Het "Indien" Evangelie van Johannes
door A.E.Knoch.

Het evangelie van Johannes is afhankelijk van menselijke medewerking. Men vindt er niets van de zekerheid die we vinden in Paulus' overtuiging. Er is geen passage die we kunnen vergelijken met Paulus' verzekering dat
"...ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten,
39 noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here."

(Rom. 8:38,39;NBG)
Het evangelie naar Johannes wordt gemarkeerd door woorden zoals als en indien en baseert zegen op een menselijke gedrag zoals geen enkel gewetensvol Christen kan claimen en niemand die de zwakheid van het vlees kent ooit zal proberen te volvoeren.

Hoewel al mijn vroegere leraren grote nadruk legden op "eens gered, altijd gered", hadden ze toch liever het evangelie van Johannes dan dat van Paulus. Ja, nu ik er op terug kijk, realiseer ik me dat Johannes' evangelie hen verblindde voor de noodzakelijke waarheden van dat van Paulus, net zoals het dat doet bij de hedendaagse Christenen. Daarom denk ik dat het goed zal zijn een paar passages aan te geven die niemand, die werkelijk Paulus' alles overstijgende boodschap waardeert, op zichzelf kan toepassen, zonder zichzelf grote schade te berokkenen. Als jong gelovige voelde ik al dat er iets mis was met deze teksten, maar kon ik niet ontdekken wat het was, aangezien het evangelie van Paulus grotendeels aan ons onbekend was. Zelfs hoewel we vele tegenstrijdige passages citeerden, kregen ze te weinig grip op ons om hun zware tegenstellingen te benadrukken!

Laten we eens kijken naar de zaak van de zieke bij het bad van Bethesda (Joh. 5:1). Eerst krijgen we een beeld van redding in Israël voordat Christus kwam. Hoe hopeloos was het! Een hele menigte wachtte totdat de boodschapper van de Heer het water beroerde, maar slechts één wordt genezen! Kennelijk was hij niet in zo'n slechte staat als de rest, want hij slaagt er in als eerste het water te bereiken. De man die door de Heer zelf werd genezen zou er best al 38 jaar gewacht kunnen hebben. Zijn probleem was dat hij afhankelijk was van de hulp van anderen. Zij die onder de Wet waren, werden wel verteld hoe te wandelen, maar ze kregen er niet de kracht voor!

Israels Genezing is Toekomst
Toen Christus hem genas, kregen we een beeld van het evangelie van Johannes, met een duidelijke aanwijzing van de tijd waarvoor het bedoeld is: het was op de sabbat en dat spreekt over het toekomstige 1.000-jarig Rijk. Dan zal het zijn dat Israël's lange ziekte zal worden genezen. Maar ook wordt verteld dat hij iets moet doen! Zo ging het in het Besnijdenis evangelie in het verleden altijd, behalve in het evangelie van Johannes. Hij wordt niet gevraagd zich te bekeren of zijn zonden af te wassen in het bad, maar slechts om zijn bed te dragen, z'n slaapmatje waarop hij rustte, en te wandelen. Wanneer Petrus en Johannes, aan het begin van de verkondiging van het Koninkrijk, dit teken herhalen, laten ze dit deel weg (Hand. 3:6), want de tijd was nog niet gekomen om te rusten. In het Koninkrijk zelf moeten ze niet alleen volgens de Wet wandelen, maar ook werken, zodat ze kunnen rusten!! Ze moeten de wet gehoorzamen. Wij zijn gerechtvaardigd buiten werken der wet om!!

