Zullen miljarden mensen voor eeuwig verloren gaan?
---
Hoofdstuk 10
ISRAEL, MIJN EERSTGEBORENE

door J. van A.

   
"Als de verharding van Israel al een zegen voor de wereld is, dan zal zeker de aanvaarding van de Messias de volle heilstijd doen aanbreken voor alle volken. Israel is een proefpolder voor Gods verhouding tot de mensheid. Israel is voor Paulus exemplarisch voor de mensheid. Als Paulus rekent op het behoud van heel Israel, geldt dat exemplarisch voor de hele mensheid."

Dit is een citaat uit het boek "Een tijd van twijfel" van Okke Jager.

Hij gaat dan in op Romeinen 11:32, waar te lezen is, dat God allen onder ongehoorzaamheid besloten heeft, om zich over allen te ontfermen. Hij schrijft dan op pagina 121 het volgende:

"Paulus moet dus bedoelen, dat God allen –zoals alle Joden ook alle mensen – onder de ongehoorzaamheid besloten heeft om zich over allen –zoals alle Joden ook alle mensen – te ontfermen. Anders zou de redding van Israel niet werkelijk de generale repetitie zijn voor de redding van de wereld."

We schrijven boven dit hoofdstuk "ISRAEL, MIJN EERSTGEBORENE".

We lezen dat in Exodus 4:22.

En als we dat woord goed tot ons laten doordringen dan rijst vanzelf de vraag: Als Israel de eerstgeborene van God is, wie zijn dan de later geborenen?

Als er ooit een eerste geboorte heeft plaats gehad, dan moeten er daarna nog één of meer geboorten plaatsvinden.

In de grote familie van de volken der aarde heeft God Israel de plaats van de eerstgeborene aangewezen.

Die eerstgeborene baande als het ware de weg voor de later geborenen. Israel maakte de weg uit de moederschoot vrij. Die weg uit de moederschoot is een zware weg, die met weeën gepaard gaat. Het is de weg van het gericht.

Israel is een zware weg gegaan en gaat nog steeds een zware weg. Maar de weg, die de eerstgeborene gaat, moeten de anderen ook gaan.

God is immers niet een God van de Joden alleen, maar ook van de andere volken. (Romeinen 3:29)

Israel, het grote voorbeeld

Willen we weten welke wegen God gaat met alle volken, dan zullen we zoeken in de Schriften naar de wegen, die God gaat met zijn eerstgeborene.

En hebben we begrepen, dat Hij werkelijk gans Israel gaat behouden, dan kunnen we er ook zeker van zijn, dat de Eeuwige een Behouder is van alle mensen.

EN JUDAS DAN...?

"De Zoon des mensen gaat wel heen, gelijk van Hem geschreven staat, doch wee die mens door wie de Zoon des mensen verraden wordt. Het ware voor die mens beter geweest, als hij niet geboren was."
(Matteüs 26:24, 25)

Deze woorden van de Here Jezus zouden kunnen dienen om duidelijk te maken, dat de leer van de eindeloze hellestraf vanuit de bijbel is aan te tonen.

De redenering is dan als volgt: als Judas toch nog behouden zou worden, dan zou de Heiland met het oog op hem niet kunnen zeggen, dat het voor hem beter zou zijn geweest, als hij niet geboren was.

Voor die redenering is veel te zeggen.

Stellen we ons voor, dat Judas, nadat hij zich van het leven had beroofd, in de hel zou zijn geworpen en dat hij daar miljoenen jaren zou moeten doorbrengen. Maar op een dag zou hem genade worden geschonken en hij zou worden overgebracht naar de heerlijkheid van de hemel. Ja, dan zou je toch moeilijk kunnen zeggen: "Was die man maar nooit geboren."

Trouwens in Johannes 17:12 zegt de Here Jezus, dat er niemand van zijn discipelen is verloren gegaan, dan de zoon des verderfs.

Judas is dus verloren gegaan, zoals er helaas zoveel mensen verloren gaan.

Je zou aan de hand van het bovenstaande bijbelcitaat via redenering kunnen komen tot de conclusie, dat de verloren mens nooit meer gevonden zal worden. Maar ook hier moeten we erop wijzen, dat ons redeneren wel moet leiden tot conclusies, die niet in tegenspraak zijn met het verdere spreken van de Schrift.

Ik geef wat voorbeelden:

Als Paulus in 1 Timoteüs 4:10 zegt, dat God een Behouder is van alle mensen, dan zouden we de apostel kunnen tegenwerpen: "Maar Judas dan? Die zal toch nooit behouden worden?"

Judas maakte deel uit van het volk Israel; het volk, waarvan gezegd wordt, dat het door God onder ongehoorzaamheid besloten is. Romeinen 11:32 zegt evenwel dat God al die ongehoorzamen ontferming gaat bewijzen. Zou Judas daarop een trieste uitzondering zijn?

Zou onze God, die vol is van genade met Judas altoos twisten en voor eeuwig toornig zijn? Was dat zo, dan zou de Geest voor Gods aangezicht bezwijken, terwijl Hij toch zelf de levensadem gegeven heeft! (Jesaja 57:16 en 17)

En zo is er nog veel meer te noemen. Wat moeten we toch voorzichtig zijn met ons redeneren en concluderen.

Om geloofwaardig te maken dat God, die zich geopenbaard heeft in Christus Jezus, mensen in een plaats brengt, waar ze voor altijd diep, diep ongelukkig zullen zijn, kunnen we niet volstaan met het woord dat de Heiland sprak in Matteüs 26:24, 25.

Denken we werkelijk dat de Here Jezus bij die woorden heeft gedacht: "Zo, nu weten de bijbellezers meteen, dat er aan de smarten van de hel geen einde komt"?

Nee toch?

Daarvoor zijn nodig bijbelwoorden, die zonder omwegen, expliciet zeggen dat zoiets vreselijks de bedoeling van God zal zijn.

Ik geef tenslotte de letterlijke tekst van het hier besproken woord van de Here Jezus:

"DE ZOON DES MENSEN GAAT WEL HEEN GELIJK VAN HEM GESCHREVEN STAAT MAAR WEE DIE MENS DOOR WIE DE ZOON DES MENSEN VERRADEN WORDT HET WARE GOED VOOR HEM ZO DIE MENS NIET GEBOREN WAS."

Met opzet is de tekst (net als in de grondtekst) weergegeven in hoofdletters en zonder leestekens, zodat we niet op een dwaalspoor komen door toevoegingen van vertalers.

Twee keer is er in dit vers sprake van HEM en twee keer van DIE MENS. De eerste keer verwijst HEM naar de ZOON DES MENSEN en DIE MENS naar de verrader. Welke reden hebben we nu om te veronderstellen, dat dit in het laatste deel van dit vers anders zal zijn?

Het was voor HEM, DE ZOON DES MENSEN, beter geweest wanneer DIE MENS (Judas) niet was geboren! Logisch, in dat geval zou de Heiland niet zijn verraden door een van zijn discipelen, wat zijn lijden zeer verzwaarde.

Wat de Here Jezus ook bedoelde te zeggen omtrent Judas, zeker niet dat Hij geen einde zou maken aan de "eeuwige straf".

We moeten goed begrijpen, dat we ons niet bezighouden met zaken, die er eigenlijk niet zo toe doen. Integendeel, er is geen meer ingrijpend onderwerp te bedenken dan onze redding of onze verlorenheid!

Vandaar dat we niet kunnen volstaan met wat de traditie ons heeft aangereikt.

"Onderzoekt de Schriften!!"


Naar hoofdstuk 11

Naar de indexpagina

   


© www.hetbestenieuws.nl