Abraham en de natiën
door A.E.Knoch.

Natiën en koningen worden in de aion vóór de vloed nooit genoemd. De inperkingen die er waren, waren in de handen van Adam en zijn zonen (of opvolgers). Zij faalden totaal, en dat leidde tot de vloed. Al snel na de vloed, echter, lezen we van natiën (Gen. 10:5). We zouden het Hebreeuwse woord letterlijk kunnen weergeven met LICHAMEN, zoals het verderop wordt vertaald. waar de Egyptenaren tot Jozef zeggen dat zijn niets over hebben om voor voedsel te betalen dan hun lichamen en hun grond (Gen. 47:18). De King James weergave met "heidenen" (Gen. 10:5, etc) is zeer misleidend, zeker wanneer het gebruikt wordt in een tijd dat er nog geen Joden waren. De weergave met "volk" (Joel. 3.8) is ook verwarrend, omdat dit gewoonlijk gebruikt wordt voor een ander Hebreeuws woord dat vaak gebruikt wordt.

Koningen van de tweedracht.

Koningen stonden waarschijnlijk als snel na het formeren van natiën op, maar we horen slechts weinig over hen, tot ze in contact kwamen met Abram, de voorvader van de Koning der Koningen, Die de Koning van de vrede zal zijn. Dezen komen echter voor ons, om te beginnen, als koningen van de tweedracht. Er waren niet alleen koningen, maar federaties van koningen, die niet alleen hun eigen onderdanen probeerden te onderwerpen, maar ook andere koningen. Het eerste glimpje dat we van koningen krijgen geeft ons een kenmerkend beeld van hun activiteiten. Een samenwerkingsverband van vier koningen werd gevormd voor de strijd tegen een ander, van vijf koningen. De vier overwinnende koningen plunderden Sodom en Gomorra en namen Lot, Abram's neef, met hen mee (Gen. 14).

Samenwerkingsverbanden en onderworpen natiën.

In plaats van een lange en saaie geschiedenis te geven van de vele conflicten en combinaties van natiën in de eerste paar honderd jaren van deze aion, na de dagen van Nimrod en Assur, Babel en Nineveh, worden we voorwaarts gedragen en wordt ons de situatie gegeven die had geleid tot deze centrale koninkrijken en hun activiteiten waar zij Gods plannen raakten in verband met Zijn Koning en de lijn waaruit Hij zou voortkomen.

De basis voor menselijk regeren.

Pas nadat het goddelijk dictum was gegeven, na de vloed, "Wie het bloed van de mens vergiet, zal door de mens zijn bloed vergoten worden, want naar het beeld van Elohim maakte Hij de mens" (Gen. 9:6;SW), pas dan is er enige basis voor het regeren van groepen mensen door één mens, zoals dat vandaag nog is. Dit is bijna het tegenovergestelde van de voorafgaande aion. Toen Kaïn zijn broer Abel doodde, werd hem een teken gegeven, zodat hij niet door een ander mens gedood zou worden. Noach ontvangt niet de plaats die Adam had. Die werd open gelaten en dit leidde tot de vorming van groepen, of natiën, voor wederzijdse bescherming en het uitvoeren van recht onder elkaar. Deze groepen schijnen al heel vroeg ontstaan te zijn, want alle drie genealogieën van Noach's zonen sluiten met een verwijzing naar de natiën die uit hen voortkwamen (Gen.10:5,20,31,32).

Kaïn.

Bloedvergieten is de basis voor menselijk regeren in de huidige bedeling (Gen. 9:6). Dat was in de voorafgaande aion niet het geval. Toen was één man, Adam, het beeld van de Onderschikker, aan de macht, en zijn zonen na hem. Zelfs toen Kaïn Abel doodde, en het bloed van zijn broer van de grond schreeuwde tot de Onderschikker, werd Kaïn niet gedood voor zijn grote misdaad, maar veroordeeld tot levenslange dienstbaarheid in zware arbeid, nodig om hem in leven te houden. Hij werd niet gevangen genomen, maar hij werd een zwerver en een dwaler, voordurend bang voor vergelding. In plaats van geëxecuteerd te worden, werd er op hem een teken geplaatst, zodat hij niet gedood zou worden voor zijn moord. Dit was vóór de vloed de goddelijke regeling.

