"18 En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen;
19 ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig het geheimenis van het evangelie bekend te maken,
20 waarvoor ik een gezant ben in ketenen. Dan zal ik daartoe vrijmoedig kunnen optreden, zoals ik behoor te spreken.
"
(Efe. 6:18-20)
Een geketende ambassadeur! Hier heeft God, met een streek van Zijn pen, een perfect beeld geschetst van de verzoening.
Een ambassadeur is een symbool van vrede. Zodra de ambassadeur terug getrokken wordt, beginnen de vijandelijkheden. Zo zullen ook wij terug geroepen worden op het moment dat Hij Zijn "vreemde werk" gaat beginnen en de oorlog uitroept op de Aarde.
De ketenen spreken van vrede. Niet van de kant van Caesar, niet van de kant van de mensheid, maar van Gods kant. Wat moet het voor de grote Krijgsheer, Jehova van menigten, betekend hebben Zijn ambassadeur zo te zien, beladen met een ketting, in de rechtszaal van het grote Romeinse Rijk! Echt, alleen Zijn meest genadevolle aandringen op vrede zou God toestaan dat Zijn ambassadeur zo schandelijk behandeld zou worden!
Hoe mensen ook God uitdagen Zijn zwaard te trekken, Hij weigert het nu te doen, want Hij is verzoend.
"Weest verzoend met God!" is een oproep die zowel de heilige als de zondaar nodig hebben, tenzij ze al op Zijn uitnodiging geantwoord hebben. De zondaar mag deze genade voor de eerste keer aanvaarden en daarin de kracht en vreugde vinden voor elk uur van de dag. De bescheiden heilige mag gevestigd worden door op deze oproep te antwoorden.
De verzoening is de gerijpte vrucht van de verlossing, waardoor God niet alleen de redding van een verloren mensheid voorstelt, maar ook zowel het verliezen als het redden, om zo Zijn schepselen het vermogen te kunnen geven om in te gaan in Zijn binnenste aanhankelijkheden. Maar als we ons alleen bezorgd maken over onze eigen veiligheid, of zekerheid, en niet de honger van Zijn hart bevredigd zien, dan beroven wij Hem van de vrucht waarnaar Hij snakt, en verlagen wij het niveau van onze zegen tot niet meer dan een herstel. Maar zonde en lijden zijn alleen ons deel om ons op te wekken tot voorbij de schepselbanden, en door de dood van Zijn Zoon verzegelt Hij ons in liefde aan Zijn hart.
God Zelf is nu de Leverancier! God smeekt op dit moment de mensen! Hij nodigt via ons uit: "Weest met God verzoend!" Hij is nu niet de boze God met een starre uitdrukking en met een vinger die op onze zonden wijst. O nee. Hij spreekt niet over ons. Hij spreekt van Christus en van het werk dat Hij deed, en dat Hij nu, dankzij de offerdood van Zijn Zoon aan het kruis, met onbevlekte heiligheid, tot zelfs de grootste van zondaren kan komen, zoals in het geval van Paulus(1Tim. 1:15,16). Hij spreekt van vrede - vrede die gemaakt werd ten koste van het leven van Zijn Zoon, en Hij nodigt allen uit in te gaan en ten volle te genieten. Hij spreekt van liefde - liefde die Zijn Zoon niet kon weerhouden, de Geliefde, maar Hem genadevol overgaf, opdat mensen als wij zouden kunnen naderen in vertrouwen en vrijheid, zonder dat er vrees is die onze weg naar het hart van Zijn aanhankelijkheid zou blokkeren.
God heeft vrede met de mensheid! Spoedig zullen zij de heftigheid van de verontwaardiging van de Almachtige ondervinden, want Hij zal Zijn pijlen dronken maken met bloed(2Thess. 1:8,9). Maar nu is er vrede. Hier is het toppunt van vrede - God smeekt mensen, ze uitnodigend opdat zij de rijkste zegeningen zouden kunnen ontvangen die Zijn liefde kan brengen!
De onthulling van de verzoening was progressief. Ze werd in twee grote delen gegeven.
