kunnen worden, zou dat voor de koning ook prima zijn geweest en de kracht van het woord vervuld hebben. Wij kunnen een van onze broeders vernietigen door voedsel te eten dat hij onrein acht (Rom. 14:15; 1Kor. 8:11). Ontneemt ons eten hem het leven? Dat zou wel een heel eenvoudige manier zijn om legaal een moord te plegen!

Laten we oppassen de betekenis van woorden weg te redeneren door middel van syllogismen2), onbewust of met opzet. Slechts weinig algemene verklaringen, zoals die welke we bekritiseren, zijn waar. Ze zijn voor de waarheidzoeker van geen waarde, en alleen nodig voor hen die de feiten wensen te ontlopen. Laten we vragen om al het bewijs. Woorden hebben onlosmakelijke betekenissen, die ze ten allen tijde bewaren. In hun gebruik veranderen zij in verschillende omgevingen van kleur, om zo tot op een bepaalde hoogte er naar te schikken. Het kan in het Engels (en Nederlands) noodzakelijk zijn, maar het centrale begrip blijft gehandhaafd. Alleen dit is veilig, gezond en heilzaam.

Een brede, algemene term, die vele andere woorden in zich sluit, is moeilijk te definiëren. De woordenboeken geven eenvoudig een lijst met meer specifieke woorden die binnen het bereik liggen. Het is duidelijk dat deze ze niet definiëren, maar ons alleen een indicatie geven van het terrein dat het beslaat. In zulke gevallen is het maar het beste om terug te vallen op de etymologische betekenis, in combinatie met die passages waarin het woord toegepast wordt in de meest letterlijke betekenis.

Dit is van belang, en daarom zal ik het om wille van de nadruk herhalen. Om het centrale belang van een woord te ontdekken, de essentiële betekenis, dat wat het altijd overbrengt, afgezien van de kleuring van de contexten, zouden we die passages moeten zoeken waarin de letterlijke betekenis het dichtst samenvalt met de letterlijke kracht van haar elementen. Dit was op een bepaald moment ongetwijfeld de eerste betekenis en het gaat voort om de primaire betekenis te zijn, wat ook het gebruik er van is. Het succes van een lexicograaf is grotendeels afhankelijk van zijn deskundigheid bij het selecteren van zulke passages. Voorbeeld: er is veel geredetwist over de betekenis van het woord zonde. Geen Schriftplaats brengt zo veel licht als die in Richteren 20;16. De werpers misten niet waarop ze gericht hadden. Zonde is het missen van het doel. Deze letterlijke etymologische betekenis is meer waard dan alle argumenten die naar voren gebracht worden. Wat zou het een zonde [vergissing] zijn te redeneren vanuit het eerste voorval in Genesis 20:6, dat de primaire betekenis beperkt tot sociale overtredingen!

We kunnen bijna de elementen van apollumi gebruiken in sommige van de passages. "Doch ga veeleer naar de VAN-GEHEEL-VERLOREN schapen van het huis van Israel"(Matt. 10:6) is letterlijk Grieks en zelfs in onze taal verstaanbaar. "Ik zeg jullie, hij zal zijn loon niet VAN-GEHEEL-VERLIEZEN"(Matt. 10:42). "Want wie ook zijn ziel zal willen redden, zal haar VAN-GEHEEL-VERLIEZEN;"(Matt. 16:25).
Soms helpt het om een andere stap in te voegen. Het Griekse woord VAN-VERLIEZEN (apoluo) heeft twee van de elementen van apollumi, VAN-GEHEEL-VERLIEZEN. Dit laat alleen het centrale element, GEHEEL, weg. Apoluo, VAN-VERLIEZEN, betekent wegzenden, zoals in Matt. 1:19. Jozef wilde Maria wegzenden. Als hij Maria geheel had weggezonden, zou hij haar verloren hebben, of haar hebben vernietigd. Daarom zal iemand die zijn ziel geheel wegzendt omwille van Christus, deze terugvinden (Matt. 10:39).