Lamech.

Maar Kaïn's zware straf weerhield anderen niet van een soortgelijke misdaad. Het lijkt er op dat Lamech, toen een man hem schade en een jongen hem een striem bezorgde, hen doodde, daarmee de toepassing van het recht uit de handen van Adam's zonen in zijn eigen handen nemend (Gen. 4:23,24). Dit geeft ons een blik op hoe zulk een vaderlijke methode van regeren, als we het zo mogen noemen, er niet in slaagt recht te doen en leidt tot wetteloosheid en kwaad, die uiteindelijke de vloed bracht (Gen. 6:5).

Het doodsoordeel.

In de aion van de vaderlijke heerschappij, vóór de huidige, werd aan de mensheid een gelegenheid gegeven om te laten zien wat er gedaan kan worden zonder het doodsoordeel. Lamech aarzelde niet alleen niet hen te doden die hem schade berokkenden, maar roemde over zijn "heldendaden". Sindsdien hebben we voorbeelden van hetzelfde, toen er nog geen wettelijke regering was. Dit laat duidelijk zien dat de menselijke gemeenschap in bedwang moet worden gehouden door een hoger gezag, anders zal ze vervallen in anarchie en wederzijdse vernietiging. Dit is een van de belangrijke lessen die de mensheid moet leren tijdens alle boze aionen.

De doodstraf.

De basis voor menselijk regeren in deze aion, is de doodstraf. "Wie het bloed van de mens vergiet, zijn bloed door de mens vergoten worden, want naar het beeld van Elohim maakte Hij de mens"(Gen. 9:6;SW). Zonder dit goddelijk dictum mogen we heel wel vragen stellen bij het recht van zelfs een menselijke regering om een mensenleven te vernietigen. De reden die gegeven wordt is in onze vertalingen zeer vaag, want de titel "God" heeft geen heldere betekenis. De mensheid werd gemaakt naar het beeld van de Onderschikkers. De Allerhoogste Onderschikker zal uiteindelijk allen aan Zichzelf onderschikken, en Zijn belangrijkste middel van het hen onderschikken is de dood, niet alleen hun eigen dood voor hun zonden, maar de dood van hun Redder, de Naartoe-Onderschikker. De dood is het belangrijkste middel dat wordt gebruikt voor de onderschikking van de mensheid.

Het bloed.

De ziel van alle vlees is in haar bloed (Lev. 17:14). Opdat de offers op Joodse altaren niet zouden lijden, werd onmiddellijk het bloed onttrokken. Dit is verreweg de meest genadevolle methode van executie. Daarom lezen we: "Van de hand van de broer van de mens zal Ik de ziel van de mens opeisen"(Gen. 9:5;SW). Alle gevoel, in het bijzonder het lijden, is afhankelijk van de aanwezigheid van bloed. Als het onttrokken is aan een lichaam, hoeft er geen pijn te zijn. Dit, de meest genadige vorm van doden, werd voorgeschreven voor de mensendoder in deze aion.

Stadskoningen onderschikt.

