Voor u gaat lezen...
In dit artikel gaat A.E.Knoch uit van de Engelse King James vertaling, maar de door hem aangesneden problemen zijn net zo aanwezig in de Statenvertaling en de vertaling van het NBG uit 1951.
Bij het vertalen van het artikel is gebruik gemaakt van de NBG, maar zijn, waar nodig, de teksten aangepast aan de Concordante vertaling. U zult dat merken aan de kleine letters waarin heilige geest wordt geschreven en hier en daar aan een kleine andere wijziging.
Wim Janse
|
De leer over heilige geest is hopeloos verborgen geraakt in de populaire vertalingen van de Schrift. Iedere poging hun ongeoorloofde toevoegingen en gebruik van hoofdletters te bekritiseren of te corrigeren, staat garant voor het neerregenen van hen nodige anathema's van die vasthouden aan traditie.
Misschien heeft geen andere zaak in de Concordante Vertaling(*1) zo veel kritiek opgeroepen als het weglaten van hoofdletters in de spelling van heilige geest. Dit vraagt om meer uitleg dan tot heden werd gegeven. Het is het doel van deze vertaling alle interpretatie weg te laten. Het gebruik van hoofdletters voor heilige geest is, in elk voorkomend geval, een zaak van oordeel. Er kan geen echte reden gegeven worden waarom heilige geest met hoofdletters geschreven zou moeten worden. Het is niet de naam van een godheid. Het is iets van God, niet Zijn persoon. Tenzij het op figuurlijke wijze gebruikt wordt voor God of voor Christus, zou het altijd met kleine letters gedrukt en geschreven moeten worden.
Geestelijk gerichte vertalers en herzieners hebben veel verwarring ondervonden in deze. Ze hebben zelden deze vraag tot hun eigen tevredenheid afgesloten. J.N. Darby, die wel de laatste zou zijn die een kleine "g" zou schrijven waar een grote zou moeten staan, richt hierop de aandacht in het voorwoord van zijn vertaling. Aangezien hij een straaltje licht ziet als reden hiervoor, zullen we zijn woorden citeren:
Het gebruik van een grote of kleine "g" is in het geval van het woord Geest zeer moeilijk; niet in het geven wanneer er op persoonlijke wijze over het Heilige Geest wordt gesproken. Daar is het eenvoudig genoeg. Maar als in ons wonend, onze status er door, en het Heilige Geest zelf, zijn zo door elkaar gemend, dat het erg ingewikkeld is geworden, want er wordt over gesproken als over onze toestand, en dan weer over het Heilige Geest. Schrijven we het met een hoofdletter, dan raken we de eerste kwijt; maar schrijven we het met een kleine letter, dan verliezen we het Heilige Geest persoonlijk. Ik kan het laten bij alleen deze waarschuwing, de lezer er op attenderend...
Let er op dat hij de geest "het" noemt en vagelijk de oorzaak van de verwarring ziet, die voortkomt uit het feit dat de heidenen de geest van God delen, en één geest zijn in de Heer.
Er is door de hoofdletter G een wolk getrokken over het achtste hoofdstuk van Romeinen. Vele jaren lang kon ik geen verstandig beeld krijgen van het betoog, omdat de Heilige Geest overal binnen geslopen was. Het vierde vers is duidelijk verkeerd: "die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest," is uit balans. Het gaat hier in hoofdzaak over over het vlees en de geest van de gelovige. Zo ook de tweede keer dat het voorkomt. De geest's wet van leven verwijst ten eerste naar onze geest, net als in het tiende vers. Vers vier spreekt over ons vlees en onze geest. Natuurlijk, "de dingen van de geest" en "de geest van de geest" kunnen niet aan onze geest voorbijgaan. Let op de vreemde tegenstelling in vers negen: " Gij... zijt ...in de Geest, ... indien de Geest Gods in u woont." Wij zijn in geest, niet in de Geest. Die is in ons. Beide geesten zijn nodig om "de werkingen des lichaams te doden"(vers 13). Zeker, "geest van slavernij" zou toch in evenwicht gehouden moeten worden door "geest van zoonschap"(vers 15)? Let er op dat zelfs de King James AV spreekt van "the Spirit itself"(verzen 16 en 26), net zoals Tyndale dat deed in zijn basis Engelse versie, die daartoe aangepast werd om tegemoet te komen aan de vooroordelen van kerkelijke tradities.
