Als de doop in water een plaats zou hebben in de tijd van overstromende genade, dan moet de Efezebrief deze noemen. Efeze is de naast Romeinen de grote leerbrief voor deze tijd van genade voor de gemeente, die het lichaam van Christus is.
In de brief aan de Romeinen vind je geen aanwijzing, dat er in water gedoopt moet worden. In Romeinen 6:1-6 gaat het om de gevolgen van de doop in de geest: reiniging van de zonde en eenheid met Christus. We vinden in deze grote, onderwijzende brief géén instructie om in water te dopen.
In Efeziërs 4:5 staat: "één Heer, één geloof, één doop".
De vraag is: gaat het hier om de doop in water, of die in geest? De bediening van Johannes en van de Heer zelf liet één doop zien: in water. Johannes zei van de Heer: "Hij is het, die jullie zal dopen in heilige geest en in vuur". (Matteüs 3:11) Maar dat was toen nog toekomst.
De Heer zei na Zijn opstanding: "Johannes doopte inderdaad in water, maar jullie zullen in heilige geest gedoopt worden, niet veel dagen na deze" (Handelingen 1:5).
We zien na pinksteren twee dopen: in water en in heilige geest. Later is er volgens Efeziërs 4:5 een terugkeer naar één doop. Water of geest?
Efeziërs laat zien, dat alle zegeningen geestelijk zijn, de gelovige is in Christus gezegend met iedere geestelijke zegen (1:3). De gelovigen zijn verzegeld met de geest van de belofte, de heilige (1:13), het draait daarbij om geloof.
Door deze heilige geest hebben wij allen toegang tot God, de Vader. Wij zijn door die geest verenigd met elkaar. Deze eenheid van de geest is een van de bepalende waarheden voor dit beheer van het geheimenis (3:9; 4:3).
We lezen in Efeziërs niets over water; alles is geestelijk: de zegeningen, de eenheid, het geloof, het lichaam. Dan moet die ene doop die in heilige geest (1 Corinthiërs 12:13) zijn.
Daarbij komt, dat er geen aardse zegeningen zijn, maar uitsluitend hemelse. Eén uitdrukking komt maar liefst vijf keer voor: te midden van de hemelingen; die zijn niet op Aarde.
De vraag is: water of geest? Deze vraag kan nu heel gemakkelijk beantwoord worden: geest!
De doop in water heeft geen plaats in dit beheer, deze tijd van genade.
In Filippenzen 3:2,3 staat: "Let op de honden, let op de slechte arbeiders, let op de versnijdenis! Want wíj zijn de besnijdenis, die in de geest van God dienen, die in Christus Jezus roemen en niet op vlees vertrouwen."
Verder in dat hoofdstuk zegt hij wenend, dat er veel gelovigen zijn, die vijanden van het kruis van Christus zijn: zij zijn op aardse dingen gericht (3:18,19). De doop in water kun je niet van deze aardse dingen uitsluiten.
In Kolossenzen 2:11-13 worden doop en besnijdenis samen genoemd. In de tijd van het oude verbond kon de onbesnedene JAHWEH helemaal niet naderen. De besnedene kon wel verder naderen dan de gojim (heidenen). Toch kon iemand van het volk Israël niet bij het wasvat komen. Een besneden priester moest zich eerst in het water van het wasvat wassen (dopen); daarna kon hij verder de tabernakel/tempel in. Dus bestond de weg van naderen tot JAHWEH uit besnijdenis en doop.
Deze twee (besnijdenis en doop) zijn nog steeds wezenlijk. De mens moet eerst besnijdenis en doop ondergaan, voordat er omgang met God kan zijn.
"In Hem ook werden jullie besneden met een besnijdenis niet met handen verricht, in
het afstropen van het lichaam van het vlees in de besnijdenis van Christus"
(Kolossenzen 2:11)
Dit is de wáre besnijdenis. Hier komt dan ook geen enkele menselijke inspanning bij kijken.
Er staat: "niet met handen verricht". En het gaat om "het afstropen van het lichaam van het vlees." Hier was de besnijdenis van de Joodse jongens een prachtig type van. De werkelijke besnijdenis is die van Christus (niet: Jezus). Aan het kruis. De zonen van Jakob waren niet in deze zin besneden. Hier gaat het om de werkelijke besnijdenis.
Het einde van het vlees is aan het kruis tot stand gekomen. Deze besnijdenis haalt een streep door het menselijke werken (dus ook de letterlijke besnijdenis). Het is één kant van de geweldige waarheid, die Paulus hier laat zien. Deze besnijdenis laat Hem gestorven aan het kruis. Maar er is meer!
"..gezamenlijk met Hem begraven zijnd in de doop. In Hem ook werden jullie gezamenlijk
opgewekt door het geloof in de werkzaamheid van God, die Hem opwekte uit de doden"
(Kolossenzen 2:12)
Christus is opgewekt, en wij met Hem! Hier blijkt onze reiniging, het effect, het gevolg van onze doop in en met Hem! In Hem en met Hem werden wij begraven en opgewekt. Dit is de ware doop (zie Lucas 12:50)! Wij rekenen ermee, dat Zijn besnijdenis aan het kruis, én Zijn doop, ook de onze zijn. Dit is geen werk van mensenhanden (Kolossenzen 2:11), maar de werkzaamheid van God (Kolossenzen 2:12)!
Onze toegang tot God, onze Vader, ligt in Christus. Geen ritueel (zoals de letterlijke, vleselijke besnijdenis en doop in water) of filosofie (uitgedrukt in de grondregels van deze wereld, zoals wetten en regels) kan ons dat geven. Alleen Hij! Kolossenzen 2:9,10 zegt:
"want in Hem woont het hele complement van de godheid lichamelijk, en jullie
zijn compleet gemaakt in Hem, die het hoofd is van alle overheid en macht"
Wij zijn compleet gemaakt in Hem! De reiniging ligt achter ons, door heilige geest gedaan.
Als wij in Hem compleet zijn, kunnen wij er geen doop in water aan toevoegen. Als wij dat wel doen, dan ontkennen wij, dat Zijn werk volkomen was. Want wij willen er iets aan toedoen. Dat kan niet. Het is en blijft Zijn werk, Zijn genade, Zijn reiniging, Zijn doop.
Bedenk de indringende woorden van de apostel:
"Ziet toe, dat er niemand zal zijn, die jullie meesleept door filosofie en lege misleiding,
in overeenstemming met de overlevering van de mensen, in overeenstemming met
de grondregels van de wereld, en niet in overeenstemming met Christus"
(Kolossenzen 2:8)