Het Griekse woord voor wereld (kosmos) wordt in 1 Petrus 3:3 netjes vertaald met "sieraad". Betekent dit dat de wereld waarin wij leven een sieraad is voor het universum? De meesten van ons hebben wel de schitterende foto's gezien die door de astronauten werden genomen van onze blauw en witte planeet, tegen de zwarte achtergrond van de ruimte. De Aarde lijkt een glanzend juweel. Maar wacht, Petrus' advies in deze bovengenoemde passage is dat het sieraad(kosmos) van een vrouw niet een zaak van de uiterlijke verschijning zou moeten (haar haar opmakend, gouden sieraden, dure kleding), maar de verborgen kwaliteiten van het hart en een "onvergankelijke tooi van een zachtmoedige en stille geest,". Hoe ziet onze wereld er uit als het gaat over haar "hart" en "geest?"
"De zonde is de wereld binnen gekomen, en door de zonde de dood,"(Rom. 5:12;SW), wat de geest van de wereld zodanig verdierf, dat de uitdrukking alleen al een plaatje wordt van alles wat goddeloos is(1Kor. 2:12). Maar zelfs voordat de zonde intrad door Adam's overtreding, was er al een wereld-nederwerping geweest, een nederwerping van het sieraad, die zijn te vrezen indruk had achtergelaten. Feitelijk is het een van onze grootste zegeningen geworden ons te realiseren dat wij gekozen werden in Christus(Efe. 1:4) vóór deze vernietigende gebeurtenis plaatsvond, die nog steeds haar gevolgen heeft in het verderf(2Petr. 1:4), verontreiniging(2Petr. 2:20), overtredingen en zonden(Efe. 2:1,2).
Bovendien leren wij dat de koninkrijken van deze wereld onder het beheer staan van de Tegenstander(Matt. 4:8,9). De ordelijke rangschikking is verstoord, het sieraad is verroest en verscheurd.
"De God, die de wereld gemaakt heeft en al wat daarin is" heeft er een grote liefde voor. De apostel Johannes werd uitgekozen en aangespoord uitgebreid over dit thema te schrijven en de wereld te informeren over wat Jezus voor hen had gedaan en nog zou doen. Deze prestaties waren zo veel en zo omvangrijk, dat, zo concludeerde Johannes in zijn verslag, "indien deze een voor een beschreven werden, dan zou, naar ik meen, de wereld zelf de boeken, die geschreven werden, niet kunnen bevatten"(Joh. 21:25). Van de vier verslagen van het leven van de Heer wijst dat van Johannes het meest duidelijk voorbij de huidige aion en de komende verdrukkingen en oordelen, naar de tijd van het nieuwe verbond, wanneer zelfs de wereld zelf verlost zal zijn(Joh. 12:47).
Mattheüs stelt de Heer voor als de Heerser, Die Gods volk, Israel, zal hoeden(Matt. 2:6). Lucas schrijft over Zijn komst als vrede brengend op Aarde en vreugde onder de mensen(Luc. 2:14). Maar Johannes introduceert Hem met deze woorden: "Hij was in de wereld..."(Joh. 1:10). Hier was niet alleen hoop voor Israel, noch alleen voor het menselijk ras, maar voor het hele samenstel van dingen, hier in onze wereld - de schepselen op de Aarde, hun samenlevingen, de seizoenen en het klimaat, de fysieke elementen - alles wat fout was gegaan vanwege de verschillende nederwerpingen.
Toch lezen we dat de wereld Hem niet kende. Dezelfde wereld waarin Hij verscheen en die door Hem tot stand was gebracht, faalde om Hem te herkennen. Hoe kunnen we dit verklaren? God zond Zijn eniggeboren Zoon in dit verdorven systeem en de wereld verwierp Hem.
Hierin kunnen we de wijsheid van God terugvinden(1Kor. 1:21), want opdat deze wereld gered zou kunnen worden en een sieraad worden voor het universum, zowel in geest als in hart, moest er het geschenk zijn van Gods Zoon als een offer voor zonde.
"Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.
17 Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde."
Joh. 3:16,17;NBG)
Daarom vinden we in de geschriften van Johannes dat de Here Jezus Christus in deze bedorven wereld kwam om ze tot een uiteindelijke redding te brengen. Zoals Johannes later in zijn visioen zag, zullen de wereld en haar koninkrijken een ordelijk en versierend systeem zijn tot hoge lof van God(Openb. 11:15).
Aan Paulus werd een blik op de liefde van God gegeven die in afmetingen zelfs de visioenen van Johannes overtrof, die toch zo vol waren van hoop en blijdschap(Efe. 3:18). Onze apostel vertelt ons van Gods "grote liefde", die ons opwekt en levend maakt en ons in Christus samen stelt te midden van de hemelingen, "opdat Hij, in de komende aionen, zou tonen de overstijgende rijkdom van de genade, in Zijn goedheid voor ons in Christus Jezus"(Efe. 2:7; HBN). Deze blik op de toekomstige heerlijkheid gaat verder dan de grenzen van de ons bekende wereld, en omvatten heel het universum, zodat allen verzoend zullen zijn met God door het bloed van het kruis van Christus, "hetzij dat op de Aarde, hetzij dat in de hemelen. "(Kol. 1:20; HBN).
Net als Johannes herkent Paulus de redding die naar onze wereld zal komen vanwege het kruis, als hij het effect van Adam op de wereld vergelijkt met dat van Christus(Rom. 5:12-18). Daarenboven leren wij van een huidige zegen voor onze kosmos in de verzoening, die ook het gevolg is van Christus' kruis: "hoe dat God in Christus de wereld verzoenende was naar Zichzelf, aan hen niet hun overtredingen toerekenend en in ons het woord van de verzoening plaatsende"(2Kor. 5:19; HBN).