Maar wat me het meest dwars zat in deze passage was dit: Naderhand, als Jezus de genezen man terug ziet in het heiligdom, dan zegt Hij tegen hem:

"Zie, gij zijt gezond geworden; zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkome."
(Joh. 5:14;NBG)
Zo'n redding scheen me volkomen ontoereikend in mijn geval! Ik was me bewust dat het goede geen woning in me maakte (d.w.z. in mijn vlees). Ik had wel de wil, maar niet de kracht(Rom. 7:18). Dat soort redding was slechts een tijdelijke opluchting. Wat ik nodig had vond ik in Paulus' brief aan de Romeinen!
"Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn."
(Rom. 8:1;NBG)

"Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God;
9 niet uit werken, opdat niemand roeme."

(Efe. 2:8;NBG)
Paulus Gehandicapt
We moeten dit vergelijken met de roeping van Paulus (Hand. 9). Hij was niet lichamelijk zwak, want het schijnt dat hij het hele eind van Jeruzalem naar Damascus heeft gelopen. Ik ben zelf over deze weg gegaan, maar wel in een auto. Hij was nog jong en sterk. Maar toen Jezus hem ontmoette verloor hij zijn kracht en viel op de grond. Hij was geen blinde. Christus verblindde hem, zodat hij niet kon zien. Hij wordt opgedragen te lopen. Dat woord en haar figuurlijke betekenis van gedrag, wordt hier zorgvuldig vermeden, net zoals het woord staan. Paulus wordt gezegd op te staan, maar we lezen (in de Concordante vertaling) dat hij omhoog werd geholpen. Lichamelijk was hij er slecht aan toe en hij moest aan de hand worden geleid. Het feit dat hem werd gezegd dat hij moest opstaan en naar Damascus moest gaan, geeft al een aanwijzing van de hemelse zegeningen die hij in zijn latere bediening aan de natiën zou brengen.

Eenheid met Christus is een heel kostbaar voorrecht. In het evangelie van Johannes is er een levende verbinding, net zoals in dat van Paulus. Maar de voorbeelden om die te illustreren zijn heel verschillend. Johannes gebruikt de wijnrank en haar takken. Paulus gebruikt het menselijk lichaam en haar leden. Israël was vanouds de lege wijnrank, Christus is de ware (Joh. 15). Israël droeg geen vrucht en werd daarom verworpen(Joh.15:2). De discipelen van Christus worden ook afgesneden als ze geen vrucht voortbrengen! Niet alleen dat, de afgesneden taken worden ook verbrand!
Niet ver vanwaar ik dit schrijf was een wijngaard, men zegt de grootste op aarde. Ze hadden ijzeren wagons. Tijdens het snoeien werden de takken direct in het vuur van de wagons geworpen. Wat een vreselijk lot beeld dit uit voor hen de gelovigen die geen vrucht dragen! Wat voor verschil is er als we als onvruchtbare tak in het vuur van het Gehenna worden gegooid? Is dit het lot van de hedendaagse leden van Christus, die geen vrucht dragen??

Het Vreselijke "Indien"

"Indien iemand niet in Mij blijft, is buitengeworpen als de rank en is verdord, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij worden verbrand."
(Joh. 15:6;CV).
Dat vreselijke indien!
Wat voor kracht heeft de tak van de wijnrank om zelf aan de rank te blijven? Een ieder wiens ogen zijn geopend voor de zwakheden van het vlees, zou in voortdurende vrees leven, zijn houvast te verliezen. Er zijn er velen die zo zijn. En dan komt een ander indien! Wat ze ook wensen zal het hunne zijn, indien Zijn woorden in hen blijven(vers 7).
Johannes belooft altijd iets tegen een prijs die we niet kunnen betalen. Alleen zij onder de zonen van Israël die speciale attentie van de Vader hebben gekregen, zullen in staat zijn deze voorwaarden te vervullen.

