Gods grote doel is Alles te zijn in ieder van Zijn schepselen(1Kor. 15:28). Om dit te bereiken moet er tussen Hem en hen communicatie zijn. God spreekt tot mensen in Zijn woord, mensen spreken tot Hem in lofprijzing en gebed. Zeer weinigen luisteren aandachtig genoeg naar Hem om te horen wat Hij zegt, maar Hij hoort iedere letter die zij voortbrengen. Ja, Hij luistert zelfs naar het onuitgesproken kreunen van hun harten. Dit is zelfs het geval wanneer zij zich tot Hem richten, hoewel zij Hem niet kennen en het alleen als vorm doen, en tot zichzelf en over zichzelf spreken. Zou Hij dan onze gebeden niet horen, wij die met Hem en Zijn Gezalfde bekend zijn? Hij zal ons misschien op bepaalde wijze niet "horen", want, ook al neemt Hij waar wat gezegd wordt, Hij geeft geen gehoor aan wat tegengesteld is aan Zijn wegen en Zijn wil.
In het Hebreeuws is het woord "bidden" gebaseerd op de gedachte aan BEMIDDELING. In de King James vertaling zegt Samuël dit tot zijn boosaardige zonen: "Indien een man zondigt tegen een andere, zal de rechter hem oordelen..."(1Sam. 2:25). Maar in werkelijkheid staat er: ".. zal de rechter bemiddelen...". Deze vorm van het woord phl wordt zelden gebruikt. Maar door toevoeging van het voorzetsel eth, wordt het zelf-BEMIDDELING, ofwel bidden. Gewoonlijk bemiddelde een priester in Israel tussen een mens en Yahweh. Gebed neemt nu de plaats in van de priester. Het is het communicatiemiddel tussen God en Zijn schepselen.
Het woord "horen" wordt in het Hebreeuws en Grieks ook figuurlijk gebruikt om luisteren of gehoorzamen aan te geven. God verhoort niet alles wat Hij hoort, dat wil zeggen: doen wat iemand Hem wil laten doen, maar Hij hoort en antwoordt, reageert op ieder woord of gedachte die aan Hem wordt gericht.
Waarom lijkt het dan alsof Hij vaak in het geheel geen aandacht schenkt aan onze gebeden? Nogmaals: als Hij alleen gebed beantwoordt dat in overeenstemming is met Zijn doelstelling, waarom zouden wij dan sowieso nog bidden, als onze verzoeken Zijn plannen toch niet veranderen? Sommigen vertellen ons dat "gebed de hand beweegt die de wereld beweegt." Maar als nu een miljoen heiligen in het ene deel van de wereld het ene bidden, en een miljoen heiligen elders het tegengestelde, hoe kan Hij ze dan allebei verhoren? In plaats van inwilliging zou er een botsing komen! Hoeveel minder kan Hij zich schikken naar iedere gril van iedere bidder? Is het niet verkeerd dat mensen vanuit een menselijk standpunt naar gebed kijken, en niet vanuit het goddelijke?
Maar, zo mogen we vragen, indien alleen gebed wordt vervuld dat in overeenstemming is met Gods wil, waarom zouden we dan nog bidden, waarom er in volharden als het niets zal veranderen? Voor de geest die getraind is in menselijke dialectiek, lijkt dit slechts een lege vorm en nietswaardig, zonder enige redelijke basis. Maar voor de man Gods ziet het er anders uit. Zich de ijdelheid realiserend van ons redeneren over goddelijke dingen, valt hij terug op zijn geloof en gelooft wat God zegt, veel meer dan op welke gevolgtrekking dan ook die logisch zou zijn als alleen een mens zou hebben gesproken. De profeet Ezechiël geeft ons, na het geven van de grote lijnen van het herstel van het heilige land in de dag van de Heer, dit opmerkelijke detail: "Zo zegt de Here Here: Ook dit zal Ik Mij door het huis Israels laten afsmeken om hun te doen...;"(Eze. 36:37;NBG). Laat dit niet duidelijk zien dat het antwoord op gebed al door God is bepaald, maar dat ook het gebed zelf deel uitmaakt van Zijn plan? Hoe kunnen wij nu weten dat en wat de zonen van Israel zullen bidden, als God het niet in harten geeft om dat te doen?
