Deze vraag komt voort uit en andere vraag die soms wordt gesteld, namelijk: Tot welke denominatie behoor je?
Het antwoord is dat we tot geen enkele denominatie behoren, maar (zo geloven wij) gewoon tot die ecclesia die het lichaam van Christus is.
We gebruiken het woord "ecclesia" bij voorkeur boven de meer algemene term "kerk," omdat "ecclesia" een exacte definitie geeft van wat de kerk is. Het is een Grieks woord, overgedragen naar onze taal, en betekent "een uitgeroepen gezelschap" of (letterlijk) "uitgeroepenen".
Het woord "kerk", daarentegen, wordt vaak gebruikt voor het gebouw van hout of stenen waarin aanbidders bijeenkomen. In Paulus' geschriften, wordt de ecclesia zelf omschreven als een gebouw, maar dan een geestelijk, bestaande uit personen (1Kor. 3:9; Efe. 2:19-22). Bovendien is het geen mens-gemaakte constructie, maar een die gebouwd en onderhouden wordt door God.
Op het moment dat we denken aan een uitgeroepen gezelschap, komen er drie vragen naar voren. Wie doet het uitroepen? Wie zijn de uitgeroepenen? Wat is de reden dat ze uitgeroepen worden?
In het geval van de ecclesia die het lichaam van Christus is, is de Schrift duidelijk: het is God Die het uitroepen doet. Romeinen 8:28-31 leest:
"28 En wij hebben waargenomen dat voor hen die liefhebben, God alle dingen doet samenwerken ten goede van degenen die naar Zijn doelstelling geroepenen zijn,
29 omdat die Hij tevoren kent, Hij ook tevoren bestemt tot gelijkvormigheid aan het beeld van Zijn Zoon, opdat Hij de eerstgeborene zal zijn onder vele broeders,
30 en die Hij tevoren bestemt, dezen roept Hij ook, en die Hij roept dezen ook rechtvaardigt Hij, en die Hij rechtvaardigt, dezen verheerlijkt Hij ook!
31 Wat dan zullen wij van deze dingen zeggen? Indien God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?"
(Rom. 8:28-31;SW)
Het is heel duidelijk dat God al deze dingen doet.
Een beschrijving van wie de uitgeroepenen van deze huidige tijd zijn wordt gegeven in 1 Korinthe 1:26-31.
"26 Want zie de roeping van jullie, broeders, dat niet velen wijzen naar het vlees waren, niet velen machtigen en niet velen aanzienlijken,
27 maar God kiest de dwazen van de wereld, opdat Hij de wijzen zou beschamen, en God kiest de zwakken van de wereld om de sterken te beschamen.
28 En God kiest de onaanzienlijken en verachten van de wereld, die niets zijn, opdat de wel iets zijnden terzijde gelegd zouden worden,
29 opdat geen enkel vlees zou roemen voor God.
30 Maar jullie zijn uit Hem, in Christus Jezus, Die ons wijsheid van God is geworden, rechtvaardigheid en heiliging en verlossing,
31 opdat, zoals werd geschreven: Die roemt, laat hem in de Heer roemen!"
(1kor. 1:26-31;SW)
De leden van de ecclesia worden niet gekozen voor hun eigen verdiensten, maar gewoon opdat God in hen verheerlijkt zal worden (2Kor. 12.9; Efe. 3:20,21).
De reden voor hun roeping is "dat nu bekend zou worden aan de overheden en de gezaghebbers te midden van de hemelingen, door de ecclesia, de veelkleurige wijsheid van God" (Efe. 3:10), en opdat in de toekomende aionen God in staat zal zijn, vanwege Zijn vriendelijkheid naar ons in Christus Jezus, ons als een vertoon van de allesoverstijgende rijkdommen van Zijn genade te gebruiken voor heel het universum (Efe. 2:6,7). De ecclesia is het lichaam van Christus, "het complement*1) van Hem Die het al in allen completeert" (Efe. 1:23;SW). In de ecclesia, net als in Christus Jezus, zal God heerlijkheid vinden "in al de generaties van de aion van de aionen" (Efe. 3:21;SW). Hieruit wordt duidelijk dat wij door God gebruikt gaan worden voor het tot een grootse voleinding brengen van Zijn alomvattende doelstelling .
Is er dan één kerk of zijn er vele? Op dit moment is er maar één ecclesia. Hoe kunnen er meer zijn dan één wanneer er "één lichaam en één geest, zoals ook jullie geroepen werden in één verwachting van jullie roeping, één Heer, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, Die boven allen, door allen en in allen" is (Efe. 4:4-6;SW). Er hoeft geen eenheid gemaakt te worden, die hoeft alleen gehouden te worden. De eenheid werd in het begin gemaakt door God toen Hij alle leden in Christus koos (Efe. 1:4; 4:3). De enige manier waarop wij de eenheid van de geest binnen de ecclesia kunnen houden, is elkaar in liefde te verdragen (Efe. 4:2).
Sekten en denominaties zijn het gevolg van tweedracht binnen de ecclesia; zij dreigen eerder te verdelen dan te verenigen. Zelfs in Paulus' dagen begonnen er al sekten te ontstaan, toen iemand zei "Ik ben van Paulus," of "Ik ben van Apollos," of "Ik ben van Cefas (Petrus)" of "Ik ben van Christus". Paulus vroeg aan hen die in Korinthe waren: "Is Christus verdeeld?". En hij beschuldigde hen die deze tweedracht zaaiden er van "vleselijk" te zijn (1Kor. 3:3,4).
Voor wettelijke doeleinden (bijvoorbeeld zodat specifieke groepen gelovigen gebouwen kunnen bouwen of huren, of geld op de bank hebben) kunnen bepaalde titels of benamingen noodzakelijk zijn, maar die zouden niet beschouwd moeten worden alsof ze enige geestelijke waarde zouden hebben. Bovenal mag geen enkele sekte of denominatie of groep voor zichzelf of voor haar leden het exclusieve recht opeisen dat ze de ecclesia van God zijn. Het kan zijn dat leden van de ecclesia te vinden zijn in iedere denominatie - alleen de Heer wie de Zijnen zijn - maar één ding is zeker: zij die stellen exclusief te zijn nemen een onhoudbare positie in, want zij ontkennen dat God het recht heeft de leden van de ecclesia te kiezen - iets wat alleen Zijn voorrecht is.
Laten wij tenslotte onszelf tevreden stellen met een ander punt. Wanneer God roept aanvaardt Hij geen "Nee!" als antwoord, want Hij roept alleen hen die Hij tevoren kende en tevoren bestemde, en dezen rechtvaardigde Hij en verheerlijkt Hij uiteindelijk. Niemand kan iemand anders uit de ecclesia zetten, noch kan enig lid van een ander zeggen: "Ik heb jou niet nodig" (1Kor. 12:21). Elk lid van de ecclesia is nodig voor het welzijn van het geheel, en God heeft de leden, ieder van hen, in het lichaam geplaatst naar Zijn wil (vs 18 en 28). God vergist Zich niet in Zijn keuzes, of faalt in waar Hij op uit is. De ecclesia is Zijn prestatie, en Hij is in staat "meer dan overvloedig te doen boven al wat wij vragen of begrijpen, naar de kracht, die in ons werkt" (Efe. 3:20;SW).
*1) Complement - het deel dat het grote geheel weer tot een geheel maakt. Denk als voorbeeld aan de plak cake die de aangesneden cake weer compleet maakt.
© Grace and Truth Magazine. Vertaling: Het Beste Nieuws.