Verleden, Heden, Toekomst.
Aangezien zelfs de naam van Johannes ons naar de toekomst verwijst (Zal-zijnde-genade), zouden we zorgvuldig alle aanwijzingen van tijd moeten overwegen, of de gebeurtenissen, die zeker plaatsvonden in het toenmalige heden. Misschien wel de meest belangrijke passage vinden we in het zesde hoofdstuk, beginnende met vers zeven en veertig. Het begint met
" Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie gelooft, heeft aionisch leven."
(Joh. 6:47;CV)
Zoals het algemeen aangenomen en onderwezen wordt kan dit niet waar zijn, want allen tot wie Hij sprak stierven niet zo lang daarna, inclusief de apostelen zelf. In de Schrift zelf vinden we een vermelding van de dood van twee van de leiders, Jacobus (Hand. 12:2) en Petrus (2Petrus 1:14). Daarom moeten we meer accuraat lezen. Het woord heeft duidt niet op een genieten in het heden. Zelfs onze Heer Zelf, het kanaal van aionisch leven, stierf een paar jaar later. Maar nu geniet Hij het en zij zullen dat doen, in de opstanding!

De Onmogelijke Voorwaarde
Maar toen ging het verder: Ik ben het Brood des levens. Jullie vaderen aten het manna in de woestijn en ze stierven. Dit is het Brood dat uit de hemel komt, waarvan iedereen mag eten en niet zal sterven. Ik ben het Levende Brood dat uit de hemel neerdaalt. Wie van dit Brood zal eten, zal aionisch leven hebben.
Hier maken de gebruikelijke versies onze Heer tot leugenaar, wanneer ze het met "eeuwig" vertalen. Want niemand van hen leefde "eeuwig", ze stierven allemaal, zonder uitzondering. Maar Hij vertelde nooit een onwaarheid. Ze zullen leven "gedurende de aion" van het Koninkrijk, precies zoals Hij zei. Later, in vers 54, bevestigd Hij dit door te zeggen dat hij
"Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft aionisch leven en Ik zal hem opwekken in de laatste dag."
(Joh. 6:54:CV)
Hier hebben we het manna in het verleden. Het Brood des levens was bij hen, zo dat ze het aionische leven bezaten. In de toekomstige opstanding zullen ze het genieten, in overeenkomst met de toekomstige belofte die zit in de naam en het evangelie van Johannes.

Wandelen in het Licht
In Johannes' evangelie wordt het idee van rechtvaardiging door geloof, buiten werken om(Rom. 3.28), absoluut genegeerd! In Johannes 1:7 lezen we:
"maar indien wij in het licht wandelen, en Hij is in het licht,...........; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde."
(1Joh. 1:7; CV)
Hier hebben we weer een onmogelijke voorwaarde, geheel onnodig voor hen aan wie de huidige genade al is getoond! Natuurlijk mogen we tot op zekere hoogte in het licht wandelen, maar nauwelijks zoals Hij in het licht is. Hoeveel beter is het gerechtvaardigd te zijn in het bloed van Christus (Rom. 5:9)!

Hier hebben we de basis voor de twee grootste scheidingen binnen het Christendom. Beide zijn gegrondvest op de Bijbel, maar de één leunt op een evangelie dat, tot op grote hoogte, afhankelijk is van menselijk gedrag en "verantwoordelijkheid", zoals Christus, Petrus en Johannes predikten, maar het ander benadrukt predestinatie en verkiezing, zoals dat bij Paulus te vinden is.
Maar geen van beide richtingen is duidelijk, want ze zoeken er naar beide evangeliën te combineren in een onverenigbare mengeling die de ernstige verwarring veroorzaakt die we rond ons zien. We kunnen ze niet als "on-Bijbels" zien, want beide leerstellingen vinden we er in terug. Maar we kunnen wel hun verschillen aangeven, ze van elkaar scheiden en alleen dat wat voor ons bestemd is "toepassen", terwijl we stoppen met stelen wat voor anderen is bedoeld.

De Belijdenis
"Wandelen in het licht" houdt niet in dat we dat zonder zonde doen, dus maakt Johannes een voorziening om die weg te nemen.

"Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid."(Joh.6:9;NBG)
Maar wie kent al zijn zonden? Velen van ons denken dat we de Heer dienen en zelfs vanwege Hem lijden, wanneer we tegen Zijn waarheid ingaan. We zouden echter, boven alles, moeten leren verstaan wat vandaag zonde is. Het is zeker niet beperkt tot grote immorele- en misdadige handelingen, die zelfs een ongelovige als zonde zal herkennen. In het hogere geestelijke is een van de meest voorkomende en meest schadelijke vergissingen het verkeerd toepassen en "toe-eigenen" van waarheid die ons niet toebehoort, zoals deze passages uit die brief van Johannes.

Het Zoenmiddel
Johannes vertelt ons
"9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
10 Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot een leugenaar en zijn woord is in ons niet.
1 Mijn kinderkens, dit schrijf ik u, opdat gij niet tot zonde komt. En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige;
2 en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld."

(1 Joh. 1:9-2:2;NBG).
In tegenstelling hiermee zegt Paulus dat wij
"worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.
25 Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het geloof, in zijn bloed, om zijn rechtvaardigheid te tonen, daar Hij de zonden, die tevoren onder de verdraagzaamheid Gods gepleegd waren, had laten geworden;
26 om zijn rechtvaardigheid te tonen, in de tegenwoordige tijd, zodat Hijzelf rechtvaardig is, ook als Hij hem rechtvaardigt, die van het geloof van Jezus is.
27 Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door welke wet? Der werken? Neen, maar door de wet van geloof."

(Rom.3:24-27;CV).
Het Koninkrijks-evangelie van Johannes stelt hem in staat te roemen(op te scheppen). "IK bekeerde me! IK beleed! IK deed iets!" Dat zijn allemaal werken der wet. We moeten echter zeggen: "Ik geloof". Dat is de wet van geloof.

Overwinnaars
De beloningen voor de "overwinnaars" zijn niet van die soort die wij op prijs willen of kunnen stellen. Gezegend als we zijn met iedere geestelijke zegening te midden van de hemelingen, met ongehinderd leven, wat moeten we dan met de vruchten van de boom des levens die op aarde zal zijn? We zullen, lang vóór die dag, een hoger soort leven hebben(Openb. 2:7)!! We zijn al immuun voor de tweede dood, dus hebben we de belofte voor de "overwinnaars" in Smyrna niet nodig (Openb. 2:11), net zo min als al die andere prijzen. Geen enkele daarvan haalt het bij dat wat we al hebben door alles overstijgende genade! Onze rechtvaardiging in Christus Jezus overtreft verre de beloften van toekomstige witte klederen en het leven dat we in Christus hebben staat geen verwijdering toe (Openb. 3:9). Wij zijn al de tempel van God, daarom hebben we niet de belofte nodig om daar een zuil in te zijn (Openb. 3:12).

De geur die uit Johannes' geschriften komt, staat hen tegen die de frisse lucht uit Paulus' latere brieven hebben mogen inademen. Zeker, ook wij moeten voor de "dais van Christus" worden gebracht, om aan te tonen wat we door het lichaam in praktijk hebben gebracht, of dat nu goed of kwaad is(2Kor. 5:10). Maar wij hebben allemaal al, in genade, veel grotere gaven, groter dan de hoogste beloningen in de geschriften van Johannes. Dit komt omdat ze geheel van goddelijke oorsprong zijn, zonder ook maar een spoor van menselijke verdienste of gebrek. Ze kunnen niet als beloning worden gegeven, omdat geen vlees ze ooit kan verdienen!