De King James vertaling is in de loop der tijd behoorlijk gewijzigd. Aanvankelijk gebruikte men bij heel wat zelfstandinge naamwoorden hoofdletters, zoals bij Priest, en Sabbath, maar nu worden al die woorden gespeld met kleine beginletters. Het woord geest echter, is in grote mate in de andere richting veranderd. Op vele plaatsen waar ze eerst een kleine "g" hadden, staat nu een hoofdletter. Deze wijzigingen zijn niet "geauthoriseerd". De verandering van andere zelfstandige naamwoorden is nauwelijks van belang, het is een kwestie van de "stijl" van de drukker. Maar de verandering van "geest" in "Geest" zet de interpretatie vast. Als gevolg daarvan is een studie van dit thema in de Authorized Version minder dan waardeloos.
De Revised Version heeft dezelfde tendens gevolgd als de eerdere redactionele herzieningen van de Authorized Version. Zij gebruiken in de regel minder hoofdletters, maar toch laten ze het aantal plaatsen waar geest met een hoofdletter wordt geschreven nog verder toenemen. Het gevolg van deze tendens is aan alle kanten zichtbaar. Niet alleen is er een grote onwetendheid over het onderwerp van heilige geest, maar redacteuren en herzieners zijn zeer openhartig in het bevestigen van het feit, hoewel ze niet de ongerijmdheden zien in de bekende vertalingen, en heftig oppositie voeren tegen de uniforme weergave van de concordante methode. De enig mogelijke remedie is het constante gebruik van een versie die overeenkomt met het Grieks en nergens, door middel van het gebruik van hoofdletters, in de tekst de mening van de vertaler inlegt.
Dezelfde opmerkingen zijn van toepassing op de Griekse teksten. Moderne redacteuren verschillen allen onder elkaar en buiten hun directe omgeving is hun mening niets meer waard dan die van welke andere mens dan ook. Hun uncialen zijn allemaal in hoofdletters. Het lopend schrift heeft er maar een enkele, en deze zijn dan nog een kwestie van stijl. In geen van de oude teksten wordt het woord geest waar dan ook onderscheiden op een wijze als in latere Griekse en Engelse reproducties. Dit is de reden waarom de concordante Griekse tekst het oudste bewijs volgt.
Dit voorkomt zelfs die onbewuste veranderingen die een schaduw werpen over ons verstaan en aan de tradities van mensen al het gezag geven van het Woord van God.
De geest van God en de geest van de mens staan vaak in de nauwst mogelijke samenwerking, zodat ze bijna niet te onderscheiden zijn. Bijvoorbeeld: wij zijn Gods verblijfplaats, in geest(Efe. 2:22). Welke geest? Ze moet zeker Gods geest omvatten, want dat is de enige kracht die ons in Zijn heilige aanwezigheid kan houden. En zeker moet ze onze geest omvatten, want anders dan in geest is dit niet waar. Ze staat in tegenstelling met vlees.
Wat doet de Revised Version ons perplex staan! Wij zijn een "woonstede Gods in de Geest." Of God leeft in ons, die in de Geest leven, wat een vreemde mengeling van figuren is, of God leeft in de Geest die in ons leeft, wat net zo ver gezocht is.
Het simpele feit is dat God in ons woont, niet in ons vlees, maar in onze geest, niet op fysieke wijze, maar door Zijn geest. Zijn geest en de onze zijn beide betrokken in de simpele uitdrukking: in geest. In plaats van ons te helpen bij het verstaan, voorkomt het hoofdlettergebruik de mogelijkheid van een verstandige interpretatie.
Het probleem van "persoonlijkheid" is net zo ingewikkeld. De sterkste passage die naar voren kan worden gebracht voor de persoonlijkheid van de heilige geest geeft daaraan een onpersoonlijke naam(Joh. 16:13-15). In tegenstelling tot de geest van misleiding wordt hij de geest van de waarheid genoemd. Waarheid is een abstracte eigenschap. Maar in tegenstelling met de valse geesten die pogen te misleiden, wordt hij een gids genoemd, wat neutraal is. Deze boze geesten spraken uit zichzelf, maar hij spreekt alleen dat wat hij gehoord heeft van God, wat persoonlijk lijkt te zijn. Dit alles verwijst naar de parakleet, de heilige geest. Als vervanger van Christus en tegenstander van boze geesten worden hem de kenmerken van een persoonlijkheid gegeven, maar beschouwd als tegengesteld aan de geest van dwaling, is het de onpersoonlijke geest van waarheid. Op zichzelf is het neutraal, maar het weerspiegelt het karakter van wat waaruit het is samengesteld.