Omdat de namen van de koningen en landen na Babel niet Hebreeuws hoeven te zijn, tasten we vaak in het duister waar het gaat om hun betekenis. Wanneer ze in het Hebreeuws een betekenis schijnen te leveren, en passend zijn, kunnen we de betekenis veronderstellen. Shinar kan Dubbel-Stad betekenen, wat best mogelijk is. Nineveh was zo'n samengestelde stad, wat de koning een aanzienlijk prestige gaf en Amraphel aan de kop van deze lijst stelt. Amr (ZEG) phl (WERPEN) of Am (TROUW) r (RICHTEN) phl (WERPEN), lijken niet erg passende betekenissen. Alle koningen van het tweede samenwerkingsverband zijn koningen van steden, zoals Sodom (GEGRONDvest) en Gomorra (OMER) en Zoar (JONGSTE of KLEINSTE), waar we meer informatie over hebben. Chedorlaomer schijnt dezen aan zich onderschikt te hebben, maar zij stonden tegen hem op, en nu kwam hij met zijn confederanten om hen opnieuw te onderschikken (Gen. 14:1).

Twee natiën.

Tidal, zo wordt ons verteld, was "koning van natiën". De RSV verandert "natiën" in "Goiim," wat het Hebreeuws is voor "natiën". Maar dit onderscheidt hem nauwelijks van anderen. Er wordt wel verondersteld dat het Hebreeuwse meervoud hier "twee natiën" kan betekenen, en dit kan gebruikt zijn geworden voor de naam Shinar, dubbel-stad, voor een confederatie van twee staten, met slechts één koning over hen. Deze naam en deze hele campagne laat de neiging van de natiën zien naar centralisatie onder één hoofd, die het gebied van al deze koningen, en alle andere, onder zijn heerschappij bevatte.

De zoutopbrengsten.

Het opmerkelijke kenmerk van dit slagveld was dit: dat het de laagste plaats op Aarde was. De vallei van de zoutvlakten is de nu de Zoutzee, of zoals wij ze nu noemen: de Dode Zee. Al dit lage land is nu met zout water bedekt. Het feit dat het vuur dat de steden vernietigde vergezeld ging van zwavel, en dat het nu bedekt is met zout water, geeft een sterke aanwijzing over de reiniging van de Aarde in de toekomst. Het is behulpzaam er op te letten dat wat men "de natuur" noemt, het toneel heeft overdekt, en om te zien hoe dat gedaan werd. De Jordaan is erg bochtig en wast bij iedere bocht een beetje grond weg, en deponeert dat aan de noordkant van de zee. Doorheen de tijd heeft dit er voor gezorgd dat de waterspiegel steeg en heel "de vallei van de Jordaan" onder water gezet werd, die door Lot werd gekozen, aan de zuidelijke kant. Dit is een schitterende illustratie van hoe toekomstig geluk uit geloof voortkomt, niet uit hedendaagse welvaart.

Abram, de Hebreeër.

Het is opmerkelijk dat Abram geen aandeel had in deze strijd, ook al was hij een erg rijk man en had hij een behoorlijk gevolg dat kon vechten, zoals hij later liet zien. Van vrijwel al deze koningen wordt gezegd dat ze verbonden waren aan een stad. Zij volgden het voorbeeld van Kaïn, die een versterkte plaats bouwde voor zijn eigen bescherming. Zelfs Sodom schijnt een muur gehad te hebben, want Lot zat er in de poort (Gen. 19:11). Abram, daarentegen, woonde in een verplaatsbare tent, en kon daarom verder gaan. Dat schijnt ook de reden te zijn waarom, op dit punt, hij de Voorbijganger wordt genoemd, of in het Hebreeuws Obri. Hij was een reiziger, een rondtrekker, een nomade. Hij was geen koning, met een gevestigde stad, maar ging van plaats tot plaats. Toch had hij een uitgebreid gevolg, die de overwinnaars overwonnen wanneer het nodig was. Dit voorafschaduwde de natie die nog in hem was, die alle natiën zou onderschikken en vrede zou brengen.

