Johannes, Petrus en Paulus
roeping, tijd en bediening

door A.E.Knoch

   

Johannes heeft Paulus grotendeels vervangen in de prediking van de meeste, hedendaagse evangelisten. Johannes 3:16 heeft het evangelie voor vandaag vrijwel terzijde geschoven. "Want God heeft de wereld zo lief, dat Hij de Zoon, de eniggeborene, geeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren zou gaan, maar aionisch leven zal hebben"(SW) heeft het geheime evangelie voor deze tijd vrijwel volledig uitgewist, dat niet slechts een negatieve redding van vernietiging aanbiedt, en de belofte van aionisch leven, maar een positieve vrede en goddelijke rechtvaardigheid in Christus. God gaat nu veel verder dan het liefhebben van de wereld en het geven van Zijn Zoon. Hij nodigt uit op grond van offer. Wij zouden namens Christus moeten smeken: "Weest verzoend naar God! Want Degene die geen zonde kende, maakte Hij ten behoeve van ons zonde, opdat wij gerechtigheid van God mogen worden in Hem"(2Korinthe 5:20;SW). God rekent vandaag de wereld hun zonden niet aan. Dat is het evangelie van de verzoening dat Hij in ons heeft geplaatst. Het brengt niet alleen redding en leven, maar verzoening en aionische heerlijkheid.

Genade in Johannes

De meeste Bijbel liefhebbers hebben de genade gevoeld in de geschriften van Johannes, ondanks het feit dat hij door de Heer Zelf "Boanerges", "Zoon van de donder"(Marcus 3.17) werd genoemd. Maar zijn gegeven naam, Johannes, presenteert de mildere kant van zijn bediening. Misschien komt hij dichter bij de genade van Paulus' brieven dan enig ander schrijver van Gods onthulling. De naam Johannes is een ingedikte vorm. In het Duits is "Iohannas" dichter bij het Griekse "Ioannes". In het Hebreeuws valt dit in twee delen uiteen, het eerst is het begin van de Naam Yahweh, wat wil zeggen "IE", wat ZAL-ZIJN betekent. Het tweede deel, "chn-n," betekent GENADEVOL of GENADIG.

We moeten er aan denken dat het meest schitterende geschrift van Johannes, het boek Openbaringen, geheel gaat over de toekomst. Hoewel het over het algemeen niet zo wordt herkend, gaat zijn zogeheten evangelie ook over het komende koninkrijk. Bijvoorbeeld: de zogeheten "nieuwe geboorte" (of wedergeboorte) is een nationale gebeurtenis die in de Hebreeuwse Schrift wordt voorzegd (Jesaja 66:8). Hoewel de gebeurtenissen in dit verslag over het leven van onze Heer plaatsvonden in het verleden, beelden ze gewoonlijk, zoals bijvoorbeeld het huwelijk in Kana, het toekomstige welzijn van Israel uit. Christus zei tot Nicodemus: "Jullie moeten opnieuw geboren worden." Hij zei niet: "Jij [NIcodemus] moet opnieuw geboren worden." Johannes wijst naar de toekomst van de geliefde natie, niet naar Nicodemus als individu, of naar de zoekende zondaar.

Het opmerkelijke aan Johannes' naam is dat die de genade voorzegt van de toekomst. Het "tetragrammaton" of de vier letter naam YAHWEH (ZAL-ZIJNDE-WAS) omvat de toekomst, het heden en het verleden. Hij wordt in Openbaringen geïnterpreteerd als "Hem Die is, en Die was en Die komt"(Openbaring 1:4). Johannes' naam laat de laatste twee letter weg, die het heden en verleden aanduiden. De eerste twee wijzen alleen naar de toekomst. Johannes verwijst naar veel genade die eerder was voorzegd, in het vlees, op de Aarde, in de duizend jaren van Christus' heerschappij en in de toekomstige nieuwe schepping die er na volgt. Maar Paulus onthult veel meer, tevoren verborgen, in geest, in de hemelen, in het bijzonder in de nieuwe schepping. Paulus' genade stijgt uit en overstijgt alle genade die door Johannes werd onthuld.