De traditie leert ons dat Johannes de laatst levende apostel was (we kennen geen goede grond om dit te ontkennen), als we dit beperken tot de Besnijdenis apostelen. Al de andere Besnijdenis geschriften, uitgezonderd Hebreeën, zijn gericht aan de "verstrooiing" en beperken zich tot de mensen van die tijd. Maar in Openbaring schrijft Johannes aan de gemeenten van de toekomst, wanneer de Koninkrijksgemeente weer zal bestaan. Dat zijn brieven óók over die tijd gaan, lijkt te worden aangegeven door zijn exclusieve, zevenvoudige herhaling van de uitdrukking "ten jongste dage"(Joh. 6:39,40,44,54; 7:37; 11:27; 12:48), die hij inkort tot "de laatste ure"(1Joh. 2:18). Dit laat ons ook het andere perspectief in tijd zien tussen zijn evangelie en zijn brieven. Ze passen in het afsluitend tijdperk vóór de openbaring van Christus.

Johannes slaat in de Geest de dood over
In de geest slaat Johannes de huidige geheime bedeling over en leeft verder, op aarde, in de "dag des Heren" en de "dag van God". Hij vertelt wat hij zag en hoorde, hoewel de vervulling ook nu nog steeds toekomst is. Hij schreef aan gemeenten die nog niet bestaan, hen beoordelend over hun handelingen die ze nog niet eens hebben gedaan. Hij zag de vervulling, in de toekomst, van het verkondigen, dat in het verleden mislukt was. Hij zag de Koning, de Zoon van David, de Zoon des Mensen, op Zijn troon, regerend over het hele ras, gedurende de dag van Ieue en hij zag zijn eigen evangelie van de Zoon van God vervuld worden tijdens de heilzame heerschappij van de "dag van God" op de nieuwe aarde. Maar hij ging niet binnen in de derde hemelen, zoals Paulus dat deed, toen onze apostel de uitwerking van zijn inspanningen voor het instellen van deze geheime bedeling werden getoond. Johannes had een meer geestelijke bediening dan Petrus en de andere apostelen, maar het zal een zegen zijn hier beneden, op de aarde. Die van Paulus is niet alleen nog meer geestelijk, maar ver naar boven, te midden van de hemelingen.

Petrus verdwijnt
Is het al opmerkelijk dat Petrus moest verdwijnen uit de gebeurtenissen in het boek Handelingen na het vijftiende hoofdstuk, het is nóg meer opzienbarend dat Johannes al niet meer wordt gevonden na het achtste hoofdstuk, nog vóór Paulus zelfs geroepen werd! Het meest geestelijke aspect van het koninkrijks-evangelie, zoals door Johannes vertegenwoordigd, had maar een kleine plaats in de vleselijke koninkrijksgemeente. We mogen zeker niet denken dat het door ging naar de natiën, of dat het samensmolt met het evangelie van Paulus. Lang nadat de naam van Johannes verdween uit het Handelingenverslag, was hij aanwezig bij de bijeenkomst die in het vijftiende hoofdstuk wordt gerapporteerd. Paulus zegt dat hij een der steunpilaren(Gal.2:9) van de koninkrijksgemeente was en dat hij Paulus de rechterhand der broederschap gaf, en dat, terwijl Paulus naar de natiën zou gaan, hij naar de besnedenen zou gaan. Johannes ontkende dat hij enige verbinding met de natiën had, buiten het koninkrijksverbond.

Johannes en de Natiën
Het afvallen van de leer van Paulus, dat hem tot klagen aanzette (2Tim.1:15; Phil.3:19), werd voornamelijk veroorzaakt door een teruggaan naar het "evangelie" van Johannes, omdat dat zich uitstrekt naar "de wereld". Dit is ook het doel van het koninkrijk, want Israël moet een natie van priesters worden om de rest van de mensheid te zegenen. In Johannes' evangelie kwam Hij niet tot allen, maar alleen tot de Zijnen(Joh. 1:11). Hij stierf voor die natie, maar niet voor die natie alleen(Joh.11:52). Het is verreweg het meest geestelijk van alle verslagen, maar dat wil niet zeggen dat het een uitgesproken niet-koninkrijks evangelie is, zodat Johannes zijn troon verliest als de Messias terugkeert voor Israël.
De naam Jood komt ongeveer zeventig maal in zijn geschriften voor, ongeveer net zo vaak als in het boek Handelingen, en ongeveer vier mal zo vaak als in Mattheus, Marcus en Lucas samen. Paulus gebruikt het ongeveer dertig maal, maar meestal over hen, niet tot hen. Tot het eind toe houdt Johannes zijn natie apart. In zijn laatste brief beveelt hij sterk enigen aan die niets van de heidenen aannamen(3Joh.7). Hoeveel evangelisten doen dit vandaag nog??