Het eerste geïnspireerde verslag van de activiteiten van de natiën op Aarde is zeer suggestief. Twee groepen natiën voeren oorlog met elkaar, maar de winnaars worden door Abram overwonnen! Dat is, kort gezegd, de geschiedenis van alle natiën tijdens de aionen. In plaats van dat elk voor zich organiseert om recht en vrede te zeker te stellen onder zijn eigen onderdanen, spannen ze samen om met elkaar oorlog te voeren, totdat de Zoon van Abram tussenbeide komt en herstelt wat zij vernield hebben. En, zeer opmerkelijk, Melchizedek, koning van rechtvaardigheid en koning van vrede, het type van de Koning der koningen, voegt zijn zegen toe, net zoals de Messias Zelf in die komende dag het zaad van Abraham zal zegenen.

Melchizedek.

De twee onrechtvaardige koning waren oorlogvoerders en zijn een tegenbeeld van onderschikking. Dit is zo voortgegaan tot op de dag van vandaag en zal pas eindigen wanneer het beloofde zaad van Abraham hen in de toekomst verslaat. Maar dit deel van het plaatsje is onvolledig, want het slaagt er niet in de belofte volledig uit te beelden. Daarom wordt een ander karakter toegevoegd, dat volledig de toekomst uitbeeldt en de Ene Die het tot stand zal brengen. Abram ontmoet Melchizedek, koning van rechtvaardigheid en koning van vrede - shlm, van wie de beschrijving beperkt is tot zijn gelijkenis aan de Zoon van God, Wiens koninkrijk zal voortduren tot allen rechtvaardig zijn en allen met El verzoend zijn. Zelfs in het Christendom van vandaag geven de natiën meer uit aan oorlog voeren en elkaar vernietigen, dan in het regeren van hun eigen burgers.

Melchizedek, koning van vrede.

In verbluffend contrast met deze vroege koningen en hun onrechtvaardigheid en strijd, verschijnt deze zeer geheimzinnige monarch ten tonele, wiens naam en titel hem afbeelden als het tegendeel in karakter en resultaten van hen die door Abraham verslagen werden. Zijn naam, Melchizedek, beschrijft hem als een rechtvaardig koning en zijn titel als een vredig persoon. Bovendien is hij ook een priester en vertegenwoordigt hij de Allerhoogste Onderschikker, Eigenaar van de hemelen en de Aarde. Wat een gigantisch verschil! De vier koningen hadden niet eens een deugdelijke aanspraak op het land waarover ze heersten, en probeerden de anderen te beroven. Maar Abram stond er op te herstellen wat hij herwonnen had. Toch erkende hij de echte Heerser en Bezitter van alles, door een tiende te geven aan de priester van de Allerhoogste Onderschikker.

Het verslag dat ons over Melchizedek wordt gegeven, is beperkt tot die kenmerken waarin hij en zijn handelen een type zijn van de Zoon, Die bij God was vanaf het begin en die geen aardse vader en moeder had. Er is niet bekend, of zou gezegd moeten worden, van zijn afstamming, want dat zou het beeld verstoren. Belofte houdt zich bezig met de toekomst, en hier zien we, toen het werd gegeven, een prachtige kleine camee van de vervulling er van geïntroduceerd worden. Het vertelt ons, niet eenvoudig dat Abram in het verleden onrechtvaardige en oorlogvoerende koningen versloeg, en dat een rechtvaardige en vredevolle koning hem zegende en hem brood en wijn gaf, maar dat Abram's zaad in de toekomst op een veel grotere schaal door een zelfde ervaring heen zal gaan, met het Antitype van Melchizedek, de Koning en Priester, Christus Jezus, de Zoon van de Onderschikker.

Ziende dat alle verdere feiten met betrekking tot Melchizedek alleen maar een perfect portret zouden bederven, zouden we geen enkele inspanning om ze te ontdekken moeten aanmoedigen. Over het algemeen wordt aangenomen dat hij de koning van Jeruzalem was, maar daar is in het geheel geen bewijs voor. In feite zou de naam Salem net zo goed met vrede vertaald kunnen worden, want dat is de betekenis (Hebr. 7:2). Zo kan zijn naam ook met Koning van rechtvaardigheid weergegeven kunnen worden. Dat beschrijft zeker zijn karakter, maar niet zijn locatie. We lezen pas van Jeruzalem in de dagen van Jozua (Joz. 10:1). Hoewel de koning van die latere dagen ook rechtvaardig werd genoemd, adonizedek zijnd, was hij dat niet. Het lijkt erg onwaarschijnlijk dat Jebus, (VERTRAPPEND-IS-HIJ), zoals de stad toen werd genoemd (Joz. 18:29), een man als Melchizedek als koning had.