Apollumi bestaat uit drie bekende Griekse elementen: VAN-GEHEEL-VERLIEZEN, en betekent letterlijk: geheel verliezen van, verliezen. Dit is de exacte kracht in de complete tijdsvorm, waar het vertaald wordt met verliezen. Het schaap en de munt en de verloren zoon raakten verloren, hoewel geen daarvan noodzakelijkerwijze daardoor beschadigd of dood raakte. Dit zijn sleutelpassages, want zij combineren het etymologisch bewijs met het gebruik.

Veel woorden hebben, als hun secundaire of afgeleide betekenis, de oorzakelijke betekenis van doen wat het werkwoord aangeeft. Dit is regelmatig het geval in het Hebreeuws, zodat de Masoreten deze betekenis gescheiden hebben van de lichte vorm, en de zogeheten Piel uitvonden, doen. Het oude Hebreeuwse werkwoord voor VERGAAN betekent ook doen-VERGAAN of vernietigen. Daarom is het Griekse werkwoord verliezen, doen verliezen gaan betekenen, het uitvoeren van een daad die zal uitlopen op verlies voor de verliezer. Herodes wilde het Kind verliezen, dus gaf hij de opdracht de kleintjes te vernietigen (Matt. 2:13). Voor wat hem betreft waren die onschuldigen verloren.

Vernietiging is een gerelateerde term, niet absoluut. De munt was verloren voor wat het vrouw betreft. Het schaap was vernietigd voor zover het de herder betreft. De verloren zoon was verloren gegaan in de ogen van zijn vader. Zo was het ook met de vernietigde schapen van het huis Israel. Ze leden niet persé en waren niet dood, maar ze waren weg van de Herder. De verlorenen waren ver weg van de Vader. Bewijst dit dat ze buiten het bereik van de redding waren? Het bewijst het tegendeel. De negenennegentig werden toen niet gevonden. De oudere broer werd toen niet gered. Vernietiging en verloren gaan zijn het voorspel voor de redding. Het betekent nooit volkomen vernietiging, hoe dicht ook het in sommige gevallen die gedachte schijnt te benaderen.

De methode van vernietiging, of verliezen, is niet in de betekenis van het woord inbegrepen. Het verschilt. Zij die het zwaard gebruiken zullen door het zwaard vergaan (Matt. 26:52). Onze Heer werd vernietigd door kruisiging (Matt. 27:20). De discipelen waren bang dat ze zouden vergaan door verdrinking (Marc. 4:38). Het schaap was verloren door af te dwalen (Luc. 15:4). De verloren zoon was om dezelfde reden verloren gegaan (Luc. 15:24). De brokken voedsel zouden door nalatigheid verloren zijn gegaan (Joh. 6:12). Voedsel vergaat door bederf (Joh. 6:27). Wij kunnen een broeder vernietigen door middel van voedsel (Rom. 14:15). We kunnen een zwakke heilige door onze kennis vernietigen (1Kor. 8:11). Let in het bijzonder op de laatste twee passages. Zij zijn toepasbaar op gelovigen in Christus. Volgens de gebruikelijke dialectiek bewijzen zij dat wij een van onze broeders totaal kunnen vernietigen door middel van voedsel of door gewoon te handelen naar onze kennis, als we niet zijn onwetendheid in overweging nemen! Heiligen, veilig in Christus, kunnen verloren raken of vernietigd worden in de betekenis van de context.

Het is beslist niet aan God of mens om zij die verloren zijn definitief uit het bestaan te verwijderen. In Gods Woord is er geen enkele spoor van bemoediging voor deze gedachte te vinden. God beveelt Zijn liefde voor ons aan in het feit dat Hij Zijn Christus gaf terwijl wij nog zondaren waren. Onze Heer sprak de gelijkenis van het verloren schaap uit om Zijn discipelen te verzekeren dat God meer betrokken was bij één schaap dat verloren was, dan bij de negenennegentig die in de kudde waren. Er is geen grens waarover een zondaar kan gaan die hem buiten het bereik van God zal brengen. Noch leven, noch dood, noch een loopbaan in zonde, noch een wegrottend lijk vormen een hindernis voor goddelijke liefde. Nee, het zijn uitdagingen, die Almacht moet oplossen of anders verslagen worden. Geen dood, of dat nu de eerste of tweede is, kan God of Zijn doelstelling tegenhouden.

