Soms kan iets wat je leest of hoort of ziet ineens licht laten schijnen op een andere zaak waar je al een tijd tegenaan zit te hikken.
Zo was ik al een tijd bezig met het verhaal van Juda en Tamar, waarin Tamar zich verkleedt als prostituee en Juda verleidt om met haar het bed te delen. Een vreemd verhaal, want prostitutie was nou niet bepaald een positief iets in het Oude Testament (en trouwens ook niet in het Nieuwe Testament). Prostituees waren op z’n best derderangs burgers. Toch zit het kind van Tamar (Perez), dat Juda bij haar verwekte, in de bloedlijn van onze Heer, Christus Jezus. Hoe kan dat nou met het negatieve beeld van de prostitutie in overeenstemming zijn?
Ik zat te kijken naar een video over het gebruik van het getal 13 in de Schrift en daarin werd uitgelegd dat in de Schrift 13 in veel gevallen een getal van kwaad en rampspoed is. Maar als God het gebruikt is het juist een getal van zegen. En toen viel bij mij het muntje.
Lees je het verhaal van Juda en Tamar in Genesis 38, dan zie je dat Er de eerstgeboren zoon van Juda was en dat Juda’s tweede zoon Onan heette. Er trouwde met Tamar. Maar Er wekte het misnoegen op van God en werd om die reden door Hem gedood. Er liet geen kinderen na. En dan kwam het broederhuwelijk aan de orde, waarin een broer van de overledene trouwde met de vrouw van de overleden broer en voor hem kinderen verwekte, zodat er nageslacht zou zijn voor die overleden broer. Het was dan ook aan Onan om die taak te verrichten. Onan deed alsof, maar op het moment supreme spilde hij zijn zaad op de grond. Ook dat was kwaad in de ogen van God en ook Onan werd door God gedood, zonder dat er een zoon, een erfopvolger voor Er was geboren. Tamar had dus een probleem en bedacht dat als het niet via de normale weg kon, het dan maar via de abnormale weg moest gebeuren. Zij verkleedde zich als hoer en verleidde Juda, de vader van haar overleden man. Wat er daarna gebeurde is een heel verhaal, maar dat laten we even liggen. Tamar werd zwanger van Juda en baarde twee zonen, Perez en Zerach. Uit de bloedlijn van Perez kwam later de Messias (zie Mattheüs 1).
We moeten nu, om te begrijpen waarom dit (eigenlijk kwade) kon gebeuren, even naar een andere plaats in de Schrift gaan en wel naar 2 Koningen 2:19 t/m 22. Daar wordt de profeet Elisa geconfronteerd met een goede stad, maar het water was er slecht; letterlijk staat er dat het water “kwaad” was. Elisa geeft dan opdracht om een nieuwe pan te halen, er zout in te doen en dat in het water te werpen. En wat gebeurde er? Je zou verwachten dat het water nu juist door dat zout nog slechter zou zijn geworden, maar het wordt juist goed, drinkbaar! God gebruikte een eigenlijk verkeerd (kwaad) middel om een ander kwaad op te heffen! Gebeurde dat ook niet met onze Heer, toen Hij op Golgotha werd vermoord? Die moord was het grootste kwaad ooit! Maar het kwaad dat daar gebeurde hief het grote kwaad van de wereldwijde zonde op en werd onze redding en rechtvaardiging! God bestreed kwaad met kwaad!
Zo was het ook in het verhaal van Juda en Tamar, waar een kwaad, het niet hebben van een erfopvolger voor Er (en dus voor Juda) en het niet hebben van iemand die de bloedlijn naar de Messias kon voortzetten, werd opgelost met een ander kwaad, namelijk dat van de prostitutie.
Aangezien Juda en Tamar niet gestraft werden, mogen gelovigen dan ook naar een prostituee gaan, zult u vragen? Die vraag kan beantwoord worden met de wedervraag: Zullen wij een kwaad gebruiken om onze lusten te bevredigen? Paulus is er zeer luid en zeer duidelijk over. "“Maar alle prostitutie en onreinheid of hebzucht - laat het zelfs niet genoemd worden onder jullie, zoals het heiligen betaamt”" (Efe. 5:3;SW). Waarom niet? Wij zijn God niet. Als God kwaad inzet, zoals in het geval van het zout en dat water, dan is het gevolg altijd positief. Als wij kwaad inzetten, dan is vrijwel altijd het gevolg negatief, voornamelijk omdat wij nogal zelf-gericht zijn. Lees er verder 1 Kor. 5:1; 6:13-18; Gal. 5:18; Kol. 3:5 en 1 Thess. 4:3 op na.
Zo kan er uit onverwachte hoek een oplossing komen voor een zaak waarin je eerst geen licht had.