De negen brieven van Paulus aan de zeven kerken vallen van nature uiteen in drie onderscheiden groepen, die ons drie verschillende fasen van deze huidige bedeling van genade presenteren. De drie groepen zijn:
- De voorbereidende brieven (Romeinen, 1&2 Korinthe, Galaten)
- De volkomenheidsbrieven (Efeze, Filippi en Kolosse)
- De belofte brieven (1&2 Thessalonicenzen)
Elk van de groepen wordt gekenmerkt door een van de sublieme drie-eenheid van genades, die Paulus zelf onder onze aandacht brengt in 1 Korinthe 13.13, namelijk: geloof, liefde en hoop (verwachting). Precies omdat liefde de grootste van deze genades is, want wanneer geloof uit zicht verdwenen is en wanneer hoop samengevoegd is met werkelijkheid, blijft de liefde nog steeds bestaan, daarom zijn de brieven die door deze genade zijn gekenmerkt de meest verheven van de geschriften van de apostel.
Om de Paulinische brieven ten volle te kunnen verstaan, is het nodig ze "juist te snijden" of "correct te verdelen" in hun respectieve groepen, en het tijd-element in iedere groep te herkennen.
Deze tijd-elementen zijn zeer belangrijk, want hoewel iedere groep verwijzingen naar alle fases van de huidige bedeling bevat, heeft elk zijn eigen dominante thema, dat verleden is in de eerste groep, huidig in de tweede groep en toekomst in de derde.
Voorbeeld: het dominante thema van de eerste groep is "Christus gekruisigd" (zie speciaal 1 Kor. 1:23; 2:2), en de positie van de gelovige is er een van verbinding met Hem in de dood, van met Hem gekruisigd zijn (Rom. 6:3-8). Het kenmerk van deze groep is geloof, waardoor de gelovige gerechtvaardigd en bevrijd van de veroordeling door zonde.
Maar de kruisiging van Christus is verleden tijd, en ons met Hem gekruisigd zijn is ook voorbij, en daarom vinden we in de tweede groep dat het dominante thema veranderd is. Het woord "kruisigen" wordt nooit genoemd in de volkomenheidsbrieven, hoewel Paulus eerder had vastgesteld niets onder de Korinthiërs waar te nemen dan Jezus Christus, en Hem gekruisigd. Nu wordt het hoofdthema "Christus verheerlijkt" of "Christus gezeten in de hemelen aan Gods rechterhand", en een Naam gegeven die boven iedere naam is. De gelovige wordt voorgesteld, niet als dood met Hem, maar als "opgewekt met Hem," "levend met Hem" (Kol. 3.1; Efe. 2:5; Kol. 2.13). Het kenmerk van deze groep is liefde, waardoor de heilige bevrijd is van de macht van zonde. Dit is onze huidige ervaring.
Maar we kijken vooruit, naar de komst van de Heer voor Zijn ecclesia, en we vinden dit in de derde groep, waar het dominante thema "Christus gecompleteerd" is, en waarin de gelovige verenigd is met zijn Heer. Het kenmerk van de brieven aan de Thessalonicenzen is hoop, of verwachting, en hierin wordt het kind van God zich bewust van zijn verlangen om bevrijd te zijn van de aanwezigheid van zonde door in de aanwezigheid van Christus te zijn.
De toestand van de gelovige in Paulus' brieven wordt prachtig in samenvattende vorm aan ons gepresenteerd in twee verzen van Kolossenzen 3.
We lezen:
"Indien dan jullie tezamen werden opgewekt met Christus, zoekt dan de dingen boven, waar de Christus is, zittend aan de rechterhand van God. Weest gezind naar de dingen boven, niet die van de Aarde"
(Kol. 3:1,2;SW)
... en nu begint de samenvatting...
"Want jullie stierven" (dat is de toestand van de gelovige in de eerste groep van brieven en Paulus spreekt er over als voorbij . "jullie stierven". "want jullie stierven, en het leven van jullie werd verborgen, samen met Christus, in God"(dat is onze huidige toestand, zoals afgebeeld door de volkomenheidsbrieven).
"Wanneer Christus, jullie leven, openbaar mag worden, dan ook zullen jullie, samen met Hem, openbaar gemaakt worden, in heerlijkheid"
(Kol. 3:4;SW)
Dit is het thema van de beloftebrieven, en is nog toekomstig.
Hoe ver in de toekomst het is kan niemand zeggen. Moge het niet lang duren!