De leer van de aparte persoonlijkheid van de heilige geest is waarschijnlijk opgekomen uit deze passage. De spraakfiguren van onze Heer werden vaak door Zijn discipelen verkeerd begrepen. Wanneer Hij met hen sprak over gist, dan maakten zij zich zorgen om brood. "Dit is mijn lichaam" werd letterlijk genomen, en door de kerk duizend jaren lang vurig verdedigd. Zo werd de verpersoonlijking van de geest van waarheid letterlijk genomen, omdat hij de plaats moest innemen van een Persoon en in tegenstelling was met boze geesten, daarmee leidend tot de schepping van een andere God in het christelijke pantheon. We mogen er zeker van zijn dat de discipelen het nooit zo hebben begrepen. Geen enkele Jood zou in een andere godheid geloven. Zij keken op de Pinksterdag niet uit naar een persoon. Zij ontvingen een geest, Gods geest, de geest van waarheid, die in hen was en bij hen was op een wijze die voor een persoon onmogelijk was.
In de oorspronkelijk tekst zijn er een aantal opvallende variaties in het combineren van de twee woorden, heilig en geest. Er is heilige geest, geest heilig, de heilige geest, en de heilige de geest. Het valt te denken dat de langste frase, de heilige de geest, van toepassing is op de "Gever" en de kortste, geest heilig, alleen op Zijn "gaven." Het probleem hiermee is, dat ze geen enkele analogie heeft in welke taal dan ook. Het bepalend lidwoord verandert de betekenis van de woorden waaraan het vooraf gaat niet. Het kan een kracht niet veranderen in een persoon. Bijvoorbeeld: "geest van God"(Gods geest, Rom.8:9) verschilt van "de geest van de God"(1Kor.2:11) in nadruk, maar zeker niet in betekenis. "De God" is alleen een beperkte toepassing van "God". De laatste is niet alleen maar een kracht.
Om te laten zien dat "geest" zowel kan slaan op Gods geest als op "de geest", zullen we de plaatsen geven waarin ze in directe combinatie staat met de naam van God. Deze zullen tegelijkertijd meer licht werpen op het feit dat Gods geest niet een aparte godheid van God Zelf is. De twee frasen zijn, waar mogelijk, in de laatste herziening van de Concordant Version onderscheiden, door de een weer te geven als "de geest van God/ the spirit of God" en de andere als "Gods geest/Gods spirit."
1 Cor. 2:11 Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de geest van God.
2:14 Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de geest van God is,
3:16 Weet gij niet, dat gij tempel van God zijt en dat de geest van God in u woont?
6:11 gerechtvaardigd ... door de geest van onze God.
1 Joh. 4: 2 Hieraan onderkent gij de geest van God
Matt. 3:16 Gods geest nederdalen als een duif
12:28 Maar indien Ik door Gods geest de boze geesten uitdrijf
Rom. 8: 9 indien Gods geest in u woont
8:14 Want allen, die door Gods geest geleid worden
15:19 door de kracht van Gods geest
1 Cor.7:40 en ik meen ook Gods geest te hebben
12: 3 door Gods geest sprekende zegt: "Vervloekt is Jezus"
2 Cor.3: 3 maar met de geest van de levende God[levende Gods geest]
Wie kan er onderscheid maken tussen "de geest van God"(1Kor.3;16) en "Gods geest"(Rom. 8:9), die in ons woning maakt? In elk geval is het verschil geheel te vinden in de relatie van de frases met de context, niet in de betekenis.
Indien de afwezigheid van het lidwoord voor geest aangeeft dat het een ding is, en zijn aanwezigheid een persoonlijkheid, dan zouden de vele passages die hem als een kwaliteit behandelen allen zonder lidwoord moeten zijn. Maar toch lezen we van de geest van waarheid(1Joh. 4:6), de geest van de genade(Hebr. 10:29), de geest van misleiding(1Joh.4:6), de geest van uw denken(Efe. 4:23), hoewel natuurlijk gewoonlijk het lidwoord in zulke gevallen ontbreekt. We zouden ook verwachten dat persoonlijke geesten altijd het lidwoord hebben. Maar toch lezen we "noch...geest"(Hand. 23:8), [een] geest(Hand.23:9), [een] geest(Luc.24:37), onreinen geesten(Luc. 6:18), [een] onreine geest(Marc. 1:23; 5:2; 7:25), enz.. Het lidwoord heeft niet zo'n functie.
