In de gebruikelijke vertalingen van het Nieuwe Testament vinden we vaak de woorden straf en straffen. Maar ga je in het Grieks kijken, dan zie je dat “straffen” slechts drie maal in het Nieuwe Testament voorkomt. Het gaat dan om twee maal “timoreo” (het werkwoord voor straffen – Hand. 22:5 en 26:11) en “timoria” (het zelfstandignaamwoord – Hebr. 10:29). Het gaat in de gevallen in Handelingen om straffen die door mensen worden uitgedeeld aan andere mensen. In Hebreeën gaat het om een straf die God uitdeelt aan hen die afvielen van het geloof in de Pinksterperiode. De straf is: geen deelname aan het koninkrijk.
Als God gaat corrigeren of tuchtigen, zit altijd er een weldadig kantje aan, sterker nog, de hele bedoeling van correctie of tuchtiging is weldadig. Dat wil overigens niet zeggen dat het, voor degene die het ondergaat, niet als (geestelijk of lichamelijk) pijnlijk zal worden ervaren.
Hieronder ziet u de lijst van verzen waarin de NBG weergeeft met "straf", maar waar in het Grieks (soms totaal) iets anders staat. U ziet het vers in oranje en het Griekse woord met betekenis in zwart tussen [ en ].
(NBG) Matt. 25:46 En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf [kolasin – kastijding], maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven.
(NBG) Luk. 23:4 Pilatus zeide tot de overpriesters en de scharen: Ik vind niets strafbaars [aition – fout] in deze mens.
(NBG) Hand. 4:21 Maar zij dreigden nog meer, doch lieten hen vrij, daar zij geen vorm konden vinden om hen te straffen [kolasontai – zij zouden gekastijd worden]. En wel om het volk; want allen verheerlijkten God om hetgeen er geschied was;
(NBG) Rom. 3:19 Nu weten wij, dat de wet, bij al wat zij zegt, tot hen spreekt, die onder de wet zijn, opdat alle mond gestopt en de gehele wereld strafwaardig [hupodikos – onder rechtvaardig oordeel] worde voor God,
(NBG) 2Kor. 10:6 en gereed staan, zodra uw gehoorzaamheid volkomen is, alle ongehoorzaamheid te straffen [ekdikeo – uitrechten].
(NBG) Gal. 5:10 Ik voor mij ben van u overtuigd in de Here, dat gij geen andere mening zult hebben. Maar wie u in verwarring brengt, zal zijn straf [to krimo – het oordeel] hebben te dragen, wie hij ook zij.
(NBG) 2Thess. 1:8 in vlammend vuur, als Hij straf [ekdikesin – uitrechten] oefent over hen, die God niet kennen en het evangelie van onze Here Jezus niet gehoorzamen.
(NBG) 2Petr. 2:9 dan weet de Here de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen en de onrechtvaardigen te bewaren om hen op de dag des oordeels te straffen [kolazomenous – zijnde gekastijd],
(NBG) 1Joh. 4:18 Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit; want de vrees houdt verband met straf [kolasin –kastijding] en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.
(NBG) Jud. 1:7 zoals Sodom en Gomorra en de steden in hun nabijheid, die op gelijke wijze als genen haar hoererij hebben botgevierd en ander vlees achternagelopen zijn, daar liggen als voorbeeld, onder een straf [hupechousai – ervaring] van eeuwig vuur.
(NBG) Jud. 1:9 Maar Michael, de aartsengel, durfde, toen hij met de duivel in twist gewikkeld was over het lichaam van Mozes, geen smadelijk oordeel uitbrengen, doch hij zeide: De Here straffe [epitimesai – berispen] u!
(NBG) Jud. 1:15 om over allen de vierschaar te spannen en alle goddelozen te straffen [elechxai – tentoonstellen/openbaar maken] voor al hun goddeloze werken, die zij goddeloos bedreven hebben, en voor al de harde taal, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben.