Zeer weinig onvolwassen gelovigen zijn zich bewust hoe weinig er door Johannes wordt gezegd over genade als je het met Paulus vergelijkt. Het woord "genade" komt slechts 7 maal voor in al Johannes geschriften, terwijl Paulus het meer dan negentig maal gebruikt. Johannes hint nooit naar genade voor de Onbesnedenheid, laat staan allesoverstijgende genade. Hij vermeldt het drie maal in het eerste hoofdstuk over het leven van onze Heer als Gods Zoon, maar daarna zwijgt hij er in dat hoofdstuk over. In tegenstelling daarmee laat Paulus het nooit weg in geen enkele brief en in de kortste wordt het twee maal gevonden. Twee Korinthiërs, pal nadat de nieuwe schepping verschijnt, heeft het achttien maal. Efeze, kort als het is, begint deze bediening volgeladen met een vol dozijn!

Het Woord van God compleet maken

Omdat de Besnijdenisbrieven en de Openbaring als laatste in de canon van de Schrift voorkomen (wat ze ook zouden moeten, om tegenwicht te geven tegen de "evangeliën" en Handelingen), en omdat de traditie Johannes' geschriften als laatste plaatst, werd ik weerhouden Paulus te geloven toen hij schreef dat hem de bediening werd gegeven het Woord van God te completeren (Kolossenzen 1:26). Ik probeerde het te verklaren door te zeggen dat hij de hoogste en voleindende onthulling had, wat op zich waar is. Maar waarom nemen we het niet zoals het er staat? Er is geen verslag in de Schrift dat het tegenspreekt.
We weten dat Paulus een jonge man was toen de twaalf apostelen op hun hoogtepunt waren (Handelingen 7:58). En hij was "Paulus, de bejaarde"(Filemon 9) voordat hij zijn loopbaan beëindigde, zodat het zeer aannemelijk is dat hij hen overleefde. Bovendien, Petrus legde zijn tabernakel af kort na het schrijven van zijn tweede brief, en leefde duidelijk zijn dagen niet uit, maar leed onder martelaarschap (Johannes 21:19). Johannes bleef zeker niet tot de terugkeer van onze Heer, zoals sommigen meenden, behalve in geest, in zijn brieven en in het boek Openbaringen.

Het feit dat Paulus het Woord van God completeerde laat ook zien dat alle volgende onthullingen, die claimen goddelijk te zijn, overbodig en vals zijn. Ik ben berispt geworden omdat ik zelfs niet de schrijverijen van een vereerde zieneres wilde overwegen, en afgewezen als dweper en vooringenomen. Ik pleit schuldig voor de laatste aanklacht, omdat Paulus' claim dat hij het Woord van God completeerde, al zulke inspanningen op voorhand veroordeelt. Bovendien sluit Paulus' onderwijs goddelijke onthulling uit, en daarom zal niemand die een klein beetje zijn ontvouwingen begrijpt, nog uitzien naar meer. Als hij ze overweegt, dan moet hij, per definitie, ze veroordelen, iets wat een onaangename en onvoordelige taak is. Indien zij die wensen dat wij andere "onthullingen" bestuderen zich slechts de Paulinische geheimen eigen zouden maken, dan zouden ook zij de nutteloosheid van verder zoeken inzien.

Het bereik van het verslag van Johannes

Christus, als Zoon van David, heeft een beperkt gebied als de Koning van Israel. Als de Zoon van Abraham wordt dit uitgebreid om allen van de Besnijdenis te omvatten. Als de Zoon van Adam is Zijn invloed veel weidser, en neemt heel de mensheid in beslag, zoals in het verslag van Lukas, zodat dit evangelie niet beperkt is tot de Verbondsnatie, maar dat bekering voor de vergeving van zonden verkondigd moet worden aan alle natiën, beginnend bij Jeruzalem (lukas 24:47).
Maar in het verslag van Johannes wordt het nog verder uitgebreid. Als Gods Zoon omvat Zijn lotdeel allen (Hebreeën 1:2), en daarom is Gods liefde niet beperkt tot Israel of tot de mensheid, maar bereikt heel de wereld.
Toch, net zoals Lukas' evangelie alleen via Israel tot alle mensen kan komen, zo kwam, in Johannes, Hij tot de Zijnen (Johannes 1:11) en is redding uit de Joden (Johannes 4:22). Hoewel het bereik zoveel groter is, blijft het kanaal hetzelfde. Daarom komt het nu tekort voor het evangelie van vandaag, waar niet zo'n kanaal is, dat gebaseerd is op de vleselijke voorrechten van Abrahams letterlijke zaad. Het wordt nu overgebracht door middel van Zijn geestelijke zaad, inclusief de Onbesnedenheid.

