De drie grote "dagen" uit de Schrift, zijn de Dag des Mensen, de Dag van de Heer en de Dag van God. Oorspronkelijk, bij het samenstellen van de kaart van De Goddelijke Kalender, werden ook nog andere dagen genoteerd, maar omwille van de eenvoud werden die later weggelaten, daar de tijd die ze aangaven al ingesloten is in de Dag van de Heer. Dit zijn de Dag van de Zoon des Mensen(Lucas 17:24), de Dag van onze Heer Jezus Christus(1Kor. 1:8), de Dag van de Heer Jezus(1.Kor.5:5; 2Kor. 1:14), de Dag van Jezus Christus(Filip. 1:6) en de Dag van Christus(Filip. 1.10; 2:16). Bij het ontwerpen van de Kalender was ik ertoe geneigd vier dagen te maken, de Dag van Christus als een aparte periode te geven tussen het eind van de Dag des Mensen en de Dag van de Heer, samenvallend met de era van verontwaardiging die de Dag van de Heer inluidt.
Om dit te kunnen doen was het nodig de apocalyptische oordelen uit de Dag van de Heer weg te nemen en deze te laten beginnen met de manifestatie van Christus in heerlijkheid. Maar dit was duidelijk niet juist, want de openbaringen die aan Johannes werden gegeven, zowel als aan de profeten, beginnen die dag met de te vrezen periode van oordeel die onmiddellijk volgt op de Dag des Mensen. Het was daarom nodig de gangbare leer over de Dag van Christus te heroverwegen in het licht van de passages waarin dit voorkomt. Als hij beperkt is tot de oordeelsperiode, dan moet hij samenvallen met de aanvang van de Dag van de Heer. Maar, aangezien hij niet een bepaalde tijdsdeel van die dag is, is er niet langer de noodzaak hen te beperken tot z'n begin. Het kan mogelijk zijn hem z'n natuurlijke betekenis te geven: de Dag waarin Christus de hoogste is. Dit omvat heel de Dag van de Heer.
De andere uitdrukkingen worden ook gevonden binnen de grenzen van deze dag. De dagen van de Zoon des Mensen zullen zijn als die van Noach. Daarom bevat deze "dag" de openingsfase van de Dag van de Heer, en er is geen goede reden om ze terug te trekken omdat Hij, als de Zoon des Mensen, gedurende duizend jaren regeert over een ieder van Adam's ras.
De uitdrukking "de Dag van Christus" komt alleen voor in Paulus' brief aan de Filippenzen(1:10 en 2:16). Deze brief houdt zich in het bijzonder bezig met het gedrag van hen die de allesoverstijgende genade hebben ontvangen die wij vandaag kennen. Daaruit mogen we snel opmaken dat de Dag van Christus zich speciaal bezig houdt met het oordeel over onze werken. Maar de titel die wordt gebruikt spreekt meer over positie dan over dienst. Hij spreekt van de dag van Zijn officiële heerlijkheid, wanneer Hij wordt (h-)erkend als de Gezalfde, de Profeet zoals Mozes, de grote Priester naar de orde van Melchizedek, de Koning der koningen. Wat heeft ons gedrag nu met die dag van doen? Heel veel!!
Het zal geen groot wapenfeit zijn om getrouw te zijn en foutloos in de heerlijkheid, wanneer Hij door allen zal worden toegejuicht. Zijn grootste heerlijkheid zal niet worden gevonden in het eerbetoon en de gehoorzaamheid die Hem op dat moment toebehoort, maar in dat wat naar Hem toekomt door Zijn lijdende heiligen in de dagen van Zijn vernedering. In Israël is dit duidelijk. Zij die geleden hebben regeren. Hij wordt verheerlijkt in Zijn ondergeschikten in het koninkrijk, omdat ze Hem trouw bleven tijdens beproevingen. Zijn gezellen in die heerlijke regering worden ge-eerd in de mate waarin zij Hem hebben ge-eerd in Zijn verwerping.
Hetzelfde geldt voor ons. Ook wij zullen regeren. Nee, niet op aarde, maar in Zijn Hemels koninkrijk.