Iedereen die ooit iets verloren heeft zal met mij getuigen dat op het moment dat het vermist is, het van een belang wordt dat het tevoren niet had. De waarde er van neemt toe en we verlangen er meer naar dan ooit. Het verlies, in plaats van dat we onze band er mee verbreken, smeedt een nieuwe band die tevoren niet bestond. Dit wordt tragische waarheid wanneer we een geliefde verliezen. Alleen verlies brengt een bewustwording van de kostbaarheid van een bezit. Laten we dan ook nooit denken dat God niet betrokken is bij het verlorene, dat Hij ongevoelig is voor hun doem, of, als Hij iets zou kunnen doen om ze daarvoor te behoeden, dat Hij er voldaan bij zit en ziet hoe ze in eeuwige vergetelheid storten. Er zijn miljoenen manieren waarop wij dit zouden kunnen doen, als we maar een tiende van Zijn kracht zouden hebben. Hij is er toe in staat! Als mijn lezer dit niet wil bevestigen, moet ik wachten tot God het hem bewust maakt. Tot dan zijn al zijn redeneringen over dit onderwerp gebaseerd op de foute regel dat er geen God is die de naam waard is.

God is liefde en al Zijn schepselen zijn Hem lief. Is het niet opvallend dat Hij zelfs niet probeert Zijn aanhankelijkheid uit te drukken totdat zij verloren zijn? Van wie houdt God? Zonder twijfel houdt Hij van iedereen! Van wie zegt Hij dat Hij houdt? God houdt van de wereld en zondaren en Zijn vijanden, en van hen die verloren waren. Er is vernietiging nodig om de sluizen van de goddelijke gevoelens te openen. Dit is hetgeen contact maakt tussen Gods liefde en de harten van Zijn schepselen. In Zijn wijsheid heeft Hij besloten dat velen voor Hem verloren zullen gaan tot het einde van de aionische tijden (en niet voor eeuwig en eeuwig!). Mensen die vaak gedwongen worden een onderneming te verlaten die boven hun macht lag, denken zich in dat ook Hij belemmerd wordt en niet in staat is de grote massa te redden, of wel in staat zijnde, het Hem niets kan schelen. Deze basisfout heeft het denken van mensen zo bedorven dat zij zelfs de Schrift aangepast hebben om het staande te houden, en er alles voor willen doen om de wereld te bevrijden van iedereen die gelooft dat God niet de onmacht en harteloosheid bezit die het fundament is voor heel hun religie.

In totale hulpeloosheid worden we soms gedwongen een dier te doden om het uit zijn lijden te helpen. We zouden dat niet doen als we het zouden kunnen genezen. Is God ook zo? Is Hij onmachtig, krachteloos om te kunnen handelen met hen die vernietigd zijn? Al wat wij kunnen doen is doden. Wij kunnen niet iets uit de dood terugroepen. Is ook Hij beperkt tot het leven? Christus verkondigde Zichzelf als de Opstanding en het Leven. Het is goddelijk te handelen met hen die geen verlangen naar God hebben op een wijze dat zij zullen antwoorden op Zijn liefde. Het is heel ongoddelijk om op te geven, en dat te verliezen waarop het hart zich heeft gezet. De theologie heeft van een grote God een kleine mens gemaakt. Ze redeneert in de verkeerde richting. Omdat de mens onmachtig is, denkt men dat God dat ook is. Zou men echt wijs zijn, dan zou men alle gevolgtrekkingen en afleidingen weigeren die niet gebaseerd zijn op het bikkelharde feit dat God GOD is.