Johannes' verslag - tijd

Een bijzonder kenmerk van Johannes' verslag kan wel de inleiding genoemd worden. In de andere verslagen moeten we wachten tot de centrale climax om te ontdekken dat het evangelie verworpen zal worden. In Johannes, echter, worden we tevoren al geïnformeerd over het falen er van. "Hij kwam tot het Zijne en het Zijne aanvaardde Hem niet" (Johannes 1:11;SW). Het is duidelijk niet alleen maar een chronologisch verslag. Het is niet, zoals Adam, Abraham, David en de mensheid, "onder de zon," en er afhankelijk van om gebeurtenissen in hun juiste volgorde te zetten, maar, zoals de Zoon van God, onafhankelijk van de zonneklok, boven de zon, de waarheid onthullend lang vóór de bevestigende gebeurtenis. Het is een stap verder dan de anderen, en dichterbij de tijdloosheid die Paulus' hemelse onthullingen karakteriseert.

Locaties

Voor ons, zondaren uit de heidenen, is de plaats waar de belangrijkste apostelen werden geroepen van groot belang, zeker wanneer dat overwogen wordt in verband met de niet-Joodse natiën. Petrus en Johannes werden in Galilea van de natiën geroepen, waar de centurion woonde wiens geloof uitsteeg boven dat van allen in Israel. Paulus werd, voor zover ik vaststellen toen ik daar was, geroepen terwijl hij het grensgebied uit het land Israel aan het oversteken was, op zijn weg naar de natiën. is dit niet in uitgelezen overeenstemming met hun velden van bediening? Petrus was degene die bezwaar had tegen het vissen met een net in het meer (Lukas 5:5). Later weigerde hij zichzelf te verontreinigen door te vissen waar onze Heer de Romeinse centurion had gevangen! Nog later weigerde hij Cornelius te vangen, die bij de zee woonde, en weigerde, samen met de rest, naar de natiën te gaan, het aan Paulus overdragend.

De roeping van Johannes

De boodschap en bediening van de verschillende apostelen wordt schitterend aangekondigd door de omstandigheden van hun roeping. De kleinste kenmerken zijn in overeenstemming met hun carrières. Het is zeer indrukwekkend wanneer we ze met elkaar gaan vergelijken. Laten we zorgvuldig de omstandigheden van Johannes' roeping overwegen en die vergelijken met die van Petrus, die op hetzelfde moment werd geroepen, en die beide contrasteren met die van Paulus op de weg naar Damascus. We zullen zien dat onze Heer, vanaf het begin van Zijn contact met hen, precies wist wat er voor ieder van hen was weggelegd, en een ingekorte vooruitblik laten afspelen, in figuurlijke vorm, van de vorm en het lot van hun bediening. Eerst zullen we de locaties bekijken.

Toen ik in Tiberias woonde, aan de oever van het meer van Galilea, probeerde ik de plaatsen te vinden en de gebeurtenissen te visualiseren die zich daar afspeelden. Als ik me goed herinner was er één plaats, niet ver van Tiberias, waar de heuvels dicht bij de zee naar beneden kwamen, wat een ideale plek zou zijn om een menigte toe te spreken als de spreker een weinig afstand kon nemen van het land. Het was niet ver van Zijn eigen stad, waar de oever vlakker moet zijn geweest. Als de lezer nu naar het vijfde hoofdstuk van Lukas wil gaan, dan zullen we het toneeltje verder onderzoeken. Er zijn verscheidene verslagen, verschillend in detail naar de context, één in elk evangelie (Mattheüs 4:18; Markus 1:16; Lukas 5:1). Deze verschillen in details, maar komen overeen in de belangrijke feiten. Omdat Lukas' verslag het meest volledig is, zullen we hoofdzakelijk zijn verhaal gebruiken.