U ziet het, de vertalers hebben er nogal een rommeltje van gemaakt; ze hebben van alle verschillende Griekse woorden een kille straf van gemaakt, je gram halen, zonder enige weldadige werking aan te geven. Maar kijk eens naar, bijvoorbeeld, de verzen waarin kolasin/kastijden voorkomt. Kastijden mag dan wel een deel straf in zich hebben, maar de bedoeling van kastijden is toch zeker om degene die gekastijd wordt er beter door te maken. In het Grieks wordt kolasin gebruikt als men het over snoeien van bomen en planten heeft. Het doel van snoeien is: meer en betere vrucht te verkrijgen.
een toetssteentje
Er is in dit verband een woord in het Nieuwe Testament waar ik nu speciaal naar wil kijken: basanos en daarvan afgeleide woorden.
Een basanos is een toetssteen, gemaakt van de grijze, harde steensoort: basaniet. In het verleden (en misschien ook nu nog) werd een toetssteen gebruikt om de zuiverheid van edelmetalen als goud en zilver vast te stellen. Men nam een stuk basaniet en kraste met het stuk goud over de steen. Er bleef dan een streepje goud achter. Men goot daarna een klein beetje van een bepaald zuur over die streep en de onzuiverheden in het goud verbrandden dan, in rook opgaand, het zuivere goud achterlatend. Met behulp van een setje standaarden kon men dan bepalen wat voor soort goud men had, 14 karaat, 18 karaat enzovoorts.
een kistje met een toetssteen en een paar bijhorende flesjes met zuur
Datzelfde woord, basanos, ligt ook ten grondslag aan een paar andere woorden: bazanizo (beproeven), basanismos (de beproeving). Er is ook een woord voor de mensen die de beproeving uitvoeren: basanisthes (beproevers). Ik heb na lang zoeken en denken de werkwoorden die met basanos/toetssteen verband houden vertaald met “beproeven,” in de zin van "iets testen en daarna behouden wat goed is".
Hier is de lijst met verzen waarin deze woorden voorkomen.
(NBG) Matt. 4:24 En het gerucht van Hem drong door tot in geheel Syrie; en men bracht tot Hem allen, die ernstig ongesteld waren, gekweld door allerlei ziekten en pijnen [basanois – beproevingen (compleet vertaald: drukkende beproevingen)], bezetenen en maanzieken en verlamden, en Hij genas hen.
(NBG) Matt. 8:6 en zeide: Here, mijn knecht ligt thuis, verlamd, met hevige pijn [basanizomenos – beproevingen].
(NBG) Matt. 8:29 En zie, zij schreeuwden, zeggende: Wat hebt Gij met ons te maken, Zoon van God? Zijt Gij hier gekomen om ons voor de tijd te pijnigen [basanisai – beproeven]?
(NBG) Matt. 14:24 Doch het schip was reeds vele stadien van het land verwijderd, geteisterd [basanozomenon – beproefd] door de golven, want de wind was tegen.
(NBG) Matt. 18:34 En zijn meester werd toornig en gaf hem in handen van de folteraars [basanisthes – beproevers], totdat hij hem al het verschuldigde zou betaald hebben.
(NBG) Mark. 5:7 en zeide, roepende met luider stem: Wat hebt Gij met mij te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik bezweer U bij God, dat Gij mij niet pijnigt [basanises – zou beproeven].
(NBG) Mark. 6:48 En toen Hij zag, dat zij zich aftobden [basanizomenous – beproefd werden] om vooruit te komen bij het varen (want zij hadden de wind tegen) kwam Hij omstreeks de vierde nachtwake tot hen, gaande over de zee; en Hij wilde hen voorbijgaan.
(NBG) Luk. 8:28 Toen hij nu Jezus zag, stiet hij een kreet uit en hij viel aan zijn voeten en sprak met luider stem: Wat hebt Gij met mij te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik smeek U, dat Gij mij niet pijnigt [basanises – beproeft].
(NBG) Luk. 16:23 Ook de rijke stierf en hij werd begraven. En toen hij in het dodenrijk zijn ogen opsloeg onder de pijnigingen [basanois – beproevingen], zag hij Abraham van verre en Lazarus in zijn schoot.
