Staat de Grote Schepper onverschillig tegenover de schepselen van Zijn hand en hart? Bijna tweeduizend jaar lang lijkt Hij de wereld aan zichzelf over gelaten te hebben. Alle publieke communicatie tussen de Heer des hemels en een opstandige Aarde lijkt afgesneden te zijn.
Ooit hielp Hij Zijn eigen volk Israël - het volk dat Hij met geweldige uitingen van Zijn genade uit Egypte leidde. Maar tot voor kort is hun lot slechter geweest dan dat van de rest van de mensheid. Verjaagd van het ene land naar het andere, heeft het vuur van de vervolging hen opnieuw samen gelast, een andere exodus op gang brengend naar het land dat Yahweh(*1) aan hun voorvaderen gaf.
Maar nog vreemder is dat zij onder de volkeren die de naam van Christus aangenomen hebben, het Christendom, ook geheel vergeten lijken te zijn. Het is waar, velen van hen hebben geen recht op Zijn zegen, want in werkelijkheid aanbidden zij Hem niet, maar dienen zij Zijn tegenstander, de god van deze boze aion. Maar toch trekken zij ook niet Zijn ongenoegen aan of zelfs maar een teken dat Hij ook maar bewust is van hun daden.
Maar veel vreemder dan al dit is Zijn schijnbare apathie ten opzichte van Zijn eigen geliefde heiligen. Hun relatie met Hem is niet gebaseerd op de banden van de schepping, of op een oud verbond, of op een uiterlijk bekennen van Zijn Naam, maar op de diepe geestelijke band tussen de Redder en de zondaar, de Rechtvaardiger en de gerechtvaardigde en, zoals we zullen zien, tussen de Verzoener en de verzoende. Maar hun lot, gemeten met de enige standaard die de ongelovige wereld kent, is niet beter dan dat van de gemiddelde mens. Ze ondergaan, net als de rest, pijn, lijden, wanhoop en schande. En hoewel dit als wierook opstijgt met de geur van de Naam van de Redder, geeft het beneden geen verlichting of verademing.
We hebben in onze geest alleen rust naar de mate waarin we onze God kennen en we bekend zijn met Zijn wegen in deze bedeling. In Zijn Woord zien wij beloften van zegen en doen ophouden van verdriet en lezen we van de hoge eer die God voor Zijn aardse volk gereserveerd heeft. Indien we deze op onszelf toepassen, dan staat ons een bittere teleurstelling te wachten. Dan beschuldigen we onszelf van "gebrek aan geloof", of, hoe is het mogelijk, geven we God de schuld, als zou Hij Zich niet aan Zijn beloften houden. In het ene geval verliezen we ons gevoel voor Gods genade, alsof Hij zoveel zegen stelt tegenover zoveel geloof; in het andere geval wordt Zijn heilige karakter aangetast. Zulke zware gevolgen vereisen een onderzoek. We moeten de oorzaak opsporen en de oplossing vinden.
Een van de doelen van de volgende pagina's is om, door middel van het juist snijden van het woord der waarheid(2Tim. 2:15), aan te wijzen waar de oorzaak ligt van deze ellende. De oplossing is heel eenvoudig. Ze ligt in geloof - echt geloof. Niet in het op onszelf toepassen wat God nooit aan ons gegeven heeft, of in plat Nederlands: andermans voordelen stelen, en op de ontvreemde gunsten het onterechte stempel van "geloof" zetten, maar door te geloven dat wanneer God Israël zegeningen belooft, Hij ook Israël bedoelt; spreekt Hij echter over de volkeren, dan bedoelt Hij ook de volkeren, en wanneer Hij spreekt over de zijnen, dan wijst Hij ook op hen alleen. Dit is de enig juiste en zinnige manier om Gods woorden te behandelen.
Een ander principe, waarop we al gewezen hebben in "A General Survey of
the Divine Mysteries", moet ons leiden op onze weg. De mens kan het denken van God niet kennen, totdat Hij het onthult. Als Hij dan ook iets verbergt, dan mogen we er zeker van zijn dat niemand er iets van weet, tot Hij het hen vertelt. Indien we verwachten het in een eerdere onthulling te kunnen vinden, doen we God oneer aan.
God, in Zijn zeldzame wijsheid en ten behoeve van Zijn grote Naam, stelt voor om de mensheid in een verscheidenheid van omstandigheden te brengen, niet alleen om aan te tonen wat er in de mensheid zit - haar vreselijk falen op alle gebied, maar ook om de verscheidenheid van Zijn eigen wijsheid te laten zien en de aanpasbaarheid van Zijn bronnen voor ieder noodgeval, en om de diepste diepten van Zijn hart te onthullen. Als gevolg daarvan heeft Zijn handelen met de mensheid in verschillende bedelingen gevarieerd. Ieder van deze bedelingen wordt gekenmerkt door een nieuw soort uitdeling, of gift, van de kant van God en gewoonlijk sluit Hij ze af met een oordeel over het misbruik er van.