Twee schepen - licht

Ten eerste zien we onze Heer sprekend, lastig gevallen door een menigte, zodat weinigen dichtbij Hem konden komen. Dan zien we twee schepen. Waarom twee? Omdat er twee bedieningen waren, die van Petrus en Johannes. Maar die van Johannes werd in het begin nog niet gebruikt. Die kwam later, toen Petrus' "net" brak. In Handelingen faalde Petrus' bediening. Maar in de toekomst zal Johannes de vissen veilig aan land brengen. In de roeping van Paulus was er niet zo'n verdeling; er waren anderen bij hem die het licht zagen, maar niets hoorden. Het was een geheime roeping, ondanks het feit dat er zoveel licht was dat Saulus verblind werd. Toen Petrus en Johannes werden geroepen was er geen toegevoegd licht uit de hemel. Hun evangelie was al voorzegd in de Hebreeuwse Schrift.

Werk

Misschien is het meest belangrijke punt wel werk. Petrus was de netten aan het spoelen. Hij had de hele nacht gezwoegd, zonder een enkele vis te vangen. Overdag, echter, ving hij, op verzoek van de Heer, zoveel vis dat het net scheurde. Was dit niet een goed plaatje van zijn bediening? Tijdens Pinksteren haalde hij velen binnen, maar slaagde er daarna niet in het Koninkrijk te vestigen. In tegenstelling tot hem deed Johannes in het begin niets, maar hielp Petrus later. Stemt dit niet in met de loopbaan van het Koninkrijk? Petrus faalde in het verleden, maar Johannes zal het in de toekomst vervullen. Maar beiden zijn gebaseerd op doen. Zij en hun bekeerlingen moeten berouw tonen, gedoopt worden, daden doen die deze vereisen, en velen moeten overwinnaars worden in de eindtijd.

Door Paulus werd niets gedaan. Hij vroeg wat hij moest doen, maar hij was niet in staat om iets te werken. Hij was plat op de grond gevallen, een beeld van totale hulpeloosheid die zeer goed paste bij de grootste van alle zondaren. Al wat hem verteld werd te doen was opstaan, de positie die overeenkomt met zijn geestelijk positie voor God, die van oprechtheid die te danken is aan Gods Woord, een fijn figuur van rechtvaardiging.

Predikte Petrus "God had de wereld zo lief" op de Pinksterdag? Waarom sprak Johannes niet? Wordt Johannes' naam ooit op zichzelf staand genoemd in het boek Handelingen? En zelfs dan, waarom valt die weg na het vierde hoofdstuk, behalve als de broer van Jakobus in het achtste? Nergens in het Handelingenverslag is er een spoor van te vinden.
Petrus oefende een deel van zijn opdracht uit voordat hij stierf, maar Johannes deed en kon het niet. Onze Heer weigerde te zeggen dat hij zou sterven, zoals bij Petrus, omdat Hij deze twee, de belangrijkste van Zijn apostelen, associeerde met hun bedieningen. Johannes' bediening werd niet in het verleden vervuld, maar blijft tot Christus naar Israel terugkomt. Dan zal het aan de hele wereld verkondigd worden, door Israel. De huidige genade overstijgt zijn evangelie, en was daarom verborgen voor de Koninkrijks heiligen.

Aangezien de loop van Petrus' opdracht voor ons wordt geportretteerd door een visserij ervaring toen onze Heer hem riep, zo wordt Johannes' bediening symbolisch uiteen gezet, in overeenstemming met het hogere plan, door een andere visserij episode, waarin de gelijkenis en het contrast ons een goed idee geven over hun verschillen. Beginnend, dan, met de eerste verschijning van onze Heer aan Zijn discipelen na Zijn opstanding, laten we letten op de omgeving waar het gebeurde. Het suggereert allemaal de tijd van Zijn komst, voor welke era Johannes in geest moest blijven. Niet alleen was onze Heer opgewekt en opgestegen (Johannes 20:17), maar het was de sabbatsavond die wijst naar het donkere tijdperk dat vooraf gaat aan de dag van YAHWEH, algemeen het Millennium genoemd, of "de Dag van de Heer." De discipelen waren bang vanwege de vervolging van de Joden(Johannes 20:19). Voor Zijn komst in die toekomstige dag zullen zij in grote verdrukking zijn (Openbaringen 7:14).