In latere onthullingen wordt ons verzekerd dat:

"1 Want deze Melchizedek, koning van Salem, priester van God, die Abraham ontmoet, terugkerend van de slag met de koningen en hem zegent,
2 aan wie Abraham ook een tiende van alles deelt. Ten eerste is hij te vertalen met: "koning van de rechtvaardigheid," en daarna "koning van Salem", wat is: "koning van de vrede"
3 vaderloos, moederloos, zonder genealogie, geen beging van dagen, noch voleinding van leven hebbend, doch de Zoon van God afbeeldend, blijft priester tot een einde."

(Hebr. 7:1-3;SW)

Het was slechts een vooruitblik naar het einde, ten tonele gebracht in het begin, om zo de grote tegenstelling te vergroten tussen het falen van de eerste aardse koningen en de toekomstige perfectionering van menselijk heersen, zoals uitgebeeld door Abraham en Melchizedek. Om de Zoon van God nog helderder te kunnen afbeelden, komt deze koning in geen enkele genealogische tabel voor, met de datums van zijn troonsbestijging en dood, of de namen van zijn vader en moeder; want niets daarvan past bij de Ene van Wie hij een beeld is.

Abraham had een goede gelegenheid om zichzelf verder te verrijken, als hij de buit had behouden die hij heroverd had toen die hem werd aangeboden door de koning van Sodom. Maar door geloof realiseerde hij zich dat de Allerhoogste Onderschikker de enige Eigenaar is, niet alleen van het land, maar van alles dat daar op en in is. Yahweh had het aan Abram beloofd, dus zou het verkeerd zijn de eigenaarschap van de koning van Sodom te erkennen, die, zoals later door zijn vernietiging werd onthuld, alle rechten op het genieten er van had verspeeld.

Brood en wijn.

De onrechtvaardige koningen die oorlog voerden, verwoestten het levensonderhoud en het genot dat door de landen die zij veroverden werd geleverd. In tegenstelling hiermee presenteerde Melchizedek aan Abram een teken van die toekomst en het uiteindelijk koninkrijk, waarover Abram's Zaad, de Gezalfde Zoon van de Onderschikker, zal heersen. Dit wordt gesymboliseerd door het brood en de wijn die hij hen gaf. Dan zal er niet slechts rechtvaardigheid en vrede zijn, maar levensonderhoud en blijdschap. Dit zal niet in deze boze aion tot stand komen, maar het wacht tot het Zaad van Abram Zijn terechte plaats zal innemen als Koning der koningen en Heer der heren.

Schild en loon.

Toen Abram terug kwam van het redden van Lot, het volk en de goederen van Sodom, nam hij niets om zichzelf te betalen voor zijn inspanningen. Toen was het dat Yahweh tot hem sprak en zei: "Jij moet niet bang zijn, Abram! Ik ben jouw Schild, jouw buitengewoon toenemend Loon" (Gen. 15:1;SW). Wat Abram net had meegemaakt overtuigde hem daarvan, maar zijn geloof was nog steeds zwak waar het de toekomst betrof. Wat hij nodig had was een erfgenaam en een nageslacht die al de zegeningen zouden kunnen genieten die aan hem waren beloofd.

Lot.