Bovendien, aan dezelfde geest wordt soms gerefereerd als als "de geest" en "geest." Onze Heer sprak van de geest die de discipelen zouden ontvangen, en noemt die dan "heilige geest"(Joh. 7:39). Later wordt hij "de geest de heilige" genoemd(Hand. 1:8; 2:33). Zo worden op vele plaatsen deze variaties heel vrijelijk op dezelfde geest toegepast, handelend op hetzelfde moment.
We zullen u nu de verschillende variaties geven waarin heilig en geest zijn gecombineerd, met al hun variaties in grammatica, zowel als die welke door de aanwezigheid van het lidwoord worden geproduceerd, Zulk een analyse is noodzakelijk, opdat zij die werkelijk de feiten willen bestuderen zoals die door de originelen worden gegeven, dat met gemak en resultaat kunnen doen. Eerst geven we de vormen zonder het lidwoord, later die met het lidwoord. Men moet er op letten dat in het Grieks het bijvoeglijk naamwoord, zoals heilige, normalerwijze achter het zelfstandig naamwoord komt, zodat pneuma hagion, geest heilige hetzelfde is als ons heilige geest.
Lucas 12:12 Want heilige geest zal u op het eigen ogenblik leren
Lucas 12:10 maar wie tegen de heilige geest zal lasteren, het zal hem niet vergeven worden
In deze passage ligt de nadruk op heilige door de positie. Bij beide zijn zowel Gods geest als diens daden betrokken, zodat geen van beide kan worden uitgesloten. Ja, het brede en veelomvattende bijvoeglijk naamwoord "heilige" wordt in al deze passages gebruikt, eerder dan het beperkende "Gods", om zo alles wat in het bereik van de context ligt in te sluiten. Het is niet alleen noodzakelijk, nee, het is onwenselijk dat we zijn uitingen zouden ontleden in de "persoonlijke" en de handelende en de menselijke aspecten. Alles is handelend en te danken aan het contact van Gods geest met die van de mens.
Lucas 1:35 heilige geest zal over u komen
2:25 en heilige geest was op hem.
11:13 heilige geest geven aan hen die Hem daarom bidden
Joh. 7:39 Dit zeide Hij van de geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden, want heilige geest was nog niet..
20:22
Ontvangt heilige geest
Hand. 8:15 bidt voor hen opdat dat zij heilige geest mogen ontvangen.
17 Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen heilige geest.
Hand.
8:19 opdat, als ik iemand de handen opleg, hij heilige geest ontvange.
19: 2 En hij zeide tot hen: Hebt gij heilige geest ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt?
2 Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er heilige geest is.
Matt. 1:18
voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit heilige geest.
20
want wat in haar verwekt is, is uit heilige geest
Luke 1:15 met heilige geest zal hij vervuld worden
41
en Elisabet werd vervuld met heilige geest.
67
Zacharias werd vervuld met heilige geest
4: 1
Jezus nu, vol van heilige geest
Acts 1: 2
door heilige geest zijn bevelen had gegeven
2: 4 en zij werden allen vervuld met heilige geest
4: 8 Petrus, vervuld met heilige geest
25 die door heilige geest bij monde van...
31
en zij werden allen vervuld met heilige geest
6: 5 een man vol van geloof en heilige geest
7:55 hij, vol van heilige geest
9:17
opdat gij weer zoudt nien en met heilige geest vervuld worden
11:24 en met heilige geest vervuld worden
13: 9 Paulus, vervuld met heilige geest
52
vervuld met blijdschap en met heilige geest.
Rom. 5: 5 in onze harten uitgestort is door heilige geest
die ons gegeven is
15:13 in de kracht van heilig geest.
1 Thess.1:6 en gij hebt het woord onder zware verdrukking met blijdschap van heiligen geest aangenomen,
2Tim. 1:14 Bewaar door heilige geest, die in ons woont
Heb. 2: 4 en door heilige geest toe te delen naar zijn wil.
6: 4 en deel gekregen hebben aan heilige geest
2 Peter 1:21 uit de wil van een mens, maar, door heilige geest gedreven
Matt. 3:11 die zal u dopen in heilige geest en vuur.
Mark 1: 8 maar Hij zal u dopen in heilige geest.
Luke 3:16 die zal u dopen in heilige geest en vuur
Joh. 1:33 deze is het, die in heilige geest doopt.