Zijn eerste woord is "Vrede". Is dit niet zeer suggestief voor de dag wanneer Christus de Prins van Vrede zal zijn? En dan zal er vreugde zijn als nooit tevoren. Dit kan zeker alleen vervuld worden in die nog steeds ver weg gelegen dag. Toen ademde Hij de heilige geest over hen uit, en gaf hen een opdracht die nog nooit vervuld is geworden. Alleen bedriegers eisen nu het gezag op om zonden te vergeven of vast te leggen. Maar dit zal zonder twijfel gedaan worden in het Koninkrijk.
Dit werd gevolgd door de zaak van de twijfelende Thomas. Een falen van geloof zoals het zijne zou vandaag nooit een plaats gegeven kunnen worden, maar in het Koninkrijk, wanneer onze Heer fysiek aanwezig zal zijn, zal gevoel velen met weinig geloof overtuigen. Wij zijn onder die meer gezegenden die Zijn fysieke vorm niet gezien hebben, maar toch heeft God ons voorzien van een ongeveinsd, ongegrond geloof.

In deze omgeving zijn wij klaar om de eerste grote tegenstelling waar te nemen tussen het eerdere visserij avontuur en dit, na de opstanding. Hoewel het om hetzelfde meer gaat, is de naam veranderd. Toen werd het Gennesaret (BESCHERM-TERUGTREKKEN) genoemd, in overeenstemming met het feit dat Christus daar bescherming zocht tegen de moordenaar van Johannes de Doper, in die tijd. Dat is in dit verband niet aan de orde, want het beeldt het Koninkrijk uit, wanneer Hij de Koning van koning is en Heer van heren. De naam Tiberias, daarentegen, veronderstelt dat Hij Hoofd is van alle wereldlijke macht, zoals de Romeinse keizer van die naam was in zijn dagen.

De namen van hen die aanwezig waren, zijn, zonder twijfel, van belang, ook al zien we niet alle verbanden. De dubbele naam Simon Petrus, de eerste gegeven door zijn aardse ouders, de andere door Christus als het hoofd van de koninkrijks ecclesia, toont dat het Koninkrijk een samenstelling zal zijn van vlees en geest. Thomas schijnt vreemd in dit selecte gezelschap, in het bijzonder in zo'n vooraanstaande plaats. Maar dit wordt meer dan afdoende gerechtvaardigd wanneer we zien dat het ook een combinatie aanduidt (zijn naam betekent "tweeling") van het geestelijke met het lichamelijke, geloof en gevoel, want het Koninkrijk is grotendeels gebaseerd op tekenen, in tegenstelling tot het heden. Nathaniël geeft ons een meer verhoogd beeld van het Koninkrijk, want zijn naam is letterlijk GESCHENK-VAN-ONDERSCHIKKER. Het is verbonden met Kana, in Galilea, waar we een vooruitblik hebben op het huwelijksfeest van het Koninkrijk. Toen de wijn, bron van vreugde, faalde, toen was er inderdaad het geschenk van God. Zo zal het in die dag zijn (Johannes 2:1-11).

Een van de meest in het oog springende punten in heel deze passage, en inderdaad in heel het verslag van Johannes over het leven van onze Heer, is de afwezigheid van de naam van Johannes. Ik dacht altijd dat het te maken had met zijn nederigheid, maar hij schijnt nodeloos moeite te doen om te vermijden die hier te noemen. Hier is hij ingesloten in "hen van Zebedeüs", wat zijn oudere broer omvat, Jakobus. Later wordt hij twee maal "degene die Jezus liefhad" genoemd (7:20; 19:26). In tegenstelling hiermee verbindt hij nadrukkelijk zijn naam, ik, Johannes, met de Openbaring, waarin hij verschijnt als zijnde in de toekomst. Kunnen we dit niet nemen als een indicatie dat zijn bediening tot de toekomst behoort? Lichamelijk was hij aanwezig tijdens deze visserij, maar geestelijk behoort hij tot de toekomstige vervulling, in overeenstemming met zijn naam (GENADE-ZAL-ZIJN). Er is hier veel meer genade dan bij de roeping van Johannes, want toen brak het net. Lichamelijk trekt hij op met Petrus, maar geestelijk gaat hij veel verder dan hem.