Laten wij tot slot er op wijzen dat, net als zoveel andere woorden, dit een relatieve uitdrukking is. Gewoonlijk draagt zij bij iemand een gevoel van verlies met zich mee. God is de grote Verliezer in het merendeel van de gevallen. De munt werd verloren door de vrouw. Het schaap was verloren door de herder. De zoon was verloren door de vader. Israel was verloren door Yahweh. God verliest mensen. Wie was het Die hen schiep? Zijn zij niet Zijn werk? Zal Hij niet de Verliezer zijn als zij niet gered worden? Laten wij ons herinneren wat Israel werd geleerd te zeggen met betrekking tot hun voorvaderen: "Mijn vader was een verloren Syriër" (Deut. 26:5). (Er is niets over "klaar om te vergaan" in het Hebreeuws). Yahweh redde hem als een verloren man. Hoewel de zondaar duizend maal verloren kan zijn, raakt hij nooit buiten het bereik van de grote Zoeker. Zij mogen dan verloren zijn voor de aionen van de aionen, maar Hij zal het verlorene zoeken tot Hij het gevonden heeft.

Hier komen we terug bij de grote waarheid waarmee we begonnen. Vrijwel al het redeneren over het woord vernietigen slaagt er niet in de godheid van God te herkennen. Ons wordt gevraagd het lot van de wijnzakken te overdenken, die vernietigd werden. Ons wordt verteld dat ze, als wijnzakken, uit het bestaan verdwijnen. Daarom, zo zegt men, verdwijnen ook mensen, wanneer ze vernietigd worden, uit het bestaan. Het feit dat dit woord nooit gebruikt wordt voor de tweede dood, waarin de uiteindelijke vernietiging verondersteld wordt plaats te vinden, zou de onjuistheid van dit redeneren moeten aantonen. Het feit dat allen die vernietigd zijn, of verloren, opgewekt worden om geoordeeld te worden, weerlegt absoluut de gedachte aan welke "uiteindelijke" vernietiging dan ook.

God wordt buiten gesloten. Wij zouden niet van wijnzakken naar mensen moeten redeneren. Wij zouden moeten vragen: Wie verloor die wijnzakken? Wie verloor de mensen? Stel dat wij niet in staat zijn terug te halen wat we verloren hebben, is dat dan het bewijs dat God het ook niet kan? Zijn wij de gelijken van de Schepper? Is er iets uit ons voortgekomen? Waarom zouden wij dan over God redeneren alsof Hij niet is staat zou zijn dat te vinden en redden wat Hij verloren heeft? Is het niet waar dat juist dit Zijn grootste heerlijkheid is? Hij kan Zijn schepselen uit het graf terugroepen! Kunnen wij dat? Heel de mensheid is verloren, vernietigd. En heel de mensheid zal gerechtvaardigd worden en door Hem levend gemaakt worden (Rom. 5;18; 1Kor. 15:22). Zullen wij die God kennen er niet in slagen Hem als God te verheerlijken en ijdel worden in ons redeneren(Rom. 1:21)?

Er is geen redenering die zo totaal ijdel is als die welke een passage uit de Schrift gebruikt om ons geloof in een andere passage te vernietigen. Concordant weergegeven is er in het Woord van God geen conflict. Uiteindelijk zal men als regel vinden dat de hoofdregel in zulk fout redeneren afhangt van gebrek aan geloof in de eenvoudige verklaringen in Gods Woord met betrekking tot Zijn godheid. Zodra ons onderbewustzijn doordrongen wordt van de grote waarheid dat alles uit God is en door God en voor God, zal ons redeneren ons niet langer op een verkeerde koers zetten, zonder voeling met Hem en Zijn Woord, maar zal het altijd op God gericht zijn en bewijzen wat Hij elders heeft gesproken. Weg met het menselijk redeneren. Lang leve het geloof in God!