Waarom zou tijdens de aionen gebed een plaats hebben in het universum, als hun koers al tevoren tot in het kleinste detail vastgelegd is, zodat zij zeker zullen eindigen in een heerlijke voleinding? Indien gebed dit plan niet kan veranderen, waarom zouden we ons dan bezig houden met nietige optredens, als zij toch geen tastbare resultaten voortbrengen?
Dit is de menselijke kant, wat zeker afdoende bewijs zou moeten zijn om te laten zien hoe volkomen onwetend men is over Gods grote doelstelling. Het antwoord is simpel: Gebed is een noodzakelijk deel van Gods plan. Gods hart hongert naar de gemeenschap met het werk van Zijn handen. Als Hij in de toekomst Alles in allen wil zijn, moet Hij nu beginnen met Iets te zijn in sommigen. Hij onthult Zichzelf aan ons op een intieme en persoonlijke manier door gebed, iets wat onmogelijk zou zijn als Hij slechts terughoudend er bij zou staan en niemand toestond te spreken dan Hijzelf.
God is bezig met het, via verschillende middelen, tot Zich trekken van Zijn schepselen. Een van de meest effectieve daarvan is gebed. Het is in het bijzonder nodig bij de training van de heiligen in hun speciale functie van het Hem onthullen aan de rest van de schepping. Tekstboeken zijn goed, maar zij moeten aangevuld worden met praktische ervaring. God kon in Zijn woord geen minutieuze aanwijzingen achterlaten voor iedere stap in de levens van miljarden van Zijn heiligen. Dat is trouwens ook niet Zijn doel. Wij hebben Zijn woord nu nodig, in onze onwetendheid, maar er is geen geschreven onthulling voor de tijd na de voleinding, omdat ieder van ons dan zó op God Zelf afgestemd zal zijn, Die Alles voor hen zal zijn, dat er geen geschreven woord nodig zal zijn en geen gebed zal tegengesteld zijn aan Zijn wil. Dat zal dan ideaal zijn, maar nu is de ervaring van onwetendheid en kwaad nodig om het tot stand te brengen.
Laten we op dit punt duidelijk zijn. Het doel van gebed is niet God op te leggen wat Hij wel en niet moet doen, of om Hem zover te krijgen dat Hij een detail van Zijn plan zal veranderen naar onze wensen. Goed nadenken zou ons spoedig overtuigen dat dit tot een verwarring zou leiden die onuitspreekbaar erger zou zijn dan we nu al in de wereld hebben. De ene heilige wil dit, de ander dat, en indien beiden voor hun eigen plannetje bidden, moet er op z'n minst één afgewezen worden, of, nog waarschijnlijker, allebei. Maar indien beiden hun gebed afsluiten met "niet mijn wil geschiede, maar de Uwe," zullen zij verhoord worden, zullen zij gezegend worden, zal God verheerlijkt worden en zullen zij voortgang boeken in de verwezenlijking van Zijn wil door hun gemeenschap met Hem. Dit zal hen meestal nederig maken of hen bevestigen in Zijn wegen, met het oog op hun toekomstig werk van het bekend maken van God aan de rest van Zijn schepselen. Maar de grootste winst zal voor God zijn, Die na deze ervaring meer voor hen zal betekenen dan tevoren. Zijn grote doel om allen tot Zich te trekken zal grote vooruitgang boeken door dit soort gemeenschap met de heiligen. Het gebed zelf, of dit nu in overeenstemming is met Zijn wil of met Zijn voornemen, is een onmisbaar deel van Zijn plan, en meer dan een middel om het te verbeteren door de onwetendheid van eigenwijze stervelingen.