Pal na Kana komend, waar Israel's huwelijk werd gevierd, schijnt de naam van Johannes' en Jakobus' vader toepasselijk. Zebedeüs betekent BRUIDSSCHAT, wat gewoonlijk het speciale deel is dat door middel van huwelijk komt. Dan zal Jakob in Israel (OPRECHTHEID-VAN-DE-ONDERSCHIKKER) veranderd worden, en Johannes is GENADE, twee rijke bruidsschatten van de Bruidegom.
Dan waren er twee niet bij naam genoemde discipelen, een totaal van zeven makend. In het Hebreeuws komt zeven van de stam BEVREDIGEN, wat heel goed kan doen denken aan de bevredigende zaak van het vissen, vergeleken met de eerste, toen het net brak. De vangst was veel groter, zoals de evangelievangst in de toekomstige aanwezigheid van Christus, en het net brak niet.

Wij weten dat, zoals bij de eerdere gelegenheid, er twee boten waren, maar hierover wordt in begin niets gezegd. Het schijnt dat de eerste keer de Heer in Petrus' boot was, en hij zo'n zware vracht aan vissen had dat het net brak, en Johannes' boot kwam om te redden. Dit keer, echter, trokken zij die in Johannes' boot waren het net vol vissen binnen. Wat zou beter het aanvankelijk succes van Petrus' bediening kunnen uitbeelden, met de mislukking, zoals die is beschreven in Handelingen, en Johannes' inzameling in de toekomstige dag van YAHWEH, of "van de Heer"? En laat dit niet duidelijk zien dat Johannes' bediening bij die toekomstige dag hoort?

De impulsieve Petrus hongerde naar actie. In plaats van te wachten op bericht van de Heer, ging hij op z'n eigen houtje aan het vissen. Zijn vrienden volgden zijn voorbeeld. Maar hij ging uit op het verkeerde moment. Het kan zijn dat letterlijke vis 's nachts gevangen kan worden met behulp van fakkels, maar geestelijk vissen moet worden gedaan bij daglicht of bij het nog helderder licht dat nu de zondaar verlicht. Dus, als tevoren, ving hij niets. Niet alleen dat, maar Petrus herkende de Heer niet toen Hij verscheen en hen om iets van de vangst van het werk van die nacht vroeg. En toen onze Heer aan Johannes vroeg om het net uit te werpen aan de rechterzijde van het schip, leek het wel alsof ze boven een hele school grote vissen waren. Zelfs toen moest Johannes om Petrus aandacht roepen om hem te wijzen op het feit dat het de Heer was. Niets als dit is tot nu toe gebeurd in het geestelijk gebied, maar het zal vervuld worden in verband met Johannes toekomstige Koninkrijksbediening.

En nu faalt de impulsieve Petrus opnieuw. Bij de eerdere gelegenheid schoot Johannes te hulp toen het net brak, maar nu trekt hij zijn overjas aan en werpt zichzelf in de zee, in plaats van de anderen te helpen het net binnen te trekken. Het waren duidelijk andere netten. Het evangelie van Gods zoon is veel sterker dan dat van Israels Messias. Ook al werden in het verleden velen gevangen tijdens de bediening van onze Heer en Zijn discipelen, een veel grotere vangst zal er komen in de toekomst, want dan zal onze Heer hen niet alleen in staat stellen succes te hebben, maar Hijzelf zal hen ook voorzien van de middelen van bestaan, geheel buiten hun eigen inspanningen om.

Johannes' toekomstige bediening

Nadat Simon Petrus' herders opdracht was gegeven en zijn dood voorzegd was door onze Heer, vroeg Petrus Hem: "Heer, en wat met deze?", doelend op Johannes. Het raadselachtige antwoord is buitengewoon interessant en behulpzaam, wanneer we hun twee bedieningen vanaf toen vergelijken. Hij zei: "Indien Ik zal willen dat hij blijft tot Ik kom, wat gaat jou dat aan? Jij, volg Mij!" De vroege discipelen namen dit letterlijk, zoals gewoonlijk wordt gedaan, en verspreidden een bericht dat Johannes niet zou sterven. Maar Johannes zelf ontkende dat. Wat is de oplossing? Het is zeer eenvoudig, hoewel het vandaag vrijwel onbekend is, ook al werd het in de latere Schrift een plaats gegeven en opgeschreven. De Heer sprak van Petrus' bediening, die zou eindigen met zijn dood, en Hij verwees naar Johannes' bediening, die pas zal beginnen na de komst van Christus.