11 Het woord is betrouwbaar........
12 indien wij volharden, zullen wij ook met Hem als koningen heersen;
(2Tim. 2:11a,12;NBG)
Paulus schrijft dit aan Timotheüs om hem te laten zien dat de beloningen voor die dag afhankelijk zullen zijn van ons huidig gedrag. Vanuit dit standpunt is het gemakkelijk te zien hoe Paulus de wandel van de Filippenzen kan verbinden met de Dag van Christus. Het zal Paulus eren om velen van hen tijdens die dag verheerlijkt te vinden, want het zal heerlijkheid op hemzelf afstralen.
Een studie van de contexten waarin de Dag van Christus wordt aangeduid met de toevoeging van Zijn naam (Jezus Christus, Filip. 1:6), of een titel (Here Jezus Christus, 1Kor.5:5; 2Kor. 1:14), zal aantonen dat ze allen verwijzen naar dezelfde tijd, zei het onder ietwat andere aspecten. In elk geval komt de toegevoegde naam of titel overeen met het thema.
Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Jezus Christus.
(Filip. 1:6;CV)
Hier wordt de uitdrukking "Dag van Christus" verrijkt met de naam die Zijn vernedering suggereert, de tijd van Zijn lijden, die vooraf gaat aan Zijn verheerlijking en die ook voorbereidt. Aan hen is ook deze genade toegedacht, om te lijden voor Zijn's wil.(Filip. 1:29). God begon een werk in hen dat hen op een pad van pijn zou brengen, maar Hij zou niet ophouden voordat het voltooid is, wanneer het lijden verleden tijd is en de heerlijkheid begint - de Dag van de voormalig lijdende Redder, maar de nu verhoogde Messias. Tijdens die dag zal hun heerlijkheid sterk vergroot worden door de voorafgaande vervolgingen die ze hadden moeten ondergaan. Dit alles wordt voorgesteld door de "Dag van Jezus Christus".
Hij zal u ook bevestigen ten einde toe, zodat gij onberispelijk zult zijn op de dag van onze Here Jezus Christus.
9 God is getrouw
(1Kor. 1:8,9;NBG)
In de openingsverzen van de eerste Korinthebrief vinden we een parallel met die aan de Filippenzen, maar op een wat bredere basis. Paulus had veel in te brengen tegen de Korinthiërs, maar voordat hij hun fouten uiteenzet, onthult hij de grote waarheid dat er een dag aan het komen is waarin zij volmaakt zullen worden gemaakt in Zijn aanwezigheid, onbeschuldigbaar. Zij hadden gefaald Hem als Heer te gehoorzamen. Ze hadden een deel van Zijn redding afgewezen, ze hadden Zijn zalving misbruikt, maar toch zal in die dag dit alles worden rechtgetrokken. Dit is wat deze volledige titel veronderstelt. Het is de Dag van Christus, wanneer Zijn redding en Zijn heerschappij door de falende Korinthiërs volledig zal worden erkend. Wat een genadevolle verzekering wordt er hier aan hen gegeven, voordat hun hedendaagse tekortkomingen worden blootgelegd!
Gedrag is verbonden met de titel "Heer", en redding met de naam "Jezus". Daarom werd, omgaande met een speciaal in het oog lopende zonde en de redding van de dader, een man overgeleverd aan Satan voor het verderf van zijn vlees
opdat de geest gered mag worden in de dag van de Here Jezus
(1Kor. 5:5;CV)
Wanneer Paulus nogmaals spreekt over zijn gedrag(2Kor.1:12) en dat van de Korinthiërs, kijkt hij vooruit naar de Dag van de Here Jezus, wanneer hun goed gedrag z'n beloning zal vinden en beiden zich hierop zullen verblijden in elkaar.
We kunnen nu zien dat de komende "dag", die samenvalt met de volgende aion, aangewezen is volgens de speciale heerlijkheid die iedere context vereist, want dan zal Hij feitelijk zijn wat Hij nu in geloof is. Dat zal Zijn Dag zijn. Het is dezelfde tijd, of dat nu de Dag van de Heer is of de Dag van Christus, waarin onze redding en dienstbetoon tot hun toppunt zullen komen, want we zullen verheerlijkt door Zijn genade en beloond voor ons dienstbetoon en lijden in het heden, de ellendige Dag des Mensen.
A.E.Knoch.
Bron: U.R. Magazine, jaargang 25, pagina 253 ev.