In mijn vroege onwetendheid over Gods grote doel, werd ik zeer op de proef gesteld door Zijn kennelijk falen om de meest aandoenlijke gebeden van sommige van Zijn heiligen te beantwoorden. Neem het geval van een weduwe, alleen achtergebleven met veel kinderen, voor ieder van wie zij worstelde in gebed, opdat zij de Redder zouden aanvaarden. Maar niet een van hen antwoordt op haar uitnodigingen. Enkelen van hen sterven voordat zij zelf ten ruste wordt gelegd, en zij die haar overleven worden niet met het evangelie bereikt. Dat, zult u zeggen, is nou een duidelijk geval van de serieuze verzoeken en vele gebeden die niet beantwoord werden! Ik neem het u niet kwalijk, want ik dacht zelf precies zo. Maar nu ik heb leren geloven dat God de Redder is van alle mensen(1Tim. 4:10), en vooruit kijk naar de voleinding, ben ik van gedachten veranderd. De arme weduwe wist niets over de toekomst voorbij het graf en daarom zou ze, als ze logisch had geredeneerd, zijn gestopt met bidden. Maar ze ging door, omdat ze niet kon stoppen. Ik ben geneigd te denken dat elk van haar gebeden voor haar kinderen een "gebed van God" was(Luc. 6:12), en op een bijzondere manier door Zijn geest in haar hart werd geïnspireerd.
Kunt u zich voorstellen welk een vreugde haar zal overkomen, wanneer ze, bij de voleinding, verenigd zal worden met allen voor wie ze heeft gebeden? Zal die vreugde niet vergroot worden door de tranen en gebeden, waarvan ze, voor haar dood, dacht dat ze zo zwak en nietig waren? En wie zal volhouden dat deze zaken geen deel hadden aan het voorbereiden op de uiteindelijke verzoening van haar nakomelingen? En wie zal beweren dat, vanuit Gods standpunt, het kennelijk uitstel niet beter was, dan dat Hij direct op haar smeekbeden had geantwoord? Het is duidelijk dat Gods plan, voor iedereen, vraagt om een ervaring van afstand van Hem. Vrijwel niemand wordt vanaf zijn of haar geboorte geroepen, of zelfs eerder, zoals Johannes de Doper. In onze jonge jaren zijn wij allen vervreemd geraakt van God. Zij die niet in dit leven verzoend worden, hebben slechts een verlenging van deze ervaring. Allen moeten bewust verloren zijn voordat ze gered worden, om zo de harde noodzaak te realiseren voor het op afstand van Hem zijn.
Een echt struikelblok, in de ogen van de wereld, zijn de tegengestelde gebeden van Christenen in oorlogstijd. Beiden doen een beroep op God om hen de overwinning te geven, terwijl, oppervlakkig gezien, op z'n minst maar één zijde die kan hebben. In de praktijk lijkt het gewoonlijk "beantwoord" te worden, maar op verschillende vlakken. Op het fysieke vlak zal de kracht van de ene zijde overwinnen, en de geschiedenis legt dat vast als een overwinning, maar de geestelijke effecten zijn vaak erger dan verliezen. Succes in de strijd kan zelfrechtvaardiging en trots en overheersing voortbrengen. Maar dit is helemaal tegengesteld aan Gods uiteindelijk doel, wat afrekent met de rechtvaardigheid van de mens en leidt tot nederigheid en onderschikking. Daarom is het vaak een Pyrrusoverwinning, die meer kost dan ze opbrengt. Aan de andere kant heeft verlies zijn geestelijke voordelen. Het kan zelfonderzoek en nederigheid en onderschikking brengen, precies die effecten die God zoekt in verband met zijn uiteindelijk doel. Zo worden, op een bepaalde manier, de gelovigen aan beide zijden van een strijd "beantwoord." Maar hij die denkt dat zijn gebed werd beantwoord, ontvangt nauwelijks zoveel voordeel als degene die denkt dat dit niet zo was!