(NBG) Luk. 16:28 Laat hij hen dan ernstig waarschuwen, dat ook zij niet in deze plaats der pijniging [basanou – beproeving] komen.
(NBG) 2Petr. 2:8 (want deze rechtvaardige heeft, onder hen wonende, dag aan dag zijn rechtvaardige ziel gekweld [ebasanizen – beproeft]door het zien en horen van hun tegen alle wet ingaande werken)
(NBG) Openb. 9:5 En hun werd gegeven, dat zij hen niet zouden doden, maar dat de mensen zouden gepijnigd [basanisthesontai – beproefd] worden, vijf maanden lang; en hun pijniging [basanismos – beproeving] was als de pijniging [basanismos – beproeving] door een schorpioen, wanneer hij een mens steekt.
(NBG) Openb. 11:10 En zij, die op de aarde wonen, zijn blijde en verheugd over hen en zullen elkander geschenken zenden, omdat deze twee profeten hen, die op de aarde wonen, gepijnigd [ebasanisan – beproefd] hadden.
(NBG) Openb. 12:2 en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn [basanizomene – beproeving] om te baren.
(NBG) Openb. 14:10 die zal ook drinken van de wijn van Gods gramschap, die ongemengd is toebereid in de beker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd [basanisthesetai – zal beproefd worden] worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en van het Lam.
(NBG) Openb. 14:11 En de rook van hun pijniging [basanismou – beproeving] stijgt op in alle eeuwigheden, en zij hebben geen rust, dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt.
(NBG) Openb. 18:7 geeft haar zoveel pijniging [basanismon – beproeving] en rouw, als zij heerlijkheid en weelde genoten heeft. Want zij zegt in haar hart: Ik troon als koningin, ik ben geen weduwe en geen rouw zal ik zien.
(NBG) Openb. 18:10 van verre staande uit vrees voor haar pijniging [basanismou – beproeving], zeggende: Wee, wee, gij grote stad, Babylon, gij sterke stad, want in een uur is uw oordeel gekomen.
(NBG) Openb. 18:15 De kooplieden in deze dingen, die aan haar rijk geworden waren, zullen van verre staan uit vrees voor haar pijniging [basanismou – beproeving], wenend en rouw bedrijvend,
(NBG) Openb. 20:10 en de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het beest en de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd [basanisthesontai – beproefd worden] worden in alle eeuwigheden.
Beproeven en beproeving zijn goede vertalingen en kunnen overal gebruikt worden. Men ervaart een beproeving zeker niet als aangenaam (de correctie-/tuchtigingskant), én het geeft verbetering van degene die de beproeving of toetsing moet doorstaan.
Het doel van het toetsen met een toetssteen is om onzuiverheden uit een bepaald metaal te krijgen, om het metaal zuiver te maken, om scheiding te brengen tussen het goede en het slechte. Dat is ook in Openbaringen aan de hand, maar dan in overdrachtelijke zin. Ook bij de vrouw die (in Openb. 12:2) aan het bevallen is, en pijn heeft, valt dit op te merken. Er is een scheiding tussen moeder en kind (waarbij ik uiteraard niet wil zeggen dat het kindje een onzuiverheid is, maar zou het kindje in de buik blijven, dan zou dat de dood van de vrouw en het kindje betekenen). Ik denk dat de meest vrouwen die een kind gebaard hebben dat een beproeving vonden.
Door met "beproeven" en "beproeving" te vertalen komen God én de beproefde tot hun door God gestelde doel en God tot Zijn recht. In plaats van de keihard straffende, kwellende, pijnigende God, de Theos Tyrannicus die de vertalingen nu van Hem maken, zien we nu de liefdevolle Vader, die het kwaad zeker niet zo maar laat lopen, maar de zaak beetpakt om de betrokkene beter te maken dan hij was, hem of haar geschikt makend voor het doel waarvoor God hem of haar heeft geschapen. Zonder basanos, basanismos en bazanizo kan dit vers nooit bereikt worden:
"En Die zit op de troon zei: "Zie, Ik maak alles nieuw!""
(Openb. 21:5;SW)
Gelukkig heeft God een toetssteen!