De sleutel voor iedere bedeling, en haar aandeel in Gods doelstelling, is Zijn houding zoals uitgedrukt in het karakter en de omvang van Zijn geschenken. Er blijken in Gods Woord twaalf bedelingen te zijn. Het leidt alleen maar tot verwarring als men ze allemaal dooreen mengt, wat weer verhindert dat men ze begrijpt. We moeten onderscheid maken tussen het hoofddeel van Gods Woord, wat zich bezig houdt met een aantal verschillende bedelingen(die ons gegeven zijn om te bestuderen en te begrijpen, maar niet om direct op onszelf toe te passen), en dat relatief beknopte verslag van de waarheid die thans aan de orde is. De overweldigend belangrijke vraag voor ons is deze: "Wat is nu Gods echte houding?"
Wij hebben gezegd dat er uiterlijke aanwijzingen schijnen te zijn voor onverschilligheid en apathie, maar we mogen een schijnen niet toestaan de plaats in te nemen van Gods eigen uitleg. Hij weet! Het is gemakkelijk elkaar verkeerd te verstaan en de mensheid beoordeelde Hem in het begin helemaal verkeerd. Het is zeer wel mogelijk dat Zijn gebrek aan tussenkomst Zijn onwil laat zien om de trompet op z'n luidst het alarm te laten blazen, of om de klaarliggende schalen met verontwaardiging uit te gieten. Want het is met de mens inmiddels zo ver gekomen dat welke tussenkomst van God dan ook in wereldse zaken, de donder en bliksemflitsen van Zijn wraak naar beneden moet doen komen. En dit zou best eens snel kunnen gebeuren. Wanneer deze aion sluit, nadat Hij Zijn vredesambassade heeft teruggetrokken, zal er een tijd van onverdunde wraak als een tornado woeden. Bij het begin daarvan trekt de Voorzienigheid zich terug, worden de deuren van de hemelen geopend en komt God op het toneel. De grote dag van Zijn verontwaardiging wordt gemarkeerd door het feit dat Hij precies doet wat de ongelovigen Hem nu durven aan te doen. Wat verkeerd is wordt recht gemaakt; boosheid wordt gewroken; rechtvaardigheid wordt met een onbevooroordeelde hand uitgedeeld. Maar wie kan in die vurige dag bestaan?
Daarom betekent Zijn huidig stilzwijgen dat Hij nog steeds betrokken is bij de vrede. Dit is Zijn uitnodigende houding. De mens mag Hem dan wel uitdagen met een onbeschaamde mond, mag Hem in Zijn gezicht vervloeken, mag Zijn geliefde heiligen vermoorden en mag dan wel iedere aanleiding gebruiken om Hem uit Zijn schepping te verbannen, maar Hij nodigt uit tot vrede(2Kor.5:20). Zijn zwaard zit vast in de schede en wordt niet getrokken. De vijandige houding van de wereld tegen Hem is vaak onterecht, en Hij wordt zelden begrepen, maar toch blijft Zijn glimlach over een ieder van hen. En als zij het moeilijk vinden om een houding van vrede te onderhouden, laat hen dan niet denken dat God zo'n probleem heeft. Moge een herkenning van Zijn voortdurende gunst het geschenk zijn voor ieder hart dat deze pagina's overdenkt!
In de hoofdstukken die volgen zal de lezer de verschillende aspecten vinden van de Verzoening(die het geheimenis is van het evangelie), apart weergegeven ten behoeve van de duidelijkheid. We zullen dit geheim overdenken omdat het zowel de mensheid aangaat, als haar toepassing op heel de schepping. We zullen haar gevolg op alle mensen onderzoeken, en haar effect op de gelovige. We zullen haar invloed overwegen op de juiste presentatie van het evangelie dat op dit moment aan de orde is.
De zinsnede "het geheimenis van het evangelie" kan nieuw zijn voor velen die gewend zijn aan de weergave in de "King James" vertaling, die "the mystery of the gospel" geeft. Hoewel de vertaalde "Bijbel" mag spreken van mysteriën, het geïnspireerde origineel zet ons "geheimenissen" voor, die, eenmaal onthuld, eenvoudig te begrijpen zijn. Het zijn geen mysteriën die buiten het menselijk begripsveld vallen, maar geheimen die verborgen bleven, totdat God ze op de door Hem bepaalde tijd bekend maakte(Zie Rom.16:25,26; Efe.1:9;3:9; Kol.1:26). Helaas schijnen deze geheimen een mysterie te zijn geworden voor de meeste van Gods geliefde heiligen. Moge Hij in deze "laatste dagen" schenken dat deze kostbare geheimen herontdekt mogen worden en uiteengezet aan alle heiligen, zodat zij zich er in kunnen verheugen en ervan genieten! Want het zijn juist deze geheimenissen die het pad zullen verlichten dat leidt naar de volwassenheid(Kol. 1:27-29).