Zelfs een paar van mijn vrienden, waarvan ik dacht dat ze de waarheid van het ene lichaam hadden ontvangen, zijn weer teruggekeerd naar de leerstellingen van Johannes. Misschien is dit hetzelfde wat die vroege gelovigen in de provincie Asia deden in Paulus' dagen. Hij zegt niet dat ze zijn opgehouden met geloven, of dat ze afvallig zijn geworden. Hij zegt alleen dat ze zich van hem hebben afgekeerd. Het schijnt te veel gevraagd te zijn om alles overstijgende waarheid te aanvaarden, het grootste goed te geven aan hen die het het minst verdienen en om zulke zondaren en onvolwassen heiligen als de Korinthiërs daar bij te rekenen.

De Joden die op de Pinksterdag aanwezig waren, kwamen meest uit de landen ten oosten en zuiden van de Middellandse Zee, in het bijzonder Klein-Azië. Paulus was door de heilige geest verboden het woord te brengen in de provincie Asia, het meest westelijke deel van wat nu Turkije heet. Er was een speciaal visoen voor nodig om hem naar Macedonië en de noordelijke kusten van de Egeïsche Zee te halen. Daar, waar maar weinig Joden waren en grotere ontaarding, was een betere toneel voor het ten toon spreiden van Gods genade aan de natiën. En daar schoot het dan ook beter wortel. In het oosten waren de Galaten al snel omgegaan naar een vorm van Judaïsme, met besnijdenis en houden van de wet. De zelfde tendens leidde ze weg van Paulus. Mogelijk aanvaardden ze de boodschap van Johannes, die niet zo erg vijandig staat tegenover de waarheid van Paulus -de meest geestelijke, en breder van visie is dan de andere aspecten van het koninkrijks-evangelie.

Als we de Schriften verlaten en informatie over Johannes zoeken bij de vroege kerkvaders, dan worden we verteld dat Polycarpus een discipel van Johannes was en dat hij Irenaeüs onderwees, de eerste der katholieke vaders. Zij stelden voor hun onderwijs te baseren op het mondelinge bewijs van hen die de Heer nog hadden gezien, speciaal Johannes, maar ze zeggen niets over Paulus. Dit komt overeen met Paulus' eigen woorden

"Dit weet gij, dat allen in Asia zich van mij hebben afgekeerd"
(2 Tim.1:15).
Dit is één van de vele onbetrouwbare tradities (die door de meeste geleerden worden afgewezen), waarbij de zogenaamde "Katholieke" sekten hun steun zoeken voor hun aanspraak op voorrang. Het is helemaal in overeenstemming met het waanidee dat Petrus naar Rome kwam en daar de eerste paus werd! Toen ik voor het eerst in Rome was, werd mij daar zijn voetafdruk op de Via Appia (naar ik meen)getoond. Nu hebben ze zijn botten gevonden, onder het Vaticaan! Geen absurditeit is zo groot of men vindt wel een volgende, als we buiten de Schrift gaan zoeken voor materiaal waarop we ons geloof of geloofwaardigheid kunnen gronden.

A.E.Knoch


Dit artikel werd hier geplaatst met toestemming van
©Concordant Publishing Concern
en mag niet zonder toestemming van deze worden overgenomen
in druk of op het internet.


©Concordant Publishing Concern