Zullen miljarden mensen voor eeuwig verloren gaan?
---
Hoofdstuk 15
SELECTIEVE VREUGDE

door J. van A.

   

Aan het slot van het vorige hoofdstuk vroegen we ons af, waarom gelovigen zo uitzien naar het ogenblik, dat vrede van God de stad Jeruzalem zal vervullen in het Koninkrijk van Jezus Christus en dat men zoveel moeite heeft met de profetie, dat ook Sodom, Gomorra en Samaria verlost zullen worden van de doem die op deze steden ligt.

Ezechiël 16 is toch niet een duister gedeelte in Gods Woord. De lezer, die onbevooroordeeld is en niet belast door leringen vanuit de traditie, kan toch niet anders dan bij het lezen zich verheugen, dat God deze drie steden straks genadig zal zijn.

Vanwaar dan toch dat ontbreken van aandacht voor Ezechiël 16 bij de onderzoekers van het profetische Woord?

Ik heb daarover nagedacht en ik kwam tot de volgende conclusie:

Als God straks ook Sodom zegenen gaat, dan moet dat betekenen, dat er nog verwachting van heil is voor hen, die in ernstige zonden en in ongeloof gestorven zijn!

Bij Jeruzalem liggen de zaken anders. De beloften door God aan deze stad gegeven houden niet noodzakelijk in, dat God ongelovigen na hun dood nog behouden zal.

Die beloften kunnen immers worden vervuld aan de mensen van Jeruzalem, die nog in leven zijn, als het ogenblik van vervulling daar is. Dat is dan bij de terugkeer van de Heiland om zijn Koninkrijk op aarde te vestigen.

De Israelieten, die stierven voor die terugkeer, grijpen ernaast: zij zullen "eeuwig" gepijnigd worden in de hel, zo is dan de gedachte.

De inwoners van Sodom, die allen werden verdelgd (Lukas 17:29), hebben geen nageslacht, aan wie God de profetie van herstel kan vervullen.

En toch hangt de profetie van zegen over die stad niet in de lucht. De Eeuwige maakt zijn Woord waar. Dat betekent, dat de Sodomieten uit de dood zullen worden opgewekt en dat Sodom na het oordeel (een draaglijker oordeel: Matteüs 11:24) de zuster zal zijn van het gezegende Jeruzalem.

Dat geeft veel stof tot nadenken.

Zondaren, in ongeloof gestorven, worden in heerlijkheid hersteld na het oordeel.

Dat betekent nogal wat!

De waarheid onder ogen zien

Toch is deze waarheid in volle harmonie met zovele beloften, die we in de bijbel vinden. Maar sterk is de weerstand bij hen, die willen vasthouden aan de leer van de traditie, die het onmogelijk acht, dat de burgers van Sodom en Gomorra behoud in Christus zullen vinden.

Vandaar dat Ezechiël 16 niet aan de orde komt in de prediking en op die manier probeert men aan de leer vast te houden, dat de goddelozen na hun dood hopeloos verloren zijn. Werkelijk zonder enige hoop!

Ook de mensen van Sodom en Gomorra zijn óf vernietigd óf zullen "eeuwig" verblijven in de hel; Ezechiël kan profeteren wat hij wil.

Zo wordt de waarheid, dat God een Behouder is van alle mensen, ten onder gehouden.

Een voorbeeld van incorrect vertalen

In zijn boek "Het ene doel van God" laat ds. Jan Bonda zien hoe men met de in dit hoofdstuk behandelde profetie is omgegaan. In de Statenvertaling vinden we Ezechiël 16 vers 53 zo vertaald:

"als Ik de gevangenen wederbrengen zal (namelijk) de gevangenen van Sodom en haar dochters en de gevangenen van Samaria en haar dochters, dan (zal Ik wederbrengen) de gevangenen uwer gevangenis in het midden van haar..."

Inderdaad, het is een verouderd taalgebruik, maar het ergste is, dat er met die vertaling is geknoeid. Het woord "als" staat namelijk niet in de Hebreeuwse tekst, maar is toegevoegd. Nu zou dat niet zo erg zijn, want je zou dan kunnen begrijpen: als Sodom gered wordt, dan volgt ook de redding van Jeruzalem.

Maar dat is niet de bedoeling. De kanttekening (dat is een kort commentaar op de Statenvertaling in de kantlijn) zegt dan:

"dat is nimmermeer" en "zonder enige hoop van hersteld te worden".

Dus in deze zin: als Sodom zou gered worden, dan zou er ook nog hoop zijn voor Jeruzalem. Maar even onmogelijk als de redding van Sodom is, is het herstel van Jeruzalem.

En om dat aannemelijk te maken hebben de vertalers dat woordje "als" toegevoegd.

Die vertalers van zo lang geleden hebben over het algemeen een zeer nauwkeurige vertaling tot stand gebracht. Maar ja, in dit geval lagen de zaken wel erg moeilijk. De lezers zouden eens mogen vermoeden, dat God de Redder zou zijn niet alleen van Jeruzalem, maar ook van Sodom.

Die mensen van Sodom, die als grove zondaren hadden geleefd en zo ook waren gestorven, zouden ook nog in Christus behouden worden.

Zo werd dan maar de vertaling aangepast aan de traditionele geloofsleer: na de dood de straf in de hel, die nooit zou eindigen.

Een zelfonderzoek

Terug naar de vraag, hoe het toch komt, dat kinderen van God het bijna jammer vinden dat er zulke beloften voor Sodom (en dat zijn natuurlijk de burgers van die stad, die toen dat eeuwige vuur over zich heen kregen) in de bijbel staan.

Want als God zich gaat ontfermen over die zondige stad uit het verre verleden, waar blijven we dan?

Durven we te zeggen, dat God niet zo zal handelen, zoals we lazen in het behandelde hoofdstuk? Of zoeken we een uitweg, zoals we die vinden in de Statenvertaling met kanttekeningen? Of durven we die profetie over dat komende heil voor Sodom en Jeruzalem te voorzien van de aantekening: "Ja, alles goed en wel, maar ze moeten wel willen."

Ik vat nu samen, wat we tot nu toe over het lot van Sodom en Gomorra bespraken:

Het oordeel over beide steden is een eeuwig oordeel. Judas 7
Dat oordeel is een voorbeeld voor hen, die goddeloos zullen leven. Judas 7 en 2 Petrus 2:6.
We kunnen dus aan dat oordeel aflezen, hoe God in het gericht met goddelozen omgaat.
Sodom ondergaat een draaglijker oordeel dan de steden van Israel. (Matteüs 11:24)
Na het oordeel zal Jeruzalem samen met Sodom en Gomorra ontferming van God ontvangen.

De mensen van deze laatste twee steden stierven in hun zonden. Zij gaan beleven wat er in de profetie van Ezechiël 16 staat en zijn dus niet weggevallen in een totale vernietiging. De eeuwige straf blijkt te eindigen.


Heeft u een woord gelezen waar u meer over wil lezen, vul het dan hieronder in.




Naar hoofdstuk 16

Naar de indexpagina

   


© www.hetbestenieuws.nl