Maar waarom zouden we gospel omzetten naar evangel? Het Griekse woord dat met "gospel" wordt vertaald is eua[n]ggelion, wat letterlijk WEL-BOODSCHAP betekent. Waarom zouden we om sentimentele redenen vasthouden aan de term "gospel", terwijl de weergave met "evangel"(evangelie in het NL;WJ) voordeliger is, omdat dit het werkwoord "evangeliseren" en het zelfstandig naamwoord "evangelist" levert. Deze overweging alleen al zou afdoende moeten zijn voor de eerlijke waarheid-zoeker, aangezien het voorziet in eenduidige vervangingswoorden voor iedere grammaticale vorm van het Grieks. Zelfs de King James vertaling vertaalt het zelfstandig naamwoord met evangelist in de drie plaatsen waar het voorkomt(Hand. 21:8; Efe.4:11; 2 Tim.4:5). Het gebruik van het woord evangel kan ons ook helpen de vele onSchriftuurlijke associaties en zinsnedes uit te schakelen die met het woord gospel verbonden zijn geraakt, daarmee het goddelijk licht hinderend het denken van de lezer te verlichten. Wij weten dat Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes niet vier gospels presenteren, maar dat ze veel meer ieder een verslag geven van het leven van onze Heer dat past Zijn verschillende heerlijkheden als Koning, Dienstknecht, Zoon des Mensen en de Zoon van de Vader.
We vertrouwen er op dat allen die niet bekend zijn met de Concordant Version[de Engelse concordante vertaling;WJ] geduldig alle weergaven zullen overwegen die in aanvang "vreemd" zullen lijken, omdat iedere afwijking van de aanvaardde vertalingen gebaseerd is op het solide fundament van het geïnspireerde origineel, dat concordant(consequent) werd vertaald.
Daarom is de Concordant Version gebruikt in alle lange beroepen op de tekst, vanwege haar eenvormigheid en trouw aan de feiten van de oude handschriften. Deze vertaling probeert te vermijden dat een woord uit het origineel op verschillende wijze vertaald wordt, maar in plaats daarvan met een enkel standaard Engels woord. De grammaticale vormen worden op dezelfde manier behandeld. Dit zorgt voor een onpartijdige en "concordante" vertaling. Met behulp van een Grieks-Engelse concordantie kan iedere lezer zichzelf verzekeren van de toepasbaarheid van ieder Engels vertaalwoord, door de contexten te onderzoeken waarin het woord gevonden wordt. In plaats van vele verschillende weergaven, die er toe neigen onze waarneming te verduisteren, worden we er toe geleid de fijne nuances van betekenis te onderscheiden en de kracht van ieder woord vast te stellen.
In onze citaten uit de Schrift hebben we gepoogd voldoende context mee te nemen om zo het gevaar te voorkomen dat een vreemde betekenis insluipt in de tekst.
Paulus realiseerde zich het grote belang van het geheimenis van het evangelie. Zelfs toen hij gevangen gehouden werd, was het zijn brandend verlangen dit grootse geheim uit te dragen. Hij kon niet langer naar de bijeenkomsten gaan om deze heerlijke onthulling mede te delen, maar moest zelf tevreden zijn te spreken met zoveel vrijheid als zijn ketting hem toestond, of met schrijven aan hen met wie hij niet kon spreken. Hij ging gebukt onder dit gebrek aan uitingsmogelijkheden. En daarom bad hij dit gebed:
"18 En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen;
19 ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig het geheimenis van het evangelie bekend te maken,
20 waarvoor ik een gezant ben in ketenen. Dan zal ik daartoe vrijmoedig kunnen optreden, zoals ik behoor te spreken."
(Efe. 6:18-20;NBG)
God hoorde dit gebed en Hij zal er opnieuw op antwoorden. O, dat iedere heilige met ons mee zou willen doen in ons verzoek dat God voor Zijn heiligen zou heroveren en herstellen:
Het geheimenis van het evangelie.
*1) Yahweh is een transliteratie van de Hebreeuwse Naam van God, en verdient de voorkeur boven de minder accurate vertaling "Heer" of de aangepaste transliteratie "Jehovah". Yahweh betekent Zal-zijnde-was.