De roeping van Saulus

De roeping van Paulus onthult niet zijn bestemming. Hem werd niets verteld over de geheimen betreffende de huidige bediening en de hemelse missie er van, toen hij onze Heer ontmoette op de weg naar Damascus. Zeker, hij deed zijn best om zich bij de Besnijdenisheiligen te voegen totdat hij afgescheiden werd met Barnabas, en geroepen voor een speciaal werk (Handelingen 13:2). En hij maakte geen onderscheid tussen zijn discipelen en andere heiligen, tot hij de discipelen in Efeze afscheidde (Handelingen 19:9). De eerste afscheiding maakte zijn bediening anders dan die van de andere apostelen. De tweede onderscheidde zijn ecclesia, en vervulde zijn eerdere koers (Handelingen 19:21). Rond deze tijd was het dat hij begon met het schrijven van zijn overgangsbrieven. Het was na de Handelingen era dat hij de huidige geheime bediening onthulde, in zijn volkomenheidsbrieven, Efeziërs, Filippenzen en Kolossenzen. Dit alles was verborgen, niet onthuld bij zijn roeping.

Johannes' verslag

De vier verslagen van de aardse loopbaan van onze Heer hebben veel gemeen. Zoals te zien is in hun structuren (pagina 365-366 van het CLNT), behandelen zij alle tot aan het einde dezelfde onderwerpen in dezelfde volgorde, behalve dat Markus, de Dienaar, geen geloofsbrieven levert. Alle handelen ze over het Koninkrijk zoals door anderen aangekondigd, dan met Zijn dopen, Zij beproevingen, Zijn Koninkrijk, en de Koning Zelf in het midden; alleen Johannes laat Zijn beproevingen weg. Maar al deze themas worden in elk verslag op een andere manier behandeld, overeenkomend met Zijn geloofsbrieven of karakter. Er is een groot verschil tussen de Koning van Mattheüs en de Dienaar van Markus, en tussen de Zoon des Mensen van Lukas en de Zoon van God van Johannes. Vanuit het speciale aspect van goddelijk zoonschap worden alle gebeurtenissen bekeken in een veel geestelijker licht dan in de voorafgaande verslagen.

Miljoenen na miljoenen van Johannes' verslag van het leven van onze Heer zijn uitgegeven en in omloop gebracht, in vele talen. Ongeveer vijftig jaren geleden had ik een goedkope manier bedacht om het te binden, twee tegelijk, en zo kregen wij de opdracht voor het drukken van honderdduizend exemplaren, voor een plaatselijk Bijbelhuis. Het was toen dat de gedachte in mij opkwam om zoveel als mogelijk te drukken van het boek Romeinen, dat bevat wat nu echt nodig is, en veel verklaart van het evangelie dat vandaag van kracht is. Tenslotte slaagde ik er in het te doen. Maar de reactie rechtvaardigde geen tweede druk. De Tegenstander ziet er op toe dat, steeds wanneer een poging wordt gedaan ons speciale evangelie te verspreiden, er een ontijdig en niet-afdoende evangelie als echt onder de aandacht wordt gebracht. Dat is de reden waarom gelovigen beginnen in een mist en zelden hun weg vinden naar de allesoverstijgende waarheid van het geheime evangelie voor deze bediening. Onwetend van hun eigen rijkdommen, proberen zij anderen met veel minder weelde te beroven. De Besnijdenis, aan wie Johannes in feite schreef, zou hen nooit de plaats of het voorrecht toestaan dat gereserveerd is voor de vleselijke discipelen van onze Heer in het Millennium.

De overlijdens van de apostelen

Het hoofdpunt in het evangelie van het Koninkrijk was dat het nabij was, aanstaande. Had Israel gereageerd, dan zou noch de Messias, noch Zijn apostelen, noch enige gelovige zijn gestorven. De kruisiging van Christus was een doodsklap voor de verkondiging er van, maar Zijn opstanding deed de hoop op onsterfelijkheid herleven. Bovendien, als de natie zich had bekeerd, zou geen van de apostelen zijn gestorven. Het meest opvallende teken dat het niet spoedig kwam, was de moord op Jakobus Zebedeüs (Handelingen 12:2). Later werd Petrus' tabernakel snel weggenomen, zoals de Heer had voorzegd (2Petrus 1:14; Johannes 21:18). Dat beëindigde alle hoop van het snel verschijnen tot op vandaag. Maar er is geen verslag van Johannes' dood. Niet lang nadat we dit horen, schrijft hij de boodschappen aan de zeven ecclesias van de provincie Asia in de dag van de heer, die nog steeds toekomst is. In geest leeft hij door tot in die era.