De "logische" conclusie uit deze voorbeelden zou ons er toe kunnen brengen geheel te stoppen met bidden. Indien toch alles meewerkt voor ons welzijn, waarom zouden we dan proberen het te bederven door onze onwetende en zelfzuchtige verzoeken? Helaas, hoe ONlogisch is de menselijke logica! Ze sluit gewoonlijk God buiten, of ze reduceert Hem tot menselijke proporties, ook al is Hij de Grote Maatstaf voor alle dingen. God gebruikt al onze ervaringen om ons geschikt te maken voor gemeenschap met Hem, om zo Alles in ons te worden en doorheen ons Alles in al Zijn schepselen te worden. Dit vraagt om het uitoefenen van geloof in Hem, en twijfel en wantrouwen in deze komt uit de mens voort. Door ervaring moeten wij leren hoe nietig al onze wensen zijn, tenzij ze geïnspireerd zijn door Gods geest. Omdat zonde in de mensheid een achtergrond is voor Gods genade, zo worden schijnbaar "onbeantwoorde" gebeden een noodzakelijke test om ons aan onszelf te ontmaskeren en ons ertoe te leiden alleen op Hem en Zijn liefde te vertrouwen.
Alles is uit God. Hoe vreemd het op het eerste gezicht ook lijkt, gebed heeft niet haar oorsprong in ons, maar in Hem. Laten we, voordat we het waarom en waartoe hiervan uitleggen, dit eerst bevestigen door een paar feitelijke voorbeelden, waaraan er in de voorzeggende profeten geen gebrek is. Yahweh beloofde niet alleen dat Hij Israel zou herstellen in hun land, maar heeft voorzegd dat zij er om zouden bidden. Hij legt zelfs de woorden daarvoor in hun monden! Laat dit niet zien dat het gebed, én de vervulling daarvan, te danken is aan de werking van Zijn geest? Het zal, natuurlijk, deels door Zijn woord zijn, waarin de zegeningen beloofd worden. Maar zelfs dat is niet voldoende, want velen uit Zijn oude volk geloven Zijn woord niet. Er is een bijzonder werk van Zijn geest nodig om hun harten te beroeren om te vragen naar de geschenken die Hij zal geven(Jer. 31:39). Het was nadat Daniël van de profeet Jeremia had geleerd dat Jeruzalem na zeventig jaren hersteld zou worden, dat deze zijn belijdenis deed en zijn gebed bad(Dan. 9:2,3).
Misschien is iedere lezer van deze zinnen overtuigd van deze zegen voor Israel, als natie, in de dag van Yahweh. De rede zou zeggen dat er dan daarvoor geen gebed gedaan hoeft te worden. Maar gebed is hyper-rationeel of super-rationeel, als men ons toestaat deze vreemde maar zeer noodzakelijke uitdrukkingen te gebruiken. Misschien zou het beter zijn "redeneren" als hypo-rationeel te ontmaskeren, omdat het haar gevolgtrekkingen baseert op niet afdoende maatstaven. Een gezondere gevolgtrekking zou zijn: Omdat God, met het oog op hun toekomst, gemeenschap zoekt met Zijn schepselen, onthult Hij niet alleen Zijn plan aan hun denken, maar betrekt ook, door middel van lofprijzing en gebed, hun harten bij Zijn voorstellen. Er is al veel lofprijzing naar Hem opgestegen met het oog op de heerlijkheden die Hij aan Zijn oude volk heeft beloofd. En er zal nog veel lofprijzing naar Hem toe gaan, in het bijzonder in die akelige dagen die vooraf gaan aan de vervulling van Zijn voorzeggingen. Zelfs een oppervlakkig lezen van Eze. 36:37 zal laten zien dat de gebeden van die mensen door Hem geïnspireerd zullen zijn, want zij waren al duizenden jaren geleden voorzegd.