Hand. 1:5 maar gij zult in heilige geest gedoopt worden
10:38 hoe God Hem met heilige geest en met kracht heeft gezalfd.
11:16
maar gij zult in heilige geest gedoopt worden.
Rom. 9:1 want mijn geweten betuigt mij dit mede in heilige geest
14:17
maar rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, in heilige geest.
15:16
geheiligd door heilige geest.
1 Kor. 12:3 niemand kan zeggen: Jezus is Here, dan door heilige geest.
2 Kor. 6:6 in heilige geest
1 Thess.1:5 maar ook in kracht en in heilige geest en in grote volheid
1Petrus 1:12 welke u thans verkondigd zijn bij monde van hen, die door heilige geest, die van de hemel gezonden zijn
Jude 1:20
en door te bidden in heilige geest
Het zal velen van u verrassen te zien dat op de meeste van de plaatsen waar "de Heilige Geest" staat, het in de grondtekst eenvoudig "heilige geest" is, zonder het lidwoord. De context beperkt het gewoonlijk tot een manifestatie van Gods geest in de mensheid. Toch wordt het ook gebruikt in de meest "persoonlijke" wijze die maar mogelijk is, want onze Heer werd voortgebracht door "heilige geest"(Matt. 1:18,20; Lucas 1:35). De theorie dat het lidwoord sluimerend aanwezig is na voorzetsels, vindt geen steun in de feiten en is in Lucas ook niet het geval. Daar hebben we een combinatie die ons allen tevreden zou moeten stellen dat heilige geest Gods persoonlijke kracht is. We herhalen het:
"heilige geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden.
"
Hier wordt het feitelijk gelijkgesteld aan "kracht," en het karakter van het onderwerp vereist dat het een vitale energie moet zijn, maar toch is ze zo persoonlijk dat het de verwekking van een Persoon tot gevolg had.
Matt. 28:19 en doopt hen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest
Hand. 1: 8 wanneer de heilige geest over u komt
2:33
en de belofte van de heilige geest
9:31 door de bijstand van de heilige geest.
10:45 dat de gave van de heilige geest ook over de heidenen was uitgestort
16: 6
maar werden door de heilige geest verhinderd
1Kor. 6:19 dat uw lichaam een tempel is van de heilige geest, die in u woont
2Kor.13:13 en de gemeenschap van de heilige geest
Hand. 15:28 Want het heeft de heilige geest en ons goed gedacht
Er is misschien geen enkele andere passage waarvan wordt verondersteld dat ze het bewijs levert voor de "Drie-eenheid" als Mattheüs 28:19. " doopt hen in de naam van de Vaders en van de Zoons en van de heilige geest." Maar er is geen enkel grond voor dit idee. Dopen werd niet noodzakelijkerwijze gedaan in de naam van de godheid. De apostelen gebruikten deze formule nooit. Op verstandige wijze varieerden zij de naam en titel van onze Heer, omdat dit in harmonie was met de voorwaarden waaronder de doop aan de dopelingen werd gebracht. Het is pas wanneer het koninkrijk op Aarde is opgezet, dat deze drievoudige formule gebruikt zal gaan worden. De heilige geest wordt in die tijd speciaal toegevoegd, omdat het een tijd zal zijn waarin de geest van God wonderen zal bewerken onder alle vlees, en hun doop is daartoe de introductie; ze is niet een ontleding van de personen van een Drie-eenheid. Zo'n belangrijke onthulling moet niet verward worden met een terloopse verklaring bij een ander thema. Wanneer het onderwerp zelf besproken wordt, wordt de eenheid van God verzekerd en meervoudigheid afgewezen.
Marc. 3:29
maar wie gelasterd heeft tegen de heilige geest
12:36 David zelf heeft, in de heilige geest, gezegd:
Luc. 3:22 en de heilige geest in lichamelijke gedaante als een duif op Hem nederdaalde
Joh. 14:26 maar de trooster, de heilige geest,
Hand. 1:16 dat de heilige geest voorheen bij monde van David gesproken heeft
5: 3 om de heilige geest te bedriegen
32
de heilige geest, die God hun gegeven heeft, die Hem gehoorzaam zijn.
10:44 viel de heilige geest op allen, die het woord hoorden.
47 die evenals wij de heilige geest hebben ontvangen?