De voorzegging van de dood van Petrus

Het verslag van Johannes voorzegt niet alleen de verwerping van de Koning, zoals opgeschreven in de andere verslagen van Zijn leven, maar deelt ook de verwerping van de koninkrijks-ecclesia mede in de latere verkondiging in het boek Handeling, door Petrus' dood te voorzeggen, toen hem zijn herders opdracht was gegeven, na Christus' opstanding. De onstuimige Petrus had geroemd dat hij zijn ziel zou afleggen voor zijn Heer (Johannes 13:37). Spoedig daarna verloochende hij Hem (Johannes 18:25). Ondanks dat droeg Christus hem op Zijn schapen te hoeden, maar niet om op Zijn troon te zitten, wat hij had kunnen doen als het Koninkrijk aanstaande was. Hij zei:

Amen! Amen! Ik zeg tot jullie, toen je jong was, omgordde je jezelf en wandelde je waar je wilde. Maar wanneer je oud zal zijn geworden, zal je je handen uitstrekken en een ander zal je omgorden en zal je brengen waar je niet wil. Hij nu zei dit, aangevend met welke dood hij God zou verheerlijken."
(Johannes 21:18,19;SW)
Dit had niet kunnen gebeuren als het Koninkrijk aanstaande was.

Het zal ons helpen de twee koninkrijks-eras en het heden te onderscheiden als we er op letten dat beide koninkrijksbedieningen afgesloten werden door dood, de eerste door de kruisiging van Christus, de tweede door de dood van Petrus. Dit was waarschijnlijk rond de tijd dat Jeruzalem en de tempel waren vernietigd, zodat er geen Koninkrijk kon zijn. De gelovige Christenen werden of gedood of verdreven, hoewel velen, zo niet allen, Paulus' evangelie kunnen hebben ontvangen. De huidige ecclesia zal gesloten worden, niet slechts door leven, maar door een allesovertreffende vitaliteit die ons voorbij de dood zal brengen, niet alleen op Aarde, maar in heel het universum.

Johannes kennelijke immuniteit

Nadat Petrus verteld is dat hij zou sterven, vraagt hij over Johannes, wie Jezus liefhad, "Heer, en wat met deze?". Toen zei Jezus tot hem: "Indien Ik zal willen dat hij blijft tot Ik kom, wat gaat jou dat aan? Jij, volg Mij!" Toen dit woord werd gesproken, meenden zij dat Johannes niet zou sterven, maar leven tot de komst van de Heer. Onze Heer zou een vraag als deze niet stellen, tenzij er niet een zekere waarheid beweerd zou worden. Er zijn andere uitspraken in dit verslag als deze. Bijvoorbeeld: onze Heer vertelde Nicodemus dat de Zoon des Mensen in de hemel was (Johannes 3:13). Dit was niet waar in het vlees, maar het was in geest. Zo is hier de geweldige waarheid dat Johannes de dag van de Heer binnen zou gaan in geest (Openbaring 1:19), voordat zijn vlees zou terugkeren in de grond. Daarom wordt in de Schrift niets gezegd over zijn dood, en hoe minder wij er over zeggen, des te beter het is. In geest springt hij geheel over de huidige pauze heen. Hij zou er nooit in gebracht mogen worden.

Babylon

Niet alleen is Petrus' dood een duidelijk aanwijzing van het falen van de Koninkrijksverkondiging, maar de plaats van zijn verbanning draagt welsprekend getuigenis van het zelfde feit.

Israel zal eens zowel het politieke als het religieuze hoofd van de Aarde zijn. Toen zij het politieke hoofdschap over hun eigen land verloren, werden ze naar Babylon gedeporteerd. Deze naam betekent "IN-UITEENVALLING", wat de toestand er van perfect beschrijft. Het Koninkrijk viel politiek uiteen. In Handelingen gebeurde hetzelfde op religieus gebied. De laatste Koninkrijks-ecclesia werd, met Petrus, hun hoofd, naar Babylon gedeporteerd, en viel uiteen. Geestelijk is dat hun toestand, waar ze ook zijn, en dat zal zo blijven tot de Koning komt en zowel hun koninklijke als priesterlijke vooraanstaandheid op Aarde herstelt.

   


© ©Concordant Publishing Concern