Maar in dit artikel willen we een klein stukje terug gaan bij het overdenken van een bepaalde invloed van het kruis op de wereld, zoals besproken in Galaten 6:14. In deze passage schrijft Paulus: "Maar moge het niet zo zijn dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heer, Jezus Christus, door Wie de wereld voor mij werd gekruisigd, en ik voor de wereld."
Hier zijn er drie: het kruis van Christus, de wereld en ik. Ieder van ons heeft als individu zijn eigen privé wereld, de wereld van het "ego" of het "ik." Al het andere is de buitenwereld. Er is een algemene wereld en er is de wereld van het "ik". Maar nu spreekt Paulus van een derde plaats, waar deze twee werelden elkaar ontmoeten. Het is het kruis.
Saulus van Tarsus had geprobeerd zichzelf in een onmogelijke vorm te dringen en dan de wereld om hem heen ook in dezelfde onmogelijke vorm te persen. Hij wilde zichzelf en de wereld conformeren aan zijn eigen religieus systeem. Het maakte hem tot een ellendig mens(Rom. 7:24). "Het valt u zwaar tegen de prikkels achteruit te slaan"(Hand. 26:14;NBG), omdat, hoewel de wil om het goede te doen bij hem zeker aanwezig was, het vermogen om het goede te bewerken er niet was(Rom. 7:18). En natuurlijk kon de wereld niet meer voldoen aan zijn standaarden dan hij het zelf kon.
Wie van ons heeft er niet over nagedacht hoe de wereld er uit zou moeten zien? Wij hebben beslist dat ze zou moeten werken volgens bepaalde lijnen en bepaalde voordelige doelen ten goede zou moeten bereiken(op z'n minst voor ons goed). Maar er lijkt niet veel vooruitgang in te zitten. Feitelijk lijkt het, hoe meer we proberen ze te manipuleren en de maatschappij en onze manier van leven te hervormen, alleen maar erger te worden. Arme Saulus. In de ogen van de mensen was hij vlekkeloos aan het worden(Filip. 3:6), maar in zichzelf wist hij dat er in zijn vlees geen goed woonde(Rom. 7:18).
De eerste stap in de richting van het oplossen van dit dilemma was om af te komen van Saulus van Tarsus! Hij werd voor de wereld gekruisigd, of, zoals hij het stelt in Galaten 2:20: "Ik werd samen met Christus gekruisigd"(HBN). Het "Ik" werd weggedaan.
De waarheid dat onze oude mensheid, ons zondige, aanvallende, ellendige "zelf", werd weggedaan aan het kruis, is zeer diepzinnig. Het betekent dat wij het feit aanvaard hebben dat wij niet aan onze idealen kunnen voldoen. Wij zijn niet in staat rechtvaardigheid voort te brengen. Wij hebben het gewoon niet in ons om te leven zoals we zouden moeten. Ook(en dit is van belang) betekent deze kruisiging van het "ik" dat God die oude en falende mensheid beschouwt als weggedaan en naar ons kijkt in Christus. Hij ziet ons nu op dezelfde manier als Zijn Zoon. Dit is een echte hulp bij het ons geven van vrede en zekerheid in dit "aardse tentverblijf", dit tijdelijke, aardse, falende lichaam.
Maar het kruis haalde niet alleen de wereld in het algemeen weg uit Saulus van Tarsus en zijn bepaald ongelukkige kleine wereld, maar het haalde ook Paulus weg uit de wereld in het algemeen. "De wereld werd voor mij gekruisigd" schrijft hij in Galaten 6:14. Dit is de tweede helft van de oplossing van zijn dilemma. Alles wat de wereld voor Paulus betekende: haar problemen en falen, haar frustraties en hypocrisie, haar spanningen en verschrikkingen, zij werden alle aan die paal op Golgotha genageld.
Toen hij aan de Galaten schreef was Paulus diep bedroefd vanwege het feit dat deze broeders aan het proberen waren iets toe voegen aan Christus' voltooide werk. Zij waren in feite bezig terug te keren naar de ellendige toestand van het achteruit slaan tegen de prikkels, denkend dat zij een wereld tevoorschijn konden brengen waar het vlees volledig de commando's van de perfecte wet zou kunnen volgen.
Natuurlijk hadden zij hun blijdschap verloren(Gal. 4:15) en waren zij uit het genieten van de genade gevallen(5:4). Dit deed Paulus' hart pijn, want hij hield van de Galaten en wilde dat zij van de positie genoten die zij in Christus hadden.
Maar hoezeer dit verdriet Paulus ook belastte, hij realiseerde zich dat het een probleem was dat geschapen werd door juist die wereld die gestorven was. Daar roemde hij in. Dat oude samenstel van dingen dringt nu door in ieder facet van ons leven, maar is onder de doodstraf. Het zal uitgeroeid worden en Paulus verheerlijkt zeer in dit feit!
Indien wij problemen en angsten hebben die ons klein krijgen, dan kunnen ze zonder twijfel herleid worden tot het huidig samenstel van dingen. Zij zijn "werelds". Maar die wereld is net zo zeker gekruisigd als Christus tot een zondoffer werd gemaakt en zo zeker als ook wij ter dood zijn gebracht in Christus. En ook: zo zeker als Hij opgewekt werd en wij samen in Hem opgewekt zullen worden, zo zeker zal de wereld zelf opnieuw voortgebracht worden, en worden tot het heerlijk sieraad dat God voor ogen had.
Wat valt er veel te roemen in het kruis van Christus!