11:15 viel de heilige geest op hen
13: 2 zeide de heilige geest
15: 8
door hun de heilige geest te geven evenals ook aan ons,
19: 6 kwam de heilige geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden
20:23 behalve dat de heilige geest mij van stad tot stad betuigt en zegt
Hand.20:28 de gehele kudde, waarover de heilige geest u tot opzieners gesteld heeft
21:11 Dit zegt de heilige geest:
28:25 Terecht heeft de heilige geest door de profeet Jesaja tot uw vaderen gesproken,
Efe. 4:30 En bedroeft de heilige geest Gods niet door wie gij verzegeld zijt
1 Thess.4: 8 maar God, die u immers ook ZIJN heilige geest geeft[de heilige geest van Hem].
Heb. 3: 7
gelijk de heilige geest zegt
10:15 En ook de heilige geest geeft ons daarvan getuigenis,
Matt. 12:32 maar spreekt iemand tegen de heilige geest, /p>
Luke 2:26 hem was door de heilige geest een godsspraak gegeven,
Hand. 13: 4 door de heilige geest uitgezonden
Heb. 9: 8 Daarmede gaf de heilige geest te kennen
Lucas 10:21 verblijdde Hij Zich in de heilige geest en zeide
Hand. 7:51 gij verzet u altijd tegen de heilige geest
Efe. 1:13 verzegeld met de heilige geest der belofte
Veel van deze passages laten de heilige geest zien, handelend als een persoon. Wij hebben hem als de trooster, hij spreekt, hij voorzegt, hij benoemt, hij getuigt, hij zendt. Maar aan de andere kant wordt hij toebedeeld en valt hij op ze, is hij een zegel - allemaal zaken die buiten de mogelijkheden van een persoonlijkheid vallen. Alleen wanneer we deze twee gedachten combineren en hem de geest van een Persoon beschouwen, dan kunnen we al deze passages op concordante wijze verstaan.
Gods heilige geest is niet een apart individu, met een wil, een verstand en een onafhankelijk bestaan. Hij doet alle dingen door Zijn geest door Zijn Christus. Deze geest is net zo "persoonlijk" als de menselijke geest. Hij is zo één met God, dat hij Zijn spreekbuis is. De Schriften zijn het woord van God, maar feitelijk geïnspireerd door Zijn geest. Maar de geest spreekt niets anders dan Gods woorden, denkt niets anders dan Gods gedachten en niets anders dan Gods openbaar zijn in Zijn schepselen.
Het probleem is: hoe kan de heilige geest al die attributen van persoonlijkheid hebben, in combinatie met de onpersoonlijke kwaliteiten van een kracht of macht? Het antwoord is eenvoudig: Geestkracht is niet slechts materiële energie - zoals de wind dat figureert, het is een levende, intelligente, persoonlijke kracht, die zich in de mensheid ontwikkelde door ademen.
Aangezien ook wij een geest hebben, zouden we in staat moeten zijn door die van ons de "persoonlijkheid" van Gods geest te testen. Er zijn momenten dat onze geest zich verheugt en dan is hij weer triest. Alleen een persoon kan terneergeslagen of vreugdevol zijn. Trekken wij daarom de conclusie dat onze geest een andere persoonlijkheid is dan wijzelf? Zeker niet!
De menselijke geest wordt verfrist(1Kor. 16:18), is rusteloos(2Kor. 2;13). Mijn geest is onlosmakelijk de mijne, dat, net als de ziel en het lichaam, ik ervan kan spreken als ware het over mijzelf. God spreekt er op dezelfde manier over, opdat we Hem kunnen begrijpen. Zou Hij tot geestelijke wezens spreken, dan zou Hij zijn methode wijzigen. Maar tot ons, menselijke wezens, ieder met een geest, spreekt Hij alsof ook Hij mens zou zijn en Zijn geest als die van ons.
Zodra we gaan zien dat de heilige geest niet een apart geestelijk wezen van God is, maar dat het Zijn geest is, lossen de vele problemen die het onderwerp omgeven snel op. Dit verzoent de passages waarin hij met hen als een persoon lijkt te handelen, in wie in wie hij een onpersoonlijke kracht is. Beide zijn waar van Gods geest, want het is de taak van die geest om te werken als een kracht in Gods schepping en in Zijn heiligen. Indien we een onderscheid wensen te maken tussen de "Gever" en de "gift," dan zullen we ontdekken dat God Zelf de Gever is en Zijn geest de gift. Hij geeft "de heilige de geest"(Hand. 15:8; 1Thess. 4:8)
A.E.Knoch
(*1) Concordante vertaling van het Nieuwe Testament in het Engels. Te downloaden of te koop op
Concordant Publishing Concern