In tegenstelling tot Abram, wiens geloof bevredigd werd met een belofte, was Lot er als de kippen bij om huidige bezittingen en macht te verkrijgen, en daarom ging hij naar een stad in de vruchtbare laagvlakte. In het begin schijnt hij in een tent gewoond te hebben in de buurt van Sodom (13:12-13), maar daarna nam hij zijn intrek in Sodom zelf (14:12), waar hij gevangen genomen werd door de samenwerkende koningen. Zelfs deze ervaring liet hem niet het foute inzien van zijn positie en het grote verschil tussen hemzelf en Abram, want later, toen de boodschappers kwamen om hem en zijn familie te redden van het komende oordeel, was hij te vinden in de poort van de stad, waar de oudsten, de rechters, zaten.

Boodschappers van Yahweh.

Boodschappers van Yahweh Elohim worden in het Abramitische deel van Genesis bij vier verschillende gelegenheden ingebracht:

  • in verband met Hagar (Gen. 16:7; 21:17)
  • om de vernietiging van Sodom aan te kondigen (19:1,15)
  • toen Izaäk op het punt stond geofferd te worden (22:11,15)
  • toen Abrahams diensknecht er op uit werd gestuurd om Rebecca te halen (24:7,40)

Dezen waren de "dienende geesten, aangesteld tot dienstbetoon vanwege hen die op het punt staan het lotdeel van de redding te genieten" (Hebr. 1:14;SW). Hun Hebreeuwse naam betekent "werker", dus zijn ze niet beperkt tot het brengen van boodschappen. Zij spraken tot Hagar(16:8; 21:17), verschenen aan Abram (18:1) en Lot (19:1) en riepen tot Abraham. Zij schijnen stervelingen te zijn geweest, met handen (19:10), en worden boodschappers van Yahweh genoemd (16:7), maar van hen wordt ook gezegd dat ze Yahweh Elohim zijn (18:1). Abram noemt een van hen Yahweh (18:27), volgens de lezing van de Sopherim.

Uit deze feiten wordt het duidelijk dat boodschappers in staat waren een menselijk uiterlijk en kenmerken aan te nemen, om zo te kunnen bemiddelen tussen de mensheid en de Godheid. Zodra we ons bewust worden dat El onwaarneembaar is, zodat geen van de menselijke zintuigen contact met Hem kan maken, wordt het duidelijk dat gebruik moet maken van een soort tussenpersoon. Zijn Zoon, Die Zijn Beeld is, werd voor dit doel geschapen. Maar de heerlijkheid van de Zoon was te groot voor een sterfelijk mens, totdat Hij Zichzelf ontledigde en mens werd. Tot dat moment werd de mensheid bereikt door boodschappers (Hebr. 1:1-4) of werkers.

Boodschappers worden vaak aangegeven door andere termen. Ja, ze kunnen zelfs de naam of titel aannemen van de Ene Die hen zendt, zoals we zagen in het geval van Abram; want ze brengen niet hun eigen boodschappen, maar die van hun Zender. Soms worden ze met andere namen genoemd. Als dienende geesten kunnen zij de Zoon van God vertegenwoordigen, en moeten daarom een lagere plaats innemen dan de boodschappers van de Allerhoogste. Dit schijnt zo te zijn geweest in het geval van Melchizedek. Hem wordt een naam gegeven die alleen de Zoon toebehoort, de Christus, de Naartoe-Onderschikker. Hijzelf zegent niet, maar hij roept de zegen op van de Allerhoogste Onderschikker.

In dit deel komt Abram, de pelgrim, de man van geloof, niet rechtstreeks in conflict met de natiën, maar slechts indirect, door Lot, zijn wereldse verwant. Zo zijn wij de onderschikten, niet de onderschikkers, in onze relatie met de hogere gezaghebbers op Aarde. Wij wachten op onze Redder, Die allen aan Zichzelf zal onderschikken (Filip. 3:20,21). In de tussentijd mogen wij wandelen in harmonie met dit geloof, zoals Abram dat deed in zijn dagen!


Dit artikel werd hier geplaatst met toestemming van
©Concordant Publishing Concern
en mag niet zonder toestemming van deze worden overgenomen
in druk of op het internet.