Gods handelen met Israel, in het verleden, was op wet gebaseerd. Daarom was er z'n vreselijk falen. Zijn handelen met hen zal in de toekomst gebaseerd zijn op gunst. Daarom zal er zo'n precieze vervulling zijn. Om hen te kunnen leiden in hun gebeden, begint Hij Zijn voorzeggingen aan hen met een nadrukkelijk negatief: "Niet vanwege jullie doe Ik dit, stelt de Heer Yahweh". Hun gebeden zullen in deze niet gebaseerd zijn op onwetendheid. Wat een tegenstelling! Toen zij poogden hun zegeningen te verdienen, slaagden zij er niet in ze te krijgen, maar wanneer zij ze zullen genieten, zal dat niet zijn omdat zij de wet hielden!! Hoewel wij het toppunt van allesoverstijgende genade genieten, die zij niet kunnen verkrijgen, zijn ook zij toch afhankelijk van Gods gunst voor de vervulling van hun gebeden. Zij worden dan ook gezegend ondanks hun afvalligen wegen, en gereinigd ondanks hun verdorvenheden. Deze kennis stelt hen in staat het gebed van God te bidden.
Zodra Israel de nietigheid van hun eigen falen zal hebben geleerd, zal de geest van Yahweh hen leiden om Hem te loven en om te bidden voor redding door Zijn handen. Hun verlossing schijnt, voor hen die Gods doelstelling met de uitgestelde periode van voorbereiding niet verstaan, lang uitgesteld te zijn. De les die Israel geleerd werd tijdens hun reis door de wildernis, was van het grootste belang om hen voor te bereiden voor het land. In de woestijn ervaarden zijn hun noodzakelijke afhankelijkheid van Yahweh voor hun bestaan. Voedsel noch water noch beschutting kon bestaan, zonder dat het direct uit Zijn hand was gekomen. En dezelfde les wordt Israel vandaag geleerd, want de beproevingen van de wildernis waren slechts een beeld van hun hedendaagse benauwde toestand. Wanneer zij niet langer hoop in zichzelf hebben, zullen ze naar Yahweh gekeerd worden om Hem te prijzen en te bidden voor hun beloofde redding.
De kwaden in de wildernis werden door God gepland. Hij wilde hen niet toestaan om over de snelweg naar het beloofde land te gaan, maar dat zij hun alles in Hem zouden vinden. Zo gaat het ook nu met Israel. De meesten van hen zouden er de voorkeur aan geven om, figuurlijk gesproken, de geplaveide weg te nemen, per auto of per vliegtuig, om van het beloofde paradijs te kunnen genieten. Maar voor hun eigen bestwil en voor de bestwil van de natiën, alsook ten voordele van Gods schepselen elders, moeten zij hun deel van het spel spelen, dat het pad van onafhankelijkheid van de Godheid uitbeeldt, totdat de moraal luid en duidelijk is voor heel de schepping: Het schepsel is vervloekt, zolang hij of zij vervreemd is van de Schepper!
Er wordt algemeen aangenomen dat gebed een noodzakelijk bedelen is voor iets dat buiten Gods wil of bedoeling is. Men stelt: Waarom zou je voor iets bidden, wanneer God het al heeft beloofd? Hoever dit van Gods gedachten verwijderd is, kan door een voorbeeld worden aangetoond. Yahweh heeft Israel verzekerd dat Hij hen in hun land zal herstellen en dat het zal worden als de Hof van Eden. Dus waarom er dan voor bidden? Maar Yahweh heeft ook het feit onthuld dat ze dat zullen doen. Zijn hart verlangt naar gemeenschap met Zijn volk. Dat is voor Hem meer van belang dan hun zegen. Indien Zijn vriendelijkheid ten opzichte van hen Hem geen lof brengt, wat voor nut heeft het dan in Zijn doelstelling? En dit wordt zeer geïntensifieerd door eerdere gemeenschap in Zijn plannen.
Niet alleen zal het land, dat verlaten en woest was, gevuld worden met steden en weelderige tuinen, maar de natiën rondom zullen onder de indruk komen van het feit dat niet zij dat deden, maar Yahweh, hun God. Tot dusverre, onder de wet, was Israel gewend aan oorlogen met hun buren. Zodra ze echt rechtvaardig zijn, zullen zij hen verlichten en aan hen de ware God openbaren. Misschien gebruikt geen passage in de Schrift zo nadrukkelijk het "Ik" als Ezechiël 36:37. Zelfs de King James vertaling heeft drie hoofdletters I. De Concordante Vertaling spant zich zeer in om de nadruk van het origineel over te dragen. En hier kan dit niet afdoende bereikt worden zonder vijf "I" te gebruiken en twee daarvan nog eens nadrukkelijk. Israel zal in die dag niet langer zelfgericht zijn, in beslag genomen door hun eigen zegen, maar wereldgericht, het centrum van waaruit zegen zal stralen naar alle andere natiën op Aarde.