We zullen nu in detail alle passages bekijken die geacht worden de definitieve vernietiging van zondaren te bewijzen. De eerste is in Matt. 10:28. "Weest niet bang voor hen die het lichaam doden, doch niet in staat zijn de ziel te doden! Vreest veeleer Die in staat is en ziel en lichaam te vernietigen in Gehenna."(HBN).
De Heer spreekt tot Zijn discipelen in verband met het lijden dat vereist is voor het binnengaan in het koninkrijk. Mensen zullen hen haten en hen doden. Letterlijk raakt de dood altijd het lichaam, de ziel en de geest, maar Hij spreekt van hun ervaringen, over wat zij zullen lijden omwille van Hem. Mensen zullen hen doodslaan. Jacobus en Petrus werden gedood. Nadat zij gedood waren leden ze niet meer. Hun volgende bewuste moment zal heerlijkheid zijn, bij Zijn komst, zodat, in de ware zin van het woord, zij die hun lichamen doodden, hun zielen zonder verdere pijn in het koninkrijk binnen geleiden. Onze Heer vat dit samen in een opvallend beeld. Voor wat het gevoel betreft kunnen hun vijanden door het doden van hun lichamen hun zielen niet meer raken.

Aan de andere kant zullen zij die hen vervolgen lijden onder de oordelen van het koninkrijk. Er is Een Die in staat is hen in het Gehenna te doden, de plaats buiten Jeruzalem waar criminelen gecremeerd zullen worden tijdens het millennium. De poging om van het Gehenna de Poel des Vuurs te maken of een laatste plaats van straf, is nutteloos en misleidend. Het hindert meer dan dat het helpt.
Wat dan te zeggen van de ervaring van zo'n geval, in tegenstelling tot de zojuist vermeldde martelaar? In beide gevallen is bewustzijn - de ziel - afwezig tijdens de duur van hun dood. Maar de martelaar loopt het lijden mis dat aan het koninkrijk vooraf gaat en zijn vijand zal de gelukzaligheid van het koninkrijk mis lopen. De martelaar ontwaakt met zegen. De vijand wordt opgewekt voor oordeel. De gevolgen voor hun zielen zijn tegengesteld. De een lijdt en wint gelukzaligheid, de ander verliest gelukzaligheid en wint lijden. God raakt in de tussenliggende processen de zondaar niet kwijt. Na het Gehenna, na het oordeel, zal hij levend gemaakt worden bij de voleinding.

Van alle apostelen werd er slechts één vernietigd. Maar zelden spraken de vertalers over Judas Iscariot zonder hun weergave te kleuren met hun eigen misvattingen en het bijgeloof van hun tijd. Hier zeggen zij dat hij "verloren is", alsof het een onherroepelijk feit is. Het einde van het werkwoord, zowel als de eerste letter, geeft hier duidelijk het verleden aan, en geeft geen verwijzing naar Judas' toekomst. Hij was verloren. Elders hebben we zijn zaak al uitvoerig bekeken. Ik aarzel niet te zeggen dat alle twaalf apostelen hun Heer verraden zouden hebben, als Satan in hen was gevaren zoals hij dat bij Judas deed. Judas was niet een groot zondaar zoals Saulus van Tarsus. Hij zal zonder twijfel verloren blijven tijdens de aionen, en zal de rechtvaardige straf ontvangen voor zijn zonde. Maar hij was verloren door God en God Zelf zal de belangrijkste Lijder zijn als Hij niet Zijn wil vervuld, dat heel de mensheid gered zal worden.

Het grootste probleem met hen die proberen via redeneren de toekomst van Judas Iscariot vast te stellen, is dit: Zij slagen er niet in te zien dat hij verloren was in relatie met God. Zij verloren hem niet. God maakte hem voor Zijn eigen heerlijkheid. Zolang hij die heerlijkheid verduistert, is het Gods verlies. Niemand anders lijdt zoals Hij lijdt. Indien we niet Gods godheid bevestigen, indien we Judas het schepsel maken van een rivaliserende god, zou hij totaal vernietigd moeten worden. Dat is de kern van de zaak. Maar redeneer vanuit het God zijn van God en uw conclusies zullen in harmonie zijn met de Schrift. Onttroon God, en niet alleen Judas, en alle mensen zullen onvermijdelijke verloren zijn.