Haar eerste proclamatie volgde Paulus' persoonlijke priesterlijke bediening in de synagogen buiten het land, die een geestelijke tegenhanger was van Israël's bediening in de Dag van de Heer. Net zoals deze Dag gevolgd zal worden door de Dag van God, met de nieuwe Aarde waarin Israël's priesterlijke suprematie verdwijnt en God bij alle mensen zal wonen, zo zal het gaan met de eerste bediening van de verzoening. De natiën worden in perfecte vrede gebracht met God, terwijl Israël's politieke suprematie nog steeds op zich laat wachten.
De tweede onthulling van de verzoening werd geschonken als gevolg van de publieke afwijzing van Israël en nadat Christus' hemelse heerlijkheden en de hemelse bestemming van de ecclesia, die Zijn lichaam is, waren bekend gemaakt.
Waar het eerste deel voorzag in de verzoening van heel de mensheid op Aarde, verzekert het tweede deel de verzoening van de hemelse gewesten met God. Een uniek ras van menselijke wezens stijgt tot hemelse suprematie, en zo wordt heel het universum weer afgestemd op God. In harmonie hiermee is het geestelijk karakter van de huidige geheime bediening. Het systeem van voortplanting dat onder de mensheid bestaat, reikt niet tot in de hemelse gewesten. Geestelijke wezens hebben geen voorgeslacht. Zij kennen geen geboorte. Zij zijn speciale scheppingen. Daarom geldt: alle voorrechten die voortkomen uit lichamelijk afstamming worden achter gelaten bij Israël, waar ze thuis horen. Lichamelijke verbanden zijn van groot belang voor de Israëliet op de Aarde. Maar ze verliezen alle betekenis te midden van de hemelingen. De Israëliet is met de Messias verbonden door bloed; wij zijn met Christus verbonden door geest. De laatste is de belangrijkste rang, ze heerst over de eerste. Omdat God niet besloten heeft af te zien van de hemelse plaats en macht, en omdat Israël, nationaal, daar helemaal geen lotdeel heeft, worden de gelovigen uit de natiën op gelijke hoogte geplaatst met hen uit de geliefde natie die geloven tijdens deze bediening van genade. Samen vormen zij het gezamenlijk lichaam dat gezegend wordt met iedere geestelijke zegen te midden van de hemelingen(Efe. 3:6; 1:3). Zo zullen er dan tijdens de laatste twee aionen(de aionen van de aionen) twee systemen zijn, een in de hemelse gewesten en een op de Aarde. De bediening van de gebieden boven zal toevertrouwd worden aan de ecclesia, die Christus' lichaam is, terwijl de Aarde onderschikt zal worden aan de natie die Zijn bruid is.
De hemelse menigte zal het voorwerp zijn van de heerschappij van het lichaam, de ecclesia; de natiën op Aarde komen onder de rechtvaardige heerschappij van Israël. Christus, als de Heer over allen, verenigt allen in een groots Koninkrijk, dat nooit voorbij zal gaan, maar omgezet zal worden naar perfectie, wanneer menselijke heerschappij zal ophouden, gedelegeerde macht zal worden afgeschaft, en de Zoon Zelf af zal treden ten gunste van de Vader.
De verzoening zal bereikt zijn. Ieder spoor van Satans zonde en Adam's overtreding zal omgezet worden in banden van aanhankelijkheid. De duistere schaduwen van de aionische vervreemding zullen verbleken en vluchten voor een universele en blijvende verzoening.
Verzoening, niet herstel! Herstel zal haar plaats hebben in de Dag van de Heer, terwijl verzoening pas een volle aion later verwezenlijkt zal worden. Herstel en teruggave zouden nooit de intrede van de zonde of het vreselijk lijden van de aionen kunnen rechtvaardigen. Maar zodra we proeven van de verzoening, buigen we ons neer voor de God en Vader van onze Heer, Jezus Christus, Die aionisch kwaad gebruikt om voor heel Zijn schepping een beker van oneindige gelukzaligheid te vullen!