Maar dit alles zal niet opgelegd worden aan een onwillige en tegenwerkende natie, die niet in harmonie is met Gods plannen, en tegengesteld aan Zijn doelstelling. Voordat Hij hen zegent, gaat Hij feitelijk in gesprek met hun geloof. Hij voorzegde niet alleen hun lot, maar voorzegde hun verzoeken. Want duizenden jaren voor het millennium heeft de wandelende Jood gevraagd naar de komende heerlijkheid in de dag van Yahweh. Het gelovig overblijfsel ledigde het verlangen van hun harten voor Hem en bad: "Hoe lang, O Heer?" In feite zijn de jaren veel langer geweest dan de tijd van hun zegen zal zijn. Het kan zo zijn dat deze verlengde voorbereiding meer voor Israel zal doen om hen voor te bereiden op hun uiteindelijke functie in Gods universele doel, dan het veel verlangde millennium zelf. Voorzegging doet gebed niet weg, het trekt het tevoorschijn. Bovendien helpt het om het te richten naar Gods hart.
God hoeft niet te wachten op onze gebeden, voordat Hij antwoordt. Dit wordt duidelijk aangetoond in een andere passage over Israels toekomst. Dit komt geheel overeen met het feit dat we nu al veel details weten van die heerlijke dag. Gebed kan de vervulling van het meest kleine detail van deze talrijke voorzeggingen niet verhinderen of helpen. Noch kan het ook maar één ervan in het bijzonder veranderen. Dit wordt voor ons verder uitgelegd door het feit dat, voordat zij roepen, terwijl zij nog spreken, Yahweh al antwoordt en gehoor geeft(Jes. 65:24). De dagen van Yahwehs volk zullen zijn als de dagen van de boom des levens, en het werk van hun handen zal niet verslijten. Hun inspanningen zullen niet tevergeefs zijn, zoals het in verleden wel leek. Dan zal er vrede zijn, echte vrede, niet alleen onder de mensen, maar zelfs onder de wilde beesten. De leeuwin en de wolf zullen leven met de dieren waarop ze in het verleden jaagden. Kwaad en vernieling zullen niet langer de plaats hebben die ze nu hebben in het menselijk ras.
Ik had eens, als jong gelovige, een verbazende ervaring die me diep onder de indruk bracht, en mijn hart opende voor de waarheid die we nu overdenken. Ik was belast met mijn verwanten, van wie de meesten niet gered waren. Sommigen waren sceptisch en een paar waren regelrecht spottend. In feite verspreidde een van hen de gedachte dat ik verstandelijk gehandicapt was, hoewel niemand in onze familie daaraan leed, en zij vonden zich zeker niet daardoor aangesproken! Maar mijn ouders stelden dat, als ik nou toch "religieus" moest zijn, ik me maar moest aanmelden bij een respectabele kerk. Zij dachten niet dat de Plymouth Brethren in deze klasse thuis hoorden.
Wij waren bij familie, om te eten, Ik bad voor een opening om tot hen over Christus te spreken. Maar voordat ik de zin in mijn gedachten kon formuleren, stelde de meest minachtende van mijn tegenstanders precies de vraag die ik het meest verlangde te beantwoorden. Ik was op dat moment een tijdje perplex, maar vol dankbaarheid deed ik mijn best. Ik veronderstel dat u meent dat ik zou moeten toevoegen dat hij, of iemand anders, als gevolg, geloofde, maar dat was niet het geval en het veroorzaakte bij mij nogal wat vragen. Nu weet ik dat allen gered zullen worden, en ik twijfel er niet aan dat mijn woorden door God uiteindelijk voor dat doel gebruikt zullen worden.