De uitspraak "wie zonder de wet zondigden zullen ook zonder de wet verloren gaan" (Rom. 2:12;SW) wordt gedaan middenin een betoog dat eist dat al het "verlorene" opgewekt zal worden uit de dood, om beloning te ontvangen voor hun daden in het rechtvaardig oordeel van God. Alles getuigt beslist tegen de gedachte dat de verlorenen buiten het bereik van Gods beloning zijn. God zal hen doen opstaan voor het oordeel, zodat Hij hen levend zal kunnen maken voor verzoening.

De passage die gewoonlijk naar voren gebracht wordt om de volkomen vernietiging van alle zondaren te bewijzen, is te vinden in 2 Thessalonicenzen 2:10,11. Misschien kan er geen krachtiger worden gevonden. Maar dit verwijst naar de bijzondere crisis, wanneer de wetteloze op het toneel is verschenen. Zij ontvangen de valsheid omdat de liefde voor de waarheid niet in hen is. Hun vernietiging is de inleiding voor hun oordeel. Dit sluit het idee van volkomen vernietiging uit, en wijst naar het feit dat God alle verschillen tussen Hem en hen zal aanpassen. Waarom zou Hij dit doen, als het voor beide van geen belang is? Het gebeurt opdat er een rechtvaardige basis gelegd kan worden voor God om hen die Hij verloren heeft te zoeken en te vinden. Het feit dat zij van Hem afgedwaald zijn weerlegt niet de grote waarheid dat zij uit Hem kwamen en voor Hem zullen zijn bij de voleinding.

Het is verbazingwekkend te zien hoe weinig passages zelfs maar schijnen te spreken van "totale vernietiging" van de bozen. Geen een doet dit echt. Ze gaan allemaal over die fase in Gods handelen die gedekt wordt door de zinsnede "alles is door Hem". Opnieuw wijzen we er met nadruk op dat gezond, heilzaam redeneren, gebaseerd op de godheid van God, herkent dat vernietiging een goddelijk proces is. Oppervlakkig kan het van Satan zijn of van een mens, maar in absolute zin en feitelijk is het een werk van Hem Die het universum laat werken in overeenstemming met de raad van Zijn wil (Efe. 1:11).

Ieder wezen dat aionische redding ontvangt, was eens verloren, vernietigd. Niet alleen was dit geen hindernis voor hun verlossing, het was er een absoluut essentieel onderdeel van. God had hen verloren. Door Christus vond en redde Hij hen. Hetzelfde is waar voor hen die geen aionische redding ontvangen. God heeft beslist verklaard dat Hij de Redder is van alle mensen (1Tim. 2:4 en 4:10). Omdat zij niet geloven, is de aionische redding er niet voor hen. Maar omdat God hen heeft verloren en Hij gezegd heeft dat Hij ze zal redden, zullen zij bij Hem teruggebracht worden bij de voleinding, na de afsluiting van de aionen, op basis van zien.

Vernietiging, net als redding, is aionisch. Het is niet het einde. En het is ook niet het doel van God. Dat zou grenzen aan waanzin. Denk je een God in, Wiens kern liefde is, die wenst een schepsel te verliezen dat een eindeloos vermogen heeft om Hem lief te hebben en te verheerlijken! Denk je een mens in die zo stom is dat hij een machine vernielt die hem een onbeperkt inkomen had kunnen brengen! Wij zouden zo'n persoon onder toezicht stellen, zodat hij anderen, en zichzelf, geen verdere schade zou kunnen berokkenen.

Zo'n God hebben wij niet. Hij vernietigt niets dat Hij kan herstellen. Hij verliest niets dat niet tot Hem zal terugkeren met lofprijzing en heerlijkheid voor Zichzelf. Vernietiging is een voorbijgaand proces, niet een voltooid doel. Door God zal dit het welzijn van Zijn schepselen uitwerken en de heerlijkheid van onze Redder en Zijn Vader.


1) Antoniem: met tegengestelde betekenis.
2) Syllogisme: logische redenering waaruit men een conclusie afleidt

Dit artikel werd hier geplaatst met toestemming van
©Concordant Publishing Concern
en mag niet zonder toestemming van deze worden overgenomen
in druk of op het internet.


©Concordant Publishing Concern