Misschien wel het meest belangrijke voorbeeld van gebed, voor ons, in deze bedeling, is het verzoek voor een geest van wijsheid en onthulling. Paulus bad dat wij deze zouden hebben en God legt dit verlangen in de harten van die van Zijn heiligen aan wie Hij Zich wenst te openbaren door een kennis van de geheimen die aan de huidige bedeling ten grondslag liggen(Efe. 1:17). Dit wordt allemaal uiteen gezet in Paulus' brieven, maar ze zijn door de traditie zo verfomfaaid geraakt, dat maar weinige van de heiligen er een flauw vermoeden hebben dat er onverklaarbare "mysteriën" zijn die aan ons in de hemel onthuld zullen worden. En dit klopt ook, als ons niet genadevol de geest van onthulling gegeven wordt om ze tevoren te kunnen begrijpen.
Eerst doet God in ons een wens ontwaken om te weten wat deze mysteriën verbergen. Wanneer deze wens aan Hem wordt gericht, wordt het een gebed, zelfs als dit te vaag is om uit te spreken. De geest van onthulling is de geest van God, die Hem kenbaar maakt en die Paulus inspireerde om de onthulling van de verscheidene geheimen op te tekenen, waarvan de waarheid grotendeels voor het heden is samengesteld, want deze ontvouwen de volste en hoogste onthulling van de Godheid. De geest die aan ons is toebedeeld, zodat we het zouden kunnen begrijpen, is dezelfde geest die het verslag schreef. Het is een speciale voorziening van die levengevende geest die alle heiligen in alle ernst in beperkte mate bezitten. Hij zal deze dingen aan allen onthullen, wanneer ze levend gemaakt zullen worden. Nu is dit het deel van hen die ertoe geleid worden om er naar te vragen, om zo God ten volle te kennen.
Dit gebed was het, nog meer dan welk ander, dat leidde tot de studie van de Goddelijke Mysteriën, dat later in pamflet- en boekvorm verscheen. Met het licht kwam er een diepe overtuiging dat alles uit God was en niet uit ons, waardoor wij op de onthulling van de geest aan ons zien als een manifestatie van Gods genade, net zoals de geschreven onthulling een ontvouwen is van de overvloeiende rijkdommen van Zijn gunst aan hen van de natiën die geloven. Zij verdienen het tegendeel, maar dit maakt hen het beste middel voor het tentoonspreiden van de overweldigende weelde van Zijn genade en liefde.
Het gebed van God brengt Zijn wil tot stand. Niet alleen heeft Yahweh Zijn wil voor de toekomst voorzegd, en voorspelde Hij ook de gebeden die vooraf zullen gaan aan de uitvoering, maar draagt God, in het bijzonder in deze bedeling, in Zijn heiligen uit wat Hem genoegen doet en bereidt Hij het voor door Zijn gebeden in hun harten te leggen. Hij bewerkt niet alleen in hen het werken in overeenstemming met Zijn genoegen, maar Hij bereidt op deze dag voor door de wil in hen te planten om het te doen, plus het gebed dat aan het bereiken er van vooraf gaat. In de loop van onze overdenkingen zullen we veel verschillende patronen van gebed bekijken, maar, en allen zullen hiermee instemmen, zien dat zij hun oorsprong hebben in God en de werking zijn van het werken van Zijn geest in de mensheid(Filip. 2:13-18).
De werken van God, uitgewerkt door Zijn schepselen, zijn altijd te danken aan de energie die door Zijn wil geleverd wordt en wordt vooraf gegaan door het gebed van God. Gewoonlijk is dit zo verborgen in de onbewuste geest, dat dit niet het gebied bereikt van het bewustzijn, en dan dus niet gekend of begrepen worden. Maar in de heilige van de huidige tijd zou dit voor allen duidelijk moeten zijn, want het is het voorrecht van volwassenheid om bewust onder leiding te staan van Zijn geest en op intelligente wijze mee te werken in Zijn zaken. Moge dit het kostbare deel zijn van allen die deze zinnen lezen, om zich de hoge eer en blijdschap te realiseren van het bidden van het gebed van God!
Terug naar de indexpagina van Bidden en lofprijzing